Verzet tegen vernieuwing Tien jaar hulp door CAROSi Betere arbeidsvoorwaarden voor kosters PINKSTERBOODSCHAP Wereld 14 Dominee-priester J. r.-k. Nederland Loos vindt dat op hol slaat Pinksterviering op kerkschip Wereldcongres Overtuiging en medicijnen is NflBU ZATERDAG 28 MEI 1966 Erbij Hervormd Nederland' en de omroep Baptisten bestuderen geboorteregeling Bond tegen vloeken Katholieke jeugdraad HET EINDE VflNDE DE HEMEL DR NK «Sn?T.S Baptisten in Brazilië Drs. J. Loos, de enige functionerende gehuwde pries ter in Nederland, vindt het hele klimaat in het Neder landse katholicisme van de laatste jaren voor degenen die uit de reformatie komen bijna ondraaglijk. Hij heeft in een interview met „Ruim Zicht", de officiële uit gave van het Nederlands Katholiek Vakverbond, ge zegd dat hij „niet optimistisch" is en dat hij veel reac ties heeft gekregen van mensen die ernstig teleurge steld zijn over hetgeen zich de laatste tijd afspeelt in de rooms-katholieke kerk in Nederland. Drs. Loos was jarenlang predikant in de Nederlandse Hervormde Kerk. In 1955 werd hij rooms-katholiek, drie jaar geleden werd hij door de bisschop van Groningen tot priester gewijd. Op het ogenblik is hij onder meer docent aan het grootseminarie Rijsenburg en het theologicum van de Augustijnen in Nijmegen. Drs. Loos meent dat het apostolische ambt in de rooms-katholieke kerk van vandaag van alle kanten wordt geba- gatellisseerd en dat er sprake is van een sterke relativering van waarden in rooms-katholiek Nederland: „er is een soort op hol slaan." Over het vraagstuk van de mondig heid van de leek zegt hij dat hij zich afvraagt of de Nederlandse leken wel zo mondig zijn. Op hem maken zij vaak de indruk dat zij collectief oncritisch reageren op de vernieuwingen in de kerk. Hij had binnen de kerk een scherpe reactie verwacht op de opko mende ideeën, „maar alles en ieder een loopt maar mee". „Waar is het verweer tegen dit twintigste-eeuwse modemisme?", zo vraagt hij zich af. Drs. Loos constateert een monopoli sering van allerlei posities door de ver nieuwers. Als voorbeeld noemt hij de monopolisering van de publiciteitsme dia. Hij vindt dat een zeer bedenkelij ke zaak, veel bedenkelijker dan de ver nieuwingen zelf. „Ik kan het best heb ben, dat er nieuwe stromingen opko men en dat zich een grote diversiteit openbaart, maar mijn bezwaar gaat meer uit naar die progressieve terreur. Hier hebben velen het tegenwoordig moeilijk mee. Ik neem aan dat vele vernieuwers dit niet weten. Zij kunnen ook niet begrijpen hetgeen ons be weegt. Ons type is nu eenmaal in ka tholiek Nederland niet zo rijk vertegen woordigd," aldus drs. Loos. Hij vindt het een beetje verdacht, als de vernieuwers de zelfstandigheid van de Nederlandse kerkprovincie zo accentueren. In Nederland, aldus drs. Loos, doet men altijd of het oecumeni sche vraagstuk opgaat in het probleem van de verhouding tussen protestan ten en katholieken, maar dat is slechts een partieel aspect. Er zijn ook nog anglicanen, oud-katholieken, oosterse orthodoxen en hoog-kerkelijke protes tanten. Drs. Loos wil niet pleiten voor een soort integraal herstel van „het rijke roomse leven", maar hij heeft bezwaar tegen de hautaine wijze waarop men wil afrekenen met het jongste verle den. De monopolisering van de posi ties door de vernieuwers maken het hem onmogelijk aan het huidige katho lieke leven mee te doen: „Ik bemoei mij eigenlijk nergens meer mee. Dat is toch wel vreemd als je de actie en de strijd gewend bent en ik heb toch ook de leeftijd (58) niet om mij al aan alle actie en drukte te onttrekken. Maar ik vind het een hopeloze toe stand in Nederland, zodat ik mij er van distantieer". Drs. Loos noemt het verblijdend, dat het Vaticaans concilie er opnieuw de nadruk op heeft gelegd, dat de katho lieke kerk één is in haar grote ver scheidenheid, maar hij zou dit graag in het Nederlandse katholieke leven gerealiseerd zien. „Als één groep de posities monopoliseert, is er van een werkelijke differentiatie geen sprake." De priester is verontrust over het gemak waarmee men over een minder heid heenloopt, die volgens hem warm loopt voor de bewaring van de antieke en christelijke erfenis. VVWMAAAAAAAIWMAIWWIIW\AAMAAAAA/MAM\AMIAMVWWWVVWWWWVVW\AAIWWWMAAA/UWWVWWWV\AAAAAA/yWWVVV Op 30 juli 1956 werd op initiatief van Prof. Zeegers het Kardinaal van Ros- sum Instituut (KAROSI) in het leven geroepen met het bijzondere doel de hulp aan de evenmens in de ontwikke lingslanden. De wereldwijde interna tionale contacten en de bredere oecu menische uitgroei van het werk, zijn voor het Bestuur van KAROSI aanlei ding geweest zijn naam te wijzigen in CAROSI als afkorting van de spreuk: „CARitate Orbis SIgnetur": „Moge de wereld door Liefde getekend worden". Met deze naamsverandering wil CA ROSI voor eigen instituut en de met CAROSI gefedereerde stichtingen zijn werk voor allen in de ontwikkelings landen, ongeacht hun huidskleur, hun godsdienstige of politieke overtuiging benadrukken. In CAROSI. als internationale fede ratie voor ontwikkelingshulp werken de volgende dochterstichtingen, met een juridische en financiële band of geas socieerde stichtingen, met alleen een financiële band samen: 1. De Stichting „stem van Afrika" (voor de CAROSI-radiozender in Libe ria), 2. De Stichting „hart van Afrika" (voor de Afrikaanse vluchtelingen), 3. De Stichting „Ziekenhuis-Nigeria" (voor het CAROSI-ziekenhuis in Nige ria), 4. De „Prof. dr. H. J. M. Weve- stichting" (voor blindenonderwijs en huishoudvoorlichting in Brazilië), 5. De Stichting „Missiehulpcorps" (voor eerste hulp aan missionarissen op zeer zware posten, in het bijzonder voor melaatsenkampen in Zuid-Ameri- ka), 6. De Stichting „Missie-pers-radio" samenwertdngsorgaan van het Insti tuut voor de Missiepers en CAROSI voor de bevordering van de publiciteits media in de ontwikkelingslanden). Van het begin van zijn bestaan heeft CAROSI gestaan onder de hoge be scherming van de Nederlandse Com- manderije van de Orde van de Ridders van het H. Graf van Jeruzalem. Een groot aantal leden van deze werkorde neemt actief deel aan het werk van CAROSI of van een der bovengenoem de Stichtingen. De Orde zelf heeft als speciale, directe taak de hulp aan vluchtelingen in het H. Land. Het CA- ROSI-apparaat is ook bij deze hulpac tie ingeschakeld. In de jongste jaarvergadering van CAROSI heeft mr. dr. C. Ch. A. van Haren afscheid genomen als voorzitter na deze funktie zes jaren met zeer veel toewijding en een succesvol beleid te hebben vervuld. Wegens zijn grote ver dienste voor CAROSI werd de heer van Haren unaniem benoemd tot ere-voor- zitter. Prof. Zeegers, die tevens directeur, is van CAROSI, volgt de heer van Ha ren als voorzitter op. Maandag tweede pinksterdag zal de Russisch-orthodoxe gemeente van Haar lem de pinksterliturgie vieren op het kerkschip in het Spaarne. De nieuw benoemde hulpbisschop voor Nederland van aartsbisschop Basil in Brussel, Vladyko Dionissios, zal dan voor het eerst in Haarlem als geïnstalleerd bis schop optreden. Hij zal worden geas sisteerd door de ook pas benoemde ipo- diakon A. U. M. van Leeuwen Bisschop Dionissios is in Rotterdam door aartsbisschop Basil geïnstalleerd in de kerk van de Heilige Moeder Gods van het Snelle Verhoor. De heer Van Leeuwen werd bij die gelegenheid eerst geïnstalleerd als lector, daarna als sub diaken. Hij zal voortaan gaan op treden als secretaris van de nieuwe bisschop. De benoeming van een hulpbisschop voor Nederland betekent dat de Russisch-orthodoxe gemeenten in Ne derland, die uiteindelijk onder Moskou ressorteren, in oris land nu een ster kere positie gaan innemen. Er zal een hechter verband kunnen ontstaan tus sen de gemeenten Haarlem, Den Haag, Groningen en Rotterdam, verenigd on der bisschop Dionissios. Hulpbisschop Dionissios en sub diaken Van Leeuwen. Tijdens de 86ste jaarvergadering van de unie van baptistengemeenten in Nederland is medegedeeld dat er een commissie zal worden gevormd die de unie zal adviseren op onder meer het terrein van de geboorteregeling en de oecumenische beweging. De stichting diaconessenhuis Ta- bitha .gevestigd in Den Haag, welke momenteel haar werkzaamheden uit strekt tot Scheveningen en Stadska naal, zal zich bezinnen over de moge lijkheid om de bejaardenzorg en -ver pleging landelijk ter hand te nemen. Het evangelisatiewerk zal in de naas te toekomst worden uitgebreid tot Zee land, waarbij dit jaar voor het eerst ook evangelisatie op campings op het programma staat. Een studiecommissie zal onderzoeken of er een mogelijkheid bestaat voor het aantrekken van evangelisten in vaste dienst. De vergadering besloot de baptistengemeente Maassluis op te nemen in de unie van baptistengemeen ten. Het doopsgezind wereldcongres, dat om de vijf jaar gehouden wordt, zal in juli 1967 voor de achtste maal wor den gehouden, ditmaal te Amsterdam. Thema zal zijn: „Het getuigenis van de heilige geest". Er worden vierduizend deelnemers verwacht. In elke doopsge zinde gemeente is een congres-consul aangesteld. Aan tienduizend doopsge zinden in en om Amsterdam en Haar lem, in de Zaanstreek en in 't Gooi is verzocht voor deelnemers logies met ontbijt beschikbaar te stellen. Aan alle kanten is het merkbaar, dat de (oude) bond tegen het vloe ken, die 49 jaar bestaat, een nieuwe aanpak wil van zijn getuigende ar beid. Nieuwe teksten in de publiciteit, grotere sortering van het materiaal, dat voor jong en oud wordt beschik baar gesteld, opiniepeiling over het aanzien en het bestaan van deze bond en zijn activiteiten. Deze zaken zijn besproken op de jaarvergadering van de Bond. Wat de belangstelling voor het streven van deze bond betreft vormde zich in het jaar 1965 weer een piek, toen het zestalig affiche verscheen op de stations van de Ne derlandse Spoorwegen. „Ik heb iets tegen een overtuiging die samen met medicijnen wordt gege ven. Het geloof samen met een tractor, dat lijkt me oneerlijk. Als ze het ma teriaal beter hebben, krijg je bij die mensen onwillekeurig de primitieve associatie dat ze het door die nieuwe god beter kregen. Die missionarissen blijven natuurlijk ook heel aardig te gen iemand die zich niet bekeert, maar ja Of zo'n man als Albert Schweit zer. Waarom heeft hij niet in de Elzas gewerkt waar hij vandaan kwam? Daar was ook nog genoeg te doen. Het is gemakkelijk iemand van de schoon heid van een leer te overtuigen als de gene die je overtuigen wilt, niet met de praktijk van die leer op de hoogte is. Die mensen daar in Afrika kennen geen gewone christelijke maatschappij. Die denken dat er geen Christen bestaat die de deur voor je neus zou dichtgooi en. Ze weten niet van de armoede waartegen de kerk vaak niets doet, of van de capitulatie van de Duitse kerk voor Hitier. Abbé Pierre in Parijs, die met de clochards werkt, dat is wat anders. Die clochards kan niemand iets wijsmaken over de liefde van de kerk. Als die man desondanks iets bereikt, heb ik daar respect voor. Dat soort missie begrijp ik. Dat doe je dan ook uit overtuiging dat het in je eigen buurtje nog niet allemaal zo mooi is." Dit schreef dr. Lea Dasberg in Het Vrije Volk. De Tweede Kamer zal het ontwerp- omroepwet van minister Vrolijk zoda nig moeten wijzigen, dat ook de ker ken vertegenwoordigd zijn in de nieuw te vormen Nederlandse omroepstich- ting", aldus een commentaar in het zo juist verschenen nummer van het weekblad „Hervormd Nederland". Het blad vindt het een goed ding dat het recht op zendtijd voor de kerken wettelijk wordt vastgelegd maar het is teleurgesteld dat minister Vrolijk de kerken niet toelaat tot de Nederland se omroepstichting. „Waarom wel sportbonden ,maar niet de kerken deel te doen hebben aan behartiging van aangelegenheden die van belang zijn voor de radio en televisie in haar ge heel" ,zo vraagt „Hervormd Neder land" zich af. Over de plannen tot reclame in de televisie schrijft „Hervormd Neder land": „er komt geen commerciële te levisie en wij zijn daar zeer dankbaar voor. Er wordt wel ruimte voor recla meboodschappen gegeven. Dat betreu ren wij. Wij wachten af, of de gewen ning daaraan zal afstompen dan wel of straks steeds grotere groepen zullen zeggen dat die toelating fout was." Het Nederlands episcopaat heeft met ingang van 1 juni de heer L. M. J. J. van Erp, burgemeester van Loon op Zand, benoemd tot voorzitter van de katholieke jeugdraad voor Nederland. De huidige voorzitter, mr. M. I. P. G. van Thiel, zal met ingang van dezelfde datum zijn functie neerleggen. Wegens toenemende werkzaamheden als burge meester van Wychen en voorzitter van de mijnindustrieraad heeft de hber van Thiel gemeend zich bij het beëindigen van zijn tweede ambtsperiode van drie jaar niet meer beschikbaar te moeten stellen voor een herbenoeming als voor zitter van de katholieke jeugdraad. Mr. van Thiel, die sinds 1960 voorzit ter was, zal op een nog nader te be palen tijdstip officieel afscheid nemen. De nieuwe voorzitter van de katho lieke jeugdraad, de heer L. M. J. J. van Erp, werd geboren in 1918 in 's-Hertogenbosch. Hij is reeds enkele jaren vice-voorzitter van het bestuur en lid van het dagelijks bestuur van de katholieke jeugdraad voor Nederland. Na langdurige besprekingen heeft de protestants-christelijke vereniging van kosters in Nederland met de vereniging van kerkvoogdijen in de Nederlands Hervormde Kerk overeenstemming bereikt over richtlijnen met betrekking tot de arbeidsvoorwaarden van de kosters. Deze richt lijnen zijn vrijwel gelijk aan die welke met het landelijk verband van de (gereformeerde) commissies van beheer zijn vastgesteld. De overeen komst met de kerkvoogdijen omvat een grondsalaris van 8.400 gulden per jaar, gebaseerd op een vijftigurige werkweek. Verder krijgen de kosters recht op één vrije dag per week, vier vrije zondagen per jaar, veertien dagen vakantie, een vakantietoeslag van zes percent en twee snipperdagen per jaar. Met de synode van de evangelisch-lutherse kerk wordt nog overleg gepleegd over de verbetering van de sociale positie van de kosters. De synodes van de hervormde en gereformeerde kerken zullen er bij de plaatselijke gemeenten op aandringen de nieuwe rechtspositieregeling in praktijk te brengen. De regeling is niet bindend, maar de voorzitter van de PCVK, de heer Alberts, hoopt dat de plaatselijke gemeenten zich moreel ver plicht zullen voelen haar toe te pas sen. Bij de laatste enquête naar de rechtspositie van de Nederlandse kos ters is gebleken dat ongeveer de helft van hen nog ver beneden het sociale minimum werd betaald. In vele kerken aldus de heer Alberts, werkt de koster tachtig k negentig uur per week. De waardering voor het kostersambt laat volgens hem in de diverse kerken wel wat te wensen over. De koster is vaak en overdag, en 's avonds en zondags in touw, of, om met de heer Alberts te spreken, men kan hem te genkomen in stofjas, colbert (met zijn vrouw als onbetaalde assistente) of jacquet. Vooral de koster-beheerder verricht meestal continuwerk zonder aflossing. De heer Alberts gaf op de jaarver- AAAA/VVVVVVWVUVWVIWWVWAAAAIVMWAAAMUVWV De baptistengemeenten van Brazilië die gedurende de laatste maanden een grootse evangelisatie-campagne orga niseerden, berichten, dat tijdens deze aktie ongeveer honderduizend mensen tot geloof zijn gekomen. De baptisten gemeenten ontvingen als gevolg van de aktie ongeveer 50.000 doopaanvra- gen, terwijl zeker 300 nieuwe gemeen ten zijn gesticht. gadering ter illustratie een opsomming van de verplichtingen van de kosters zoals die zijn vastgelegd in de algemene richtlijnen: de verzorging van de ere diensten (inclusief trouw- en rouw diensten) en van kerkelijke vergade ringen en bijeenkomsten, het verzor gen van de verwarming en het schoon houden van kerk en bijgebouwen, hetf rondleiden van bezoekers, het luiden van de klokken, het desgewenst be schikbaar stellen van koffie, thee en andere dranken, eventueel het verle nen van assistentie bij lichte admini stratieve werkzaamheden, incassowerk, het verrichten van eenvoudige onder houdswerkzaamheden aan de gebou wen en het verzorgen en schoonhou den van het bij het kerkgebouw beho rend terrein. Op de vergadering van de (735 le den tellende) PCVK hield ds. C. P. Hoekema, doopsgezind predikant in Haarlem, een inleiding over „de drie k's", koster-kerk-kerkeraad. De koster, zo zei hij, is evenals de predikant, de organist en de leden van de diverse colleges een medewerker, een dienaar. Hij is bovendien het voornaamste visitekaartje van de kerk. Kerkeraden dienen volgens ds. Hoe kema begrip te krijgen voor de taak van de koster en voor het feit dat hij bereid is zijn werk te doen in het voor steeds meer mensen vrije weekend. De waardering voor de koster dient, zo zei de predikant, tot uiting te komen in een goede regeling van salaris, pen sioen, werktijden en vakantie. Illlllllljll Als voorzitters van de Wereldraad van Kerken hebben wij weer het voorrecht de boodschap van Pinksteren te verkon digen en vooral de zekere toon die erin doorklinkt, dat God met ons is als een altijd aanwezige Helper, weer te geven. Wij zouden opnieuw willen verstaan wat met het woord „Trooster", zoals de oude vertaling het uitdrukt, wordt be doeld. Wij herinneren aan hetgeen onze Heer zegt in de verwach ting dat God de Heilige Geest zou schenken. In de donkere- wereld van Zijn dagen toen de schaduwen meer en meer over Zijn eigen leven vielen, zei Hij tot Zijn discipelen: „Maar de Trooster, de Heilige Geest die de Vader zenden zal in Mijn Naam, die zal u alles leren en u te binnen brengen wat ik u gezegd heb". Pinksteren is de bevestiging van de historische werkelijk heid van ons geloof. Wat we ook doen of laten, niemand kan het feit veranderen, dat Gods grote verlossingsdaden zich in deze wereld hebben afgespeeld en dat Hij de volheid van Zijn genade en heerlijkheid in het leven van een mens zicht baar maakte. In onze wereld en in ons leven gekomen heeft God geen van beide ooit verlaten. In ons samen leven, getuigen en han delen is God onze Helper door de voortdurende aanwezig heid en werkzaamheid van de Heilige Geest. Als wij naden ken over onze gemeenschappelijke roeping om voor de een heid van de kerk en de wereld te werken, voor sociale en economische gerechtigheid en voor de vrede in de wereld en ons een beeld vormen van de taken waartegenover wij staan, worden wij ons bewust van onze ontoereikendheid. Op zo'n ogenblik klinkt de boodschap van Pinksteren ons in zijn volle kracht en duidelijkheid in de oren. Wij kozen deze taken niet, wij werden ervoor gekozen. Als wij erin betrokken wor den, dan is dat omdat God ons door de Heilige Geest ertoe geroepen heeft ze aan te pakken en door dezelfde Geest wekt Hij in ons ons antwoord in gehoorzaamheid. De Geest komt altijd onze zwakheden te hulp, omdat Zijn kracht volmaakt wordt in onze zwakheden. Pinksteren met zijn boodschap van de Heilige Geest, de Helper, is voor ons hier en nu, en zelfs in het donkerste uur het „Sursum corda", „heft uw hart omhoog". Pinksteren maakt niet alleen het verleden en heden tot zekerheid, maar ook de toekomst, volgens het woord van de Heer: „Wanneer Hij komt, de Geest der waarheid, zal Hij u de toekomst verkondigen". De waarheid over de toekomst, de toekomst van onze wereld, van ieder van ons, ligt binnen het bereik van de Geest. Macht om de toekomst in handen te hebben in de Naam van Jezus, de Christus, dat is de gave van dezelfde Geest en van Hem alleen. Wij bidden dat door de boodschap van Pinksteren, dat God onze Helper is, overal aan kerken en christenen nieuwe moed en vertrouwen gegeven mogen worden en zij in Hem de bron van de enige blijvende hoop zullen vinden. Aartsbisschop Michael Cantuar London Aartsbisschop lakovos Sir Francis Ibiam Principal David G. Moses President Martin Niemöller J. H. Oldham Charles Parlin New York Enugu Nagpur Wiesbaden St Leonards-on-Sea New York

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1966 | | pagina 14