Moderne theologen jubileerden
Erwin Canham presideert voor
een jaar „Christian Sience"
Prof. Victor Maag eregast op
vergadering in Kupersoord
Krijgsmachtpredikanten
Conferenties
Bijbelverspreiding
ZATERDAG
JUNI
Herdenking
Forum
Gedenkboekje
Archief
Roeping
Oecumenische bijbel
Erwin D. Canham
I QA6
In het prachtig gelegen Evert Kupersoord aan de
Stichtse Rotonde in Amersfoort, hebben ongeveer
MO moderne theologen hun honderdste vergadering ge
houden. Een vergadering dus met een enigszins feeste-
Uïk karakter. Daarom kon de plek van samenkomst ook
niet beter gekozen zyn dan dit Kupersoord, gelegen in
een bosryke omgeving met fraai uitzicht op het goed
onderhouden park en de volop in bloei staande rho
dodendrons. Vanuit de conferentiezaal hadden de deel
nemers een mooi vergezicht op de uitgestrekte bossen
van het Gelderse. Een extra feestelijk karakter werd
aan deze honderdste bijeenkomst verleend door de
komst van prof. dr. Victor Maag, hoogleraar In de uit
leg van het Oude Testament en de algemene gods
dienstgeschiedenis in Zürich. Hij was uit Zwitserland
overgekomen om voor dit gezelschap van Nederlandse
theologen (er was ook een predikant uit Brussel by),
die allen de stroming van het vrijzinnig protestantisme
in Nederland voorstaan, op de hem eigen enthousiaste,
klare en zeer Indringende wijze in het Duits een refe
raat te houden over „Das Gottesverstandnis im Alten
Testament" (De Godsvoorstelling in het Oude Testa
ment), dat veel stof tot discussie bood door de zeer
uitgesproken steliingname.
Professor Maag had zijn betoog ge
baseerd op zes stellingen, doch hij
raakte dermate in vervoering over het
geen hij zijn gehoor wilde zeggen, dat
hij in zijn anderhalf uur durend refe
raat slechts aan de beide eerste stellin
gen toekwam. Met name was het de
tweede stelling: „De godsvoorstelling in
het Oude Testament heeft wortels in
het nomadische en in het sedentaire le
ven. De syncretistische spanning komt
uit in de polaire begrippen: ervaring-
ambt en historie-on-historie", die hem
dermate fascineerde, dat hij deze stel
ling tot hoofdthema van zijn referaat
koos.
Prof. Maag besteedde veel aandacht
aan de oudtestamentische Godsvoor
stelling van de Israëlieten, die, eerst
als nomaden levend en later in Kanaan
tot rust gekomen, tal van moeilijkhe
den moesten overwinnen om het be
loofde land met goddelijke inspiratie te
bereiken. Uitgaande van het nomadi
sche wezen heeft zich zo het Israëlische
beeld Gods ontwikkeld.
Voorafgaande aan dit belangwekkend
betoog, dat de deelnemers veel stof tot
nadenken gaf aan de daarna volgende
gezamenlijke lunch en dat de gesprek
stof zou vormen voor het in de mid
daguren gehouden forum, had prof. dr.
P. A. H. de Boer uit Leiden de her
denkingsrede ter gelegenheid van deze
honderdste vergadering uitgesproken.
Geestig, opgewekt en spits hanteerde
prof. De Boer gedurende de gehele dag
de voorzittershamer van deze vergade
ring.
In zijn herdenkingsrede memoreerde
hij onder meer dat dit de 101ste ver
gadering geweest zou zijn, indien de
bijeenkomst in 1945 niet was overgesla
gen. Professor De Boer zei tot dege
nen te behoren die het toejuichen, zon
der met hun geweten in conflict te ko
men, samen te werken met de ortho
doxen en roomsen, terwijl hij bestreed
dat modern zijn slechts een bepaalde
manier van doen zou zijn.
Wat ls een modern theoloog?, zo
vroeg professor De Boer zich voorts af.
De moderne theologie heeft, voor zover
zij het Nieuwe Testament bestudeert,
enige speelruimte gelaten om de spo
ren van een bepaalde opvatting over
Jezus, die nog niet de orthodoxe was,
te ontwaren. Het is evenwel een kleine,
en vrij enge speelruimte. Volgens spre
ker komt het hierop neer, dat Jezus
zelf, of althans zijn naaste vrienden,
dichter bij de latere orthodoxe voorstel
ling hebben gestaan dan de moderne
mens lief is.
Het Oude Testament is voor de mo
derne theoloog derhalve een beter be
gaanbaar terrein, met dien verstande,
dat ook van het Oude Testament ge
zegd moet worden, dat de grootste
theologische inkleding orthodox van
signatuur is. De theologie is evenwel
meer dan de bestudering van welk ver
leden ook.
Daarom ligt de beslissing voor de
moderne theoloog ook in zijn heden.
Daarom kan hij slechts echt theologi
seren in openheid, wat zijn eigen tijd
betreft en zijn eigen ervaringen hem
leren. Zijn theologie zal dan ook voort
durend spanningen kennen, twijfel, tra
giek, alsmede het besef van eigen be
trekkelijkheid en tijdelijkheid, of van
uit het geloof gesproken het besef van
dag tot dag afhankelijk te zijn van de
goddelijke genade, aldus besloot pro
fessor De Boer zijn rede.
Het forum, dat in de middaguren ge
houden werd naar aanleiding van prof.
Maags referaat, stond onder de bekwa
me doortastende leiding van mejuf
frouw ds. G. S. Westerouen van Meete-
ren, remonstrants predikante te Rotter
dam. Ongeveer tien theologen namen
aan deze levendige discussie deel.
Voorts maakten deel van het forum
uit: ds. F. Kuiper, emeritus doopsge
zind predikant uit Amsterdam, die ge
durende twee jaar theologisch docent
in Montevideo is geweest; dr A. de Wil
de, hervormd predikant te Zaandijk en
docent aan de sociale akademie in de
wijsbegeerte, alsmede de jeugdige drs.
R. M. Nepveu, assistent van prof. K.
A. H. Hidding uit Leiden en per 1 sep
tember beroepen als voorganger van de
N.P.B. te Bussum.
Unaniem waren de theologen (onge
veer tien) die korte, vaak zeer markan
te opmerkingen maakten ten aanzien
van hun opvattingen over wezen en be
tekenis van de oudtestamentische
Godsvoorstelling, het erover eens, dat
professor Maag in de ochtenduren een
uiterst belangwekkend en briljant be
toog had gehouden, waarover zij niette
min, ieder naar eigen inzicht, de nodi
ge opmerkingen lanceerden. Mede dank
zij de voorzitster verliep deze discussie
ondanks tegenstellingen in goede
harmonie, waardoor trouwens de gehe
le vergadering werd gekenmerkt.
In haar inleiding tot het forum had
de voorzitster onder meer opgemerkt
dat het de glorie van de moderne theo
logen is, alles te kunnen zeggen wat ze
op het hart hebben. Een discussie is
alleen zinvol, zo betoogde zij, als er ve
le geluiden zijn te beluisteren.
Ds. Westerouen van Meeteren stelde
derhalve voor de volgende punten in
discussie te brengen: de benadering en
interpretatie van het Oude Testament;
de relevantie van het Oude Testament
voor onze godskennis, ingeleid door ds.
Kuiper en ten slotte de moderne
Godsproblematiek, waarna professor
dr. L. J. van Holk uit Leiden een sa-
decennia geleden reeds bij de vrijzinni
gen deed horen.
Thans hebben wij te maken met een
bepaalde categorie mensen, die hoewel
zij het graag zouden willen, niet kun
nen geloven. En het gaat er nu maar
om", aldus prof. Bleeker, „aan die
groep van mensen een godsdienstig
houvast te geven waarbij het er dan
om zal gaan hoe wijzelf zullen reageren
op de vraag die God, Christus en de
Heilige Geest hen stellen".
In zijn charmante boekje geeft dr.
S. L. Verheus, die zich bijzonder veel
moeite heeft getroost alle gegevens
over „Honderd jaar vergadering van
Moderne Theologen" te verzamelen,
een kleine kroniek van „een eeuw
verbondenheid in vrijheid".
Het boekje heeft geen andere preten
tie, zo schrijft dr. Verheus in het voor
woord, dan wat de ondertitel al doet
verwachten: een bescheiden overzicht
te zijn van wat ons al theologiserend.
r:
H. T. de Graaf
menvattend slotwoord naar aanleiding
van de gevoerde levendige discussie
sprak: briljant, doordacht en zeer „to
the point", doch tevens een slotwoord
dat voor de vragen, waarmede de vra
genstellers tijdens de discussie bleken
te zitten, geen oplossing bracht.
Er moesten 's middags staande de
vergadering drie nieuwe leden gekozen
voor het moderamen in de plaats van
drie aan de beurt van aftreden zijnde
leden. Met meerderheid van stemmen
werden daarvoor gekozen: prof. dr. G.
J. Hoenderdaal uit Amsterdam, die
prof. De Boer als voorzitter opvolgt,
dr. G. J. Lindijer uit Brussel (vacatu
re dr. S. van der Woude) en drs. I. J.
van Hou te uit Hilversum (vacature dr.
J. A. de Koning).
Dr. S. L. Verheus, doopsgezind predi
kant te Amsterdam en chef van de
theologische bibliotheek van de univer
siteitsbibliotheek aldaar, had in de con
ferentiezaal een- bijzonder belangwek
kende kleine, exquise tentoonstelling in
gericht van brochures, pamfletten en
vaak oude, vergeelde portretten van
kopstukken inzake de moderne theolo
gie in de afgelopen honderd jaar.
Hij kreeg tevens de gelegenheid van
voorzitter De Boer om zijn zeer ter
zake kundig en historisch verantwoor
de boekje „Honderd jaar vergadering
van Moderne Theologen," waarvoor
door dr. Verheus heel wat archieven
zijn doorgesnuffeld, aan alle deelne
mers aan te bieden.
Prof. dr. C. J. Bleeker zei in een
slottoespraak aan het diner: „De vrij
zinnigheid is niet aan het einde van
haar taak doch een nieuwe taak wacht
haar. Er is in een periode van honderd
jaar veel en goed werk verricht en de
invloed van het vrijzinnig protestantis
me heeft zich wijd en zijd verspreid.
Thans valt er ook bij orthodoxen en
rooms-katholieken critiek op de bijbel
te beluisteren, een geluid dat zich vijf
twistend en stichtend in die honderd
jaar verbond. De schrijver betreurt het
dat er bij de moderne theologen blijk
baar van weinig „bewaarzucht" sprake
is, zodat veel documentatiemateriaal
verloren ging. Toch zo deelt de schrij
ver mede, was de speurtocht in de vrij
zinnige pers van heden en verleden,
waarbij ook vele portretten van „wer
kers van het eerste uur" te voorschijn
werden getoverd, voor dr. Verheus een
boeiend avontuur.
De schrijver deelt in zijn voorwoord
ook mede dat er aan een bescheiden,
gedocumenteerd archief, dat aan het
Moderamen ter beschikking zal worden
gesteld voor hen, die zich in deze mate
rie willen verdiepen, wordt gewerkt.
Wat het illustratieve materiaal betreft,
werd er door de auteur uitgegaan van
de voorkeur voor het verleden, zeker
daar waar het de portretten beteft.
Dergelijke soberheid is ook voor de
officiële documentatie van de Vergade
ringen van Moderne Theologen type
rend. Dat is ook het karakter van al
deze honderd samenkomsten geweest.
Bij de drie jubilea, namelijk in 1891,
1915 en 1940 zagen drie geschriftjes het
licht, die op eenvoudige wijze reken
schap aflegden van de resultaten van
voorgaande jaren. De professoren Kue-
nen en Oort publiceerden hun gedachte
nisrede en Lindeboom gaf zijn „25 ja
ren Moderne Theologie gespiegeld in 25
vergaderingen van Moderne Theolo
gen."
De moderne vergaderingen nemen
pas een aanvang als er van een mo
derne richting sprake is, die tot bewe
ging en actuele conflicten zal leiden.
Scholtens „Leer der Hervormde kerk"
(1848) verschijnt, de richting neemt ge
stalte aan als Busken Huets „Brieven
over de Bijbel" worden gepubliceerd
(1858); de zaak wordt nog dwingender
na diens „Afscheid van domineesland"
in 1864, gevolgd door het uittreden van
Pierson een jaar later. Dan pas wordt
er een begin gemaakt met de voorbe
reidingen voor de vergaderingen. De
eerste vergadering vindt plaats op 11
en 12 april 1866. Ook toen reeds in het
allereerste begin waren er tijdens de
ze samenkomsten duidelijk aanwijzin
gen, tot welke spanningen en vragen het
opkomen van de Moderne Theologie
had geleid en dat is honderd jaar lang
zo gebleven
Het ging er toen ook al om tijdens
samenkomsten van gelijkgezinden van
gedachten te wisselen over de behoef
ten en belangen van de kerk en in het
bijzonder van de roeping van de mo
derne godgeleerden in onze dagen. De
ethische kwestie wordt ook al vroeg aan
de orde gesteld, terwijl later ook de so
ciale kwestie vele gemoederen in bewe
ging bracht, waarbij het dus gaat om
het maatschappelijk geëngageerd zijn
van de predikant.
In 1885 vraagt J. T. Tenthoff „Wel
ke houding voegt ons ten opzichte van
de arbeidersbeweging hier te lande?".
In 1962 reageert de vergadering be
wogen, wanneer de problematiek van
het pastoraat in het atoomtijdperk
door Patijn en Heering aan de orde
wordt gesteld. In 1965 komt de in
dustrialisatie bij monde van Wethmar
ter sprake.
Zeer gekende figuren uit de moder
ne theologische wereld hebben de verga
deringen gedurende de afgelopen hon
derd jaar voorgezeten en deze met
gloed en overtuigingsdrang geleid. Wij
noemen er hier slechts enkelen, zon
der aan de anderen te kort te doen.
P. H. Ritter jr., prof. dr. G. A. van
den Bergh van Eysinga, dr. M. C. van
Mourik Broekman, prof. W. Banning,
mejuffrouw N. A. Bruining en vele
anderen. Het is reeds in 1908 dat prof.
dr. H. T. de Graaf over de waarde
Prof, K. H. Roessingh
der nieuwere christologische beweging"
spreekt. In 1919 spreekt prof. K. H.
Roesingh over „de kentering van
het Modernisme", in 1920 over „Ge
loof en Geschiedenis". In 1924 trad
Roessingh nog als voorzitter van de
vergadering op: in 1926 moest prof. dr.
H. T. de Graaf hem al herdenken in
zijn referaat :„Het levenswerk van
Roessingh".
Er is in de moderne vergaderingen
altijd behoorlijk getheologiseerd. Merk
waardig te lezen is dat men er vroeger
geen been In zag vijf h zee lezingen
per vergadering aan te horen.
Het boekje gewaagt verder nog van
het godsdienstig klimaat der vergade
ringen, van de donkere oorlogsjaren,
waar en hoe de Moderne Theologen ver
gaderden. Het zou allemaal te ver voe
ren daarvan hier uitvoerig te verhalen.
Wij willen het liever aan de schrijver
van dit zeer lezenswaardige boekje
overlaten, U daar meer over te ver
tellen.
Bep Andreas
Erwln D. Canham ls de nieuwe pre
sident van de Christian Science Kerk
geworden, toen leden uit alle wereld
delen in Boston bijeen waren in hun
jaarvergadering ter herdenking van
het honderdjarig bestaan van de Chris
telijke Wetenschap.
De heer Canham is in ons land geen
onbekende. Verleden jaar was hij als
gastspreker uitgenodigd op het feestdi
ner ter gelegenheid van het veertig
jarig bestaan van de Buitenlandse
Persvereniging. Reeds in 1952 heeft
koningin Juliana hem benoemd tot
commandeur in de orde van Oranje-
Nassau, als blijk van waardering voor
de goede berichtgeving over Neder
land door The Christian Science Mo
nitor, waarvan hij hoofdredacteur is.
Terwijl de jaarvergadering in Bos
ton werd gehouden, begonnen bouw
vakarbeiders een blok verder het ter
rein te effenen voor de nieuwe uit
breiding van het hoofdkwartier van
deze godsdienst, dat bekend is als
De Moeder-Kerk, The First Church of
Christ, Scientist, in Boston, Massachu
setts.
De belangstelling voor deze jaar
vergadering was groot. De vijftiendui
zend bezoekers werden behalve in het
kerkgebouw zelf ook ondergebracht in
een aangrenzende openbare gehoorzaal
en een nabij gelegen bioscooptheater,
waar het verloop van de bijeenkomst
door middel van lij ntelevisie kon wor
den gevolgd.
De heer Canham zal een jaar lang als
president fungeren, terwijl hij zijn
taak voor de Monitor blijft vervullen.
Hij kwam rechtstreeks naar deze ver
gadering van een grote wereldtournee,
De pogingen van protestantse en
rooms-katholieke zijde om te komen
tot een gemeenschappelijke bijbel be
ginnen langzamerhand gestalte te krij
gen. Het Nederlands Bijbelgenootschap
en de katholieke bijbelstichting hebben
besloten elk twee personen aan te wij
zen voor het uitwerken van een proef-
vertaling van de bijbel in het Neder
lands. Circa twee weken geleden werd
hetzelfde besluit genomen voor een
proefvertaling in het Fries, waarbij een
belangrijk argument was dat het voor
het kleine Friese taalgebied wel bij
zonder ongewenst is twee afzonderlijke
vertalingen te maken.
De deskundigen zullen eerst een of
meerdere boeken van het Oude Testa
ment ter hand nemen. Als de proef
slaagt zal het project tot het gehele
Oude Testament worden uitgebreid.
Daarnaast zal worden begonnen aan
de vertaling van het Nieuwe Testament,
te beginnen met de brieven van Jaco
bus en Petrus. De reeds begonnen
vertaling van de apokriefe boeken zal
wordfen voortgezet.
De besluiten werden genomen nadat
de bisschoppenconferentie in Neder
land aan de katholieke bijbelstichting
toestemming voor het plan had ver
leend.
die hij in september in Europa zal
voortzetten. Tot dusver hebben volle
zalen in 34 steden en vier landen naar
zijn niet-confessionele openbare toe
spraken over „De Geestelijke Revolu
tie" geluisterd, die hij in verband met
het eeuwfeest heeft gehouden.
„En nu gaan wij de tweede eeuw
in". De heer Canham zei in zijn toe
spraak dat onze beschaving voor een
van haar grootste crisissen staat, mis
schien wel de grootste en gevaarlijk
ste die zij ooit heeft doorgemaakt. De
wereld kan voorwaarts dringen naar
het licht, of zij kan terugvallen in de
duisternis.
Een ongemotiveerd vertrouwen heeft
onze samenleving tot aan de rand van
het onheil gebracht. Spreker noemde
drie grote uitdagingen, die onder de
ogen moeten worden gezien: de ver
nietiging van de beschaving door een
atoomoorlog, een ongebreidelde bevol
kingstoename, die tot hongersnood
leidt en de zedelijke vernietiging van
de samenleving door zinnelijkheid en
losbandigheid.
In zijn boodschap aan de bijeen-
lA/VfWWWWWWWWWWWWWVWWWWWW»
Van 13-17 juni wordt in Bergen de
derde Haaf-Conferentie gehouden voor
predikanten, geestelijken, theologen en
theologisch geïnteresseerde leken van
verschillende kerken.
De Conferentie, die plaatsvindt in het
kader van de ontmoeting Joden-Chris
tendom, is gewijd aan de vragen van
theologie en cultuur in deze tijd. Daar
bij komen vooral in het vizier de
vruchtbare en critische funkties, die
bijbels-theologisch denken en handelen
kunnen vervullen in het veld van onze
hedendaagse cultuur.
Aan de konferentie werken mee: dr.
J. vair Goudoever, ds. K. H. Kroon,
pater drs. H. A. Danenberg carm; dr.
H. Ph. Milikowski, drs. H. van Praag
en dr. S. L. Verheus.
Inlichtingen:
„De Haaf" Natteweg 9 Ber
gen Nh. telef. 02208-2006.
komst weest de Christian Science Raad
van Directeuren op de radicale ver
anderingen die plaatsvinden in het den
ken van de mensheid omtrent het we
zen van de Godheid en omtrent Gods
betrekking tot de mensen.
In deze boodschap, die door Clayton
Bion Craig, de nieuwe voorzitter van
de raad, werd voorgelezen, kwam tot
uiting dat de „God is dood"-leerstel-
ling geenszins de dood van God bete
kent, zoals Jezus Hem kende, of zelfs
zoals Abraham, Mozes, Jacob en de
profeten Hem kenden.
Wel wijst dit op het einde in da
menselijke gedachte van een begrip
van de Godheid als een verheerlijkte
menselijke persoonlijkheid en op
een toenemend besef van het wezen
van God als oneindige Geest, zoals
Christus was; en de oneindige Liefde,
waarvan Johannes verklaarde dat zij
het ware wezen van de Godheid vormt.
In 1965 heeft het Nederlands Bijbel
genootschap een groter aantal bijbels
en bijbelgedeelten kunnen verspreiden
dan ooit tevoren, zo wordt in het
jaarverslag gemeld. Er werden niet
minder dan 324.237 exemplaren ver
kocht voor 1,3 miljoen gulden tegen
309.952 exemplaren voor 1,2 miljoen in
1964 toen het NBG 150 jaar bestond.
Het afgelopen jaar heeft het NBG
187.400 bijbels en bijbelgedeelten voor
Nederland, Suriname en Cameroun ge
produceerd. Het onderzoek naar de
mogelijkheid om geestelijk gehandi
capten met de bijbel in aanraking te
brengen vordert uitstekend. De eerste
uitgave zal vermoedelijk voor decem
ber gereed zijn. Deze bestaat uit boek
jes met gekleurde platen en eenvou
dige tekst met bijbehorende grammo
foonplaat.
Tussen 1 januari van dit Jaar en l
juni is het aantal hervormde predikan
ten die hun ambt vervullen in de
krijgsmacht gestegen van 62 tot 71. Ne
gen daarvan werken er in het buiten
land, namelijk vier als legerpredi-
kant in West-Duitsland en vijf als
luchtmachtpredikant op bases buiten
Nederland.
„Werving" van krijgsmachtpredi
kanten was een van de urgente zaken
die de sectie „Kerk en Krijgsmacht"
van de raad voor de herderlijke zorg
van de Nederlandse hervormde kerk in
de afgelopen maanden te behartigen
heeft gehad. Naast de incidentele aan
vulling van diegenen die voor een aan
tal jaren krijgsmachtpredikant worden
(de „reservisten") zullen jaarlijks ten
minste tien hervormde predikanten
voor een jaar beschikbaar moeten ko
men.
De sectie „Kerk en Krijgsmacht"
vindt het verheugend dat de brief die
in september 1965 is uitgegaan en
waarin op het tekort aan krijgsmacht
predikanten werd gewezen, kennelijk
voor de kerkeraden aanleiding is ge
weest om zich op deze zaak nog eens
nadrukkelijk te bezinnen.
Op het ogehblik dienen er 137 predi
kanten in de krijgsmacht. Dat zijn 71
hervormden (13 op de vloot, 40 'in de
landmacht en 18 bij de luchtmacht), 44
gereformeerden (9, 32 en 3), acht gere
formeerden vrijgemaakt (0, 6 en 2),
vier christelijk gereformeerden (al
leen bij de landmacht), vijf evange
lisch luthersen (1, 1 en 3), een vrij
evangelische (leger), twee baptisten
(landmacht), een remonstrant (lucht
macht) en een van de broedergemeen
te (luchtmacht).