Charles en Charlotte Onveilige auto's kosten Amerika 17.000 jaarlijks verkeersdoden A POLLE, PELLI EN PINGO s KRAMMETJE FOK MOEDERMOED f; Auto-industrie in verzet tegen Johnsons dure „Car Safety Act" Senator Edward J. Speno toont veiliger auto EN DE MEESTER profiteerikeruan,omjuwete wassen! E Ons vervolgverhaal DINSDAG 3 MEI 1966 11 Een oorspronkelijke Nederlandse roman door Willy Corsari BIJ DE CONSTRUCTIE van auto's komt veiligheid echter nog altijd op de zoveelste plaats. In 1964 bijvoor beeld gaf Detroit 1,2 miljard dollar uit voor het verfraaien van het uiter lijk van zijn autoprodukten. Voor gro tere veiligheid daarentegen bedroegen de uitgaven slechts 200.000 dollar. Enorme winsten Liefdeleven „Teruggenomen'' Senator Edward J. Speno uit New York toont hier, voor de handels commissie van het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden, het con cept voor een veiliger auto, dat ont worpen is in opdracht van de staat New York. Speno betoogde, dat fe derale steun, en desnoods pressie, onontbeerlijk is om de auto-indus trie te bewegen, minder gevaarlijke auto's te gaan bouwen. Dit model heeft verbeterde deursloten, veili ger rugleuningen, een verende stuurkolom en ver sterking sribb en in carrosserie, cabine en dak. "Gevaarlijke VW" - Sporry Koppensnellers aan de Weesperstraat ik wter N06 sueosNitT, hoe nauwe moet sevruoen - zeerob zalzun öRote hamer. °oop EERSTE DEEL EERSTE HOOFDSTUK ruïne te De roerloze gestalte bij de van het kasteel begint Matthias obsederen. Als hij opkijkt van zijn werk, een artikel dat hij moet schrijven, ziet hij de geblakerde brokken muur, waar het onkruid hoog tussen op schiet, de oude toren, somber oprij zende uit de bloesempracht van enor me rododendrons en die gestalte van een man in grijze jas en broek ge kleed, als een schilderij, gevat in de omlijsting van het geopende venster. Want geen blad beweegt, over alles ligt de ademloze stilte kort voor een onweer, dat langzaam aandrijft en de hemel loodzwart kleurt en even stil is de gedaante, die hij het eerst heeft opgemerkt toen hij hier aan het schrijfbureau ging zitten en waaraan hij toen geen bijzondere aandacht heeft geschonken. Het ge beurt wel meer, dat iemand komt kij ken naar de ruïne. Reizigers, die van de autoweg zijn afgeweken op hun tocht naar of van België, of vakan tiegangers. Kinderen uit het dorp spelen soms tussen de muren, geliefden ontmoe ten elkaar in het park op maanlichte avonden en soms beklimt iemand de toren om het uitzicht te zien over het Geuldal en, bij helder weer, tot over de grenzen van België en Duits land. Het bordje „Verboden Toe gang", bij de ingang van de beuken laan. is sinds lang omgevallen en niemand bekommert er zich om, of hier een vreemde rondloopt, op wat nog altijd particulier terrein is. Maar deze vreemde loopt niet rond. Hij staat daar even roerloos als de bo men en de verwondering die Mat thias eerst daarover voelde, is gaan deweg veranderd in een onrust, die hij al te goed kent en waar hij zich vergeefs tegen verzet. Steeds vaker dwaalt zijn blik uit het venster. Ten slotte staat hij zuchtend op. Hij tracht zichzelf wijs te maken, dat hij alleen die man wil gaan waarschu wen voor het naderende onweer, waarvan hij de voortekenen niet schijnt op te merken, maar hij weet zeer goed, dat iets anders hem drijft, als hij in de gang zijn regenjas aan trekt en naar buiten loopt. Het is de vreemde intuïtie, die hem zo dikwijls heeft gewaarschuwd, dat iemand in nood was en hulp en troost nodig had. Hij wantrouwt dat gevoel en verdringt de herinnering aan vele malen, dat die intuïtie verwonderlijk juist is gebleken. Hij vreest, dat er een heimelijke hoogmoed in schuilt te geloven, dat men soms zou wor den uitverkoren om een mens te hel pen in de crisis van zijn leven, een onbekende, een toevallige voorbij ganger. Als altijd moet hij ook zijn schuch terheid overwinnen om de vreemde aan te spreken. „Zoekt u soms iemand? Kan ik u helpen, meneer?" De ander keert zich bruusk naar hem toe, als iemand, die uit de slaap is gewekt. De ogen, die hem aan staren, fascineren Matthias zozeer, dat hij het gezicht niet ziet. Vreemde ogen, met zeer grote en zeer lichte pupillen, die sterk glanzen en toch uitdrukkingloos zijn, bijna als de ogen van een blinde. „Neen dank u, ik zoek niemand en ik heb geen hulp nodig". De toon is kort, niet onvriendelijk, maar duide lijk afwerend. Matthias heeft een schok gekregen, want dit is niet de stem van een man. De broek, het korte haar, hebben hem misleid. Hij stottert: „Neemt u mij niet kwalijk me vrouw, ik dacht. De blik der vreemde ogen laat hem los, het was, of ze hem wer kelijk hadden aangeraakt en vastge houden en nu ziet hij het gezicht: vrij breed, met een hoog voorhoofd, waarin drie rimpels zijn gegrift, een rechte neus, een grote, mooi gevorm de mond, met scherpe lijntjes bij de hoeken. Een bittere mond. Zij zegt, langs hem heen zier.de: „Ik keek naar de ruïne van Cro- nenborg. Is dat verboden?" „Neen, neen", zegt hij haastig en voegt er dan aan toe, in een schuch tere poging tot conversatie: „Er is niet veel over. Alleen de toren staat nog juist als in de Middeleeuwen. Dit was het oude kasteel Cronenborg, later werd het andere er bijgebouwd. U ziet, dit is een echte, vierkante woontoren. Van de transen hebt u een prachtig uitzicht, maar de laat ste trap is erg vermolmd en er zijn geen leuningen. Luistert zij? Ze zegt voor zich heen: „De rododendrons bloeien nog zo als vroeger". „Ja. U hebt het hier vroeger dus gekend?" Zij geeft geen antwoord, maar vraagt opeens: „En Barbara?" „Barbara?" De vreemde ogen kijken hem weer aan. Er scheert een bliksemstraal over de zwarte hemel, in een drei gende stilte. „De torenklok heette Barbara", zegt zij. „O, de klok. Die is de bezettings tijd weggejiaald". „Dus Barbara is dood", zegt zij langzaam. Het klinkt alsof zij spreekt over een mens. Dan voegt zij er aan toen, met een blik naar het bijgebouw: „En de barones woont nu in het bediendenhuis". Het is geen vraag. Ze zei dat, denkt hij verwonderd, als of zij het slot oplas van een verhaal. „Ja", zegt hij. Ze wil hier niet weg en het is ook niet de moeite waard. Ze wordt goed verzorgd door een oude dienstbode en een verpleeg ster". „Is zij erg ziek?" „Neen, maar erg oud. Zesentach tig. En ze heeft veel doorgemaakt". De oorlogstijd, de verwoesting van het kasteel in '43, er is een brandend vliegtuig op gevallen, het duurde te lang, voordat de brandweer kwam, niets kon meer worden gered. Wordt vervolgd.) (Van onze correspondent) WASHINGTON. Sinds het metalen monster auto op de wegen der Verenigde Staten verscheen, hebhen 1,3 miljoen Amerikanen het leven hij verkeersongelukken verloren, terwijl vier miljoen anderen voor hun leven invalide raakten. Per jaar kost de auto de bevolking der Verenigde Staten nu rond 50.000 levens of volgens een ander cijfer: elke dertien minuten valt er een dode op de wegen van Amerika. Met deze cijfers voor ogen kan men zich voorstellen dat steeds meer men sen in de Verenigde Staten zich afvragen hoe het moorddadige metalen beest gemuilkorfd zou kunnen worden. Temeer als men weet dat, volgens de directeur van Harvards instituut voor onderzoekingen naar verkeers veiligheid, tweederde der dodelijke ongelukken (circa 17.000 gevallen) ver meden had kunnen worden als de auto's met meer aandacht voor de veilig heid van de inzittenden gebouwd waren. Daarin zal nu verandering komen. Pre sident Johnson heeft, zoals gemeld, on langs wetsvoorstellen bij het parlement ingediend, die voorzien in de oprichting van een ministerie voor transport alsook in de vaststelling van een aantal veilig heidscriteria, waaraan auto's in de toe komst zullen moeten voldoen. Hoewel de ze eisen pas zullen worden bepaald na een periode van diepgaand onderzoek, lijkt al zeker dat zij betrekking zullen hebben op een versteviging van de struc tuur van de auto's, op de buigzaamheid van stuurwiel en stuurkolom, op veilig heidsgordels, meegevende bekleding van dashbords, grotere betrouwbaarheid van de deursluitingen, beter zicht door de rui ten en afschaffen van allerlei, vaak vlijm scherpe ornamenten aan de auto's. DE AUTOMOBIELINDUSTRIE is over deze voorstellen weinig te spreken. On danks de fenomenale winsten die in deze bedrijfstak gemaakt worden (vorig jaar na aftrek van belastingen 27 procent op het geïnvesteerde kapitaal!) blijken de heren industrieëlen in Detroit zich ern stige zorgen te maken, dat de veiligheids criteria van de federale regering hen op hoge kosten zullen jagen, Bovendien heb ben zij geen sympathie voor het denk beeld, dat een minister van transportwe zen in het federale kabinet zeggenschap zou krijgen over zaken, die volgens de autoproducenten alleen hèn aangaan. Tijdens de openbare verhoren voor een senaatscommissie inzake de wetsvoorstel len stelden de industriëlen dan ook voor dat de automobielindustrie zelf een raad zou vormen, die veiligheidscriteria zal vaststellen. Dat de bedrijven in Detroit pas op dit idee gekomen zijn nu hun het vuur na aan de schenen woïdt gelegd verdedigden de woordvoerders van de be drijfstak met het ongeloofwaardige argu ment, dat de automobielbedrijven tot nu toe niet aan samenwerking op het terrein der veiligheid hadden durven denken uit angst de anti-trustwetgeving te overtre den! General Motors door detectives het per soonlijke leven had na laten gaan van een advocaat, die bekend staat als een van de meest hardnekkige critici van de auto mobielindustrie wat betreft de veiligheid. De detectives bleken daarbij vooral be langstelling te hebben voor het liefde leven en de eventuele antisemitische ge voelens van deze jonge, ongetrouwde ju rist, Ralph Nader (een man van Arabische afkomst), die met zijn boek „Unsafe at any speed" de grote mannen van Detroit DE OPRECHTHEID van de auto-indus trie kwam bovendien in een wat merk waardig daglicht te staan toen bij de ver horen voor de Senaatscommissie bleek dat mateloos had geërgerd. Uiteraard wekte dit alles de indruk alsof General Motors probeerde de kritiek van de heer Nader op de veiligheid van zijn produkten te lijf te gaan met aantijgingen tegen de per soon van de advokaat. Een andere kwestie, die de automobiel makers weinig paste middenin de contro verse over de verkeersveiligheid, was ten slotte het bekend worden van de aantal len auto's, die in de afgelopen jaren door de fabrieken werden teruggenomen om fabrieksfouten te laten herstellen. General Motors bijvoorbeeld moest 15.000 Buick Specials terug laten komen om „iets" aan de wielen te veranderen. Chrysler trommelde 17.500 Dodge Polara's van dit jaar op om een fabricage-defect aan de remmen te verhelpen. General Motors dirigeerde 16.000 Chevrolets Che- velles en Corvairs van het jaar 1965 naar de werkplaatsen om deursluitingen te laten verbeteren en Ford Motor Compa ny heeft juist bekendgemaakt dat 25.800 standaard-Fords plus 5.000 Mercury's een kwetsbaar hydraulisch remsysteem heb ben, waardoor het mogelijk is dat de rem capaciteit uitvalt bij het rijden over een erg ongelijke weg of een diepe kuil. Al deze gegevens hebben nu niet be paald de indruk gewekt dat het wetsvoor stel voor vaststelling van veiligheidscri teria overbodig zou zijn en het ziet er ook wel naar uit dat Johnsons voorstellen in het parlement zullen worden aangeno men. GEBEURT DIT, dan zullen ook buiten landse auto's die naar de Verenigde Sta ten geëxporteerd worden, zich aan die nieuwe criteria moeten onderwerpen. Nu al heeft Senator Ribicoff aan 23 impor teurs van buitenlandse auto's gevraagd op te geven aan hoeveel van hun wagens, die sinds I960 in de Verenigde Staten werden verkocht, fabrieksdefecten moes ten worden hersteld. In dit verband viel een uitspraak op van de reeds genoemde Ralph Nader (van wien Henry Ford II overigens gezegd heeft dat hij weinig verstand heeft van automobielen) over de populairste bui tenlandse auto, die in Amerika rondrijdt: de Volkswagen: „Het is moeilijk een ge vaarlijker auto te vinden dan de Volks wagen", aldus verklaarde Nader dezer da gen voor een senaatscommissie. Op deze plaats zou ik graag een ere teken willen toekennen aan haar die tot de moedigste vrouwen der wereld be horen: de Franse moeders. Wat die vrou wen toch durven! Hoe die ik durf het eigenlijk niet eens neer te schrijven, we- tende dat ik vreselijke ketterijen verkon dig kort en goeds iets durven te ver bieden, namelijk: het blote dijbeen van hun dochters een heilig terrein waar mee wij Nederlandse moeders het niet wagen te spotten, laat staan het af te JcëUTCTl. Voor de Nederlandse vrouw zal het misschien toch wel een blijde boodschap zijn om te vernemen dat ze in Parijs hun dijbenen niet laten zien. Ondanks de strenge bevelen der modeheren; ondanks de talloze babbels in dag-, week- en modebladen; ondanks de vlotte en pro gressieve jongedames, die op hun koude spillebenen door Amsterdam wandelen, heeft naar het zich laat aanzien heel Pa rijs een afwijzend standpunt ivgenome% tegenover het dijbeen: de Parisienne toont dat niet. Ik kan u verzekeren, dat ik er met mijn neus bovenop gezeten heb, figuurlijk ge sproken natuurlijk. Lange speurtochten heb ik gehouden op de plaatsen waar men elegante Parisiennes pleegt aan te treffen. ïk heb geloerd in de boutiques. Onder tafels gegluurd in eetgelegenheden. De blik gescherpt in de métro. En steeds zag ik: een bijna algeheel, een verkwikkend, een esthetisch verantwoord, een o zo heerlijk totaal gebrek aan ook maar een schim of schaduw van een dijbeen. Korte rokjes genoeg, o ja, maar dan fcort dat het aangenaam is om er naar te kijken en zó elegant als alleen een Parisienne haar rokje vermag af te knippen. Niet nét met een schimmetje knie er onder uit, wat heel wat verleidelijker is dan de hele ratteplan te kijk voor iedereen en alles. Dat alles hebben we te danken aan die moedige moeders van Frankrijk. Die vrouwen van stavast die niet wensen dat hun dochters lijken op een bepaald soort, niet mis te verstane dames. Laat ze er in Londen maar bijlopen als overrijpe kleu ters. Parijs geeft de voorkeur aan een Pa- rijse Loek en kan de Londense Loek mis sen als kiespijn. Maar die Franse moedert zijn nu eenmaal op het gebied van ma nieren, mode en gedrag heel wat mans en ze schamen zich niet om eens lekker reac tionair te zijn als dat hun dochters ten goede komt. Ze nemen met liefde de kreu ken in de zielen dier dochters, ontstaan door verbod en gebod, op de koop tce, omdat ze weten dat ze gelijk hebben. Als u me nu vraagt of er helemaal geen dijbeentjes te zien zijn in Parijs moet ik zeggen, dat men die met de frequentie van één per tien minuten wel kan tegen komen. Het zijn echter nooit Franse dijbenen. Eén paar behoorde toe aan een Am.erikaanse van een jaar of tachtig. De rest aan Duitse, Hollandse, Engelse en Amerikaanse meisjes, dus zij hadden blijkbaar geen moeders die waken over het fatsoen (bestaat nog altijd, al ivordt het vaak voor taboe versleten) van hun jongedochters. Daarom nog eens: een ere saluut voor de dappere Franse moeders. Een groot aantal kamers in de nieu we studentenflat aan de Weesperstraat n Amsterdam is door de bewoners in zen handomdraai voorzien van een tra ditionele, maar normaal niet gemakke- 'ijk te bemachtigen studentikoze ver- nering een menselijke schedel. De studenten hoeven alleen maar het bin nenterrein van het flatgebouw op te wandelen om zo'n schedel te bemach tigen. Op dat terrein was van 1640 tot 1866 een begraafplaats gevestigd. Bij Ie bouwwerkzaamheden voor een men- sa en een studentenwinkel, die op de binnenplaats van het gebouw moeten komen, haalt een dragline regelmatig menselijke beenderen en schedels uit ie modder naar boven. Het grootste deel is in afwachting van een herbe grafenis door de aannemer, onder een hoop zand bedolven. Daar hebben de jongelui de koppetjes maar voor het oprapen. COP. MAPTÉN TOONOW 3. De vreemdeling betrad zonder aarzelen de woon kamer, stapte op Panda af en drukte hem een sigaar in de mond. „Hier is bezoek", sprak Jolliepop. „Deze heer wil ons spreken over geldzaken, naar het me voor komt". „Juist! Geld!" riep de vreemdeling uit, een vlammetje bij Panda's sigaar houdend. „Hier vind ik dus nóg een liefhebber van stapeltjes glanzende munt jes en houtvrije papiertjes met ronde getallen! Meneer is verzamelaar!" „M-m-maarstotterde Panda, die niet aan een sigaar gewend was, „m-m-maar. umpf..ik..uche, uche.„Ach, natuurlijk!" onder brak de ander. „Ik vergat mij voor te stellen! Simon Geldmaker is de naam! Verzamelaar van geld! En u hebt hier een aardige collectie! Het is alleen jam mer dat u niet meer vermaak put uit uw bezit. Het ligt hier maar in een stalen kluis. Voor mij bestaat er maar één hobby en dat is geldzaken! Kom mee, ik zal het u leren!" HAIEN 1 MAAR, DAAR-10WE NIET W66 KUNNEN LOPEN, O, NEEN, POttfc, l\AU AlSJEBMEFTNlET1 O o O o £081-3. iMTCftWNl/ IKNAOeNKi KUNNEN 40UU6 R0ST16 46 HAVERMOUT OP6T6N n/é eonetj wet, mt owe tos ZO DICHT 61J tütue 6£za- ube MCHTHAueN eeiweeK, MARCO,,. BRRR.26US VOOR VUT MlUOtN ZOU IKMieT6RAA6 op oe vuxht tijm w oeze VR£S etuice MACHT oe POilTie ZtT HAAK SPtUR- TOCHT MAAI? ÖCAAANNCN, DIS Mir E6M eon van izoo.ooo DOCVARINtX STORM V6R- ovjetveN, MBT KRACHT VOORT - t UötMLIJK BBMIKDe eOPFBR, eeuiAHf UiMAmeN DAAR euiTBN neeeem hit ZWAAR. Tè veRDORtM 5am Left A K/nu* 512. Het duurde een hele tijd, eer Karo uit de kronkels van het plagerige teer- touwtje was bevrijd. Op veilige afstand keek Karo toe, terwijl Bram het touwtje voor zich neerzette. Het nam meteen een vechtlustige houding aan., „Ik begrijp het niet" zei Bram, „maar een ding is duidelijk.dat touwtje is le vend geworden". „Ik weet alleen, dat hij erg vervelend is geworden" knorde Karo en het touwtje draaide zich dreigend in zijn richting, Ka ro zette alle haren op en van de weer omstuit zette het touwtje alle vezels op. „Geen ruzie" zei Bram streng. „We zit ten ermee opgescheept en we moeten een oplossing vinden". „Gooi 'm over boord", stelde Karo voor.en meteen sprong het touwtje op hem af. Opnieuw schreeuwde Karo het uit, toen het harde touwtje zich om zijn pootjes wentelde en hem finaal onderste boven wierp. „Laat dat" riep Bram, die er nu hele maal geen touw meer aan vast kon kno pen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1966 | | pagina 11