en
Stoom afblazen op
de schrijfmachine
a man
a Lucky
POLLE, PELLI EN PINGO
'M
BRAMMETJE FOK
HAVENTJE ROND
HitA it een extra weerbericht
PANDA EN DE MEEST ER-GELDZAMELA AR
D
A
V
Y
J
E
S
21
rwmii'M
WOENSDAG 25 MEI 1966
'Ons vervolgverhaal
Een oorspronkelijke
Nederlandse roman
door Willy Corsari
rmmz
-WELKE PAPIEREN VOOR U?
si
iPË
Cri Stellweg
yf-fLtUiiTliEiS
urnnnnn
19)
Op een zondag toen zij achter in
het park speelden, klommen de kin
deren in een boom, om appelen te
plukken, die ze dan wegstopten in de
onmogelijkste schuilplaatsen, zelfs
onder hun matras. Charles greep te
ver en viel. Hij bleef een ogenblik
liggen en Charlotte klom vlug als een
aapje naar beneden en stond angstig
te kijken naar zijn wit gezichtje met
de gesloten ogen. Juist toen zij wilde
wegrennen naar Brechte om hulp,
kwam hij bij, glimlachte flauwtjes en
richtte zich op. Maar aan tafel voel
de hij zich misselijk en duizelig en
zijn vader merkte het.
Dodelijk verschrikt tilde hij de jon
gen op en droeg hem naar zijn kamer,
terwijl hij beval dokter Loovers te
laten halen.
„Hij zal te veel zure appels hebben
gegeten," zei Annemarie, wat geër
gerd. „Mannen overdrijven altijd zo,"
voegde zij er aan toe tegen Mademoi
selle, die dat grif toestemde.
Dokter Loovers kwam in zijn dog-
car. De kinderen kenden hem al hun
leven lang. Hij was een kleine gezet
te man met een vriendelijk rond ge
zicht. Toen ze beiden mazelen had
den, liet hij schaduwbeelden op de
wand spelen voor ze, konijnen en een
varken en een hond. Hij onderzocht
de jongen en vroeg, of er iets was
gebeurd, of hij soms was gevallen.
Charlotte werd er bij gehaald. Ze
wist niet, wat te antwoorden. Als ze
vertelde, dat Charles gevallen was
toen hij appels uit een boom plukte,
zou hij straf krijgen.
Dokter Loovers keek haar aan met
zijn vriendelijke blauwe ogen achter
de glinsterende lorgnet en zei:
„Ik weet het al. Hij gaf een kneep
je in haar wang. Toen tegen haar
moeder: Lichte hersenschudding.
Rustig houden, in het donker laten
liggen, ik zal een drankje laten bren
gen."
„Moet Charles dat direct inne
men?"
„Neen, je man, zei dokter Loovers,
die maakt zich zo overstuur!"
Charlotte liep mistroostig rond. ze
had alleen les, zwierf daarna in het
park of zat op zolder met Tasso en
vertelde hem, dat ze een jongen zou
worden en dat ze in een boom zou
klimmen en zich eruit laten vallen
en dan ook die geheimzinnige ziekte
zou krijgen en dan zou haar vader
zeker ook steeds bij haar bed zitten.
Tasso kwispelde en legde zijn poten
op haar schouders en dan vergat zij
even de pijn in haar borst en haar
sombere gedachten en begon te stoei
en met de hond.
Toen Charles al een tijd lang op
mocht zijn, wilde zijn vader nog niet,
dat hij les zou krijgen of zou spelen
met haar. Iedermaal, als Charlotte
naar hen toe kwam, zei haar vader:
„Ga jij alleen spelen, schat. Je bent
zo druk voor Charles."
Hij houdt alleen nog maar van Char
les, zei het meisje tegen de hond. Zij
kreeg een onverwachte bondgenote in
haar moeder, die verlangde, dat Char
les weer les zou krijgen.
Charles
Charlotte
„Je overdrijft verschrikkelijk," zei
ze tegen haar man, als Loovers toch
zegt, dat het mag!
„Hij is nog slap, hij moet ontzien
worden."
„Je maakt een papkindje van
hem!" Het is gewoon ziekelijk, zoals
jij tegenwoordig doet met de jongen.
Alsof er niemand anders meer voor
je bestaat!
Charlotte hield haar adem in. Zij
keek heimelijk naar haar moeder.
Haar hart klopte wild van triomf. Nu
zal alles anders worden. Zij was het
immers gewend, dat de dingen ge
beurden, zoals haar moeder het wil
de. Als zij een enkele maal boos werd
op haar man, maakte hij grapjes,
omhelsde haar, vleide „als een on
deugende jongen," zoals ze zei. Dan
weerde ze hem wel af, maar ze lachte
en haar ogen straalden. Nu sloeg hij
niet zijn armen om haar heen. Hij
zweeg en staarde voor zich uit. Char
lotte keek naar haar moeder en vroeg
zich af, of zij ook die pijn voelde,
stekende en brandende in haar borst,
of zij ook soms woede voelde tegen
Charles, zodat zij hem wilde afsnau
wen en pijn doen.
Eens, toen haar moeder nieuwe fo
to's plakte in het album, keek Char
lotte toe en zag de oude foto van haar
en Charles, in eikaars kleren. Zij
dacht: Waarom houdt een vader meer
van zijn zoontje? Als ik de kleren van
Charles zou aandoen en mijn haren
afknipte, was ik juist als hij.
Toch waren er ogenblikken, waarin
zij zich verheugde, een meisje te zijn.
Vooral in de uren, dat zij zat te hand
werken in het boudoir. Dat kleine,
weelderig ingerichte vertrek hadden
Charles en zij altijd bewonderd en be
schouwd als een heiligdom. De mu
ren waren behangen met goudbro
kaat, de meubles waren teer en 'fijn,
overal stonden bibelots op guéridons
en fluwelen gordijnen hingen voor de
ramen. Op dagen, dat het stormde
en regende, was dit vertrek als een
warm en veilig nestje en zij voelde
zich bevoorrecht, hier te mogen zit
ten, bij het haardvuur, haar voeten
op een bankje, nu en dan rondziende
naar al die poppetjes en vaasjes en
naar de miniaturen aan de muur.
Maar het vergalde haar stille vreugde
als zij wist dat Charles nu bij haar
vader was. Zij tobde erover, waarom
hij nocht leren paardrijden, waarom
hij een pony kreeg
Eens zei ze listig tegen Charles:
„Ik weet iets leuks. We ruilen met
elkaar."
Hij keek haar verbluft aan.
„Ja, ik word jij en jij wordt ik,
zei ze. Ik knip mijn haar af en doe
jouw broekje aan en jij laat je haren
groeien. Hij barstte in lachen uit.
„Dat kan toch niet! Een meisje kan
geen jongen worden."
Zij huilde en stampvoette van te
leurstelling. Na een tijdje verzoenden
zij zich weer, maar als zij nu haar
avondgebedje afraffelde, zei ze er
achter aan:
„Lieve Heer, laat U mij Charles
worden alstublieft. Een tijdje maar".
(Wordt vervolgd.)
VOOR DE DEUR van een winkel in kantoorbehoeften in
New York staat, gewoon op het trottoir, een glanzende
schrijfmachine op een marmeren zuil. Het is een doodgewone
portable uit de normale serieproduktie. Een bak met blanco
papier is ernaast opgesteld en iedereen die daar lust in
heeft, mag dit alles gratis ter plaatse gebruiken.
Aanvankelijk liepen de passanten er onverschillig voorbij;
de meesten zagen de schrijfmachine niet eens. De tweede
dag liet de winkelier een aantrekkelijk fotomodel komen om
het ijs te breken en de aandacht der voorbijgangers te trek
ken. Zij tikte wat en al gauw was er een kring van kijkers
die wilden weten wat dat meisje daar aan het typen was,
subsidiair zelf hun vingers wel eens over de toetsen wilden
laten spelen. In het lunchuur kwamen velen hun voorbeeld
volgen. Ean matroos die moeizaam met één vinger de toetsen
bewerkte. Een kantoormeisje die haar vriend eens wilde laten
zien, hoe snel zij met de typmachine overweg kan. Een neger
jongen die nauwelijks bij het toetsenbord kon. Een beatnik
met lange haren, een sjiek-geklede flaneur, gardenia in het
knoopsgat, een paar giechelende schoolmeisjes, een werkster
en zelfs een goedlachse rossige politieagent niemand kon
de verleiding weerstaan. De winkelier kon tevreden zijn.
Want ook in de komende dagen bleef het nieuwtje de aan
dacht trekken en soms was de drukte zo groot, dat de mensen
elkaar begonnen weg te duwen om aan de beurt te komen.
Maar wat ogenschijnlijk alleen een geslaagde reclamestunt
wjs, bleek al spoedig meer te zijn: krachtvoer voor psycho
logen.
Het was het winkelpersoneel namelijk opgevallen dat bijna
niemand zijn of haan typsels meenam. Had men zijn stukje
getikt, dan liet men het blad papier gewoon in de schrijf
machine zitten en dat was op zijn minst merkwaardig. Men
ging nu de betypte vellen verzamelen en nalezen en dat
leverde een ware bloemlezing van rariteiten op. Afgezien
vjn de vele mensen, die volstaan hadden met het tikken van
hun eigen naam en adres waren er ook anderen, die een of
andere „boodschap" aan de wereld, of althans aan de mede
mens, neergetypt hadden. Verschillende typisten vertolkten
hun vrees voor een nieuwe wereldbrand: „Waar bent u als
er een atoombom valt?" „Vietnam een nationale schande!"
en „Weg met Johnson". Anderen hadden de religie of de ro
mantiek tot onderwerp: „Keer in tot God, nu het nog tijd is",
of dóódsimpel „Ik hou van jou". Er waren lofprijzingen,
waarschuwingen, beledigingen, invites, schuttingwoorden, ob
scene moppen, citaten uit de wereldlitteratuur en klinkklare
kolder, variërend van „ik ben gek" tot
„iedereen kan doodvallen" en van „Op een
dag vermoord ik hem" tot „Ik wil een
kind, wie helpt mij?" Een staalkaart van
menselijke spanningen en hartstochten,
van haat, verbittering, liefde en hoop, sen
timentaliteit en zelfspot. De mensen ge
bruiken de machine als een veiligheids
klep om stoom af te blazen. Hier kunnen
zij afreageren was hen bezighoudt: een
ruzie met de baas, echtelijke problemen,
angst voor oorlog, een persoonlijke crisis,
algemene onlustgevoelens of wat hebt u?
Misschien moesten er meer vrije schrijf
machines zijn, overal ter wereld
De noodzakelijke reisdoku-
menren voor personen
BelgieenLuxemh
Denemarken
W-Duitsland
Finland
Frankrijk
Griekenland
Ierland
Joegoslavië
Noorwegen
Oostenrijk
Portugal
Spanje
Tsjechoslaw.
Zweden
Zwitserland
Een zwart vakje geeftaan welke
reisdokumenten nodig zijn
(DBiigebruikvon de toeristenkaart
ishier ookeen"visitors-card"nodig.
De grootste gemene deler van een ple
ziertochtje naar Rotterdam is de Spido-
rondvaarttrip. Bij het kleine huisje, aan
het nog kleinere loketje, krijg je je
kaartje voor de grote boot. 't Kost twee
gulden maar daar ben je dan ook ander
half uur zoet voor. Anderhalf uur lang
houden a. een microfoonmannetje en
vrouwtje, b. de medeopvarenden, c. de
Maas zelf, met alle activiteiten die op. in
en langs haar grijs-groene beweeglijke
lichaam plaatsvinden, je bezig.
Het mannetje en vrouwtje wisselen el
kaar af bij de uitleg die achtereenvol
gens in het Nederlands, Engels, Frans en
Duits wordt gehouden. Wat een service
bieden wij het buitenland tocht! Onderwijl
kun je van alles eten en drinken, waar
vooral de oosterburen druk gebruik van
maken; menige tafel hollandische Scho-
kolade, menige Tasse Kaffee verdwijnt in
enige bondsrepublikeinse buik terwijl
we grondig geëxpliceerd gerondvaart wor
den. Er knorren en brommen allerlei
vaartuigen langs ons heen: kleine platte
dingetjes die als flensjes op het water lig
gen. De Venray met een mooie no-iron
bloemenjurk aan de waslijn. De Drydock
IV grote zwarte pluimen de hemel inzen
dend. De Frankfurt, wiens buikje juist
wordt leeggeplukt en toeoeoet daar komt
de Caribela uit Groningen warempel ook
al aan! Scheepjes uit de Schwyz, Monro
via, London en Zweden en toe maar. De
Lord Byron ligt naast Werner Vinnen aus
Hamburg, de Paardenplaat naast Benny
Skou.net de Negende Symfonie in 't
staal.
We spelen kruipdoor sluipdoor in de di
verse havens; de meelhaven. de stukgoe
derenhaven en de kolenhaven. „Kohlen-
dreck" zegt de dikke Duitser, maar wat
wil-ie dan? Een mille fleurtje? Even la
ter komen we in de Waalhaven. Grootste
gegraven haven ter wereld! 310 ha! Die
Rotterdammers zijn geen laffe jongens,
spitten daar even 310 ha weg of 't de
zandbak is en krioelen maar door elkaar
met hun drijvende kranen en elevators,
hun doks op een rails je en hun takels.
260 boten tegelijk kunnen ze hier te gast
hebben. dat is wat!
Onderwijl wordt er ook nog zo het een
en ander in de droogdokken en de wer
ven gedaan. Aan een boot die een 20.000
tonner gaat worden, zijn ze druk bezig.
Toch gek: die boot is nog niet eens af en
zit al onder de roestplekken. Als vrouw
zou je zeggen: nou zeg, hou die rommel
zelf maar. Kan nooit wat wezen! En waar
om houden die boten dat aardige oranje
kleurtje niet, dat ze in de werven aanheb
ben? Dat zou zo veel fleuriger staan.
Al dat zwart, al dat grijs. In de Marine
haven is helemaal alles muisgrijs wat 't
oog aanschouwt, maar alles wat Duits is
wordt hier klaar wakker, 't Hoort iets
van Kriegsmarine, U-boten, Minen en hop
la: de oortjes worden gespitst, de verre
kijkers gaan voor en de Agfa's snorren.
Langs de tunnelventilatiegebouwtjes (mis
lukte moskeetjes) stomen we weer op het
loketje af, alwaar je je afvraagt waarom
de Spido voor haar vaarlustige gasten niet
een prijsvraag uitschrijft: hoeveel masten
en kranen staan er langs de zojuist afge
varen route? want ze zijn er even talrijk
als de beroemde erwten in de glazen pot.
Advertentie
21. Panda deed zijn best, om Hyacinth in te halen.
Maar nadat hij een rotspartij beklommen had bleek
hem dat hij zich verder niet hoefde in te spannen.
De vreemdeling was op de grond geknield en boog
zich voorzichtig snuivend over een plukje bloemen dat
op het bospad groeide. „Ach, tere kleurenweelde!"
hoorde Panda hem mompelen. „Zachte blomkes vol van
lentevreugd! Zo eenvoudig en toch vol van zoete geu
righeid!" „Wat een raar iemand is dat!" zei Panda
tegen zichzelf. Jnplaats dat hij hard wegloopt zit hij
bloempjes te plukken! Maar ik zal hem besluipen en
overvallen! Ten slotte heeft hij de brug van meneer
Geldmaker kapot gemaakt en daarom moet ik heel
streng tegen hem zijn hoe aardig hij nu ook doet!"
De ander scheen Panda helemaal vergeten te zijn. Hij
had voorzichtig een bloem tussen de vingers genomen
en keek daar vertederd naar. „Ik voel een gedicht in
mjj opkomen!" prevelde hij. „O bloem, vol van
deugd; Gij doet mij huppelen van vreugd!" En met
die woorden verwijderde hij zich, sierlijk dansend. „Ho
la!" riep Panda opspringend. „Wacht eens.Maar
de rest van zijn woorden bleef hem in de keel steken
want op dat moment stapte hij in een strik die
daar lang geleden door een wilde beestenjager was
achtergelaten
ZEEROB, JE GEBRUIKT JE BAD
KAMER ACS ROMMEI/KAST
IE MOET HEM NATUUREUK
OPRUIMEN! EN DE BADKUIP ER
WEER IN 2ETTEN'.
/goed, DAT DOÊ
UK, fOllt
©PIB
cgnmiMiK
NEE, MAAR AVJDERS IS
ERVOOR MUN ANDERE
DINGEN GEEN PLAATS
JÉ KUNT TOCH NIET
IN HET BAD AIS DE
KUIP OMH006
STAAT
HA HA...20N
OHO,..IKKAM VI HAASTHjenOAT
BereA de kap op. N'ET
NA 2a'N STOPM IS
eeNsnue avond,
pueeei. wetKoM:
VAN be KUSTWACHT. bICHTE MIST
VERWACHT IN oe KUST6E8!tbM
en op zet
WAT UN FAN
TASTISCHE zoNsomett-
■^bANb, KEUY'
ZETTEN
SAHLEPf
AIIMa. ia«s
L©PlB
ÜS5mf"8»
530. NOOIT hadden de toeschouwers
meer gelachen, dan toen de fakir met een
gil omhoog sprong en kreunend zijn zit
vlak betastte. De directeur was woedend.
„Dat gaat te ver... jij maakt mijn cir
cus kapot... er uit...!!"
Machteloos van plezier hingen de be
zoekers over hun stoelleuningen. Maar
hier en daar begonnen er ook een paar
te roepen, dat zij hun geld wilden terug
hebben. Directies houden er niet van, als
zij geld terug moeten geven. En deze di
recteur was er zelfs een groot tegenstan
der van.
Radeloos keek hij naar de nok van de
tent, alsof hij daar redding verwachtte.
Het was echter uit een heel andere hoek,
dat de redding kwam. Brammetje Fok
was uit de duisternis naar voren getre
den en hij had de fluit gepakt, waarop
de fakir zojuist had gespeeld.
Het teertouwtje begreep hem dadelijk.
Als een slang kwam het touwtje om
hoog en met trage bewegingen begon het
een langzame dans uit te voeren. De toe
schouwers stootten elkaar aan en een en
keling, die al op weg was naar de uit
gang, keerde terug. Zoiets eigenaardigs
hadden ze nog nooit meegemaakt.