en
VRAGEN STAAT VRIJ AAN DE BALIE DER V.V.V.
Puzzel van de week
POLLE, PELLI EN PINGO
s
KRAMMETJE FOK
J
TOTAL
PANDA EN DE MEEST ER-GELDZAMEL AAR
J
E
"N
door Garcia
de Léon
m
VRIJDAG 10 JUNI 1966
15
Ons vervolgverhaal
Een oorspronkelijke
Nederlandse roman
door Willy Corsarl
Wassen
Doorsmeren
J. BR IJS
mue
-y
*V A '-?•
32)
Zij lag voorover op
bed te snikken, met gebalde vuisten
slaande in de kussens. Het duurde
lang, voordat Annemarie haar tot
bedaren kon brengen. Zij hield het
kind in de armen, zo teder als zij
in lange tijd niet was geweest, be
loofde haar, dat ze mee mocht gaan
naar Brussel als ze ging spreken
met de directrice van een kost
school, die zij zelf ook had bezocht
en waar zij een heerlijk leven zou
leiden.
Ze is al getroost", zei Annemarie,
toen ze weer beneden kwam. „Ik heb
gezegd, dat ze maar moet blijven
liggen, ze had bijna een zenuwtoe
val.
Christiaan bracht het kind eten op
bed. Charlotte leek nu rustig. Op al
les wat hij stuntelig zei, antwoordde
ze gedwee: „Ja". Haar ogen staarden
hem aan, alsof zij hem niet zag, alsof
ze niéts zagen. Als ogen, die glanzen
en toch blind zijn. dacht hij. Het
maakte hem ellendig. De volgende
dag liet zij zich even gedwee het
jurkje aantrekken, dat Annemarie en
Mademoiselle haastig hadden ge
maakt uit een oud rokje en het lijf
je van een andere jurk. Zo, vreemd
stil en gedwee, ging zij na enige da
gen mee met haar moeder naar
Brussel. Het was haar eerste trein
reis, maar zonder belangstelling
staarde zij uit het coupéraampje en
knikte maar, als haar moeder iets
aanwees.
Annemarie kleedde haar van top
tot teen nieuw aan, voordat zij naar
de kostschool gingen. De korte haren
verborg zij onder een hoed. Charlot
te vertoonde geen belangstelling voor
wat zij aankreeg en even uitdruk
kingloos antwoordde zij op alle vra
gen van de directrice en liep naast
haar moeder en de directrice mee
door het grote huis en de tuin. An
nemarie zei telkens: „Kijk, daar is
een tennisbaan. Je kunt hier leren
tennissen. En natuurlijk krijg je
danslessen. Kind, als ik aan mijn
kostschooltijd denk, kan ik je benij
den! Ik zou best in jouw plaats wil
len zijn!
Na hun terugkeer was het Anne
marie, die uitvoerig vertelde hoe
mooi het alles was, hoe heerlijk de
school lag, even buiten Brussel,
dichtbij de bossen van Deurne. Chris
tiaan keek bij wijlen heimelijk naar
zijn dochtertje en had zijn vrouw wel
het zwijgen willen opleggen. Het
kwam hem zo dwaas en triest voor,
dat Annemarie het kind voortdurend
wilde inpraten, hoeveel reden zij had
om zielsgelukkig te zijn.
Charlotte lag die avond lang wak
ker. Het was altijd Charles, dacht
zij. Voor vader was ik alleen maar
Charles. Met Charles is hij op jacht
gegaan en Charles heeft hij leren
paardrijden, zoals hij hem had be
loofd. Zij had een vreemde gewaar
wording bij die gedachten: alsof ook
nu alleen Charles er nog was en zij
in zijn graf lag, alleen, zo vreselijk
alleen. Ze strekte in het donker haar
hand uit en voelde dadelijk de koele
Charles
Charlotte
neus van Tasso. Ze had alleen hem
en zou van hem weg moeten.
Haar vader had beloofd, dat hij
voortaan Tasso altijd zou meene
men, samen met Bruno.
De volgende morgen zat zij tegen
over Mademoiselle. Die sprak ook al
over de kostschool, waar zij nu heen
zou gaan.
„Ja, voor mij is nu alles uit. Ik
kan gaan. Dat zal altijd zo blijven,
tot ik te oud ben om les te geven.
En dan? Veel sparen kan ik niet".
Charlotte schrok op uit haar
vreemd starre rust. Zij merkte plot
seling, hoe bleek en ontdaan Made
moiselle er uit zag en hoe haar han
den weer beefden. Zij had altijd een
afkeer voor haar gevoeld, een weer
zin tegen haar grote tanden, haar
klam-koude, magere handen, haar
vleierig glimlachje, de luchtjes, die
om haar heen gingen. Nu voelde zij
medelijden.
„Ja, jij hebt ook verdriet", zei
Mademoiselle en legde haar hand op
die van het meisje. Charlotte beet de
tanden op elkaar om zich te beheer
sen en haar hand niet weg te trek
ken, maar het was. dacht zij, alsof
je een pad aanraakte.
„Ja, jij wordt maar weggestuuurd,
arm kind, zei Mademoiselle, jij bent
ook niet meer nodig hier, nu je vader
misschien weer een zoon krijgt. Een
echte zoon! Ze liet haar grote tanden
zien. Ja, dat is vreugde voor hem, dat
nieuwe kindje".
Charlotte zat roeloos.
„Een kindje?"
„O, wist je het nog niet? Misschien
mocht ik het niet vertellen, je moet
het maar niet verraden, maar je
moeder krijgt weer een kindje. Ja,
zo'n nakomertje, dat zal wel ver
troeteld worden".
Charlotte zat zwijgend, roerloos. Ze
voelde zich opeens misselijk van de
pijn, die door haar borst schoot. Dat
was het dus. Daarom was het spel
letje uit. Haar vader had gespeeld,
dat ze Charles was. Maar nu kreeg
hij een écht zoontje. Nu had hij
haar niet meer nodig.
Zij merkte, hoe de kleine, grauwe
oogjes van Mademoiselle haar be
spiedden. Opeens begreep zij, waar
om ze haar dat had verteld. Wat
keek ze nu? Dacht ze soms. dat ze
zou gaan huilen en klagen? Ze boog
zich over haar boek en begon een
Frans gedicht op te lezen, alsof dat
alles haar niets kon schelen.
Maar de les duurde kort. Made
moiselle stamelde opeens iets van
migraine en liep de kamer uit. Char
lotte sloeg het boek dicht. Ze kniel
de bij de hond, sloeg haar armen om
zijn hals en drukte haar gezicht in
zijn vacht.
De hond kwispelde, jankte zachtjes,
likte haar gezicht. Toen Mademoiselle
niet aan tafel kwam, ging Annemarie
naar haar kijken. Ze bleef lang weg
en kwam terug, met vochtige ogen.
(Wordt vervolgd.)
THE CITY OF LONDON INFORMATION CENTREbestaat vijjtien jaar. Het
is gevestigd in een rond paviljoen op het plein waar een van de drukst be
zochte Londense attracties staat: de St. Paul's Cathedral. Een onderhoud
met de directeur, John Robert Haughton, brengt aan het licht dat het spreekwoord
van de vragende gek nog niets aan betekenis heeft verloren.
EEN PAAR DAMES doen hun best
de bezoekers voor de halfronde balie
in te lichten over wat er in de City
of London te bekijken is. Voor mij gaat
een klap omhoog en ik dring door tot
het heiligdom van de heer Haughton.
Na de eerste zinnen die we wisselen
weet ik al met een veelzijdig en hoogst
intelligent man te doen te hebben. De
ze eigenschappen, naast een natuurlij
ke interesse voor het oplossen v-an puz
zels, maken hem tot een bijna ideale in-
formator.
DAT KLINKT misschien een beetje
dik. U denkt: nou ja, iemand die nu
al jaren inlichtingen verstrekt over
een betrekkelijk klein gedeelte van de
Britse hoofdstad (de City of London
is maar een vierkante mijl groot) moet
toch langzamerhand weten waar hij
over praat. Volkomen juist, als het in
derdaad zo was dat er in het ronde
paviljoen aan St. Paul's Churchyard
alleen maar vragen werden gesteld op
het gebied van bezienswaardigheden.
Maar zo is het niet. Het spreekt van
zelf dat de heer Haughton in de eerste
plaats zijn taak niet begrensd ziet tot
zijn eigen gebied. Vraag hem gerust
wat er in andere delen van Londen te
koop is, in andere delen van Engeland
desnoods en hij zal het antwoord niet
schuldig blijven. Daarnaast echter zijn
er onder de miljoen vragen die in juli
zullen zijn geregistreerd zoveel die in
de verste verte niet met vreemdelin
genverkeer te maken hebben, dat hij
soms al zijn speurderskwaliteiten nodig
heeft om zijn klanten tevreden te stel
len.
ALS WE het daarover hebben komt
een klein, beduimeld boekje voor de
dag, waarin de heer Haughton de meest
uit het gelid springende vragen heeft
genoteerd sinds het informatiebureau
ter gelegenheid van het Festival of Bri
tain aan de overzijde van de Theems
zijn functie begon, zijn dat er honder
den geweest.
„In de eerste jaren kregen we meest
Engelsen uit de provincie. Amerikanen
ook wel, maar de deviezenmoeilijkhe-
den waren toen nog een rem op de
reislust. Nu komen er lieden van alle
denkbare nationaliteiten, de verhou
ding Engelsen-vreemdelingen zal onge
veer fifty-fifty zijn."
HIJ BLADERT in zijn boek en
glimlacht. Opkijkend zegt hij: „Wat
mij betreft maakt u er maar een grap
pig stukje van. Maar dan moet u toch
wel weten dat meer dan negentig per
cent van de vragen wel degelijk op toe
risme betrekking heeft. Dan zijn er de
verzoeken om informatie waar bepaal
de voorwerpen te koop zijn: iemand uit
Schotland had veertigduizend vliegers
nodig voor een feest, een bezorgde
moeder wou weten waar ze een kogel
vrij vest kon aanschaffen voor haar
zoon die pas in militaire dienst was.
Hier vind ik een vraag waar een do
zijn tweedehands doedelzakken te koop
zouden zijn. O ja, dan die Amerikaan
uit Ohio. Hij wou beslist niet naar huis
terug zonder een stukje originele En
gelse rots. We hebben hem naar het
gemeentebestuur van Dover verwezen.'
Pagina's worden omgeslagen, soms
met een schouderophalen, dan weer
met een gebaar van niet de moeite
waard. Plotseling roept hij enthousiast:
„Ja, dit is misschien iets voor u: hoe
veel porties gaan er uit een kalkoen
van vijfentwintig pond? Nou kun je bij
dergelijke vragen wel denken: die ra
ken mijn werk niet, maar ik voel me
er min of meer door geprikkeld: ik wil
het dan zelf ook weten. In dit geval ben
ik ervan uitgegaan dat de helft van
het gewicht aan afval weggaat, blijft
over twaalf en een half pond, me dunkt
vijftig behoorlijke porties."
„Hier deze: waar kan ik een oli
fant huren? Ik heb het antwoord schul
dig moeten blijven. Bestaan er ook
Abessijnse katten? En of, er is in Lon
den zelfs een club van liefhebbers.
Schreef Shakespeare met zijn rechter-
of zijn linkerhand? Waar kan ik een
valkenhandschoen kopen? Een glazen
oog? Ik heb zo juist een bijenkoningin
gevangen, wat doe ik ermee? Begin
een eigen korf, heb ik gezegd. Wan
neer gaat de volgende trein naar Mün-
chen?"
Een uitzonderlijk groot aantal men
sen schijnt Londen te bezoeken met het
doel, er niet meer bestaande plekjes of
gebouwen te bekijken. Een onderwijzer
uit het midden westen van de Ver
enigde Staten was diep teleurgesteld
dat de door hem gezochte boekwinkel
in 1700 was geliquideerd. Een eveneens
Amerikaanse toneelenthousiast verliet
het informatiebureau als een gebroken
man: hij wenste een lijst van stukken
die de laatste jaren in de Old Globe
waren gespeeld. Heel voorzichtig werd
hem te kennen gegeven dat dit thea
ter in de zestiende eeuw was afge
brand.
VRAGEN, VRAGEN. Mag ik een
adres waar ik een zakje echt Londens
zand kan krijgen? Kunt u me opgeven
welke ziekenhuizen er in Zwitserland
zijn? Waar ik de passagierslijst van de
Mayflower kan copiëren? Wie is de
patroonheilige van de schrijvers en
journalisten? (volgens de Engelse
Journalistenkring St. Franciscus van
Sales). Wat is een Hollandse klok?
Hoeveel maharanis zijn er nog in In
dia? Waarom kan ik maar twee volt
uit een ééncellige batterij halen?
„Op één bepaald soort vragen ga ik
nooit in: we krijgen wel eens een brief
uit het buitenland met het verzoek het
adres op te sporen van iemand die
men gedurende de vakantie heeft le
ren kennen. Je weet nooit wat daar
achter steekt, dus in zo'n geval gaat
er een beleefd briefje terug dat we
ons niet met die kwesties bemoeien".
„LEGGEN buitenlanders u wel eens
bijzondere taalpuzzels voor?" Hij moet
even nadenken. „Natuurlijk krijgen we
die, volop zelfs, maar ik zoek naar een
vertaalbaar voorbeeld. Dit misschien:
een Russische matroos stamelde aan
de balie een paar woorden waarvan we
maakten: exhibition parafin. Dat was
me bijna te machtig. Ik heb zitten
piekeren op een verband parafine
parafine was! Wassen beelden!
Hij wou naar Madame Tussaud's!"
Ik had telefonisch een kwartiertje
gevraagd, heb gehoopt op een half uur,
maar zit nu al ruim een uur te no
teren. En Mr. Haughton bladert maar
door. Dan kijkt hij op de klok. „Hé,
bijna sluitingstijd. U hoeft niet weg",
laat hij er haastig op volgen, bang
me te kwetsen, maar ik beduid hem
dat het zo wel genoeg is.
„Nog deze" zegt hij opstaand en ik
zie dat het boekje bijna is doorgebla
derd. „Een kleurlinge vroeg me waar
ze een ontkrulkam kon kopen, ze wil
de haar haren sluik dragen. Het heeft
me heel wat tijd en moeite gekost maar
ik heb een adres voor haar opgeschar
reld: in Monaco".
PUZZEL NO. 23
Horizontaal:
1. In dit plaatsje ligt de azijn op het dak.
5. Vond je de pel in het park? Dat komt
van die grote noot.
9. De zangeres is uit een goed stuk hout
gesneden.
10. 'n Komma aan 'n eind? Dan zeker al
leen In Noord-Holland.
11. Toen de ober 'r verloor, vloog hij eruit.
12. Ga 's naar de Peel, daar vind je nog
zo'n reeks schuiten.
13. Doe eens een bod op dat Franse goud.
Daar kan je voedsel mee verdienen.
15. Er ontstond een rel in die doos om die
kleurstof.
17. Re hoort bij de noten. Dat moet je op
schrijven.
18. Horen die maten bij de ar? Wat zegt die
jongen daarvan?
20. Zij waarden, totaal verward, rond op
het jachtterrein.
22. Wilt u dit grote dier aanschouwen?
Dan behoort u op rij G te gaan zitten.
23. Bloeit die plant alleen in de lente?
25. Heeft zo'n rat ook al iets met de wet te
maken?
26. De tiener was er rap bij om terug te
keren naar zijn land.
29. De maat was door elkaar genomen meer
een tijdperk.
30. Wat deed zij eng in Tiel, zo lichtgeraakt.
Het was wel bedenkelijk.
31. Dat die ets veel geld kost is wel aan
genomen.
Verticaal:
1. Ze raakte met B.B. in de war. Gebrui
kelijk bij het schoonmaken?
2. Pa at 'r 'n oog af. Wat een vreemde
menseneter.
3. Als Amsterdam zijn tram afschaft, blij
ven alleen de vrouwen over.
4. Nel stond aan de kade en dronk er van.
5. Pim vindt de kern aan de IJssel.
6. Als de wandeldreef een el korter zou
zijn, kon je daar je dorst mee lessen.
7. Als het paard de ar laat staan, begeeft
hij zich op weg.
8. Heeft die man daar iets te maken met
de negende maand?
13. Hij boert er goed mee al ligt de prijs
ervan niet laag.
14. Ben vindt de oleander een weinig winst
gevende plant.
16. Hij raakte 'r kwijt van het terras, maar
hield een halfgodje over.
18. Als er geen moer in die ton had geze
ten, had hij nooit kunnen starten.
19. Ina kreeg een kg van die stof van de
onbekende uit China.
20. Wat Ge in de rei doet begrijp ik niet.
Het ziet er wel nat uit.
21. Nel ging naar de stad. Moest zij daar
voor naar dat vreemde land?
24. Er kwam een slang voorbij.
27. Staat dit vaatwerk aan de top?
28. Het lot raakte in de war en kwam weer
op gang met een touwtje.
Oplossingen, uitsluitend per briefkaart,
dienen uiterlijk woensdag a.s. in ons bezit
te zijn.
OPLOSSING PUZZEL NO. 22:
1-7. algebra, 5-10. brasem, 9-13. emmer,
12-17. Ermelo, 16-20. loper, 18-23. perzik,
22-25. ikat, 24-31. atletiek, 30-38. eksteroog,
36-42. oogmerk, 40-44. erker, 43-47. Ernst,
46-52. station, 51-58. ongerust, 57-61. strop,
60-65. oplage, 63-68. agenda, 67-72. dapper,
70-78. pertinent, 76-81. entree, 80-89. eens
gezind, 87-95. inderdaad, 94-101. adviseur,
99-104. Europa, 103-109. parasol, 107-112.
solide, 111-118. detentie, 117-124. iedereen,
123-130. Engeland, 128-135. andersom, 134-
139. omhaal, 138-145. albatros, 144-148. Osa
ka, 147-153. kanarie, 152-156. ieder, 155-161.
erfenis, 160-164. islam, 163-171. Amster
dam, 170-175. ampere, 174-182. repetitie,
180-185. tierig, 184-190. ignobel, 188-195.
belanden, 193-202. Denemarken, 200-211.
kennisgeving, 208-217. vingerhoed, 216-225.
edelmoedig.
De prijswinnaars vindt u elders in dit
blad.
Advertentie
TOTAL QUICKSERVICE
Zijlweg 39-41 - Haarlem
Geopend van 7.0024.00 uur.
Tel. 1180S
34. Nadat Hyacinth zo ruw over de muur van Geld
makers huis was gezet, bleef hij even versuft liggen.
Maar toen werd zijn oor getroffen door het fluiten
van een leeuwerik en bovendien rook hij de geur van
een plantje, dat daar groeide. „Kijk nu toch!" sprak
hij geroerd. „Een puur, ongerept bloempje.' En ik was
er bijna op gevallen! Geknakt zou het zijn geweest.
Maar verder kwam hij niet. Want op dat moment pas
seerde een van meneer Geldmakers muntenverzamelen-
de automaten. En aangezien het wagentje in het geheel
geen oog voor natuurschoon had, reed het ruw over
het bloempje heen. Het valt te begrijpen, dat Hyacinth
boos werd en de gevolgen bleven niet uit. Simon
Geldmaker wachtte dan ook vol ongeduld op de thuis
komst van deze laatste muntenverzamelaar. Maar toen
er tien minuten waren verstreken, gaf hij Panda op
dracht om te gaan zoeken. „Hm", mompelde Panda
onzeker. „Ik weet eigenlijk niet of ik dit wel zo'n
leuk baantje vind! Ik heb het vreemde gevoel, dat
ik zo'n geldverzameling eigenlijk helemaal niet mooi
vind!"
DAT BEETJE VUUR ZUIDEN W6 6AUW BDUSSEN,
•^ADDES KDAARi PIN60
WATER1,!
DAT VUURTJE RUIKT0VERI6ENG GoEDj^
HET VUUR GAAT UIT, WE KUN-
NEN GEEN WORSTJES MEER
8RADEN
WAAR.
Komt dat wa
TER VANDAAN)-!'
1 s? GsSw
UjÖO
EEN H66L SCHIP
vinden is op Die
ore pre ad een
HEKSENTOER
EN DENK ERAAN,
DB MARINE KAtJ
jvLt/te óeenen-
Kete sescheriwn6
(heven
'T ZAl MET
MEEVAUEN, DE
80£6 VAN Dt"BR00
6AU'S"1E VIAI-
DEN'
EU A/06
MANNEN
VINDEN
HET P tAU DAT HU BN
ZICH HEEFT IS 70 6E-
HEIM DAT VUDUE HET
NIET M06EN BEKIJKEN
NOU, DAT MOET WEt
DYNAMIET ZNN'
AlS JE HET ZOU VINDEWJ
DIT IS EEN ORDER'
IUIM9
C PIB
't".W
..AÏs&t
543. „VRAAG ME NIET HOE IK aan
land ben gekomen", zette Bram zijn ver
telling voort. De laatste meters naar het
strand kostten mij mijn laatste krachten.
Het is zelfs de vraag of ik er wel zou zijn
gekomen, als er niet een geheimzinnige
macht was geweest, die me aan land
had getrokken".
„Hè, spannend", zuchtte Karo. Hij
vroeg niet, wat die geheimzinnige macht
wel was, want hij vond het voorlopig
veel spannender om het niet te weten.
„Net was ik aan land", zei Bram, „of
er wachtte me alweer een nieuwe schrik.
Eer ik er iets aan kon doen vloog mijn
zakhorloge mijn zak uit, mijn zakmes
dook er achteraan en zelfs de spijkers
uit mijn schoenen wrikten zich los. Ook
mijn geldbeurs wilde wegvliegen, maar
die kon ik nog net vasthouden. Als licht
matroos had ik wel niet veel geld, maar
het beetje, dat ik had, wilde ik graag be
waren".
„Oeioei", hijgde Karo.
„Ik klampte me dus aan de ijzeren beu
gel van mijn geldbeurs vast", zei Bram,
„maar er werd zo hard aan getrokken
dat ik niet kon blijven staan. En omdat
ik de beurs niet losliet werd ik met een
vaartje het bos ingetrokken.