ik Onnodig langzaam ik Richting aangeven ik Doorgaande streep rijden verboden bij inhalen met overschrijden Overvolle wagens voortaan verboden Gewijzigde artikelen zijn bondig gesteld Bij sneeuw licht aan; dimmen verplicht Voorbeelden van nieuwe borden A Doorrijden in verkeerd vak verplicht? JURIDISCHE BETEKENIS VAN VERKEERSTEKENS OP WEGDEK W Niet hinderen Mini-rok Gestreept emcne en en en WOENSDAG 2 9 JUNI 1966 9 Einde Hoewel de „mini-rok" er zich nauwelijks toe leent, is voortaan de „amazonezit" achter op moto ren en scooters verboden. Straks dus, zowel op de bromfiets, als op de scooter en de motor de be nen ieder aan een kant. Mis schien niet zo elegant, maar wel veiliger voor de vrouwelijke passagiers. De streep op het wegdek krijgt rechtsgeldigheid. Voort aan mag een ononderbroken streep niet meer overschreden worden. Een dubbele streep mag overschreden worden, als de streep die onmiddellijk links van de bestuurder ligt onderbroken is. Dimmen Driehoek Rechts inhalen Strafbaar NIEUWE VERKEERSCOBE Vermoedelijk in januari 1967 zullen de nieuwe verkeers regels zoals die zij opgesteld door prof. mr. A. Belinfante in werking treden. Sommige van deze „Belinfante-regels" zijn reeds van kracht zoals het stopverbod op bermen langs autowegen andere regels en eisen zullen reeds per 1 juli rechtsgeldigheid verkrijgen. Dit laatste is voornamelijk het geval bij enige gewijzigde technische eisen voor motor voertuigen. Het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens, dat thans dus gereed is, vormt het belangrijkste onderdeel van een nieuwe verkeerswetgeving. Over dit onderdeel deed prof. Belinfante acht jaar. Dit is niet geheel zijn schuld. Ver scheidene commissies adviseerden tot wijziging van de oor spronkelijke opzet. De professor werkt nu verder aan een nieuwe Verkeerswet, waarvan dit reglement een aan hangsel is. De belangrijkste wijzigingen ten opzichte van het oude wegenverkeersreglement zijn kort omschreven deze: De witte strepen op het wegdek worden rechtsgeldig. Onnodig langzaam rijden is verboden. Bij inhalen richting aangeven. Contactsleutel meenemen bij verlaten van auto. Bij bushaltes mag gestopt worden. Bromfietsers achter elkaar rijden. Groot licht bij sneeuw. Bij file rechts inhalen. Van groot belang voor de auto mobilist zijn de gewijzigde bepalin gen omtrent het vervoer van per sonen. Tot nu toe was slechts voor de ruimte voorin de wagen bepaald dat de bestuurder moest beschikken over minstens zestig centimeter in de breedte. Voor iedere volwassene daarnaast diende veertig centime ter beschikbaar te zijn, voor ieder kind dertig centimeter. Achterin de wagen kon men zoveel passagiers vervoeren als men wilde en de ruimte toeliet. Dit is nu veranderd. Na invoe ring van de regels van prof. Bel infante geleden de volgende ma ten: voor de bestuurder moet 55 cen timeter in de breedte beschikbaar zijn, symmetrisch verdeeld ten opzichte van het midden van het stuur. Op de voorbank moet boven dien voor elke passagier boven de twaalf jaar veertig centimeter ter beschikking staan, voor iedere pas sagier jonger dan twaalf jaar dient dertig centimeter ruimte voorhan den te zijn. Voor de cabines van vrachtauto's blijft een breedte van veertig centimeter gelden voor iede re passagier). Achterin de personenauto is de ruimte die minimaal door de pas sagiers ingenomen dient te worden, eveneens geregeld. Voor iedere pas sagier boven de twaalf moet veer tig centimeter, beschikbaar zijn, voor iedere passagier onder die leeftijd dertig centimeter. Volwas sen passagiers mogen kinderen be neden de vijf op schoot hebben. Met het vaststellen van deze ma ten is er een einde gemaakt aan rondrijden met overvolle personen wagens, zoals dat bij voorkeur op het drukke weekeinde gebeurt. Bo vendien kan de koper van een wa gen nu zelf nagaan of een wagen vier- dan wel vijfpersoons is. Een achterbank met een breedte van 1.20 meter is een vijfpersoons wa gen. Wat de claxons betreft: een auto claxon mag bij de invoering van de Belinfante-regels" een ge luidssterkte van 104 decibel heb ben. Thans is dit nog 95 decibel. Controle hierop zal echter moeilijk zijn, evenals de controle op onno dig lawaai van bromfietsen. UUUMMIMVMAMMIMMAAAAAAAMMWMAMM Zeer belangrijk; afslaande be stuurders mogen voortaan voet gangers die de zijweg rechtdoor- gaand oversteken, niet hinderen. Evenals het overige verkeer krijgt de voetganger in dit ge val dus voorrang. De opsomming hierboven is onvolle dig. Voor een goed begrip van de ver schillende punten is een toelichting no dig. Elders op deze pagina kunt u die vinden. Evenals een artikel over de ju ridische consequentie van verkeerste kens op het wegdek, door mr. C. A. baron Bentinck. Voordat dit reglement in zijn geheel in werking treedt, zal door het Verbond voor Veilig Verkeer en door de A.N.W.B. nog de nodige aandacht aan de nieuwe regels worden besteed. Art. 14- De bestuurder mag zijn voer tuig niet verlaten voordat hij de no dige voorzorgsmaatregelen heeft ge troffen om een ongeval te voorko men. De motor van zijn voertuig zet hij af en de contactsleutel ver wijdert hij uit het slot. (Toelichting: Als de motor nodig is voor het lossen of laden mag de be stuurder het voertuig verlaten zon der de motor af te zetten, mits hij voldoende maatregelen heeft getrof fen om ongelukken te voorkomen). Art. 15- Bestuurders verlenen blinden voorzien van een blindenstok en ove rigens alle personen die zich moeilijk voortbewegen ongehinderde door gang. Art. 17- Passagiers mogen bestuurders niet hinderen of afleiden. Art. 21- Het is verboden met een voer tuig te rijden, indien dit is voorzien van een voor het overige verkeer zichtbare verlichte transparant door middel waarvan reclame wordt ge maakt. (Toelichting: Het voeren van derge lijke transparanten neemt toe, waar door het wegbeeid onrustig dreigt te worden en de aandacht van bestuur ders wordt afgeleid. Zakelijke mede delingen waarmee geen reclame wordt beoogd zijn toegelaten, zoals taxi, politie, ambulance). land. Er is tevens een bepaling op genomen dat de richtingaanwijzer on middellijk uitgeschakeld dient te worden als de manoeuvre is vol tooid). Art. 48 Buiten de bebouwde kom is voorsorteren naar links van motor rijtuigen niet verplicht. Art. 27-3 Fietsers mogen, indien zij daardoor het andere verkeer niet hinderen, met twee naast elkaar rij den; bromfietsers mogen niet met twee naast elkaar rijden. Art. 23- Wanneer de verkeersdichtheid het rechtvaardigt, mogen bestuur ders van motorrijtuigen in de volgen de gevallen in files naast elkaar rij den: a op wegen met verkeer in beide richtingen en in vier of meer rij stroken verdeeld, indien het ver keer op die wegen niet op de lin kerweghelft mag komen. b op wegen met éénrichtingverkeer die in rijstroken verdeeld zijn. c daar waar het bevoegde gezag het toestaat of toelaat. 2 Wanneer in files naast elkaar wordt gereden, mag een bestuur der niet van rijstrook of file ver anderen indien hij daardoor de nor male gang van andere voertuigen hindert of belemmert. (Toelichting: Hier wordt het rijden in naast elkaar optrekkende files geïntroduceerd, zoal: dat in steden en op grote wegen «.et een abnorma le drukte meer en uieer vuurkomt. In zo'n geval kan en mag dus RECHTS worden ingehaald. Het is echter streng verboden bij normaal verkeer rechts in te halen). Art. 35 Wanneer het inhalen verande ren van rijstrook of belangrijke zij delingse verplaatsing met zich mee brengt geeft de bestuurder een te ken met zijn richtingaanwijzer of met zijn arm, dat hij het voornemen heeft een inhaalmanoeuvre te begin nen. (Dit is in overeenstemming met soortgelijke bepalingen in het buiten- Art. 81. Het is verboden een voertuig tot stilstand te brengen op trottoir voetpaden en fietspaden (dit geldt niet voor fietsen en bromfietsen): op voetgangersoversteekplaatsen en oversteekplaatsen voor fiet sers; op spoorwegovergangen; in tunnels en op de rijbanen on der bruggen en viaducten; langs de kant van een rijbaan waar een bord tot aanduiding van een bushalte staat; op invoeg- en uitrijstroken bij aansluitingen op wegen. (Toelichting. Het is voortaan wél toegestaan bij autobushaltes even te stoppen voor het in- of uitlaten van passagiers. In de praktijk is geble ken dat de vroegere regeling te scherp was en toch niet werd ge handhaafd. Het is dan beter in ieder geval afzonderlijk in eerste aanleg door de bestuurder zelf te doen oordelen of stilstaan geoorloofd is of niet.) Art. 83. Het parkeren is verboden bij kruisingen of splitsingen van wegen op een afstand van minder dan vijf meter van de rand van de rijbaan van de zijweg of van het verlengde daar van. (Toelichting. Deze afstand bedroeg vroeger tien meter). Art. 83-d. Parkeren is verboden buiten de bebouwde kom op de rijbaan van voorrangswegen (Toelichting. Dit punt is nieuw. Een voorrangsweg buiten de bebouwde kom is kennelijk een weg voor ver keer van enige betekenis. Dit ver keer moet dan ook zo geen obstakels ontmoeten. Op grond van deze over weging geniet een tram die een voor rangsweg oprijdt, ook geen voorrang meer. Bevoorrading van aan een voorrangsweg gelegen pand blijft echter mogelijk, omdat stilstaan voor laden of lossen geen parkeren is. Bovendien geldt een parkeerverbod (het woord wachtverbod wordt niet meer gebruikt) voor een gele, door getrokken streep aan de zijkant van de rijbaan. Het is tevens verboden zo te parke ren dat uitzicht op verkeerslichten en verkeerstekens alsmede wegwijzers en richtingborden wordt belemmerd. Naast een verkeersheuvel of doorge trokken streep mag alleen maar ge parkeerd worden als de ruimte tus sen het geparkeerde voertuig en de heuvel of de streep groter is dan drie meter. Op wegen met een parkeerverbod voor de rechterweghelft mag voortaan niet links meer worden gestopt, ten zij de weg éénrichtingverkeer heeft, of een STOPVERBOD voor de rech terzijde.) Art. 87. Slechts bestuurders van motor voertuigen die met een grotere snel heid dan veertig km per uur mogen en kunnen rijden is het toegestaan een autoweg te volgen. (Toelichting. Eveneens is in dit arti kel het reeds bekende verbod ver werkt, dat liften op autowegen tegen gaat). Reeds met ingang van 9 april van dit jaar werd met betrekking tot de verlichting van motorvoertuigen het voeren van verschillende soorten lampen toegestaan, zoals mistlam pen, bermlichten en een richtlicht. Dit zijn niet de enige wijzigingen die zich ten aanzien van de ver lichting manifesteren in de nieuwe regels en eisen van prof. Belinfante. Thans moet bij voorbeeld de ver lichting gevoerd worden van een kwartier na zonsondergang tot een kwartier voor zonsopgang. In de nieuwe regels is dit veranderd in een half uur. Bovendien vervalt het verkeersbord „stadslichten." De automobilist heeft binnen de be bouwde kom de keus tussen dim licht of stadslicht. Groot licht moet voortaan worden gedimd bij de nadering van trei nen, boten of een colonne voetgan gers. Bij het op korte afstand rij- j den achter een ander voertuig is j dimmen eveneens verplicht. Er is bepaald dat voortaan niet alleen bij mist, maar ook bij heftige sneeuw- val de koplampen dienen te bran- den. Er mogen speciale mistlampen worden gebruikt. Maar dan dienen i de koplampen gedoofd te zijn. Tij- dens rijden met gedimd licht, is het j voeren van één bermlamp toege- staan, mits men niet te dicht achten een ander voertuig rijdt. Ook hettj gebruik van een richtlicht (schijn- f werper) is toegestaan, maar alleen als het voertuig vrijwel tot stilstand is gebracht en men andere wegge- bruikers met dit licht niet hindert. Heel belangrijk is de verplichting voor alle motorvoertuigen op meer dan twee wielen om buiten de be- bouwde kom een rode reflecterende driehoek bij zich te hebben. Men is verplicht bij dag en nacht deze drie hoek te plaatsen bij een stilstaand voertuig op een plaats waar deze I auto niet tijdig waargenomen kan worden. 3 Parkeerverbod op oneven en even dagen. Het verbod geldt op oneven dagen voor de linkerzijde en op even dagen voor de rechterzijde van de weg. Het verbod geldt op oneven dagen voor de rechterzijde en op even dagen voor de linkerzijde van de weg. Geldt het parkeerverbod afwisselend gedurende de eerste en tweede helft van de maand, dan worden de cijfers I en II vervangen door de cijfers 115 onder scheidenlijk 1631. 0 Stopverbod. Het verbod geldt voor de zijde van d# weg waar het bord is ge plaatst. Einde autoweg met geschei den rijbanen en ongelijk vloerse kruisingen. Einde andere autowegen. Aanduiding autoweg met gescheiden rijbanen en on gelijkvloerse kruisingen. Aanduiding andere auto wegen. Verbod naar links en naar rechts af te slaan. Verbod fietsen en brom fietsen te plaatsen. Verbod om te keren. Verbod voor vrachtauto's en autobussen om motor voertuigen op meer dan twee wielen in te halen. Einde alle verboden. Nadering plaats waar fietsers en bromfiet sers plegen over te steken. Laagvliegende vlieg tuigen. Zij- en rukwinden. AAA Kade of rivieroever. Wegversmalling Wegversmalling. Opspattende stenen. Doodlopende weg. Vooraanduiding doodlopende weg. Vooraanduiding Vooraanduiding doodlopende weg. doodlopende weg. Verbond voor Veilig Verkeer Op plaatsen, waar de weggebruikers niet aan hun lot kunnen worden overgelaten, kan het verkeer worden geregeld door een verkeersagent. Blijkt de regeling een meer permanent karakter te moeten dragen, dan wordt de verkeersagent vervangen door een verkeerslichtinstallatie en/of door blijvende aanwijzingen, welke op het wegdek worden aangebracht. In de praktijk worden deze aanwijzingen vooral gebruikt ten behoeve van een juiste vóórsortering van het verkeer. Bij kruispunten wordt de rijbaan door strepen verdeeld in wegvakken. Door middel van pijlen wordt aangegeven, in welk vak de weggebruikers moeten gaan rijden, wanneer zij rechtdoor wensen te gaan dan wel naar rechts of naar links willen afslaan. Art. 93. Het is de bromfietser verbo den onnodig geluid te veroorzaken. Als iemand het verkeerde vak heeft gekozen, is hij dan verplicht door te rijden in de richting, welke door de pijl is aangegeven? In het belang van de verkeersveiligheid en van een vlot ver loop van het verkeer zal hij dat zeker moeten doen. Maar is hij daartoe ook rechtens ver plicht? Welke juridische betekenis moeten wij toekennen aan deze pijlen op het wegdek? Aan de hand van enke le rechterlijke uitspraken zullen wij een antwoord op deze vragen trachten te geven. Twee automobilisten, die wij verder A en B zullen noemen, reden over de voor hen rechter rijbaan van de Van Alkemadelaan te 's-Gravenhage in de richting van het Willem Witsenplein. Ten behoeve van de voorsortering van het verkeer bij het kruispunt van het Willem Witsenplein en de Benoorden- houtseweg is de betreffende rijbaan van de Van Alkemadelaan vlak vóór het Willem Witsenplein in drie wegvakken verdeeld. Op genoemd kruispunt wenste A rechtdoor te rijden en koos daarom te recht het middenvak. Door een stil staande auto kon hij vervolgens niet verder rijden op het middenvak. Ten einde die auto te passeren week A naar rechts uit, waarbij zijn auto in aanra king kwam met de auto van B, die in het rechtse vak reed. A ontving schadevergoeding van zijn verzekeringsmaatschappij en deze trachtte verhaal te nemen op B. De kantonrechter te Rotterdam, die deze zaak te berechten kreeg, overwoog, dat A, eenmaal het middenvak gekozen hebbende, verplicht was op dat vak te blijven. A heeft dus een door middel van de vakken gegeven verkeersaan- wijzing genegeerd. Bovendien heeft A een handeling verricht, welke B niet behoefde te ver wachten en waarmede A de veiligheid op de weg in gevaar heeft gebracht. B daarentegen was volkomen gerech tigd A rechts te passeren. Het in het Wegenverkeersreglement opgenomen voorschrift om niet anders dan links in te halen kan immers te allen tijde worden opgeheven door anders luiden de bevelen o'f aanwijzingen, zoals die in het onderhavige geval tot uitdruk king zijn gebracht door de vakken op het wegdek. Aangezien derhalve de schuld van de aanrijding niet aan B. doch aan A te wijten was, werd de vordering van A's verzekeringsmaatschappij als onge grond afgewezen. In het volgende geval werd een bromfietser strafrechtelijk vervolgd, omdat hij de op het wegdek aange brachte pijlen had genegeerd. Hij reed te Delft over de Oostsingel, komende uit de richting Insulindeweg. Op het kruispunt van de Oostsingel met de voor de bromfietser rechts gelegen Koepoortbrug bleef hij rechtdoor rij den op de Oostsingel, ofschoon door middel van pijlen op het wegdek was aangegeven, dat hij op dat kruispunt rechtsaf moest slaan en dus zijn weg moest vervolgen over de Koepoort- brug. De rechtbank te 's Gravenhage ver oordeelde de bromfietser tot een geld boete van 20,-. Voor de Hoge Raad stelde de bromfietser zich op het stand punt, dat de naar rechts wijzende pij len l]em niet verplichtten rechtsaf te slaan. Maar de Hoge Raad wees er op, dat artikel 29 van de Wegenverkeerswet elke weggebruiker verplicht gevolg te geven aan de bevelen en aanwijzingen van het bevoegd gezag. Omtrent die bevelen en aanwijzingen kunnen voor schriften worden gegeven bij en krach tens algemene maatregel van bestuur. In aansluiting daarop bepaalt artikel 7 van het Wegenverkeersreglement, dat indien bij het geven van de in artikel 29 van de Wegenverkeerswet be doelde bevelen en aanwijzingen gebruik gemaakt wordt van tekens geen andere dan de volgende tekens gebruikt mogen worden: b. stroken of andere aanduidingen op het wegdek ter regeling van het' ver keer op of nabij kruispunten of ver enigingspunten van wegen of wegge deelten of ter regeling van het verkeer op tunnelwegen. De Hoge Raad besliste, dat tot die „andere aanduidingen op het wegdek" ook pijlen kunnen worden gerekend. En aangezien overtreding van arti kel 29 van de Wegenverkeerswet straf baar is gesteld in artikel 35 van die wet werd het cassatieberoep van de bromfietser door de Hoge Raad ver worpen. MR. C. A. BARON BENTINCK.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1966 | | pagina 9