■E VROUW I I se fm®sa I ■11 ia 4 4 mmwmm Huisvrouw Mabel't Hooft uit Waddinxveen: Fiat Coupé Zakenvrouw Ina van Kooten uit Haarlem: Glas 1204 TS Reisleidster Lia Engeman uit Haarlem: Formule Vee Privé-secretaresse Felicie van der Aa uit Doorn: Formule Vee O jZAfERDAG 28 MEI 1966 I m -I -V "X i - OI» 30 MEI STAAN ZE WEER voor de streep op het Zandvoortse circuit: de grom mende auto's met knallende uitlaten. Slanke race-monsters en fel-gekleurde toer- wagens. Snel materiaal dat elkaar beconcurreert. Versierd met grote nummers; het glimmende nikkel eraf. Race-strips hier, een extra streep lak daar. In de auto's, in de smalle race-kuipjes, zitten de rijders. Beroeps en amateur. De armen gestrekt, wat onderuit gezakt, maar geconcentreerd. Ze wachten tot de zwart-wit geblokte vlag naar beneden gaat. De start.dan spuiten ze oorverdovend weg. Onder de deelnemers zijn twee of drie vrouwen. Het verschil is bijna niet te zien, omdat ze ge helmd zyn. Met een taai doorzettingsvermogen, veroorzaakt voor hun liefde voor auto en snelheid, strijden ze met hun mannelijke tegenstanders. Ze doen niet voor hen onder; ze halen goede plaatsen. En ook in deze Pinksterrace zijn de ogen weer gericht op: Lia Engeman, Ina van Kooten en Mabel 't Hooft. Met hen en race liefhebster Felicie van der Aa hadden we een gesprek. door Henny Schoute ::JP Race vrouwen staan haar mannetje '.y „GEVAARLIJK? HELEMAAL niet! Op het circuit zijn geen zijwegen en de auto's zijn in conditie. Denk eens aan al die auto's met gladde banden die op de wegen rondrijden. De auto's die op het circuit rijden zijn allemaal gekeurd". Mabel 't Hooft (29) bereidt zich op iedere race met enthousiasme voor. Zó zelfs, dat het er in huize 't Hooft in Waddinxveen om spant wie er in een race uitkomt. Want Mabel is getrouwd met Dick 't Hooft even eens fanatiek autorijder. Op de lijst van deelnemers aan de eerste NAV- dag van dit jaar stond niet wie in de race zou uitkomen. Achter hun num mer van inschrijving stond: Dick of Mabel 't Hooft. De dag voor de race werd vreedzaam uitgeknokt wie zondags aan de start zou staan. Het werd Mabel. Mabel 't Hooft begon als „meelo- pertje" van haar man. Hij maakte haar enthousiast met zijn rondjes op het circuit. Dat gaf in oktober 1964 consequenties. Mabel reed haar eerste race. „Heerlijk uitleven. Ik hou van hard rijden", is haar mening over de ze tak van de autosport. Bovendien: „Vechten achter het stuur, want dan blijft het spannend. Dat geeft de op winding eraan. Een mannensport? Nee waarom. Ik heb er eigenlijk nooit bij stilgestaan. Ik vind het gewoon erg fijn". Mabel 't Hooft raast met een snelle wagen op het circuit. Dit jaar in een Fiat Coupé, die „opgepept" is door zowel Dick als Mabel. Technische ken nis werd opgestoken tijdens een mon teurscursus voor vrouwen aan de autoschool in Driebergen. Dat zel'f- doen maakt deze sport wat goedkoper. Want dat het duur is zijn ze met el kaar eens. Alhoewel, vindt Mabel, „je moet toch iets hebben. Dan valt alles ergens wel mee". Mabel 't Hooft is op een scooter in het gemotoriseerde verkeer begonnen. Een rijbewijs voor een auto? Dat vond haar vader voor een meisje helemaal niet nodig. Met de driejarige dochter Piinnnfuuinniinnfuuinnnnnnnnnnnn>VMinff^M'*,'*",,","""M*w,""""a""l>wltl>l>IMIiMMW<M>WWWWWIMMWMMW van Dick en Mabel 't Hooft zal het wel anders gaan. Op de dag dat zij achttien wordt zal ze waarschijnlijk haar rijbewijs halen. Het parmantige dribbeltje snuffelt geïnteresseerd in autoboeken en bladert driftig in de dik ke plakboeken van haar ouders. Als haar moeder naar een foto wijst weet ze: „Ford Corsair", de auto waarmee haar moeder met Ina van Kooten en An Vader in 1965 een 24-uurs- rit reed. Of: „Dat is een Fiat Abarth", een van de vorige race-exemplaren van haar ouders. Maar nu is het „een Fiat Coupé, mama". ^MWiWVMWWWVWWWAftftMWWWUWVWVWWWWWWWWIWWWWWWMWfUWUWW ZAKENVROUW INA VAN KOOTEN (35) uit Haarlem heeft de liefde voor, snelheid niet van een vreemde. Haar vader was vroeger de snelle motor man op het circuit van Hooghalen. Hij veroverde daar de titel van natio naal en internationaal kampioen. Maar voor de race-ambities van zijn doch ter was hij helemaal niet enthousiast. Zijn vrouw nog veel minder. Mevrouw Van Kooten griezelde al bij de gedach te haar dochter achter het stuur van een snelle auto te zien zitten, de helm op, de voet stevig op het gaspedaal. Maar Ina met monteursdiploma op zak was al geïnfecteerd door de verhalen over de TT, over de snelle sport, door haar vader, die daarmee een kast vol medailles en bekers ver diende. „Op een gegeven moment wil de ik het zelf gaan doen, maar dan in een auto". Ze ging eens bij coureur Maarten Jonker kijken en schreef in voor de NA V-dag (Nederlandse Auto- rensport Vereniging). Ze trainde stie kem in haar GlaS 1204 TS en belde toen een oom in Amersfoort om haar ouders uit te nodigen. Die mochten onder geen voorwaarde weten dat hun dochter die zondag vier jaar gele den zou rijden. Die eerste race: „Ik ging met een noodgang naar het circuit". In de auto de platte schoenen, de makkelijke race-kleding, maar geen helm. Die werd geleend. Weliswaar een die maten te groot was, maar het ding werd volgestopt met sjaals. De eerste race van Ina van Kooten.Ze was startklaar. Maar toen de vlag naar be neden ging, bleef de rode auto staan. De motor was afgeslagen.Ze fi nishte als achtste. Maar ze was er doorheen en vader Van Kooten was enthousiast. Sinds die eerste race ver zorgt hij haar auto en staat hij bij iedere race met zijn caravan in het rennerskwartier om de tijden van zijn dochter bij te houden. Ze ging het steeds beter doen. Haar tijden werden beter en ze stelde meer eisen aan haar auto. Inmiddels is er al een nieuwe Glas bijgekomen, ,,'t Is wel wennen, want die „oude" Glas kende ik precies". Dubbele zenuwen. „Ik heb altijd last van zenuwen voor de wedstrijd. Zodra ik wegrij zijn ze weg. Dan heb je je gedachten bij het rijden". „Weet je dat ik bijna Lotus had ge reden? Als dat incident van Zandvoort er maar niet was geweest. Daar ben ik ook de dupe van geworden". Vorig jaar, tijdens de Grand Prix, ging de manager van de Lotus-stal, de Engels man Colin Chapman, op de vuis met een Zandvoortse politieman. Nasleep: een rechtszaak, die Chapman tijd kost te, en kopzorgen. Hij had haar na de H/mH/l/y/m/yiAWA/WlflWIIIVWWIIimUIAflIWWIAWA/Wmi Grand Prix gezegd dat hij, nadat hij haar had zien rijden, wel wat in haar zag. Voor Lotus rijden! Dat zou een buitenkansje zijn. Maar Chapman werd teveel door politie en justitie in beslag genomen. Misschien.als hij dit jaar weer komt. Want ze heeft een streven: éérste worden. ^□ÉL -- V „CRACK" VAN DE TOEKOMST is reisleidster Lia Engeman (22) uit Haarlem. Ze is snel, manoeuvreert handig en is de teamleider van de Formule Vee, de Heemstedenaar Daan Constandse, vaak de baas. Voor ze aan de training begon, had ze het autorij den stevig onder de knie. Ze was een persoonlijke ontdekking van coureur Rob Slotemaker. Toen Lia een paar jaar geleden voor het eerst een rond je op het circuit reed in een ge leende auto notabene kreeg ze de complimenten en bewondering van Slo temaker die daar ook een rondje reed. Het was een sportieve achtervolging. „Het zat er daarna wel in om in de racerij te gaan," herinnert Lia zich. Ze oriënteerde zich op de bekende circuits (Monte Carlo, Nürburgring, Monza, Zolder), die ze met Slotemaker afreisde. Toen kwam Engeland. „Ik had gehoord dat ze daar ook meisjes lieten rijden." Met assistentie van de directeur van het Zandvoortse circuit, Han Hugenholtz, kreeg ze een DAF los. Het leek allemaal rooskleurig voor En geland, als er maar geen verandering in de directie was gekomen. Een nieu we directeur die haar zijn sympathie niet gaf. Ze ging terug naar Nederland, om na een korte onderbreking wéér naar En geland te gaan. Nu als assistent-mana ger bij Alan Mann Racing van coureur Sir John Whitmore. Een „benzine poes", zoals de vrouwelijke assistentes FELICIE VAN DER Aa, 21-jarig» privé-secretaresse uit Doorn, vindt zichzelf „niét goed genoeg" om in ra ces uit te komen. Ze houdt het bij trai nen, en dat alleen al is „een gewel dige sensatie". Dat trainen gebeurt niet in haar eigen, oude VW-tje dat ze voor haar plezier berijdt en het daar om kan onderhouden, maar in een échte racewagen: een Formule Vee. Eén keer per week is ze op het circuit om razendsnelle rondjes te rijden. Er worden steeds snellere tijden gemaakt op een circuit telt ieder deel van een seconde en dat is een stimulans voor intensiever trainen. Waarom meldde Felicie zich bij de „Vee'tjes" aan? „Ik was reuze enthou siast voor auto's en het racen. Ieder een verklaart je voor gek, omdat ze niet weten hoe geweldig het is achter het stuur. Het kan gevaarlijk zijn, ja, maar je moet ervaring hebben en je auto kennen. Het is echt geen bravoure of lef om in een racewagen te zitten. Je moet het leren. Ik ben langzaam begonnen en heb geleidelijk aap de snelheid opgevoerd". Geen races voor Felicie, maar wel een tweede seizoen trainen in de open wagen. Daar worden graag wat spaar centen voor uitgegeven, daar wordt met plezier voor van Doorn naar Zand- voort gereden. De ijzige kou die 's winters in deze open „Vee" om haar oren suist, wordt weggelachen. Want de hartstocht voor het autorijden staat bovenaan. en habitués bij de pits vaak ten on rechte worden betiteld. Het volgende team waar ze zich. bij aansloot was Alan Brown Racing. Gesponsored door dit team kocht ze een skelter, die de oorzaak werd van een zwakke plek in haar rug. Lia weer terug naar Neder land met de kansen om voor Ferrari naar Amerika te gaan voor ogen. Ze werd geen Ferrari-assistente. „Ik wil zélf racen en geen toeschouwster zijn." Inmiddels was de Stichting Formule Vee opgericht en talentvolle Lia kon gaan racen, dichtbij huis. „Het kost veel geld, maar of het een of het an der. Ik kijk wel eens jaloers naar mooie jurken, 'k Zou ze ook best wil len hebben, maar het gaat niet." De onkosten zijn hoog, voor het trainen en de wedstrijden, waar nog het inschrijf geld bijkomt, en je eten en drinken." Maar met een beetje sparen komt ze er. Ze rijdt met haar oude karakteris tieke Engelse Ford '48 naar het circuit om zich fanatiek in het race-geweld („Ik vind het geen vrouwelijke sport") te storten. „In het begin ben ik altijd vreselijk zenuwachtig. Als er een race is, eet ik dagen van tevoren niet. Maar na de start zijn de zenuwen weg." Als het aan haar ligt komen er nog veel meer starts. „Ik vind het een geweldig» sport."

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1966 | | pagina 21