Mode aller tijden Van Cleo tot de beatnik GEDOCUMENTEERD WERK OVER EEUWEN MODE DE MODE VOOR DE MAN VAN 1967 ¥1®UW HÊÊBÊiSÊÊÊK i »P ZATERDAG 7 MEI 1966 Erbij 19 HENNY SCHOUTE Duizenden jaren mode Drie schone vrouwen W. Man-vrouw en de mode Directoire (1795-1804). Jugendstil reform (1890-1910). DE GESCHIEDENIS van de mode is de geschiede nis van het leven". Dat is misschien wel de meest treffende zin die ik vond in het boek „Mode aller tijden", dat recentelijk verscheen. In een zin wordt samengevat hoe oud de mode is en in welke relatie mode tot de mens staat. Hebben we het over mode, en we kunnen er bijna iedere dag iets over horen of zien door middel van de verschillende publiciteits media, dan menen we dat we heden ten dage wel ten zeerste bij de mode betrokken zijn. Dat mode zoveel betekent, dat we alles onder de noemer ,,'t is mode" samenvatten. Maar kijken we terug in de geschiedenis, bestuderen we hierover verschenen boeken, zowel het lees- als studiemateriaal, dan merken we dat de mode reeds eeuwen de méns heeft beheerst. Dat mensen zich als onderdanigen hebben overgegeven aan de mode. „MODE ALLER TIJDEN", dat bij de Uitgeverij W. Gaade in Den Haag verscheen, is een documentair werk dat onder de titel „La moda nei secoli" door M. Contini is geschreven. Het boek telt ruim driehonderd bladzijden, bijna 550 illustraties waarvan ruim 170 in vierkleurendruk. Het werk be handelt vijf eeuwen mode en elegan ce. De beelden op de illustraties begin nen bij de oude beschaving van het Egypte ten tijde van de farao's en ein- Romeinen, de middeleeuwen, renais sance, zestiende tot en met de twin tigste eeuw en de laatste drie deca- digen bij de laatste (huidige) mode. Er is een keur aan reprodukties van teke ningen, bas-reliëfs, sculpturen, oude manuscripten, beroemde schilderijen uit de tijd van de renaissance en ba rok, gravures en foto's van kleding en accessoires die in musea zijn geëxpo seerd. De inhoud is verdeeld in de mode geschiedenis van (het oude) Egypte, Kreta en Griekenland, de Etrusken en Middeleeuwen (1200-1480). den. Op enkele onderdelen van dit in alle opzichten begerenswaardige boek wil ik even ingaan. Mode wordt vaak als „flauwe kul" betiteld. Misschien houdt men teveel vast aan de vreemde uitspattingen van sommige mode-dictatoren. Uitspat tingen en excessen waaraan de vrouw tijdelijk toegeeft. (Daarmee is dan weer een nieuwe mode gecreëerd). Maar ook ver terug in de geschiedenis was er veel „flauwe kul" die pas later op de culturele merites voor het land werd beoordeeld. De mode-geschiede nis van heel vroeger is interessant of interessant gemaakt. Men moet de dui zenden jaren mode in een totaliteit zien, waaruit men enkele bijzonderhe den heeft gehaald waaruit men later de (geschiedenis van de) kostuumkun- de heeft samengesteld. VRAAG NIET WIE de mode heeft uitgevonden. Want tussen het vijge blaadje uit het paradijs vèr voor Chris tus en het ultra-korte rokje anno 1966 uit Londen, liggen verschillende stadia, ontwikkelingen en nog meer rages. Uiteindelijk zijn Adam en Eva de eer sten geweest die uit schaamte als gevolg van de zondeval met kleding (camouflage) begonnen. Het is niet aannemelijk te veronderstellen dat zij dit deden om zich te verfraaien. Mis- Rococo (1835-1870). schien dat Eva er later schik in kreeg ontstaan van het modebewustzijn! en aan het „ontwerpen" sloeg. Als we in de geschiedenis van dé mode, de cultus, terugkijken, komen we te recht bij de Egyptenaren. Bij de be schaving, waarin de mode een groter aandeel had dan men zo in eerste in stantie wel zou denken. De mode had invloed op o.a. de leefwijze, de bouw kunst, inrichting. De bewijsstukken hiervan kunnen we nog aanschouwen. De desbetreffende mode ligt nog zij het dan gedeeltelijk in musea opge borgen. De grondslag voor de mode en het modebewustzijn is gelegd door de Egyptische schonen Hatshepsoet, Ne- fertete en Cleopatra. Alle drie vrou wen die bewonderd werden. Men heeft zich blijkbaar zo aan deze vrouwen die ten tijde voor Christus leefden vastgeklampt, dat de Egyptische kle ding in drieduizend jaar maar weinig is veranderd, aldus schrijver. De vrouwen waren ijdel. Hun make up was zwaar, hun kleding pikant, de toe wijding aan het lichaam bijna vulgair en ziekelijk. DE VROUW maakte zich verleide lijk. Dat hoorde bij het vrouw-zijn. Dat was niet alleen in Egypte zo, maar ook op Kreta, Griekenland, bij de Etrusken en Romeinen, die achtereen volgens in het boek worden behandeld. Vaak stelde dat hoge eisen aan de vrouwelijke sexe, aan kinderen al. Bij voorbeeld het huwelijk bij de Romei nen. De oude vrijster (de jongedame boven de twintig) werd door de wet veroordeeld. Men zag niet op tegen schijnhuwelijken. Er werd even zo gauw gescheiden of abortus provoca- tus gepleegd. Iedere mode-belangrijke eeuw had z'n grillen. En, om met William Gra ham Sumner te spreken „There is no arguing with the fashion" (Met de mo de valt niet te twisten). Het verloop van de mode is boeiend geweest. Te meer omdat men dit mode-geschie denisboek lezende steeds weer frap- 0*J8<U i»Sj$ .SWHU f. .1 Driedelige reis combinatie van Trevira-cardé twist met 45 percent zuiver scheerwol. Het lange, sportieve reiscol- bert dat in de plaats van een mantel worden gedragen, wordt door een doorgetrokken ceintuur, breed-opgestikte zakken en de trenchcoat kraag gekenmerkt. Daaronder een fagon-vest van dezelfde stof met lange mouwen en vier opgezette zakken. Bij jasje en vest de moderne pan talon met zijsplitten. (Angelo Litrico, Rome). Elegant party-kostuum van een zijde-achtig zwart-zilver changeantweefsel van kam- garen Trevira met 45 percent zuiver scheerwol en continu zijde-effect met aparte scha- duwruit. Bedekte knoopslui- ting, lange revers met kraag- beleg van fluweel. (Digby Morton, Londen). Cricketkostuum bestaande uit) een marineblauwe, kamgaren Trevira met 45 percent zuiver scheerwol, met witte passe- poilering en lange zijsplitten. Het jasje is van een diago naalweefsel en de pantalon van witte fresco. (Digby Mor ton, Londen). Elegant kostuum van rook blauw panamaweefsel van kamgaren Trevira met 45 per cent zuiver scheerwol. Het kostuum heeft een dubbele knopenrij en korte revers. Ook voor 1967: de strekkende lijn die de tendens naar nauw sluitende kleding accentueert. (Pierre Cardin, Parijs). Egyptische vrouwen (1000 jaar voor Christus). i A Ippwp m vUY' pante dingen constateert die betrek king hebben op het heden. Fundamen teel verandert er maar weinig en komt er wezenlijk niets nieuws bij. Het zijn alleen maar variaties op bestaande modes. Dwaasheden kwamen vroeger voor. Die worden ook nu weer toege past. Duidelijk wordt dat de mode-ontwer per een bepaalde periode uit de mode geschiedenis kan naslaan om iet» nieuws te creëren. Ook zijn eigen ideeën bestonden al. Er zit zelfs geen evolutie in de mode. De mode rouleert. Iedere vrouw zucht wel eens als zij leest over voorbije tijden. Tijden met prachtige toiletten, rijk aan versiering en juwelen. Alleen het comfort dat wij nu hebben vergoedt de wens in vroe ger tijden te leven. DE VIJFTIENDE en zestiende eeuw zijn de voorlopers van de moderne mode geweest. Het waren sobere eeu wen die in het teken van logisch-den- ken en ontdekkingen stonden. Het ge volg was onder meer dat de mode ge- Sportcombinatie van Trevira-cardé met 45 percent zuiver scheerwol. Het colbert in een bruin-zwarte visgraat is hoog- geknoopt. Er wordt een nauwe pantalon in een druk Oxford- ruitje bijgedragen. Van dezelfde stof is de voering van het colbert en de pet. (Digby Morton, Londen). Wie zich alweer bezighouden met de collectie voor het volgend jaar, zijn de ontwerpers en fabrikanten. De mode voor 1967, die voor het publiek nog een seizoen in de ijskast blijft. Hoewel we het nog te druk hebben met de mode-van-het-moment is het toch wel eens leuk te zien hoe de mode 1967 zal zijn. Niet de damesmode maar de herenmode. Op een show van Trevira. de Duit se synthetische vezel uit de groep polyesters, werden de 1967-modellen getoond. Ontworpen door vooraan staande couturiers als Pierre Cardin, Enrico Casanovas, Angelo Litrico, Christine Fausel en Digby Morton. Zij hebben deze modellen ontworpen in opdracht van ge noemde fabrikant. Bijgaand publiceren we enkele resultaten. De tendens is een steeds minder conventio nele herenmode, gericht op de modieuze man. Tournure (1870-1890). rationaliseerd werd. Er valt veel over opmerkelijke figuren uit de eeuwen achter ons te vertellen. Behalve d» mode wordt een belangrijk deel ge schiedenis rond de desbetreffende figu ren verteld. Eveneens over de herenmo de, vroeger veel imposanter en inherent aan de damesmode. Het boek is bij tot op de dag van vandaag. Er wordt nog aandacht be steed aan de laatste verschijnselen: nozems en beatniks. Eigenlijk ook niets nieuws: Zij waren er ten tijde van de Romeinen ook al. Mag ik ten slotte nog opmerken dat dit boek niet uitslui tend bestemd is voor degenen die bij de mode betrokken zijn. Het is een prachtig geschiedenisboek waaruit veel te leren valt, waardoor men ook veel meer van de sociologie van de mode gaat begrijpen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1966 | | pagina 19