en Kinderkrant HET PAARD VAN DE GROENTENMAN m R POLLE, PELLI EN PINGO l J 1 BRAMMETJE FOK 5H ®)altDÏsnev'5 QeZmiserse Jmifo s PANDA DE MEEST ER'GELDZAMELAAR m-m-: ZATERDAG 21 MEI 1966 Ons vervolgverhaal Een oorspronkelijke Nederlandse roman door Willy Corsarl DAVY JONES komt maandag weer Elka Wmrnm „Hij wil geen Hort-Sik meer heten" GOUDEN VERTELLINGEN AVëMUhVU i Charles Charlotte zijn vrouw uit het huis. Zij droeg een witte japon en hield een kleurige parasol boven het hoofd. Haar man zei: „Zo'n vrouw zie je niet veel Zijn goedig, breed gezicht straalde van trots. Hij liep zijn vrouw tege moet en sloeg zijn arm om haar dun ne middel. Ze zei: „Men verwacht ons in het prieel, om er thee te drinken. En, hebben de kinderen al leren schieten?" „Het gaat al heel aardig", zei hij, „niet jongen?" Toen brak hij af, ver baasd, want de kinderen waren weg gerend. De boog en de koker met pijlen lagen in het gras. „Excusez", zei Mademoiselle. „Zijn beetje wild, weet u, verwend door hun papa." Haar tanden staken weer vooruit en haar 'fletse ogen schitterden. Ze had wel graag wat gesproken met mevrouw, maar deze gaf haar geen kans en Mademoiselle berustte. Zij voelde zich verzadigd, haar mager lichaam werd doorstroomd van vreemde wellust, maar zij zou ont zet zijn geweest, als iemand haar dat had gezegd. Wellust was een woord, dat je niet eens dacht. Die middag onder de les sloegen de kin deren haar hoopvol gade. Ze namen alle voortekenen waar van de mi graine, die Mademoiselle soms dwong een tijd op bed te gaan lig gen. Haar gezicht was nog bleker dan gewoonlijk, ze bracht telkens met kwijnend gebaar een hand naar het voorhoofd, ze snuffelde aan een reukflesje en zei tenslotte: „Kinderen, ik moet ophouden. Mijn migraine komt, blijf zoet wat zitten werken". De eerste maal dat zij zei: „Mijn migraine komt", dachten de kinde ren, dat zij bezoek zou krijgen en hingen uit een raam om te zien, wie er voor haar kwam. Daarna slopen zij haar eens achterna en gluurden door een kier van de deur in haar kamer. Ze lag op bed, een doek over het voorhoofd en het rook nog mèèr dan anders in haar omgeving naar eau de cologne en medicijnen. Nu waren ze op de hoogte. Zodra ze was weggegaan, slopen zij naar buiten. Zij hoefden ditmaal niet voor ont dekking te vrezen, want hun moeder zat meenden zij in de rozentuin met de gasten. Achter de toren, vei lig uit het gezicht, konden zij rustig spelen. Zij wisten uit ervaring dat de migraine wel een paar uur zou aan houden. Maar toen zij bij de toren kwa men, zagen zij de deur open staan. Ze wisten, dat de oude man weer op reis was en hij had hun streng ver boden dan in de toren te komen. Maar de knecht sliep dan gewoonlijk in het dorp bij zijn familie en kwam alleen schoonmaken. Soms vergat hij dan de torendeur af te sluiten. Daar loerden ze op, slipten er binnen en gingen Barbara bezoeken, die voor hen een vriendin was, waar ze mee praatten. Ze klommen op de trans, om te kijken naar het dorp en over de heuvels en weiden boomgaarden en de Geul. (Wordt vervolgd.) 16) „Chris boft", zei hij en keek naar de kinderen. „Ik ben blij voor 'em. Een beste kerel. Ja, hem is het ook meegelopen. Hij had geluk, al mag je het misschien niet zo noemen." Mademoiselle spitste de oren. „U bedoelt, dat hij ook zo'n mooie lieve vrouw heeft gekregen?" „O dat? Ja, natuurlijk. Daar is heel wat herrie over geweest, geloof ik. Haar familie was woedend. Een strenge vader, kolonel, echt militair, ja, hoe gaat het als je dochter dan wegloopt met een rentmeester. Maar ik bedoelde dat van vroeger. Gek idee eigenlijk, dat Chris nou een doogewone boer zou zijn, net zo'n tobber als zijn vader misschien, als die niet vermoord was door jonker Reinout. „Vermoord?" „Nou, ik kan het niet anders noe men! Hij beweerde, dat het zelfver dediging was geweest en natuurlijk, als een baron een stroper betrapt en neerschiet dan is het de baron die gelijk krijgt. Maar ik heb de vader van Chris goed gekend, daar zat geen haar kwaad bij, die heeft hem vast niet bedreigd. Een goeie kerel. De man was doodarm, met een al tijd zieke vrouw, stropen, smokkelen, dat vonden wij hier geen zonden, het was net iets voor dat kreng van een Reinout, om die stakker neer te schieten. Z'n broer zou dat nooit ge daan hebben. Maar als dat toen niet was gebeurd, zou de baron zich de jongen niet hebben aangetrokken, en de zieke vrouw, die hij naar een sa natorium heeft gestuurd. Met al zijn norsheid is het zo'n kwade vent niet. Maar als je vrouw met geld smijt en je nog beduvelt ook en van je zoons heb je ook niet veel anders dan narigheid, is het best te begrij pen dat je een beetje zonderling wordt." „Ach ja", zei Mademoiselle. Zo! Arme mensen?" „Doodarm. Die vrouw had tering. Stak alle kinderen aan. Zes zijn er aan gestorven. Wat wilt u? Alle maal maar hokken bij die zieke vrouw. Chris alléén overgebleven. Misschien was het met hem ook mis gegaan, zonder die lammeling van een Reinout. „Hij werd toen pleegzoon van de baron?" „Nou, pleegzoon De baron heeft hem naar een pensionaat ge stuurd en laten leren en later hier genomen als rentmeester en heeft la ter ook partij gekozen voor het jonge paar. Maar als je mij vraagt, was dat vooral om al die mensen te er geren, aan wie hij een hekel had, om dat het allemaal vrienden van zijn vrouw waren geweest. De ouders van Annemarie ook. Die logeerden hier vlakbij op kasteel Weuen en toevallig hebben die twee elkaar ontmoet. Ja, het was eigenlijk flink van zo'n meisje, alles óp te geven. Ze had natuurlijk nooit toestemming gekregen om met hem te trouwen, maar toen het eenmaal een schan daal was Mademoiselle wilde al weer iets vragen, maar toen kwam irwini h innnnnwwHHiiiiHWlHiiliwiHWHiiHiiiMtwmiiiwiWwwiiiWiWiwuiiMwwiwiMWWMiwmiwuiwMwwwiwwniui „IK HEB GEEN ZIN MEER om Hort-Sik te heten", moppert het paard van de groenteman. „Wie heet er nou Hort-SikBoos schraapt hij met zfjn hoef over de straatstenen. Een bruta le mus alt vlak voor Hort-Sik op de grond. Met een scheef kopje kijkt ze naar het boze paard. „Tjiep, hoe wil je dan heten", tjilpt de mus vro lijk. „Nou", moppert het paard. „Nou ehhh Het is even stil. „Dat weet ik nog niet. Maar géén Hort sik! „Bedenk dan een andere naam", tjilpt de mus ongeduldig. „Vooruit zeg..vlug nou. Direct moet je naar de klanten". „Ik wilik wil..Myrabelle heten", hinnikt het paard. „Ja, Myrabelle is een mooie naam voor mij". „Tjiep, tjiep", tjilpt het musje vro lijk. „Ik weet waarom je die naam gekozen hebt". „Vertel op", hinnikt het paard. „Omdat je zo'n mooie bel om je hals hebt natuurlijk". „Goed ge raden", grinnikt-hinnikt het paard. Ei genlijk had hij die naam zó maar be dacht. Maar wat die slimme mus zegt is wel zo leuk. Hij wil Myrabelle he ten omdat hij een bel om zijn nek draagt. Plotseling vliegt de mus weg. Twee grote lange benen stappen op de groentekar. „Hort-Sik", roept de groen teman. „Hort-Sik". Klik-klak-klik-klak, klinkt het op de straat. Belle-belle-belle, klingelt de bel om het paard zijn hals. „Hort-Sik", schreeuwt de groenteman nog eens. Dat betekent: vooruit..harder.har der. „Nou, nou, nou", moppert het paard kwaad.„Je moet zeggen: hup Myrabelle". Maar de groenteman ver staat het paard natuurlijk niet. Opeens .begint het paard langzamer en langzamer te lopen. Hij heeft een slim plannetje bedacht. „Hort-Sik,Hort-Sik" schreeuwt de groenteman. Maar dan staat het paard stilhelemaal stil. O, o, wat is die groenteman boos. „Wat heb ik nou aan mijn kar hangen", schreeuwt hij. „Voor uit, snert paard!" Een paar nieuwsgieri ge mensen blijven staan. En allemaal geven ze goede raadEr komt een kring om de groentekar. Hoe langer hoe meer mensen komen er bij. „Je moet dat paard aan zijn staart trekken", zegt de slager. „Dat doe ik bij de var kens ook. En dat helpt altijd". „Geef dat beest een vers kadetje", zegt de bakker. „Dan zal je eens zien hoe hard hij loopt".„Niks vers kadetje. Een pak slaag moet dat paard hebben schreeuwt de smid. Het helpt allemaal geen zier. Het paard staat op de weg en verzet geen voet. Auto's beginnen te toeteren, fiets bellen rinkelen, want het paard staat in de weg. Niemand kan er door!!! Dan opeens... tussen de be nen van de mensen door kruipt een klein meisje naar voren. Het is Elsje, een lief vriendinnetje van het paard. Voorzichtig aait ze hem over zijn neus. „Waarom loop je niet verder?" vraagt ze vriendelijk. „Hahaha", lachen de mensen. „Wat een dóm kind. Wie praat er nou tegen een paard!!! Maar Elsje laat de mensen lachen. Ze trekt zich er niets van aan. „Kom 18. De vreemdeling hakte grimmig en vastberaden op de boom los, zodat het gevaarte al spoedig op een wankel voetstuk stond te zwaaien. „Los" riep de fi guur triomfantelijk, de rest van het houtwerk in één keer doorslaand. „Terug naar de natuur! Weg met de techniek! Laat dat maar aan mij, Hyacinth over!" Zijn geroep én het geluid van splinterend houtwerk, deden nu ook de heer Geldmaker opkijken en die schrok vreselijk, dat valt te begrijpen. „Ho, Stop!" kreet hij, uit zijn auto springend. „Niet doen!" Niet laten vallen! Het rook hier zo lekker naar geld! M'n kapitaalmakende brug gaat er aan! houd die boom tegen- anders gaat het hier naar verlies stinken!" En voordat Panda hem kon stoppen draafde hij overspan nen naar zijn brug. „Kijk uit!" gilde Panda, hem na rennend zo snel zijn korte beentjes konden. „U kunt die boom niet tegenhouden! Hij is veel te zwaar voor u!" Maar Simon Geldmaker luisterde niet naar hem. HA, flJNl 6&M AUTO VOL Vislij 0A6, POlieHEB li ÉR UTS T66EN OM MIJ T6 IAT6N RIJPEN? IK HEB NAME LUK N06 NOOIT AOTOSEREPEN! MISSCHIEN RIJPT HU BETER DAN JU 1 ACH, AIS WE NU OOKNOö KONDEN) STOPPENr--TL 2096-N. vertel het maar aan mij", fluistert ze. „Toe dan". „Hort-Sik. Snert beest. Hort-Sik", schreeuwt de groenteman kwaad. Zenuwachtig schudt het paard met zijn hoofd. Belle-belle-belle, klin gelt de bel om zijn hals. „Ik weet het al. Ik weet het al", jubelt Elsje. „Hij wil geen Hort-Sik meer heten, maar Belle. Is het niet zo?" Verheugd trappelt het paard met zijn voeten. „Vooruit", denkt hij. „Vooruit. Belle is ook een mooie naam. Als het maar geen Hort-Sik is." „Hahahaha", lacht de groenteman. „Je bent een reuzemeid Els. Kom bij me op de kar zitten. Vooruit mensen, opzij. Hort-S..ehh.vooruit Belle, vóóruit Belle!" Klik- klak- klik- klak, klinkt het op de straat. Belle-belle-bel- le, klingelt de bel. „Tjiep-tjiep-tjiep", tjilpt het musje. „Ik ben meegevlogen en ik heb alles gehoord. Mooi gedaan, Myrabelle!!" En zo is het altijd ge bleven. Het paard doet elke dag goed zijn best. Behalve.als de groente man per ongeluk Hort-Sik roept. Dan staat Myrabelle stil en doet geen stap verder. Gelijk heeft ze. s? li ...EN GAAN "SNEL NAAK HUN FOKT OP DE UITGEgLUSTg VULKAAN... DICHTEKBU KOMEN, VER. ROBERTA HUN HUIS... LATEN «SCHIET OP MOEDER! ZE GAAN AL AAN LAND! VOOR ONZE LANDMIJNEN 'NU begint HET" MIJNENVELD PAS GOED HALVERWEGE DE TOP KRUGEN DE ZEEROVERS EEN KEIENBOMBARDE. MENT.... HEEN EEN STORTVLOED VAN DOOR ELKAAR TU BOOMSTAMMEN KOMT NAAR BENEDEN ZEE RCA/EES VAN DE HELLING DE AANVALLERS HERGROEPEREN ZICH.. VALLEN OPNIEUW VERBETEN AAN. DE VERDEDIGERS Z'JN TOE AAN HUN'LAATSTE TROEP VEEGT DB I.';-:*' v''"> 527. HET ENE OGENBLIK nog leek de fakir de machtigste en indrukwekkendste man ter wereld... het volgende moment lag hij languit in het zaagsel van het circus. Zijn tulband vloog af en zijn gil van schrik werd overstemd door het daveren de gelach van het publiek. Over de hele wereld vinden mensen het nu eenmaal prachtig, als indrukwekkende personen een val maken. De fakir keek om zich heen, wat hem had laten struikelen, maar het teertouw- tje had zich allang verborgen. Spinnijdig ging de fakir op een spijkerkussen zitten en opnieuw viel een afwachtende stilte in, toen hij het deksel van de slangemand opende. IJl en dun klonken de klanken van een Oosterse blokfluit door de ruimte. Iedereen wist, dat nu spoedig de gevaar lijke slangen wiegend op de maat van de muziek te voorschijn zouden komen. De woede van de fakir zakte. Zijn binnen komst was belachelijk geweest, maar nu zou hij al die mensen tonen, wat hij waard was. Ergens bij de ingang moest Brammetje Fok een zakdoek in zijn mond stoppen om het niet uit te brullen van de lach. Want hij had gezien, waar het teertouwtje ge bleven was!

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1966 | | pagina 9