en
Hulphart
fatale afloop
ondanks
iroots succes
POLLE, PELLI EN PÏNGO
m
J!
BRAMMETJE FOK
Ons vervotgverhaai
i Hartdefecten die vóór 20 jaar niet
te genezen warennu te verhelpen
Vogelbeschermers uit
21 landen bijeen
PANDA EN DE MEESTER-GELDZAMELAAR
D
A
V
E
S
99
DONDERDAG 5 MEI 1966
21
Een oorspronkelijke
Nederlandse roman
door Willy Corsari
De wereldpers heeft dezer dagen veel aandacht gewijd aan de (aanvan
kelijk geslaagde) poging om hij een mens een kunstmatig hart aan te bren
gen. De radio liet zich ook niet onbetuigd en de televisie toonde zelfs beel
den van de operatie zelf, plus een interview met de chirurg die deze had
verricht, dr. Debakey uit Houston in Texas. Hoewel de patiënt, de Ameri
kaanse mijnwerker Derudder, nu toch is overleden, blijkt de oorzaak hier
van buiten het terrein van de eigenlijke operatie te liggen. In feite is deze
chirurg er dus in geslaagd, een mens tijdelijk een reserve-hart te geven en
dit is inderdaad een mijlpaal in de ontwikkeling der hartchirurgie. Een
mijlpaal die stap voor stap bereikt werd dankzij het individuele vorsings-
werk en de internationale samenwerking van vele generaties artsen.
Op hun beurt hebben deze weer gebruik gemaakt van de technische voor
uitgang op allerlei nevengebieden in de wetenschap tijdens de achter ons
liggende decennia.
Snelle ontwikkeling
Cardiografie
Operabel
IMrl
brengen;
3)
Hij denkt: zij heeft ze gekend, oom
Henri, mijn moeder, mijn grootmoe
der, zij heeft staan denken aan de
oude tijden, daar bij de ruïne en aan
het graf. Wat is er vroeger gebeurd,
dat haar gedachten zo somber zijn,
zo dreigend en boosaardig? Maar dan
berispt hij zichzelf weer om zulke
waanideeën. Ze staat daar zo rustig,
ze spreekt zo kalm, met onbewogen
gezicht. Ja, maar het is, alsof zij
staat midden in een orkaan.
„Een zoon van Beate", zegt zij nog
maals. Hij ziet, verwonderd, haar ge
zicht langzaam zachter worden en nu
hebben de grote, lichte ogen uitdruk
king gekregen, warmte en tederheid.
Zijn hart klopt sneller van vreugde.
„U lijkt niet op uw moeder, zegt
zij, helemaal niet."
Hij glimlacht.
„Neen, Mijn moeder was een mooie
vrouw." Zonder haar blik van hem
af te wenden, steekt zij een hand in
de zak van haar grijze mantel, haalt
er een pakje sigaretten uit en vraagt:
„Wilt u roken?"
„Dank u, ik rook liever niet."
Ze kijkt even neer op het pakje en
zegt spijtig: „En ik mag niet meer
roken. Dit pakje is het laatste." Ze
steekt een sigaret op aan het vlam
metje van een kleine aansteker, doet
enige diepe trekken en kijkt weer
naar buiten. Aangemoedigd door de
zachtere uitdrukking op haar gezicht
vraagt hij na een ogenblik:
„Hebt u vroeger onenigheid gehad
met mijn oom?"
„Onenigheid?" Zij lacht opeens. Ja,
dat kan men wel zeggen! Ik zou hem
ook graag hebben doodgeschoten des
tijds. Jammer genoeg had ik mijn
jachtgeweer moeten inleveren. Het
was tijdens de vorige oorlog." Hij
staart haar sprakeloos aan. Opeens
gooit zij de halfgerookte sigaret weg
en zegt: „Ik moet nu gaan. Ik moet
nog naar Amsterdam. Adieu en be
dankt!" Hij rent bijna, om haar in
te halen, want zij loopt snel, met gro
te passen. Wat ademloos zegt hij:
„Gaat u niet zo weg. Komt u nog
even binnen. Het regent nog."
Ze haalt de schouders op.
„Ik heb een regenmantel aan en
ik heb mijn auto daarstraks al dicht
gedaan. Gaat uzelf naar binnen u
wordt drijfnat."
„Dat hindert niet."
Hij loopt naast haar voort, het park
door, het voorplein en de slotbrug
over en de lange beukenlaan in. Ze is
groter dan hij en hij komt zich be
lachelijk voor, een lastig hondje, dat
maar achter iemand aandraaft die
vergeefs probeert het weg te jagen.
Vertwijfeld zoekt hij naar woorden
om haar tegen te houden. Hij vindt
niet dan:
„Ik zou graag met u willen spre
ken over mijn moeder."
Ze kijkt hem aan, alsof zij hem had
vergeten en verwonderd is, hem nog
altijd bij zich te zien en zegt dan kort
af:
„Dat is zolang geleden."
„U hebt van haar gehouden, niet
waar?"
Charles
Charlotte
„Ja, zegt zij, voor zich ziende, „ik
heb van haar gehouden. Daarom denk
ik het liefste aan haar, zoals ze toen
was, als jong meisje."
„Ik zou graag willen horen, hoe ze
toen was. Wilt u mij daar iets van
vertellen?"
Nu kijkt zij hem aan en er is iets
wantrouwends in haar blik.
„Dat kan uw grootmoeder wel doen,"
zegt zij.
De auto staat geparkeerd bij het
begin van de laan. Hij zegt hulpeloos:
„Een mooie auto."
„Ja, nog nieuw, en erg duur."
Ze glimlacht, alsof haar opeens
iets invalt dat ze amusant vindt. Haar
toon verwondert hem. Zij lijkt hem
niet iemand, die er prat op gaat, een
dure auto te kunnen houden.
Ze heeft het portier al geopend, als
hij snel en wat hakkelend zegt:
„Gaat u nog niet. Ik weet wel, dat
u me heel raar en opdringerig zult
vinden, maar.ik móet met u spre
ken.
móet met mij spreken?" Zij
kijkt naar hem over haar schouder
en haar ogen worden nog groter van
verbazing.
„Niet over mijn moeder,", zegt hij
snel, „als u dat liever niet wilt. Over
uzelf."
Haar hand glijdt van het portier af.
Zij neemt hem op met een blik, waar
mee men een vreemd insect bestu
deert.
„Over mij? Hoezo?
Hij slikt.
„Ja, ik weet wel, dat u me voor
een beetje gek moet houden, maar
ziet u, ik heb soms opeens een ge
voel. ik wéét soms opeens, als ie
mand. hulp nodig heeft. En ik
wéét, dat er iets niet goed is met u.
Gaat u nu niet zo weg, laten we wat
praten. Er is helaas niemand anders
dan ik, dus moet ik het wel zijn. He
lemaal niet de geschikte man. Maar
ik moet toch proberen te helpen, en
ik wou alleen maar, dat ik niet zo
onhandig en verlegen was, dat God
niet juist mij op uw weg had ge
plaatst, die.
Hij breekt af, want zij heeft hardop
gelachen. Ze houdt dadelijk weer op
en een ogenblik staan zij roerloos el
kaar aan te staren. Dan zegt zij, en
voor het eerst is haar toon wat onze
ker:
„Neemt u mij niet kwalijk, ik wou
u niet kwetsen, ik lachte niet om u.
maar het is alles nogal vreemd, vind
u zelf niet? Ik bedoel.
Ze heeft een ogenblik haar koele ze
kerheid verloren en hij grijpt zijn
kans, gretig en vol nieuwe hoop.
„Ja," zegt hij, „heel vreemd. Of
neen, niet voor mijn gevoel.Ziet u,
als ik iemand in het water zag liggen,
die dreigde te verdrinken, zou ik ook
proberen hem te redden, hoewel ik
heel goed weet, dat ik een stumperig
zwemmer ben. En als iemand in ge
vaar is.
Ze zegt droogjes:
„Ik zwem als een vis en ik ben
niet méér in gevaar dan iedereen, die
tegenwoordig auto rijdt."
(Wordt vervolgd.)
(Van onze medische medewerker)
TOEN DE redactie mij opbelde met
het verzoek een artikel te schrijven over
de ontwikkeling der hartchirurgie, lag er
juist een Engels tijdschrift op mijn bu
reau dat een hoofdartikel bevat met als
onderwerp: „Opmerkelijke vorderingen
van de hartchriurgie in de laatste 20
jaar." Er staat een grote tabel in, waar
in alle aandoeningen van het hart wor
den opgesomd die dankzij de hartchirur
gie verbeterd of genezen konden worden,
mét de bereikte resultaten en de sterf
tecijfers in percenten uitgedrukt. Voor de
25 verschillende hartafwijkingen die op
dit ogenblik voor operatie in aanmerking
komen, lopen deze getallen nogal uiteen.
Maar zelfs de meest ongunstige sterfte
cijfers uit die tabel liggen toch nog ver
onder die welke vroeger voor deze aan
doeningen golden.
OP MIJN semi-artsexamen in de kin
dergeneeskunde moest ik destijds een ba
by onderzoeken en mijn bevindingen uit
voerig opschrijven en behalve de diag
nose ook de therapie aangeven. Dat is
meer dan dertig jaar geleden, maar ik
herinner mij nog precies dat deze baby
de verschijnselen had van een aangebo
ren hartafwijking en dat er destijds van
een geneeswijze geen sprake was. Men
moest toen volstaan met de diagnose te
stellen, het kindje onder regelmatige con
trole te houden en af te wachten hoe het
verdere verloop in de komende jaren zou
zijn. Wel leerde men langzamerhand, tot
op zekere hoogte, verschillende aangebo
ren hartafwijkingen herkennen aan be
paalde verschijnselen, maar daarbij bleef
het voorlopig.
Toch had dr. Forssmann al in 1928 een
methode ontdekt en uitgewerkt om met
behulp van de (nu algemeen gebruikte)
hartcatheter meer inzicht te krijgen in
een aantal hartafwijkingen dan met de
stethoscoop mogelijk was Hij schoof de
ze catheter door de aderen tot in het
hart, waarbij als bijzonderheid vermeld
kan worden, dat hij dit eerst voor de
spiegel bij zichzelf deed. Zoals het dik
wijls met grote ontdekkingen gaat. raak
te ook deze eerst in het vergeetboek. Pas
omstreeks 1946 werd zij herontdekt door
dr. Cournand in New York, die met zijn
medewerkers de hartcatheterisatie in en
kele jaren wist te ontwikkelen tot een
der belangrijkste hulpmiddelen voor de
diagnostiek van hartgebreken. Hierdoor
heeft de kennis der aangeboren en ver
kregen hartziekten grote vooruitgang we
ten te boeken. Achteraf heeft dr. Forss
mann gelukkig toch de hem ruimschoots
toekomende Nobelprijs gekregen.
INTUSSEN heeft de techniek zich zo
danig ontwikkeld dat men niet alleen met
een catheter het rechter gedeelte van het
hart (via de aderen) kan bereiken, maar
ook de linkerkant van het hart, waartoe
de catheter door een slagader geschoven
moet worden! Dankzij de ontwikkeling
der röntgenfotografie- en filmopnarr^en kan
men met behulp van z.g. contrastmiddelen,
die geen röntgenstralen doorlaten, nauw
keurig nagaan welke anatomische defecten
zich in het hart en de grote bloedvaten be
vinden. Op deze opnamen ziet men, welke
weg het bloed door de verschillende af
delingen in het hart neemt, hoe die holten
in het hart gevormd zijn en welke klep
pen, die de hartruimten van elkaar schei
den, onvoldoende werken. Ook die kleppen
die zich tussen hart en grote vaten be
vinden.
Bovendien is het nu mogelijk, de druk-
verhoudingen in die verschillende „hart-
afdelingen" regelmatig en nauwkeurig te
meten terwijl men ook bloedmonsters uit
elke ruimte in het hart via de catheters
kan nemen teneinde hierin de hoeveelhe
den zuurstof te bepalen. Daarbij kon ook
nog gebruik worden gemaakt van de zich
in snel tempo ontwikkelende electro-car-
diografie en fonocardiografie die steeds
fijnere gegevens over de werking van het
hart verstrekken. Al deze nieuwe hulp
middelen zijn van onschatbare waarde
geworden voor het vaststellen van de
juiste diagnose der hartaandoeningen.
VAN DE aangeboren hartafwijkingen
kunnen als voornaamste worden ver
meld: 1) openingen in de tussenschotten
van het hart die er normaal na de ge
boorte niet behoren te zijn; 2) vernau
wingen op plaatsen waar de grote vaten
uit het hart ontspringen en 3) het niet-
sluiten van een buisje „dat vóór en tot de
geboorte twee belangrijke bloedvaten ver
bindt" maar zich na de geboorte behoort
te sluiten. Al deze aangeboren hartafwij
kingen waarvoor vroeger geen echte doel
gerichte therapie bestond, zijn door de
jongste ontwikkelingen der hartchirurgie
geneeslijke ziekten geworden. De tijdens
het leven verkregen hartgebreken wor
den voor het overgrote deel veroorzaakt
door acute rheuma, in mindere mate
door diverse andere oorzaken.
*y**3oaxr)f*y)crinrinrr**xxx5ooooooooooooooo«3nofxyyvY,ooooooqr
WEEKABONNEMENTEN
8 dienen uiterlijk op woensdag te worden
betaald, daar de bezorgers op donder-
3 dag moeten afrekenen.
DE ADMINISTRATIE
Ongeveer honderd deskundigen uit 21
land.en zullen van 9 tot 15 mei in Noord-
wijk aan Zee discussiëren over de bescher
ming der watervogels en hun levensmi
lieu. Dit is de tweede Europese conferen
tie voor het behoud van watervogels. De
eerste werd in 1963 te St. Andrews in
Schotland gehouden. In Noordwijk zal
hoofdzakelijk aandacht worden besteed
aan het behoud van de watervogels in de
moerassen en andere waterrijke gebieden,
die voor deze vogels een levensbehoefte
vormen. Voorts zal een deel van de bij
eenkomst gewijd zijn aan de coördinatie
van het onderzoek in internationaal ver
band.
De bijeenkomst wordt georganiseerd
door het internationaal bureau voor het
onderzoek van watervogels (gevestigd in
het Station biologique de la Tour du Valat
Camargue, Frankrijk), in samenwerking
met het Rijksinstituut voor veldbiologisch
onderzoek ten behoeve van het natuur
behoud (Rivon) te Zeist, en het ministerie
van Cultuur, Recreatie en Maatschappe
lijk werk. De conferentie staat onder au
spiciën van de Internationale raad voor
vogelbescherming, de Internationale unie
voor de bescherming van de natuur en de
natuurlijke hulpbronnen, de Internationa
le unie van wildbiologen, de Internationa
le jachtraad, alsmede van de Raad van
Europa. Voorzitter van de conferentie is
prof dr M. F. Morzer Bruyns hoofd van
het Rivon, die tevens lid is van de Ne
derlandse delegatie.
Woensdag 11 mei wordt een werkbe
zoek gebracht aan Texel en donderdag
middag 12 mei aan de Zaanstreek, Water
land en het Utrechts-Zuidhollands plassen
gebied. Vorts staat een tweedaagse excur
sie door Zeeland op het programma. Daar
bij zullen enkele vogelreservaten en de
Delta-werken worden bezocht.
Saai t.v.-programma vanavond? Neem
een aantal huisjesslakken en een
schietschijf en laat ze racen. Wie het
eerst in de roos is, wint de pot.
1,
5. Jolliepop maakte zich gereed om Panda's geld reis
vaardig te maken. Maar de bezoeker hield hem met een
eenvoudig handgebaar staande en trok een klein doosje
te voorschijn. „Doe geen moeite", sprak hij. „Voor het
geldverzamelen heb ik mijn eigen middelen. Eenvou
dig, snel en schoon. Zonder vingerafdrukken op de mun
ten te maken of kreukels in het bankpapier!" Met die
woorden draaide hij aan enkele knoppen die op het
doosje bevestigd zaten en wandelde naar het raam dat
uitzag op de oprijlaan. „Een mechanische hulp," ver
klaarde hij, op een robot wijzend, die met enkele zak
ken uit het gepantserde voertuig was gestapt. „Vlug
en veilig!" De mechanische figuur betrad zacht zoe
mend de kamer en gaf zich zonder aarzelen naar de
kluis van Panda, die hij in de zakken ledigde. „Hmm",
mompelde Jolliepop. „Indrukwekkend, ongetwijfeld!
Hoewel er natuurlijk niets gaat boven een huisknecht!"
„Onzin!" verklaarde de heer Geldmaker. „Een robot
verdient geen salaris, zit niet in een ziekenfonds, komt
niet op pensioen en trekt nooit steun! Maar we hebben
genoeg gepraat kom mee! We gaan geld maken!"
WE HE88EM HETGEHAAtD. HEEFT ME 016 EVEM
DAAR. VERDEROP HEEFT HU SESTOPT - VOORUIT,
WE SAAM HET DING
BEKIJKEN'.
OPIIJ, JONGENS, ER KOMT
EEN ECHT6 AUTO AAN
EEN VAART
IK200 VAST
DUI2EUÖ WORDEN'.
JA, WE WU6N HEM
J TOT REDE
COKHHAGIN
2083-A.
WAT H68B6N
mue etóeuujK
Dtl/ANGIN?
°,eeN massa
etAuive etf
Die Twee KNAP6N KUN-
NtN wet D£ BANKROVERS
ZIJN, MARCO
HAH A... iff IS óffiV
ètF BINNEN OS
DUIZEND Hut 0/1/1
oeze tw van h(t
MAR
MAT H see N
jutue nou
tCHT IN D£
e
°Kt,I/RIND..,£N
NOU SMC, J£ RADEN
WAT !K HIER in
MIJN HAND H£B
we ZOEKEN
H6TUIT, DAVY
SwiLEFr
RIB
514. Zodra Bram en zijn vrienden dich
terbij waren gekomen bemerkten zij, u;at
het oploopje had veroorzaakt.
Op de hoek van de straat stond een
boeienkoningzo'n knappe artiest, die al
tijd weet vrij te komen, hoe stevig hij
ook wordt gebonden. Bram zou Bram niet
zijn, als hij niet spoedig vooraanstond
om met kennersblik de knopen te bekij
ken, welke twee mannen uit het pu
bliek aan het leggen waren.
Nu, dat waren mannen, die de kunst
verstonden. Zij gebruikten zelfs de Over
gehaalde Mastworp, waarmee Bram op
zijn stuurmansexamen heel wat moeite
had gehad. Het zou een wonder zijn, als
de boeienkoning daaruit wist te ontsnap
pen.
Maar de artiest had zulke dingen meer
meegemaakt, en zijn lachje was vol zelf
vertrouwen. Doodstil werd het, toen de
man als een postpakketje op de grond
werd gelegd en zich langzaam uit de kno
pen ging loswurmen.
Het kostte hem kennelijk wel moeit»
en de zweetdruppels parelden op zijn voor
hoofd. Bram keek vol belangstelling toe.
En hij merkte niet eens, dat het teertouw-
tje zich stiekum van de tas had losge
maakt.