en Hallucinaties op bestelling (II en slot) POLLE, PELLI EN PINGO BRAMMETJE FOK Spel met de waanzin Gruwzame deliriumvisioenen L.S.D. hoort niet in handen bewijzen van leek PANDA EN DE MEEST ER-GELDZAMELAAR D E S Ons vervolgverhaal DONDERDAG 2 JUNI 1966 17 Een oorspronkelijke Nederlandse roman door Willy Corsarl Klinische toepassing Mystiek delirium „Ik was God 'm zm-s. 25) Dit deed alleen pijn. De pijn weer in haar borst, die stak en brandde. Charles huilde ook alleen als hij zich erg opwond en boos werd. Charles zou het begrijpen. Maar hij was weg. Ze was alleen. Soms kroop zij in hun bladerhol met Tasso en zat daar, haar arm om hem heen en sprak met hem omdat er niemand anders was om mee te spreken. Haar vader scheen haar nauwelijks meer te zien, haar moeder schreide of zat te pra ten met mademoiselle en was koel tegen haar, omdat zij niet had ge huild en Brechte was niet meer als vroeger, de vertrouwde en toevlucht in alle moeilijkheden, die troostte en opbeurde. Brechte begon nu zo vlug te schreien en dat maakte haar nog treuriger. Alleen met Tasso kon zij praten. „Pappie heelt geen zoontje meer", zei ze tegen de hond, „daarom is hij zo treurig, was ik maar zijn zoon tje." De gedachte begon in haar te groeien. Sjang had beweerd, dat een meisje geen jongen kon worden, maar Sjang was niet goed wijs, dat wist iedereen. Ik zou pappies zoontje kunnen worden, als ik mijn krullen afknip en de kleren van Charles draag. Dat van de krullen viel haar wel erg zwaar. Ze dacht ook aan het mof je en het mooie, nieuwe manteltje. Maar die moest ze opofferen, dat kon niet anders. Op een dag sloop ze de kamer bin nen van Charles. Daar was alles on veranderd gebleven. Ze nam uit de kleerkast een van zijn matrozenpak jes en verstopte dat in haar kamer. Ze stal uit de naaikamer een schaar. Ze had het alles nu overdacht. Op een avond, als iedereen naar bed zou zijn, kon zij zich verkleden. Haar va der zat nu bijna elke avond in zijn kantoor. Ze kon uit haar venster zien, of de lamp er brandde. Dan zou ze naar hem toe gaan en zeggen: „Ik zal uw zoontje zijn". Dan zou hij weer vrolijk worden en van haar houden, evenveel als hij van Charles had gehouden. „Ik heb nog te werken, zei Chris- tiaan, enige avonden later. Annema- rie zuchtte. Ze durfde niets tegen werpen, maar zolang hij niet naar bed kwam, kon zij niet slapen van angst, dat het vreemde weer zou ge beuren, dat hij zou verdwijnen en te rugkeren als een man, die zij niet werkelijk kende of dat hij niet meer zou terugkeren. Hij zat in zijn kantoor, bij het licht van de petroleumlamp en van het haardvuur. Hij zat roerloos, in de diepe nachtstilte, maar zijn gedach ten waren als luide stemmen die morden. Altijd weer zeide ze hetzelf de: Ik heb het niet geweten. Ik heb gezondigd, maar ik had berouw, ik heb die brief geschreven. Toen heeft zij dat gedaan. Ik wist het niet. Hoe kun je schuld hebben aan iets, dat je niet weet? Dat je nooit zoudt heb- Charles Charlotte ben toegestaan? Maar als ik het ge weten had, was ik dan met haar ge trouwd? Dan had het kind geleefd. Nu had ik het andere kind en het is mij afgenomen. Het is begraven zo als het poppetje. Is het mogelijk, dat er zulke duivelskunsten bestaan? Laat God dat toe? Hij schrikte op. Er was een vaag gerucht geweest, alsof iemand daar bij de deur stond. Hij luisterde. De wind. Niets dan de wind. Maar toen zag hij de knop van de deur bewegen. An- nemarie? Arme vrouw, zij had hem nodig en hij liet haar alleen. Als hij haar maar alles kon zeggen, maar dat zou haar leed nog verzwaren. Hij mocht het niet doen. Er was nu dat geheim tussen hen, voor altijd. De deur ging open. Hij staarde, terwijl zijn hart met zware slagen be gon te bonzen en zijn gedachten fluis terden: Nu ben ik gek geworden... Ik heb het wel voelen aankomen... en nu is het zover. Want de doden ko men niet terug. Charles komt niet te rug. Ik zie hem, omdat ik gek ben. Hij kwam overeind met zulke ver wilderde ogen, zo'n verwrongen ge zicht, dat het kind niets durfde, niets kon zeggen. Het was Christiaan, die sprak met schorre stem: „Charles", zei hij. „Wat kan het me schelen of ik gek ben?" dacht hij als ik hem daardoor zie, hem terug krijg? Charlotte's lippen openden zich, ze wilde zeggen: ik bèn Charles niet. Ze wilde zeggen: Ik zal voortaan uw zoontje zijn. Maar er kwam geen ge luid, het was of iemand haar bij de keel had gegrepen en die dichtkneep. Langzaam kwam haar vader na derbij, heel langzaam en opeens had zij wel willen vluchten. Ze kroop te gen de deur aan, toen hij zijn arm uitstrekte en haar aanraakte. Hij voelde haar, naderde nog, raakte ook haar gezicht aan, haar haren en op een begreep hij. „Kind," zei hij, „kind... wat heb je gedaan!" De klank van zijn stem, vertrouwd weer, zoals zijn gezicht, dat zich ont spannen had, zijn ogen, die niet wild meer keken, maar alleen verbaasd, bevrijdde haar uit de verstarring waarin zij had gestaan. Ze gooide zich tegen zijn borst, klemde zich vast en nu kwamen de woorden: „Pappie, ik zal uw zoontje zijn, dan bent u niet meer treurig." „Kind", fluister hij, „kind... Hij tilde haar op, droeg haar naar de stoel, waarin hij had gezeten en hield haar op zijn knieën tegen zich aan, zijn gezicht op de zachte,, slordig ge knipte haren. Voor het eerst sinds hij het levenloze lichaampje van zijn zoon uit het water had gehaald, kwa men de tranen. Ze stroomden over zijn gezicht en een wild snikken schokte door zijn grote lichaam. Zij voelde het, klapte zich vaster aan hem en smeekte: „Niet huilen pappie, nu heb je toch weer een zoontje?" (Wordt vervolgd.) (Van onze medische medewerker) In ons eerste artikel (feuilletonpagina van dinsdag 31 mei) zagen wij reeds dat naast de chemische middelen ook zeer vele plantaardige psycho- litica worden gebruikt. De wetenschappelijke toediening van enkele dezer ,zenuwstoffen" heeft voornamelijk ten doel om een experimentele psychose te verwekken. Het resultaat hangt af van het gebruikte psycholiticum, de dosis, het individu en de situatie waarin het gegeven wordt. De vergiftiging begint, afhankelijk van de wijze van toediening, na 10 tot 60 minuten met een gevoel als bij een lichte dronkenschap. Daarbij ko men maar weinig lichamelijke verschijnselen voor, enkele spierschokjes, lichte misselijkheid, wat pijn in de maagstreek en een verwijding van de pupillen. De proefpersoon vertelt later dat hij alles om zich heen zag gol ven als door de wind bewogen, alle kleuren leken veel briljanter, terwijl alles wat vast en ondoorzichtig is, veranderde in plastisch en transparant. Geluiden, en vooral muziek, worden veel emotioneler doorleefd en gaan vaak gepaard met kleurgewaarwordïngen. Later worden de omgeving, de gezichten van de aanwezigen, het eigen lichaam en spiegelbeeld illusionair veranderd en vervreemd. Wanneer de kamer donker wordt gemaakt treden allerlei hallucinaties op van een onbegrijpelijk intense werkelijkheid, plas ticiteit en veelvormigheid, schitterend van kleur en emotioneel sterk ge laden. Spreken en bewegen deden de proefperso nen bijna niet, vragen beantwoordden zij nauwelijks, of zij werden kennelijk niet begrepen. De aandacht is te zeer geboeid door hallucinaties, het lichaam voelt klein aan als dat van een baby of kleuter, het kan gewichtloos in de ruimte schijnen te zweven, neerkijkend op exotische land schappen. Ruimte en tijd vallen weg, vooral bij een grotere dosis waarbij re gelmatig „eeuwigheidsbelevenissen" voor komen. Het denken wordt fragmentarisch door het opduiken van een voortdurende stroom van vreemde gedachteninhouden. De stemming wisselt sterk tussen eufo rie (intense geluksbeleving) en depressie (rampzaligheid), vergeten belevenissen uit de vroegste jeugd worden opnieuw be leefd en geven aanleiding tot zuchten, hui len of schreeuwen. Het is geen echte droomtoestand waarbij de dromer als regel niet weet wat hij droomt, maar er bestaat een dubbele oriëntatie, waarbij een deel van de geest contact houdt met de werkelijkheid, terwijl het andere deel de bijzondere ervaringen beleeft die door het psycholyticum worden opgeroepen. Het geheel verloopt in golven van 5 tot 10 minuten, waarin de intensiteit de ver schijnselen toe- en afneemt. Dankzij deze experimenten, die opzich- zelf al een boeiend fenomeen zijn, heeft men nieuwe gegevens verkregen met be trekking tot de hersenfysiologie, psycho logie, psychiatrie en filosofie, terwijl in het bijzonder het vraagstuk van de schi zofrenie (gespleten persoonlijkheid) nu opnieuw van de chemisch-fysiologische kant kan worden aangepakt. Bij de psychotherapeutische behande ling van die patiënten bij wie er als het ware een weerstandbarrière moet worden doorbroken, werden de laatste jaren een aantal chemische stoffen gebruikt, waar onder LSD. Dit laatste middel blijkt voor al met goed gevolg te kunnen worden ge bruikt bij patiënten die met de gewone behandelingsmethoden „onbereikbaar" blijken of die aan een ziekte lijden welke doorgaans niet genezen kan worden, zo als dwangneurosen en psychopathieën. De behandelende psychiater leert door uitvoerig onderzoek zijn patiënt goed ken nen en brengt hierbij een krachtig posi tieve relatie met hem tot ontwikkeling. Bovendien wordt de patiënt uitvoerig voorgelicht over de belevingen die hij kan verwachten, alsmede over het doel van de behandeling. Deze gebeurt in een rustige, zoveel mogelijk voor zintuiglijke prikkels afgeschermde omgeving, uiter aard in een kliniek omdat er na de behan deling nawerkingen kunnen voorkomen. Hierbij kan psychotherapeutische steun nodig zijn en vooral nauwkeurige obser vatie van de vrij vaak optredende reac ties. Terwijl in 65 percent van de gevallen door deze behandeling een verbetering, (soms een zeer belangrijke) optreedt zijn er bij deze klinische toepassing (van de daarvoor met zorg uitgezochte patiën ten) geen giftige bijwerkingen gezien, zo als enquêtes over dit onderwerp hebben uitgewezen. Ook bij alcoholisme en ver slavingstoestanden worden onder sommi ge omstandigheden bemoedigende resul taten behaald. Hoewel de toepassing van LSD een geheel nieuw element in de psychotherapie heeft gebracht, blijft men in de geneeskunde deze stof met de groot ste omzichtigheid hanteren. Want er ko men innerlijke doorbraken tot stand, die op hun beurt geheel nieuwe problemen oproepen. Hoe uitermate belangwekkend en nut tig het LSD in de psychiatire blijkt te zijn, in handen van leken hoort het be slist niet thuis. Ook in Nederland werd LSD in wetenschappelijke experimenten uitvoerig onderzocht door dr. F. van Ree, die in 1958-'59 bij 43 proefpersonen in het psychologisch laboratorium van het Wil- helminagasthuis te Amsterdam de gevol gen van dit middel heeft nagegaan. Uit zijn rapport, dat onlangs (bij uitgeverij Kluwer te Deventer) in druk is versche nen, blijkt tot welke ernstige stoornissen LSD kan leiden, zodat de schrijver het volkomen juist acht dat deze stof thans onder de opiumwet is gebracht. Ook in dit boekje komen de ontzaglijke psychische ontsporingen naar voren, die door de proefpersonen werden beleefd. WAAROM DE hallucinogenen, die ook wel „fantastica" worden genoemd, hoofd zakelijk in kringen van intellectuelen, en voornamelijk de jongeren onder hen, zulk een grote vlucht hebben genomen? Dit berust waarschijnlijk op hun verlangen om te ontsnappen aan de onbevredigen de werkelijkheid die het leven hun biedt. Door middel van deze stoffen hopen zij een „andere", boeiender wereld te vin den. Zij weten dat het een geestelijk waagstuk voor hen betekent, een avon tuur waarvan zij de afloop wel kunnen bevroeden maar die hen toch ontgaat. Het is een verzet tegen de maatschappij van heden, waarin zij gedwongen zijn te le ven en het zoeken naar een nieuwe, al thans beslist andere wereld waarheen LSD ze helpt ontsnappen. Reeds wordt deze kunstmatige vorm van waanzinnige exta se in groepsverband beleefd, waaraan dan heel bijzondere benamingen worden verleend: metafysische trip, „mystiek de lirium" enz. In Amerika worden, won derlijk genoeg, aan sommige universitei ten grote samenkomsten gehouden vaak onder leiding van professoren. In enkele plaatsen in dat land wordt de kunstma tige extase als een cultus beoefend waar bij zeer aanvechtbare (en vaak wegens delicten veroordeelde)figuren de leiding hebben. Vanzelfsprekend zit achter dit al les ook een groot winstbejag, want de met LSD gedrenkte pillen zijn zeer duur, vooral op de zwarte markt in bars, bij dubieuze drug-stores via postorders en zelfs door tussenkomst van artsen. In Parijs speelt dit alles zich af in dezelf de kringen waar de handel in verdoven de middelen welig tiert, zij het dat de hallucinogenen collectief worden ge bruikt. Ook Duitsland kent LSD. TOT SLOT de eigen beschrijving van iemand die nooit eerder verdovende of andere ongewone middelen gebruikte, maar die zijn vrouw vergezelde naar een bijeenkomst waar LSD werd ingenomen: „Wij gingen in de auto en toen ik drie straten verder reed, opende zich plotse ling het plaveisel, de lantarens werden grote lichtkogels. Ik kon de kleuren der verkeerslichten niet meer onderscheiden en volgde daarom het voorbeeld van de auto die voor mij reed. Toen ik thuis kwam viel ik in een stoel en had het ge voel dat mijn eigen, bewuste geest op mijn schouder zat en alles gadesloeg. Toen mijn vrouw een vioolconcert op de radio aanzette kon ik de muziek als een tube tandpasta uit de luidspreker laten komen, omgeven door duizenden gekleur de lichtjes. Toen een vriend op bezoek kwam kon ik normaal met hem spreken, maar zijn gezicht veranderde voortdurend. Nu eens was hij een Chinees of een ne ger, dan weer een Arabier, wat ik met mijn vingers kon bewerkstelligen. Hij was het spiegelbeeld van het hele'men selijke geslacht, net als ik. Ik wist dat ik God was, maar alhoewel dit belachelijk klinkt wist ik dat ik het leven was, net als God, en dat wij dus gelijke wezens zijn. Ik onderzocht mijn lichaam door erin te klimmen en vond een toestand als in Dante's Inferno, waarboven mijn geest zweefde" Dit is een voorbeeld van iemand die de eerste maal LSD gebruikte. Een huive ringwekkend voorbeeld. v\ -. O». Handige zakenlieden hebben, specu lerend op de enorme populariteit van t.v.-series als Bonanza en Rawhide, nu ook in Engeland wildwest-vermake lijkheden georganiseerd, waarbij iedere amateur-cowboy zijn krachten mag meten met lasso, paarden en slie ren. Een der kandidaten op een dezer dagen in Lifton, Devonshire, gehouden rodeo was de heer James Pollard, die een enorme zwarte stier probeerde te berijden. De stier echter dacht er an ders over. Hij bereed liever de heer Pollard, die van zijn avontuur geluk kig slechts een paar blauwe plekken overhield. 27. De heer Geldmaker voerde Panda naar een rots achtige vallei en wees op enkele borden die daar waren opgesteld. „Een van mijn beste geldzamelende vindin gen!" verklaarde hij trots. „Dat???" vroeg Panda ver baasd. „Maar dat zijn waarschuwingsborden! Verbo den deze boom te passeren" staat hier op. Hoe kunt u daar dan geld verzamelen? Dat zou ik wel eens willen weten! Wat is er achter die boom? Mag ik eens gaan kijken?" „Dat is het nu juist"! verklaarde de ander. Die borden staan daar om voorbijgangers nieuwsgie rig te maken. En dus gaat men kijken". „Wat een on zin!" zei Panda. „Wat is er dan te zien?" „Een geld- verzamelend apparaat!" legde Simon Geldmaker uit. „Wat anders! Kom maar mee!" Zo sprekende ging hij Panda voor langs een reeks borden, die dreigende tek sten droegen zoals: „Ga terug!", „Geheim!", „Geen toegang", „Gevaar", en dergelijke. Panda werd steeds nieuwsgierigertotdat zijn begeleider voor een kuil stil stond waaruit een vreemd gevaarte oprees. „Is dit al les?" vroeg hij teleurgesteld. „Ik begrijp niet hoe u hier mee geld kunt verzamelen!" Maar meneer Geldmaker luisterde niet naar hem. „Er is iets mis!" mompelde hij, de lucht opsnuivend. „Ik ruik geen munten en toch is het apparaat in werking! Eigenaardig! „Help!" riep op dat moment iemand van boven. een vrachtschip IS 6ERAMD EN tH tweeen gespleten „.HOT VOORSCHIP DR.NET ROND MET ENKE te- oveRtevemsN ACHTERSTEVEN IS MET EEN AANTAL OPVAREN OEIU 6EIONKEN DIE ARM REPELS! STIL, REUf -IK WIL 06 REST HOREN I NEEM MANNEN Die NOb IN LEVEN VIN EN LAAT ZE DE DWARSSCHOTTEN STUTTEN I HET ACHTERSCHIP ZINKT ALS EEN BAK STEEN, KAPTE/N >„MAAR WH DRIIVEN N06.' - MAAR HOE ÓÖÖpTh^WATER POOR. DEStANö TzO, 111 8ENT NU DE SPUITGAST ENIKDE U8RANDW6£RKOMMANDAMT NEE, AIS 8RANDSPÜIT IS HET VEEL NUTTIGER1. voor tuinwerk is HET VAT NIET <bE SCHIKT' AtS WE SPUITEN MOETEN1?J PAT HE8 IK At 8E0ACHT KtEINE PIN60 536. Net zo verheugd als de hele fami- lie Boeienkoning was Brammetje Fok, toen hij zag hoeveel geld de artiest had opgehaald. Mede dankzij het teertouwtje! Het afscheid was moeilijk. In korte tijd was Brammetje zich sterk aan het teer touwtje gaan hechten, maar de zeeman voelde: het was beter zo. De toekomst van het touwtje lag aan de wal. En de familie van de boeienkoning zou geen el lende meer kennen. Reeds nu zat de kleine broekeman, de boeienprins, opge wekt op de rand van zijn bed, alsof hij voelde, dat de slechte tijden voorbij wa ren. Toen het goede schip Kokanje weer uit voer op weg naar nieuwe belevenissen reed op de kade het gezin in de woonwa gen mee. Zij zwaaiden, totdat de Ko kanje uit het zicht was verdwenen.en het teertouwtje wuifde het hardst van al lemaal. Iedereen deed, alsof hij de zwarte traan niet zag, die uit het teertouwtje omlaag gleed. Men begreep best, dat het touwtje een beetje met zichzelf in de knoop was geraakt.maar het zou best in orde ko men. „Vort peerd" zei de boeienkoning. EINDE VAN DIT VERHAAL.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1966 | | pagina 17