Banden tussen Velsen, Beverwijk en Heemskerk zijn al eeuwen oud G. INI A Noordzeekanaal maakte van agrarische dorpen een welvarend industriegebied ZATERDAG 28 MEI 1966 7 A w. ^J| Vraag proefrit bij: Vissers van „de zijde" Opbouw van IJmuiden Tegengestelde belangen De IJmond is een begrip dat op geen enkele kaart en in geen enkele atlas Is te vinden. Dit begrip IJmond ontstond uit de behoefte om de, door in dustrialisering van het gebied aan de monding van het Noordzeekanaal ont stane samenhang tussen de gemeenten Velsen, Beverwijk en Heemskerk aan te duiden en om dit gebied als het ware onder één noemer te brengen. De historie van de drie gemeenten, die de IJmond vormen, gaat tot ver in onze jaartelling terug. Eerste loggers Rijksvisafslag Jnnemansgeld' Vissers haven Noordzijde Binding Dezelfde basis Waar wonen? Beverwijk veranderde Tot het midden van de 19de eeuw was de Nederlandse zeevisserij in twee secto ren verdeeld. De belangrijkste visserij was „de groote visscherij", de vleetvisse rij op haring, welke pekelharing aanvoer de. Deze visserij was voorbehouden aan de kielschepen van de Maas. Daarnaast werd de zeevisserij bedreven door de vissers van de kustplaatsen, „de visschers van de zijde", zoals zij geringschattend wer den genoemd. Deze vissers voeren met platboomde v/h „Kennemer Garage N.V." Kennemerlaan 224-226 IJMUIDEN Tel. 0 2550 - 4324/6238 Er was dus reeds in de middeleeu wen een binding tussen Velsen, Bever wijk en Heemskerk, zij het dat deze bin ding liep via de kerkelijke overheid. De drie gemeenten zijn eeuwenlang agrarische gemeenschappen gebleven De ontwikkeling tot moderne woon- en industriegebieden heeft achtereenvolgens het landelijk karakter van Velsen, Be verwijk en tenslotte ook van Heemskerk steeds meer teruggedrongen. De landelijke rust van Velsen werd verstoord door de aanleg van het Noord zeekanaal in de tweede helft van de 19de eeuw. De plannen tot aanleg van het Noordzeekanaal betekenden voor het be stuur van deze gemeente van 4.000 inwo ners slechts een bedreiging van de rast en een bemoeilijken van de wegverbin ding met het naburige Beverwijk. De heren Bik en Arnold kochten in 1851 het landgoed de Breesaap, welk be zit zij in 1867 uitbreiden door de aan koop van de boerderijen „Weltevreden" en „Middenhoven". Zij verkochten een deel van de grond aan de Handelmaat schappij en brachten de overige gronden in een burgerlijke maatschap, de Maat schappij IJmuiden in. De maatschap nam de werkzaamheden tot opbouw van IJmuiden ter hand. Zij egaliseerde de gronden en stelde bouw- voorwaarden voor het gebied vast. On derhandelingen met het gemeentebestuur van Velsen over de overdracht van de aangelegde straten en pleinen leidden voorlopig niet tot resultaat. Te IJmuiden vestigden zich behalve het sluispersoneel ook de bij de visserij betrokken zakenlieden. Op 31 december 1877 woonden in „de nieuwe afdeling IJmuiden" volgens het gemeente-verslag 388 personen. De Amsterdamse Courant schreef 11 oktober 1877: „Het jonge IJmuiden begint flink uit de kluiten te wassen; de bouw der hui zen, vooral die der herbergen, neemt toe." Die herbergen vonden hun bestaans recht in het toenemend aantal vissers, dat te IJmuiden met hun vissersschepen bij slecht weer, of voor het doorbrengen van de zondag binnenviel. Zij voorzagen zich de IJmuiden van proviand, welke zij be taalden met de opbrengst van vis, die werd gekocht door kooplieden, welke te voet met korven op de rug of per hon denkar naar IJmuiden kwamen. Raadhuis van Heemskerk „werken, noodig om te IJmuiden eene bruikbare visschershaven aan de Noord zee te maken, zonder de groote scheep vaart te belemmeren." Bovendien kreeg IJmuiden in dat jaar de spoorwegverbin ding via Haarlem naar Amsterdam. In 1887 liet de heer Arnold een afslag kantoor met afslaglokaal bouwen. De vis werd hier door particuliere afslagers ver kocht. De omzet van de afslag nam ge leidelijk toe en bedroeg in 1894 reeds 627.000. De marktstructuur was voor de vissers te IJmuiden echter nog verre van gunstig. De afslagers maakten misbruik van de geringe financiële draagkracht en het ge brekkige marktinzicht van de vissers. Er werd geknoeid met afslagbonnen, de vis werd te laag geklassificeerd, de afsla gers lieten door stromannen vis voor hun Hier en daar in de IJmond houdt een oude boerderij nog krampachtig stand tegen de oprukkende industrie. Deze langs het Noordzeekanaal in Velsen is ten dode opgeschreven. IJmuiden werd, vooral dank zij de Hoogovens, de derde zeehaven van Nederland. Jaarlijks worden on geveer 12 miljoen ton goederen per schip aan- of afgevoerd. kopers kon bieden. Bovendien waren de door het Rijk gehevén rechten lager dan het door de coöperatie berekende „inne- mansgeld". Het is de visserij, die IJmuiden tot ont wikkeling bracht. IJmuiden werd een ge meenschap met een eigen karakter. De bevolking, vooral afkomstig uit Egmond, Urk en andere vissersplaatsen, had een geheel andere levensopvatting dan de van het platteland afkomstige bewoners van Velseroord of de bewoners van het dorp je Velsen. IJmuiden vormde een buurtschap in de gemeente, waarover niet altijd even waarderend werd geoordeeld, maar die vanaf het' begin een zelfstandig bestaan in de gemeente leidde, zulks in tegenstel ling tot de zich langzaam ontwikkelende buurtschap Velseroord. Naarmate meer en grotere visserssche pen te IJmuiden vis aanvoerden, groeide ook de op de visserij betrokken handel en nijverheid. In 1899 werden te IJmuiden op de ter- ste visa'fslag. De activiteiten in het haven gebied breidden zich uit door de opening van de Noordersluis in 1930. Het in 1924 gestichte Hoogovenbedrijf groeide snel en werd spoedig gevolgd door de vestigingen van de M.E.K.O.G. (1929) de C.E.M.IJ. (1931) en de Buizengieterij (1936). De ontwikkeling wierp tevens problemen op. Het havengebied van Velsen werd het trefpunt van vele vaak tegengestelde belangen. Het scheepvaartverkeer van en naar Amsterdam eiste een snelle onge stoorde verbinding van het Amsterdamse havengebied met de zee; de zware indus trie vroeg woningen voor haar arbeiders en omvangrijke havens voor de aanvoer van grondstoffen en de afvoer van pro- dukten, afvalstoffen en dergelijke; de vis serij sloeg nieuwe wegen in, grotere en modernere schepen werden in de vaart gebracht; de reperatiebedrijven en de koel huizen werden gemoderniseerd; de toe nemende bevolking vroeg een culturele verzorging, gelijk aan die in de grote ste den het snel toenemende wegverkeer noop te tot vervanging van de pontverbinding over het kanaal door een minder tijdro vende gelegenheid om het kanaal te pas seren. De tweede wereldoorlog zette de ont wikkeling niet alleen stil, maar leidde tot een massale vernietiging van de woning voorraad. IJmuiden was één van de zwaar- Advertentie Over Velsen werd reeds in documenten van 722 gesproken als het dorp Feli- son. In de 10de eeuw werd het vermeld als Vellesan in de 11de eeuw als Velson. In het begin van de 8ste eeuw stichtte St. Willibrord hier één van zijn kerken van waaruit hij de kerstening van ons land begon. De oudste kerk in deze ge meente, die in de loop van de 11de of de 12de eeuw, op de plaats waar Willi brord zijn kerk bouwde, werd gesticht draagt de naam van één van zijn volge lingen St. Engelmundus. Opgravingen bij de aanleg van de Velser tunnel en de verbreding van het Noordzeekanaal hebben echter aangetoond dat reeds de Romeinen een nederzetting hadden op de plaats, waar later Wüli- brord een kerk stichtte en zich thans één vaartuigen (bommen, pinken en schuy- ten) ter visvangst. Over een haven be schikten zij niet en zij waren dan aan gewezen op het gebruik van een schip, dat op het strand gezet kan worden. De aangevoerde vis werd dan op het strand uitgestald en verkocht aan de handelaren. In 1857 kwam een wet tot stand, wel ke bepaalde, dat „aan een ieder de vol komen vrijheid wordt gelaten de ver schillende takken van visscherij naar eigen goedvinden uit te oefenen". Hiermede kwam een einde aan de bevoorrechte po sitie van de visserij van de Maassteden. Het was echter in feite alleen een juri dische gelijkstelling. „De visschers van de zijde" bleven door het ontbreken van havens aangewezen op het gebruik van de oude scheepstypes. Stadhuis van Velsen van Nederlands belangrijkste industriële havengebieden bevindt. BEVERWIJK dat in de middeleeuwen de naam van St. Aghtenkerke of St. Aghtendorpe droeg, werd voor het eerst vermeld in het jaar 1063, wanneer in een akte werd gesproken over een aldaar gevestigde kapel, welke behoorde tot de moederkerk in Velsen. In de 13de eeuw wordt deze plaats aan geduid als Wijc, terwijl Floris de Vijfde in een privilegebrief spreekt van Bever- wij c. Ook HEEMSKERK wordt reeds in 1156 vermeld in een akte, waarbij de abt en convent van Echternach hun rechten op kerken te Velsen, St. Aagtenkerk, Ima zenkera (Heemskerk) en Aschamanedelf (Assendelft) overdroegen aan de Graaf van Holland. rekening kopen en bij de afrekening met de vissers werd gechicaneerd over ge wicht en kwaliteit van de vis. Zodra de regering haar voornemen tot het instellen van een Rijksvisafslag ken baar maakte, ontstak er een storm van verontwaardiging over dit overheidsin grijpen. Ónder leiding van een viertal particulie re afslagkantoren werd een coöperatieve afslag ingesteld waaraan ook reders en handelaren deelnamen. Er ontstond een heftige strijd tussen de ze coöperatie en de rijksinstelling. De leden van de coöperatie boycotten de vissers die bij de Rijksvisafslag aan voerden, onder andere bij de levering van ijs. De bij de coöperatie in dienst zijnde vletterlieden voeren de vissers tegemoet om ze te overtuigen van de voordelen, welke de coöperatie hun bood. De Rijksvisafslag stelde zelf vletterlie den aan, die weer tegen een lager tarief werkten dan die van de coöperatie. Dit ongerief werd sterker gevoeld zodra elders nieuwe types kielschepen (loggers) in gebruik werden genomen, welke grote re vangstmogelijkheden boden. Boven dien maakte de uitbreiding van het spoor wegverkeer de verse visserij steeds aan trekkelijker. De mogelijkheid om vis snel over grote afstand in verse staat te ver voeren verruimde in zeer belangrijke ma te de afzetmogelijkheden voor verse vis. Toen de doorgraving van het duinge bied bij Velsen de vissers een gelegen heid bood om bij ongunstig weer beschut ting te vinden, werd hiervan door de vis sers reeds spoedig gebruik gemaakt. De vishandelaren zagen hier een gele genheid om goedkoop vis te verwerven. Zij haalden de vis uit IJmuiden en vent ten deze uit in de steden. Aanvankelijk werd de vis uit de hand verkocht, maar reeds in 1880 vestigde zich een particuliere afslager, de winke lier en koffiehuishouder Reier Visser, te IJmuiden. Niet alleen de Nederlandse vissers van de kust en de Maas, maar ook Engelse vissers kwamen met hun „smacks" naar IJmuiden. De vis werd aan de zuidzijde van het kanaal gelost. Hek toenemend aantal vissersschepen in het kanaal dreigde een belemmering voor de koopvaardij te worden. In 1886 liet de regering een drietal steigers aan de zuid zijde van het kanaal bouwen om de vis sers gelegenheid te geven hun vis te los sen. Doch zij diende in datzelfde jaar een wetsontwerp voor de uitvoering van de De Rijksvisafslag heeft de strijd gewon nen, na een tijd van verwarring en ver dachtmakingen. Doorslaggevend waren hierbij de bete re kredietvoorwaarden, welke de Rijksin stelling door een overeenkomst met de Haarlemsche Bankvereeniging aan de reinen van het Staatsvissershavenbedrijf de ijsfabrieken „IJmuiden" en „Doggers- bank" opgericht; in 1900 werd de machi nefabriek „Hera" geopend, terwijl vele bedrijven, die zich bezig hielden met de handel in en de bewerking van vis en met het voor weder-uitvaren gereedmaken van vissersvaartuigen, zich in de nabij heid van de vissershaven vestigden. De hotelaccommodatie te IJmuiden die slechts bestond uit het hotel „Nommer Een" werd uitgebreid door de bouw van het hotel „Willem Barentsz" (1891). Inmiddels begon zich ook aan de noord zijde van het kanaal een ontwikkeling af te tekenen, zij het van geheel andere aard. In 1895 opende de N.V. van Gelder Zonen een papierfabriek, die snel tot een groot bedrijf uitgroeide. De aanvankelijk vooral uit de Zaan streek aangetrokken arbeiders vestigden zich nabij de fabriek en vormden daar al spoedig een zelfstandige gemeenschap. De toenemende scheepvaart op Amster dam en de grotere tonnage van de daar voor gebezigde zeeschepen maakten, dat de op 12 december 1896 geopende sluis (middensluis) re^ds omstreeks 1910 on toereikend dreigde te worden. Plannen voor een nieuwe en grotere sluis werden ontwikkeld. In 1913 breidde de industrie aan de noordzijde van het kanaal zich verder uit door de vestiging van de Plaatwellerij.. Na 1918 zette de ontwikkeling van Velsen als haven- en industriegebied zich voort. Wijsmuller N.V., die voorheen te Rotter dam gevestigd was, nam in 1919 het sleep- vaartbedrijf van de Gebr. Zur Mühlen over en vestigde te IJmuiden een bedrijf, dat op het gebied van de zeesleepvaart een wereldfaam heeft. De visserij groeide uit en maakte IJmuiden tot Nederlands groot- Stadskantoor van Beverwijk ste, door de oorlog getroffen gebieden. Na de bevrijding zette zich de ontwikke ling echter in stormachtiger tempo dan voorheen voort. Het accent is echter verlegd. Het is nu de zware industrie, die zich zeer snel uit breidt en Velsen tot één van de belang rijkste industriecentra van ons land maakt Velsen kan de arbeiders niet meer huis vesten; grote woonwijken verrijzen in de ten noorden van Velsen gelegen gemeen ten Beverwijk en Heemskerk. IJmuiden, dat Nederlands grootste vis serijhaven werd, groeide ook uit tot de der de zeehaven (na Rotterdam en Amster dam) van ons land. Jaarlijks worden hier De oude Engelmunduskerk in Vel- sen-Zuid zag bouwland veranderen in uitgestrekte industrieterreinen. en daarna Heemskerk in het economU sche groeiproces medegesleept. De eertijds slechts door kerkelijke ban den met elkaar verweven gemeenten, worden thans door dezelfde economische ontwikkelingen gedragen. Dit betekent, dat ook de toekomstige ontwikkeling van deze gemeenten op dezelfde basis berust, namelijk die van de verdere ontplooiing van het Noordzeekanaalgebied. Van veel grotere betekenis dan de drang tot verdere groei is echter het pro bleem van de beschikbare ruimte in de IJmond. De industriële ontwikkeling kan slechts op de daartoe gereserveerde ter reinen plaats hebben, de mogelijkheden voor de woningbouw zijn echter zeer be perkt. Deze beperktheid spruit voort uit de omstandigheid dat aan de zuidzijde van het kanaal na de voltooiing van Zee wijk en de voorgenomen bebouwing van het duingebied tussen IJmuiden en Sant poort, geen mogelijkheden voor woning- plm. 12 miljoen ton goederen per zee- en binnenschip aan- of afgevoerd. De indus trie omvat ongeveer 25.000 arbeidsplaat sen, de industriële omzet bedraagt ruim 2 miljard gulden. De groei van het Hoogovenconcern heeft het karakter van Beverwijk sterk veranderd. In 1942 woonden reeds 1300 werknemers van deze bedrijven in Be verwijk; thans bedraagt dit aantal 4.600. Hierdoor en door de occupatie van grote terreinen is deze gemeente door de Ko- niklijke Nederlandse Hoogovens en Staal fabrieken uitgegroeid tot een grote woon kern en verloor zijn eertijds belangrijke functie als leverancier van tuinbouwge- wassen (aardbeien). Nadat Beverwijk deze ontwikkeling had meegemaakt kwam ook een einde aan het bestaan van het rustige agrarische leven in Heemskerk. Woonden in 1942 nog slechts 100 werknemers van de K.N.H.S. in dit dorp, thans wonen er 3.100 werkne mers van de Velser industrie in dit ge bied. bouw meer zijn en uit de nog geringi mogelijkheden voor woningbouw in Be verwijk en Heemskerk. De geringe ruimte die er voor het creë ren van woonwijken in de IJmond over blijft weegt extra zwaar, wanneer mei bedenkt, dat veel oude woonwijken in d« toekomst gesaneerd zullen moeten worden en dat dan door de moderne opvattingen veel minder woningen op een ha. zullen kunnen worden gebouwd dan aanvankelijk het geval was. Gold vroeger voor woon wijken met laagbouw een norm van on geveer 100 woningen per ha., thans den ken de planologen aan een bebouwing van 25 tot 30 woningen per ha. Voegt men hierbij, dat de woningbezetting als gevolg van de gezinsverdunning en de veroude ring van de bevolking geringer worden, dan is het duidelijk dat de bestaande woongebieden op den duur veel minder mensen zullen kunnen huisvesten. Daarenboven moet rekening worden ge houden, met de omstandigheid dat er een steeds toenemende behoefte aan terreinen voor actieve en passieve recreatie be staat. Advertentie De aanleg van het Noordzeekanaal heeft dus in de eerste plaats Velsen een meta morfose doen ondergaan en daarna heeft de ontwikkeling in Velsen eerst Beverwijk GARAGE L. v. d. LEDEN R. CLAEZENSTR. 1 DAG sn NACHT

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1966 | | pagina 7