FILATELIE
VRIJ
VORMEN
VAN
VAZEN
EN
SCHALEN
f
m
1
n
ge
iBif
Dammei
M«I
2?
Mr. Ed. Spanjaard
B. Dukel
J. c.
GROOT-BRITTANNIE. Ter gelegen
heid van het toernooi om de wereld-
voetbalbeker 1966 te Londen zal op 1
juni een serie van drie waarden, 4 d.,
6 d. en 1 sh. 3 d. (afbeelding) in om
loop worden gebracht. De zegels geven
elk een andere voorstelling van spelers
in actie. Zoals bij de Britse posterijen
gebruikelijk is, is ook het portret van
koningin Elizabeth afgebeeld.
FRANKRIJK geeft op 13 juni een
postzegel van 0.60 fr. uit ter gelegen
heid van het negentiende internationale
spoorwegcongres te Parijs. Op de zegel
ziet men spoorrails, de wereldbol en de
Eiffeltoren.
BOEROENDI. Het tweede deel van
de bloemenserie is uitgegeven (Het eer
ste deel verscheen op 28 februari 1966,
I zie de rubriek van 26 februari). De
waarden zijn: 5, 6,50, 8, 10, 15 en
20 fr.
ZWITSERLAND. Het vijftigjarig be
staan van de organisatie van de in het
buitenland wonende Zwitsers zal op 1
juni postaal worden herdacht door de
uitgifte van een postzegel van 20 rp.
„Het zetje van Springer", voor het eerst
uitgevoerd door Ben Springer, wereld
kampioen 1928, heeft zo'n verrassend ef
fect, dat het onder de topdammers zelfs
nog slachtoffers kan maken. De volgende
stelling kwam voor in het kampioenscnap
van Nederland 1966.
DOUWE DE JONG
DOOOOOOOO COOOOC jOOC r roOOOOOT'OOCOCOOOCJOGOOOOOOOOO^OOO
''///////A W/M 'MM Wm 8
(rood en blauw). De zegel vertoont het
embleem van de organisatie, bestaan
de uit de wereldbol en het Zwitserse
kruis (Afbeelding).
ALBANIË. Met afbeeldingen van ste-
kelhuidigen is een serie van zeven ze
gels in circulatie gebracht: 15, 25, 45
en 50 q. zeesterren, 35 q. slangster,
60 q. zeekomkommer en 70 q. zeeëgel.
WEST-BERLIJN. In de serie „Het
nieuwe Berlijn" zijn twee verdere
waarden verschenen. Het zijn een 30
pf. met het Jüdisches Gemeindehaus
en een 60 pf. met het Europa-Center.
TSJECHOSLOWAKIJE. Ter gelegen
heid van de wereldkampioenschappen
hengelen te Svit is een serie van zes
waarden uitgekomen: 30 h. forel, 60
h. baars, 1 kr. karper, 1.20 kr. snoek,
1.40 kr. vlagzalm en 1.60 kr. paling.
ZWEDEN. Een nieuwe frankeerzegel
van 3.50 kr. is uitgegeven met als voor
stelling een graf uit het bronzen tijd
perk, gevormd door rechtop staande
stenen die in de vorm van een schip
zijn geplaatst.
EGYPTE. In het kader van de cam
pagne van de UNESCO United Na
tionals Educational, Scientific and Cul
tural Organization om de Nubische
monumenten te redden zijn twee post-
OOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOC
WIM V. D. SLUIS
Zwart: 6, 7, 11, 12, 13, 14, 16, 19, 23, 24.
Wit: 26, 27, 28, 30, 32, 35, 38, 42, 43, 47.
Wit aan zet speelde listig 1) 27-22 om
te dreigen met 22-18. Om dit gevaar af
te wenden vervolgde zwart 1) 24-29.
Nu lijkt of na 12-18 stuk 22 verloren gaat.
Verrassend kwam wit met 2) 47-41 12-18?
3) 41-37 18x27. 4) 32x21 23x41. 5) 21-17
11x22. 6) 42-37 41x32. 7) 38x20 wit wint.
In grootse vorm en met klasseverschil
verliep het spel tussen drs. P. Roozenburg
en de jeugdkampioen 1965 Rudi Palmer
(wit). De stand na de 31ste zet van wit
luidt als volgt.
Zwart, Roozenburg: 3, 6, 9, 13, 14, 15,
16, 18, 19, 23, 24.
Wit, Palmer: 25, 26, 32, 33, 38, 40, 42,
44, 48, 49, 50.
31) 18-22. 32) 33-28 22x33. Sterker
is met de 32ste zet 32-27 met de opbouw
37-32 en 49-43. 33) 38x20 15x24. 34) 32-27
6-11. 35) 44-39 11-17. 36) 49-43 13-18. 37)
39-33 9-13. 38) 42-37 17-22. Wit wordt
van het bord weggedrukt. 39) 37-31 23-28.
40) 50-45 de enige. 28x39. 41) 43x34 24-30.
42) 34-29 30-35. 43) 40-34 35-40. Wit heeft
gedwongen spel. 44) 48-43 3-9. Stand na
de 44ste zet van zwart.
ROOZENBURG
XJOOOOOOOOOOOOOO
W//A W/m W'/.'/y '//////a 7//////Z. W
OOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOCOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOC
PALMER
VAN BOKKEN EN EEN REEBOK
Lang geleden werd er een internatio
nale prijsvraag uitgeschreven met als op
dracht het schrijven van een verhande
ling over het kameel. Binnen twee maan
den was de Engelse inzending binnen:
Camels and camels hunting" (kamelen
jagen). Luttele tijd later de Franse:
le chameau et ses amours" (het kameel
en de liefde). In Nederland benoemde
men een commissie, waarna men er niets
meer over hoorde. Tenslotte verscheen na
31/2 jaar de Duitse studie: „Einführung in
das Studium des absoluten Kamels" Teil
I Abschnitt A (mit vielfachen farbigen
Ausschlagsbildern)hoofdstuk 17 had als
onderwerp: „Querschnitt der Tiefenpsy-
chologie des Kamels."
Om dit laatste gaat het ons hier. Welis
waar kent het schaakspel geen kamelen,
maar daarentegen des te meer „bokken
de gebruikelijke schakersterm voor „blun
ders", d.w.z. onbegrijpelijke grove fouten,
gemaakt door spelers van (groot-) mees-
tersterkte, dus lieden die een hoge mate
van denkperfectie hebben bereikt en
soms in luttele seconden verbluffende
combinaties kunnen uitvoeren.
Wat is toch de „psychologie van de
bok", van het onverklaarbare falen van
de knapste schaakkoppen?
Wij vroegen ons dit af, toen wij vrij
wel gelijktijdig werden geconfronteerd
met een verschrikkelijke bok, geschoten
door een zeer bekwame tegenstander en
twee snapshots van blunders uit het re
cente toernooi te Serajewo, op de eerste
bladzijde van het jongste nummer van de
„Schach-Echo" (o.i. het boeiendste en
meest actuele schaakperiodiek van West-
Europa, hulde aan de uitgever en eind
redacteur Otto Katzer!).
Om even het niveau van Serajewo te
schetsen: Tal deelde met de nieuwe Joego
slavische ster Ciric de le prijs, met 11
uit 15. Ivkov en Pachman waren 3/4,
Pietsch (DDR) deelde de 5e plaats, groot
meester Kotov moest zich met de gedeel
de 9de-10de tevreden stellen. Er mag dus
waarlijk wel van wereldklasse gesproken
worden. En tochMen oordele.
Allereerst een voorbeeld van de meest
gebruikelijke bok, n.l. die welke wordt be
gaan in tijdnood. De psychologische ver
klaring ligt naar onze mening niet zo
zeer in het tekort aan tijd op zichzelf. Ge
lijk gezegd kan een getraind meester on
voorstelbaar vlug combineren. In een flits
ziet hij mogelijkheden en afwikkelingen,
welke een zwakkere schaker nimmer
vindt, al denkt hij uren na. Wie wel eens
topspelers heeft zien „vluggeren", zal dit
kunnen beamen.
Veeleer zoeken wij de verklaring van
de tijdnoodblunder in het verschijnsel
„paniek", een soort hypnotische toestand,
welke het normale denkproces als het
ware lamlegt.
Waarom zou een speler als Pietsch an
ders een hele kudde bokken hebben ge
schoten in de volgende, dóódsimpele ge
wonnen stelling?
CIRIC
3oooooooooooooooooooooooocxxx)ooooopoooooooTOOoo
Maar Pietsch speelde 5 tempo 33)....
Dd2? waarna de boemerang 34) Re2!
hemzelf trof. De matdreiging Delf is ge
pareerd; de tegendreiging Dh7f Df7:t
is dodelijk. Pietsch de bokkenschieter
moest wederom capituleren.
Een derde psychologisch aspect van de
blunder is de bewustzijnsverenging, ver
oorzaakt door een eenzijdige gerichtheid
van de aandacht gedurende de vooraf
gaande zetten. Een afschrikwekkend
voorbeeld is de volgende catastrophe uit
de wedstrijd UtrechtVAS van twee
weken geleden.
HANS REE (aan zet)
XODOCOOOreXKOOOCComoonoOCOO^^'XXXJOOOTOOOOCO
V/////M 'WV,. WM- _i_ W/A-
zegels verkrijgbaar gesteld. Het zijn
een 20 en 80 mills (afbeelding) die bei
de de twee tempels van Aboe Simbel
in beeld brengen.
JOEGOSLAVIË. De zevende serie, ge
wijd aan de Joegoslavische fauna is
in circulatie gebracht, waarop insekten
voorkomen. De serie omvat de waar
den: 0.30, 0.50, 0.60, 0.85, 2 en 5 din.
FINLAND. Honderd jaar geleden
werd in dit land een volksschooldecreet
uitgevaardigd. Een herdenkingszegel
van 0.35 mk. is verschenen. Het ont
werp symboliseert de groei van de
volksscholen.
FILIPPIJNEN. Ter viering van het
zilveren jubileum van de meisjespad
vinderij op de Filippijnen zal op 26
mei een serie van drie zegels, 3, 6 en
20 s., worden uitgegeven. De zegels la
ten een padvindster zien.
HONGARIJE heeft een serie van ne
gen zegels het licht doen zien, waarop
Hongaarse ordetekens voorkomen: 20,
30, 50, 60, 70 f., 1, 1.20, 2 en 2.50 ft.
NOORD-VIETNAM. Volgens de
Noordvietnamezen werd sinds 5 augus
tus 1964 het duizendste Amerikaanse
vliegtuig boven Noord-Vietnam neer
schoten Ter gelegenheid van dit feit
is een postzegel van 12 xu verschenen.
De zegel vertoont een 105-D-vliegtuig,
dat door Noord Vietnamees luchtdoelge
schut onder vuur wordt genomen (Af
beelding).
Zwart: 9, 13, 14, 16, 18, 19, 22, 40.
Wit: 25, 26, 27, 29, 31, 34, 43, 45.
In deze stelling met wit aan zet kon
Palmer opgeven. In de partij vervolgde
wit 45) 43-39 waarna 16-21 26x28 18-23
29x18 13x44 27-22 40x29 22-18 44-49 18-12
14-20 25x34 34-30 40x7 wit opgaf. Maar
na de 45ste zet is er geen goede zet meer
voor wit aanwezig.
In de wedstrijd om het kampioenschap
Kennemerland eerste klasse kwam tussen
R. C. Smit met zwart en C. H. Lenaarst
met wit het volgend eindspel voor. Zwart:
drie stukken op 4, 7, 35. Wit op 22 en 29.
Het partijverloop. 1) 22-18? 36-40. 2) 29-24
40-44. 3) 24-19 44-49. 4) 18-13 49-35 zwart
wint. Remise levert als eerste zet 29-23
op. 35-40 23-18 40-44 22-17 remise.
Voor onze probleemliefhebbers bieden
wij een viertal bladproblemen ter oplos
sing aan. Het is gewoonte met bladpro
blemen, dat tijdens het oplossen de stuk
ken niet van het bord worden genomen.
No 1.
A. MICHELS, Rotterdam
XXXXXXXXK)COOCXXXXX
XX)CXXXX)OCiOCOOG<XXX)0(XXOOOOOOOCOOOOOCiOOOOOOOOOOO
Mr. ED. SPANJAARD
18)Rd3 zwart speelt terecht op
ruil van de lopers van de witte velden;
het resterende eindspel van (beweeglijk)
paard tegen (slechte) loper zou n.l. voor
hem gunstig zijn. Wit gaat daarom die
ruil uit de weg. 19) Rf3 Re4 20) Re2 Rc2
21) Td4 Rd3 22) Rf3 Re4 23) Tadl Td4:
24) Td4: Pd3? 25) Td3: en zwart gaf
het op.
Hoe is het mogelijk dat iemand als Ree,
eerstebordspeler van Nederlands sterkste
club, bedwinger van o.a. Larsen en Pfle-
ger, zich schuldig maakt aan een derge
lijke bespottelijke bok? Hij was volstrekt
niet in tijdnood en voerde de zet uit na
lang nadenken. De psychologische ver
klaring is, dunkt ons, dat in de ge
schetste korte partijfase de aandacht
uitsluitend positioneel en niet combina-
toir gericht is geweest met als zwaarte
punt het binnendringen door zwart via
veld d3, eerst tweemaal met de loper en
vervolgens met het paard. Gezien voorts
het vereenvoudigde karakter der stelling
is men niet bedacht op de mogelijkheid
van een tactisch grapje (in casu de pen
ning van Re4). Geen sterveling be
halve degeen die de voorafgaande zetten
uitvoerde zou er het slachtoffer van
zijn geworden.
De aanwezigen vonden aanstonds het
etiket voor Ree's blunder: een reebok!
Tot onze sp(jt kunnen w« deze week
als gevolg van onvoorziene moeilijk
heden geen bridge-rubriek opnemen.
PIETSCH (aan zet)
28) Te6:t!Een beslissend offer.
28 )Ke6: Gedwongen; na Kd8 gaat
29) Df8:f enz. 29) Rh3t?Bok no. 1.
Na 29) Td6t was het direct uit, b.v.
29)Ke7 30) Pd5f enz. Maar er is nog
geen man overboord. 29) Df5 Niet
29)f5 30) Td6 mat. 30) Rf5:f Kf5:
31) Td7:?Bok no. 2. Veel simpeler
was 31) Tf3+ enz. 31).... Rd7: 32) Df6t
Kg4 33) Dg5f Kf3 34) Kd2 Rf5 35) De3t
Kg2 36) Pe2 (dreigt Dg3t+ mat) Tfd8t
37) Kc3 Tb4? 38) Dc5:? Bok no. 3,
van prehistorische afmeting. 38) Dg5t+
Dd8: won nog steeds gemakkelijk. Nu ver
liest wit zelfs nog. 38) Tc8 39) Kb4:
Tc5: 40) Kc5: Rc2: 41) Pd4 Rbl en wit
gaf het op.
Een geheel andere bron van bokken is
de overhaasting, aan welke men met name
zich wel eens schulidg maakt als de we
derpartij in tijdnood verkeert. Over deze
tactiek kan men verschillend denken; is
de tegenstander onderhevig aan voor
schreven paniektoestand, dan kan men
deze verergeren. Maar heel vaak werkt
het snel spelen als een boemerang. Dit
ondervond de arme Pietsch in Serajewo
tegen Ivkov.
PIETSCH
OOOOOOOOCOOC ooooooocxxx «m—
Vlij, \''-
ö1 ll/,
j 11 Tó |>J
•£Mj*XS v -I"*'
OOOOOOOOOOOOOOOOOÓOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOC
Zwart: 2, 12, 13, 17, 19, 21, 23, 31.
Wit: 26, 28, 32, 33, 35, 37, 38, 40.
Wit speelt en wint (dit geldt voor alle
vier de vraagstukken).
No 2.
Zwart: 4, 10, 13, 20, 22, 24, 25, 28.
Wit: 15, 29, 33, 34, 35, 38, 39, 47, 48.
No 3.
Wit: 27, 29, 30, 31, 33, 37, 38, 39.
Zwart: 8, 9, 10, 18, 22, 25, 26, 28.
No 4.
Zwart: 10, 19, 26, 29, 30, 33, 34.
Wit: 25, 31, 37, 38, 41, 43.
Indien er moeilijkheden over de spel
regels zijn, zullen wij u desgewenst een
officieel spelreglement van de KNDB doen
toekomen.
oc^^ioooo<xcooooooco^^^)ooooc^^»ooooooo
IVKOV (aan zet)
Wit is geheel overspeeld, vooral door
de matgevaren op de eerste lijn. Boven
dien verkeerde Ivkov in nijpende tijd
nood, terwijl Pietsch nog 25 minuten had.
Ivkov probeerde nog 33) Rh5:, hopende
op een wonder. Als Pietsch even rustig
had nagedacht, zou hij natuurlijk de ver
nietigende zet 33) Dc6 hebben ge
vonden; tegen de dubbele dreiging Dg2:
mat en Delf enz. is geen kruid gewassen.
HET WERKEN met boetseerklei is een bezigheid waartoe velen zich aan-
getrokken voelen. Inderdaad is d^t materiaal ideaal voor een ieder, die zich nu
eens wil uitleven in een materie, die vele mogelijkheden biedt, leeftijd speelt
hierbij geen rol. Van 8 tot 80 is zelfs in dit geval te beperkt, omdat men kleuters
van 4 of 5 jaar en ouderen „boven de 80" gerust klei in handen kan geven,
al zullen de verkregen resultaten dan wel verschillend zijn. We zullen nog wel
eens vaker op boetseren terugkomen, maar ditmaal bepalen we ons tot het malcen
van vaas- en schaalmodellen.
soorten nog groter, vooral ook doordat
men onderling de kleisoorten is gaan
mengen en op deze wijze allerlei
kleur nuanceringen heeft weten te be
reiken. Het zijn de aanwezige minera
len in de klei, die aan het voorwerp
de kleur geven.
WELKE SOORT wij zullen gebrui
ken is een kwestie van smaak en van
wat er op een bepaald moment in de
handel verkrijgbaar is. Degenen onder
u die grotere hoeveelheden wensen te
verwerken, kunnen zich het best tot
een aardewerkfabriek (Delft, Maas
tricht, Gouda) of kleileveradcier wen
den. Dat is ook goedkoper, want klei
op zichzelf is zeer goed betaalbaar,
maar het vervoer en de verpakking
maken het materiaal duur.
Nog even één opmerking: Men hoort
vaak spreken over Chamotte-klei. Dit
is geen speciale kleisoort, maar is een
mengsel van klei met fijn gemalen of
geklopte roodsteen. Men maakt dit
mengsel om bij het bakken de z.g.
„vermagerde-klei" minder snel te la
ten barsten.
Maar welke kleisoort u ook kiest: het
maken van vrije vaas- en schaalmo
dellen is een leuk werkje, dat vrij
eenvoudig is als we maar met een
paar dingen rekening houden:
DE KLEI mag niet te zacht zijn, om
dat anders het model te gemakkelijk in
elkaar zakt, maar ook niet te stijf,
daar de vormgeving dan te moeilijk
wordt. Zachte klei kunnen we doorkne
den, waardoor we vocht aan het mate
riaal onttrekken; is de klei te stijf,
dan kunnen we wat water toevoegen,
maar vooral niet te veel, daar het dan
een kliederboel wordt.
De vormgeving kan op twee manie
ren geschieden. Over de eerste ma
nier, door rechtstreekse boetsering uit
een klomp klei, behoeft weinig gezegd
te worden. Men dient er slechts voor
te zorgen, dat de wanden van het voor
werp niet te dik worden en dat zoveel
mogelijk de opstaande rand overal
even dik blijft.
De „worm"-methode eist enige toe
lichting. De werkfoto laat zien, dat
men spiraalsgewijs „wormen" op
bouwt op een vooraf geboetseerde bo
dem. Het is zaak bij deze manier, de
wormen stevig op elkaar te drukken
en daarna de wand binnen en buiten
steeds goed aan te smeren. Veel van
dit soort werk mislukt doordat de op
staande wanden geen volkomen geheel
vormen. De vorige foto's laten zien
hoe men al vormend en bouwend tot
volkomen vrije vormen kan komen.
Ook groter modellen zijn mogelijk.
Indien men de werkstukken wil laten
bakken is vooraf goed drogen noodza
kelijk. Veel succes!
ALLEREERST iets over het mate
riaal: de klei. De herkomst ervan is
duidelijk: slijpsel van gesteenten, die
in onze bodem, rivieren of beken met
water gemengd als een kneedbare mas
sa te voorschijn komt. De soort van ge
steente waaruit de klei ontstaan is,
speelt bij de samenstelling natuurlijk
een rol en geeft aan de klei een spe
ciaal karakter. Dit karakter blijkt
reeds uit de kleur van het ruwe pro-
dukt, maar komt nog beter tot zijn
recht na het bakken of branden van de
uit een bepaalde kleisoort vervaardig
de voorwerpen.
We kunnen dit zien aan de steen
soort, die bij het bouwen gebruikt
wordt. Al naar de herkomst van de
klei kennen we gele, rode en zelfs
zwarte baksteen. Bij gebruiks- en sier
voorwerpen is het aantal te gebruiken