Niets dan lof voor de
STARFIGHTER F-104
IN WEST-DUITSLAND EEN „DOODKIST", IN NEDERLAND EEN „MOORDKIST"
„Een best
moet zijn
raspaard, maar je
nukken kennen"
15
ZATERDAG 7 MEI 1966
Erbij
het gebrek aan ervaring, dat de Duitse
Luftwaffe had met de Starfighter.
Niettemin vraagt men zich onwille
keurig af, hoe het mogelijk is, dat de
Nederlandse vlieger de Starfighter
blijkbaar zo goed weet te „bespelen".
Om beter geïnformeerd te raken is
een van onze redacteuren een hele dag
met een Starfighterpïloot van de
vliegbasis Twente opgetrokken. Zijn
ervaringen beschrijft hij in deze re
portage.
w^R IS VEEL geschreven en gepraat
§4 de laatste tijd over de veiligheid
van Nederlands nieuwste straal
jager, de Starfighter F 104. Voedings
bodem van veel van de discussies wa
ren de talrijke ongelukken, die er met
name in Duitsland met deze toestellen
gebeurden. Inmiddels is wel komen
vast te staan dat de oorzaak van de
moeilijkheden niet moet worden ge
zocht in het vliegtuigtype, maar o.a. in
Dutch Masters" op de basis Twente
thuishoort, betreft dat het verkennen
van gebieden en objecten door middel
van foto's. Met feilloze precisie re
gistreren de piloten „alles wat los en
vast zit" op het celluloid. „Heus, daar
mee heb je je handen goed vol", vindt
luitenant Smith. De Starfighters van
Squadron 306 zijn niet bewapend, dat
is wel het geval met de F. 104's van
de bases Leeuwarden en Volkel. En
dat de instructeurs van de opleidings-
vluchten ook druk werk hebben, be
hoeft niemand te betwijfelen, als men
ziet wat er voor komt kijken om „het
raspaard te leren berijden".
't Gebeurt vaak, dat de lunchtijd
van de piloten erbij „invliegt".
IS DE PILOOT van de Starfighter
niet bang?" vraagt de leek zich af bij
het aanschouwen van al dit technisch
geweld. Hebben de berichten uit Duits
land de animo voor het vliegen op de
F. 104 niet doen tanen?
„Och, waarom zou je bang zijn?"
vraagt luitenant Smith op zijn beurt.
„Natuurlijk kan er iets gebeuren. En
er gebeurt ook echt wel eens wat on
derweg. Je hoort eens iets vreemds
aan het geluid. Of je oliedruk vermin
dert. Maar in zulke gevallen kun je
vaak nog zoveel voorzieningen treffen,
dat er nog niets aan de hand behoeft
te zijn. De meeste systemen zijn bo
vendien dubbel. Als je je maar rustig
houdt en zorgt, dat je kennis van za
ken hebt. En als laatste redmiddel is
er dan altijd nog de schietstoel, die
zeer geperfectioneerd is.
„Nee, de Starfighter is een prima
toestel. Daar zijn alle landen, die hem
gebruiken, het over eens. Behalve in
Duitsland doen zich vrijwel nergens
problemen voor. In België niet, niet in
Japan en Formosa. Nationalistisch
China vliegt er het veiligst mee".
GELUKKIG GEBEUREN er op Twen
te ook zelden ongelukken met de Star
fighters. Dat zal er ook wel de belang
rijkste reden van zijn dat de aanwe
zigheid van deze luchtmachtbasis zo
langzamerhand als een vanzelfspre
kendheid wordt opgevat. De basis is
„natuurlijk vergroeid" met dit deel
van het land.
„Er is geen basis in Nederland, waar
bij zo weinig over lawaai wordt ge
klaagd als hier", vertelt de luitenant
kolonel Van Weerden. Dat ziet hij als
het beste bewijs van de verbroedering.
Men heeft er op Twente overigens
alle begrip voor, dat, met name het
nachtvliegen en het doorbreken van de
geluidsbarrière, zaken zijn, waarover
binnenskamers wel eens wat wordt ge-
murmereerd. „Mijn eigen vrouw vindt
het ook niet prettig, als de kinderen er
van wakker worden," aldus de luite
nant Smith. Het nachtvliegen is echter
een onmisbaar onderdeel van de in
structies. En het doorbreken van de ge
luidsbarrière mag alleen gebeuren, als
de vlieger daartoe uitdrukkelijke op
dracht heeft, maar dan is het ook
noodzaak. Zelf merk je overigens nau
welijks iets van wat je daarbij veroor
zaakt," verduidelijkt de vlieger.
OVERIGENS KAN wellicht ter ver
troosting worden aangevoerd, dat er
vlak achter de startbaan en onder de
aanvliegroute een familie een boerderij
bewoont en die hoort dat helse kabaal
volgens de luitenant Smith al niet eens
meer. En dat de dieren zich veel zou
den aantrekken van het lawaai is ook
een verhaaltje, dat volgens de piloten
niet opgaat. Als bewijs van deze stel
ling mag dienen, dat de ruigbegroeide
omgeving van de startbanen een gelief
koosde verblijfplaats is voor allerlei
soorten vogels.
Inmiddels is het wat rustiger gewor
den op de basis. Af en toe nog slechts
wordt de lucht opengescheurd door de
brullende motoren. Het loopt tegen vijf
uur in de middag. Ook vliegers gaan
dan naar „moeders". Net als ieder an
der gaan ze morgen weer verder aan
hun werk.
een grondige kennis van het toestel op
gedaan. Daarvoor zijn er de meest inge
wikkelde en bovendien veelal origine
le nabootstingen, die volledig op de
Starfighter zijn afgestemd.
Het eerste stadium van de kennis
making met het toestel is de Mobile
Training Unit, die onder leiding staat
van majoor ir. P. D. D. van Waard
huizen. Vliegers en grondpersoneel, zo
wel van Nederland als van België,
wordt hier alles bijgebracht over de
techniek van de F. 104, zoals de hy
draulica, de elektronica, de motor, de
radar en de bewapening. Het techni
sche personeel gaat daarna „praktijk
sleutelen" aan enkele niet-vliegende
kisten. De piloten gaan naar Soester-
berg voor een veiligheidscursus en ko
men tenslotte weer op Twente terecht
om daar nog eens precies te leren wat
er allemaal voor moeilijkheden kunnen
voordoen tijdens de vlucht. Deze unie
ke vorm van training behoort tot de
beste opleidings-onderdelen van Euro
pa.
MAAR DAN? Dan is de vlieger „om
geschoold" (want hij heeft eerder im
mers al op andere toestellen gevlogen)
en de monteur is paraat. Is nu het
ogenblik aangebroken, waarvan som
migen wel eens denken dat de piloot
„met pensioen kan gaan"? Goed, hij
vliegt natuurlijk nog wel eens een
keertje, maar dat zal dan ook wel al
les zijn, zo redeneert men.
„Niets is minder waar", verweert de
luitenant Smith zich. Ten eerst moet
een piloot eigenlijk minstens een keer
per dag vliegen, wil hij geoefend blij
ven en liever nog vaker. Voor elke trip
komt zeer veel voorbereiding kijken.
En tijdens het vliegen is het uiterma
te inspannend werken. Elke piloot heeft
te allen tijde een nauwkeurig om
schreven opdracht, die hij moet uit
voeren.
Voor het Squadron 306, dat samen
met het opleidingssquadron „The
VLIEGBASIS TWENTE Starfighterpiloot Piet
Smith niet alleen woonachtig, maar ook: geboren en
getogen in Enschede is een nuchter man. Hij praat
met weinig omhaal van woorden en ziet er (zonder
het uniform van eerste-luitenant van de Koninklijke
Luchtmacht) uit als ieder ander. Diezelfde rustige pi
loot Piet Smith raakt evenwel in vuur, als het gaat
over „zijn raspaard", de F 104 Starfighter. Het super
snelle straalmonster, dat in Duitsland de bijnaam van
„vliegende doodkist" heeft gekregen, maar dat op de
basis Twente door iedereen, die erin vliegt, „een ge
weldige kist" wordt genoemd. De „Starfighter", zegt
deze ervaren piloot (1700 vlieguren, waarvan 850 op
de Thunderstreak en al 400 op de F 104) „is het beste
en fijnste toestel om mee te vliegen".
MAAR ZOALS ELK goed ras
paard heeft ook de Starfighter zijn
nukken. Het paard is alleen maar
geschikt voor ruiters, die het klap
pen van de zweep kennen. „Dat is
namelijk de moeilijkheid geweest
bij veel van de ongelukken, die in
Duitsland met de Starfighter zijn
gebeurd", meent de eerste officier
van de basis, de luitenant-kolonel
H. van Weerden, zowel de vlie
gers als het technisch personeel
van de nog jonge Duitse Luftwaffe
misten de zo broodnodige erva
ring".
LUITENANT PIET SMITH is er de
man niet naar om zich een oordeel
aan te meten over de vraag, waarom
Duitsland zo ongelukkig is geweest met
de Starfighter. „Je moet bedenken,
dat de Duitse vliegers soms je beste
vrinden zijn en bovendien maken vlie
gers elkaar niet graag verwijten over
het eigen werk.
De ene vlieger zal de andere zelden
uitlachen over bij voorbeeld een onver
antwoordelijke sprong uit de kist. Nie
mand anders kan op zo'n moment im
mers beoordelen, wat er precies aan
de hand is, behalve de man zelf."
In het algemeen vormen de vliegers
van de NAVO-landen nogal een homo
geen team. De oudere piloten kennen
elkaar allemaal van uitwisselingspro
gramma's, gezamenlijke oefeningen en
soms al vanaf de opleiding. Successen
worden graag samen gevierd. Onge
lukken zijn een nederlaag voor allen.
Nee, Iaat de luitenant Smith maar
vliegen. En als hij niet vliegt: praten
over die „pracht bul van een Starfigh
ter", zonder een enkele rancune.
Nog niet zo heel lang geleden onder
vond hij aan den lijve, wat er in een
vlieger omgaat als hoog in de lucht,
met duizelingwekkende snelheid de
motor van je kist tot vijfmaal toe af
slaat (een zogenaamde flame-out) en je
tenslotte toch nog behouden aan de
grond komt. Heus dat je hart dan ook
wel even van slag is.
KAPITEIN DE VOS lacht nu weer,
zwaait nog even naar een maat en
taxiet de F. 104 naar de startbaan.
Plotseling pakken de straalmotoren
aan. Een onbeschrijfelijk lawaai barst
los. Als uit een katapult losgelaten
schiet het toestel weg. De helse na-
branders spuiten vuur. En dan lijkt het
opeens, of het grijze monster een vlin
der is geworden. Na nog geen twintig
seconden is de kist al los en nauwe
lijks een minuut later dartelt kapitein
De Vos hoog in de wolken.
„Deze start is bij de eerste vlucht
op een Starfighter het meest fascine
rende, dat er op vlieggebied bestaat",
vindt de 24-jarige sergeant-vlieger J.
van den Heuvel. „Die ongelofelijk
snelle acceleratie
Sergeant Van den Heuvel is pas
sinds januari op de basis Twente ge
stationeerd. Hij vloog eerst op Thunder-
streaks in Eindhoven. Daar werd hij
geselecteerd voor de Starfighter, waar
mee hij inmiddels al weer 30 vlieguren
heeft gemaakt, ,,'t Is net of je van
een ouwe auto op een nieuwe bent
overgestapt", schetst de jonge vlieger
zelf zijn overgang.
een vrouw en drie kinderen en soms
ook nog door zijn ouders, die vlak
naast hem wonen.
„Direct als ik uit bed kom gluur ik
altijd even door de gordijnen om te
kijken wat voor vliegweer we hebben.
Als het rot-weer is moeten ze me
thuis niet te veel aan m'n hoofd han
gen, want dan is m'n stemming wel
eens niet te best."
Mevrouw Smith heeft zich niet alleen
allang verzoend met het beroep van
haar man, maar zij Is er bovendien
verzot op. Zelf vliegt ze „zweef", wil
het op propeller-toestellen beslist nog
Ieren en zou dolgraag een keertje een
Sergeant Van den Heuvel is (nog) on
getrouwd. Maar dat maakt volgens hem
voor de vliegerij niets uit. Zijn fa
milie in Amersfoort heeft hij duidelijk
gemaakt, waarom het in Nederland
best veilig vliegen is met de Starfigh
ter. „Nu praten ze er niet meer over,
tenminste als ik erbij ben niet. Maar
achter m'n rug om geloof ik nog wel
eens hoor, ze zijn denk ik wel trots op
hun zeun", vertelt de vlieger met de
nodige zelfsport.
MAAR NOGMAALS, voor luitenant
Smith is de gang naar het vliegveld
dezelfde geworden, als die van de amb
tenaar elke dag naar zijn kantoor. Ook
hij wordt 's morgens nagewuifd door
trip met haar echtgenoot in de Star
fighter willen meemaken. Maar dat
laatste mag niet van de luchtmacht,
want extra risico's worden niet geno
men. Voor de buitenstaander mag dit
soort van vliegerij, dan nogal eens wat
romantiek bezitten, op de basis is het
een keiharde zaak, zonder ruimte voor
improvisaties. Niets wordt aan het toe
val of zelfs maar aan de onzekerheid
overgelaten.
ALVORENS DE piloten en het tech
nisch grondpersoneel op de Starfigh
ters worden „losgelaten" hebben zij
OP DE STARTBANEN van de basis
Twente is het meestal een drukte van
belang. Er hangt een voortdurende
spanning rondom de plaats, waar de
toestellen voor de vlucht gereed worden
gemaakt. Voor elke start wordt een
heel ceremonieel van handelingen uit
gevoerd, dat om de drommel niets met
tradities te maken heeft, maar drin
gende noodzaak is.
Als de kapitein H. de Vos op de stoel
in de kleine ruimte van de cockpit
heeft plaatsgenomen,- wordt in samen
werking met enkele leden van het
grondpersoneel de zogenaamde „vijf
vinger-check" uitgevoerd, Dat wil'zeg
gen dat met behulp van handgebaren
(want praten is bij al het lawaai van
de vliegtuigen vrijwel onmogelijk) over
en weer te verstaan wordt gegeven,
of het toestel op zijn vitale onderdelen
goed functioneert. Op zo'n moment
weegt de verantwoordelijkheid van de
technicus op de grond wellicht het
zwaarst.
Kapitein De Vos zelf neemt de check
gemoedelijk op, maar beseft des te be
ter, hoe belangrijk deze controle is.