en
VAKANTIEKINDERKRANT
JOSIENTJE EN PETER
AVONTUREN VAN DONALD DUCK
TTmminWf
A
POULE, PELLI EN PINGO
ze zouen no wed
NIET ZOGAUW WEER
HONGER HEBBEN
DAVY JONES
BRAMMETJE FOK
7
Een eigen zwembad
3
DE MEESTER
twee lekkerp
VARKENTJES noemt:
Ons vervolgverhaal
rw
MAANDAG 11 JULI 1966
15
Een oorspronkelijke
Nederlandse roman
door Willy Corsari
iÉÉMi
*4
v'
12
I
KONING ILLEDRIL
en de geboortekaartjes
0
i IMMAAMWVUMAM
58) In die dromen was
zij altijd een van de bekoorlijke jon-
gemeisjes, over wie zij zich zo sma
lend placht uit te laten. Zij ging naar
partijtjes en bals en was dan omringd
door aanbidders.
Soms droomde zij ook in de nacht
en dan was het altijd in het park
van Cronenborg, dat zij de geliefde
ontmoette en het was Thomas van
Arselen, die haar in zijn armen sloot
en kuste. Als zij dan ontwaakte
schaamde zij zich. Het was belache
lijk, zoiets te dromen.
Ze wist wel, dat zij Thomas van
Arselen nooit zou terugzien. Of als
dat gebeurde, zou hij haar aankijken
zoals destijds in het park, met die
afweer in zijn blik, die haar zo had
gekwetst. Zij zou nooit trouwen met
een man als hij, zomin als ze ooit een
auto zou bezitten.
19
INTRODUCTIE TOT VOLGENDE
HOOFDSTUKKEN
Het is al donker, als Charlotte Am-
sterdam binnen rijdt. Zij slaakte een
zucht van verlichting, als ze de ga
rage bereikt. Vandaar laat ze zich
thuis brengen.
Alle ramen van het hoge grachten
huis zijn donker. Langzaam gaat zij
de blauwstenen stoep op een opent
de zware deur. Zij moet twee trap
pen op, om in haar woning te ko
men. Öp het eerste portaal rust zij
voor de deur die naar de tentoonstel
lingszaal leidt. Even komt de ge
dachte in haar op, dat zij beter hier
kon gaan wonen. Maar dat zou on
praktisch zijn. Altijd vreemden, die
over je portaal lopen om naar de
tentoonstelling te gaan en die mis
schien bij vergissing bij je binnen
lopen. Bovendien is het de moeite
niet meer waard. Zij vergeet soms,
hoe kort zij nog maar hier zal wo
nen. Morgen wordt het contract gete
kend, waardoor Alex de zaak in han
den krijgt, met alle voorraden, te
gen een lijfrente, die hij haar jaar
lijks moet uitbetalen. Een groot be
drag. Zij heeft het opzettelijk zo
hoog gesteld, om de schijn op te hou
den, dat dit een zuiver zakelijke
overeenkomst is en niet een verkap
te manier om alles zoveel mogelijk
aan Alex na te laten. Het bleek niet
zo eenvoudig te zijn om je kleinzoon
te onterven. Zelf zal zij zoveel geld
niet meer nodig hebben voor een vil
la ergens in een warm klimaat. Dat
is alles wat zij nog wenst; eindelijk
zon en een tuin. Wat zij overhoudt,
kan zij weggeven voor liefdadige
doeleinden. Alex gelooft nog altijd
niet recht dat zij werkelijk alles zal
overgeven en zich terugtrekken. Zij
kan dat ook alleen, door weg te gaan,
niets meer te weten van de zaken,
zoveel mogelijk te vergeten wat zij
met zoveel inspanning heeft opge
bouwd.
Omdat de gedachte aan dit vertrek
haar als alsem in de mond is, somt
zij voor zichzelf alle nadelen op van
haar woning. Die twee hoge trappen,
de bekrompen keuken, die zij heeft
laten maken het souterrain wordt
Charles
Charlotte
als werkplaats gebruikt de tuin
waar zij nooit iets aan heeft gehad,
er is door de week geen rust door
het werk dichtbij en bovendien kan
men er alleen zitten op zeer warme
dagen, omdat de hoge bomen zo wei
nig zon doorlaten.
Zij denkt: ik zal eindelijk een be
hoorlijke slaapkamer hebben. Dat is
nog nooit gebeurd. Eerst moest zij
leven, eten, slapen in een donker en
kil hokje, later had zij een wat rui
mere zit-slaapkamer, hier moest zij
zich behelpen met een zijkamertje,
waarin juist haar grote bed kon staan
en een toilettafel. Een hangkast moest
zij laten inbouwen. Maar zij heeft er
nooit toe kunnen komen, een van de
grote suitekamers tot slaapkamer in
te richten. Die enorme kamers zal
zij missen, waar zij ook leeft. Of haar
meubels en schilderijen en beeldjes
en alle andere dingen, die zij in de
loop der jaren voor zichzelf heeft ge
kocht, ooit nog zullen wennen in een
villa? Zij denkt dat, als betrof het le
vende wezens.
Als zij boven is, gaat zij eerst door
het slaapkamertje de kleine badka
mer binnen, die zij vroeger er naast
heeft laten aanleggen.
Zij neemt uit een medicijnkastje
haar druppels, telt ze af in een glas
water en neemt ze in. Het was tijd.
In de slaapkamer gaat zij een ogen
blik liggen. Dan verkleedt zij zich.
Met een zijden huis-pyjama aan en
de voeten in muiltjes komt zij dan
de voorkamer binnen. Eer zij het
licht opdraait, ziet zij twee blauwe
vlammen en een schelle kreet be
groet haar. Ze zegt:
„Dag Peter, daar ben ik eindelijk.
Arme jongen, was ik zolang weg? En
heeft Alex je ook in de steek gela
ten? Mijn goede Peter, nu ben ik bij
je."
De Siamese kater, die als een
schildwacht op post zat, stijf recht
op naast een stapeltje brieven op een
Moors-Spaanse schrijfkast uit de zes
tiende eeuw, staat op en doet enige
passen, met sierlijke golvingen van
zijn lenig lijf. Uit het masker van
zijn zwart-getekend gezicht staren de
grote, blauwe ogen haar akh terwijl
hij zijn begroetings-ceremonie uit
oefent. Hij lijkt een Indiër, die een
maskerdans uitvoert.
Zij neemt hem op en hij slaat de
poten luid spinnende om haar hals en
drukt zijn kop tegen haar aan, ter
wijl zij één voor één de brieven
neemt, zachtjes pratende:
„Peter, we gaan hier weg. Ergens
heen waar veel zon is en waar we
een tuin hebben. Zal dat niet heer
lijk zijn? Denk eens, Peter, mooie
poesjes om te verleiden, Franse poes
jes of misschien Italiaanse." Als zij,
om 'n brief open te scheuren, hem
even loslaat, klemt hij zich vast om
haar hals als een kind. Zij mompelt:
„niets bijzonders, drukwerk, bericht
uit New York, dat de zending is aan
gekomen. Dat was een goed zaakje,
Peter. Zij kopen ons hier leeg, maar
wat kan het mij schelen? Stock
holm... wat willen ze? Biedermeyer.
(Wordt vervolgd.)
>>W<M\AAAAftAAAAAAAftAAAAAA<WWWWUVAAAAAAWWAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAftAAAAAKAAftAAAAAAA»
(VVWVVVWVWWWWVWWVWWnArtAfVVWWVVVWVV AW>{- - .^*WWWWWWWWWWWV\^W%^^V^^%^/V\A/\/VWVVW%^WW\/VXA/VWWWWVWWWWVW%/WWWWVWW\/WW\/R^^WWWWWWWW^VVW%A/WV%^
>**VWn^'^^nfi«VWVVyVVVVVVVVVVVVWVVVVVVVVVVVVVVWVV%A*VWVVVVWVVVV%»VVW%>VVVVWVVWVV\AAA/\AA/VVVV\A/VVVVVVVV\A#WVVV\AAfWVVVVVVVVVVVWVVVVVVVVVVVVVVVV*A>MVVWMW
„Ik verveel me zo", zeurt Peter.
„En ik heb het warm".
„Trek je zwembroek maar aan",
zegt mamma.
„Ik ga ook m'n zwembroek halen.
En een handdoek", roept Josien.
Weg rent ze.
Peter heeft een groot stuk plas
tic gepakt. Er zitten drie gaatjes in.
Drie gaatjes met een tuut je erop.
Peter blaast in die gaatjes. Pfffttt
Pffftttkijk. Het wordt een
zwembadje. Een rond bad met ho
ge kanten. Nu moet er nog water
in. Mamma heeft de tuinslang ge
pakt. Die moet stevig aan de kraan
worden vastgemaakt. Aan de kraan
in de keuken.
Kijk, Josien is ook al terug. Mét
èen zwembroek en een handdoek.
Moeder heeft de kraan opengezet.
Het water loopt door de slang
sssshhhhin het zwembadje.
Leuk hè? Peter springt van plezier.
Zo, het bad is vol. Peter steekt
z'n voet in het water. Brrrr, ijs
koud. Maar dan geeft Josien
Peter een duw. Plons daar ligt
Peter. In het koude water. Geluk
kig is Peter niet boos. „Trek gauw
je zwembroek aan, Josien. Dan
mag je er ook in".
Maar wat doet moeder nu? Ze
zet de tuinslang recht op. Tussen
twee stenen. Nu sproeit het water
omhoog. En het klettert weer naar
beneden.
*:v m
V'
M..V.
„Lekker", juicht Peter. „Het lijkt
net een douche!"
Josien komt er ook aan. Ze durft
niet zo goed onder de slang. Brrrr
al die koude waterdruppeltjes.
„Je moet ook eerst in het bad".
Peter pakt Josien vast en plons.
Nu ligt Josien in het water.
„Help", gilt Josien. „M'n broek
wordt nat!!"
„Het is toch je zwembroek",
lacht Peter. „Kom je nu onder de
douche?"
Nu durft Josien wel. Ze is tóch
nat geworden.
Na een paar minuten doet moe
der de slang uit. „Het kost veel te
veel water. Gaan jullie nu maar
weer in het bad spelen. Met de
bootjes en de flesjes. Straks mag
de tuinslang nog even aan".
Josien en Peter spelen de hele
middag. In het zwembad en onder
de slang. Ze knoeien en sproeien
met water. Iedereen die in de buurt
komtwordt nat gesproeid.
|HlWt\W®T
GEivgacrl
Distributed by King Konturen Syndicate»
HERWORDT
walt Disney rroduction»
World Rights Reserved
(DAT 0B6TELDE IK.J
V r-'
OÖEe, EE 15 EEN KLEINE
T~\ VEE<3I56INS ÖEr_
<3AAN. IK BESTEL
DE GEEN
biefstuk!
g>W£f<r-
D sir buil d I»v Kii.LT Feature* Sviulii-.ile
Totdathet tijd wordt om te
eten. Josien gaat naar huis. Pappa
en Peter ruimen samen de tuin op.
Want dat is mannenwerk.
(Wordt vervolgd).
KONING ILLEDRIL zat op zijn
troon. Hè, dat regeren verveelde
hem al lang, al was hij nog maar
pas koning. Nee, dat regeren was
niks. Wacht.lezen! Ja, maar al
die saaie hoeken uit de biblio
theekWeet je waar hjj zin in
had? In geboortekaartjes lezen! Ja,
dat was het!! En zo gebeurde, want
alles wat de koning zei, moest ge
beuren.
Na een paar weken begonnen de
mensen te mopperen. Stel je voor;
Tante Mien had een dochter ge
kregen. Kleine Mientje heette ze.
En het geboortekaartje? Daar kon
je naar fluiten! Meneer de Koning
gooide de geboortekaartjes, na ze
gelezen te hebben, in de prullen
mand. Nee, zo ging het niet verder.
Dat merkten de posterijen ook en
ze besloten een hele grote vergade
ring te houden. Iedereen die maar
iets met de geboortekaartjes te
maken had, moest komen (het leek
warempel wel de grote Synode van
Dordrecht!) Na heel lang praten en
een heleboel deftige woorden ge
bruikt te hebben, hadden ze een
plan.
,^Ta", zei de burgemeester van
het Pannekoekendorp. „Ja", zeiden
alle andere burgemeesters van alle
andere plaatsen van Hupperdepup-
land (wat natuurlijk wel even
duurde!) De anderen die onder de
burgemeesters stonden mochten
niets zeggen. Op het laatst zei de
voorzitter heel deftig tweemaal
„ja" en toen was de vergadering
afgelopen.
(Morgen gaat het verder)
COP. MARTIN TOONOtft
60. De heer Geldmaker keek nog eens of al zijn sloten
goed dicht waren en tippelde vervolgens zachtjes heen.
„Dat zal dé belasting-inspecteur wel tegenhouden",
mompelde hij tevreden. „Als geldverzamelaar moet
men zich grondig beveiligen.Op hetzelfde moment
klonk het gekraak van splinterend houtwerk achter
hem en toen hij zich ontsteld omdraaide zag hij de heer
Hachel Haak onverstoorbaar door de zware deurpane
len heen naar binnen stappen. „Een huis, dat van meer
dan drie afsluitingen is voorzien", prevelde de ambte
naar schrijvend, „valt onder belasting-klasse B-3 en
wordt daarmee gelijkgesteld aan weelde-percelen, als
kastelen, paleizen en lusthoven". „Vreselijk!" mom
pelde Simon Geldmaker, terwijl hij geschokt weg
snelde. „Al mijn veiligheidsmiddelen falen. De belas
ting heeft iets tegen me dat is duidelijk! Maar van
mijn verzameling blijft hij af! Daar zal ik wel voor
zorgen!"
OHi 8ÉDANKT, LEK
KERE VARKBNTt 65
HET BEVALT ME NIET
OAT VADER VOS ONS
m 6R6N&E.N ETEN
VOOR ZIEKE
NEE, WE KUNNEN
BETER IETS tEK
KERS VOOR HEAA
KOKEN
NEEN, CEMENT EN
7AND VOEDEN
STERK
MOEDER VOS
J2I50-M.
TOTAAl WT6EPVT OPENT HIJ ZIJN MONO et]
VERDRINKT
VERSTIKT,
PANIEK
MASKER AF
4IISA.ua*>
DAVTENAMR-
CO PUTTENDE
VIJANb UIT
IN EEN 6RlM-
MI6 SPEL VAN
STUIVERTJE
WISSELEN,.,
O
569. Bram wreef zich de ogen uit van
verbazing. En door de stilte braken de
opgewonden stemmen van Karo en Tutu.
„Kijk, nou eens, een kasteel".
„Wat een prrracht", kraste Tutu.
„Kijk eens naar die torensze schit
teren als goud.zei Karo opgetogen.
Bestraffend keek Bram hen beiden aan.
„Jullie schijnen de ernst van de toe
stand niet te beseffen. De zee is weg.
en we zitten met het goede schip Kokanje
bovenop de hoogste toren van deze
burcht. Kan iemand me soms vertellen,
hoe we weer aan het varen komen?"
Nu pas drong het tot Karo en Tutu door,
dat zij erg hoog en niet zo'n beetje ge
vaarlijk terecht waren gekomen. De veren
van Tutu verbleekten van schrik. Ver
weg was de zee, als een slotgracht liggend
om de rots, waarop het kasteel was ge
bouwd.
Er was maar één ding te doen.
„Ik klim omlaag en ga de zaak onder
zoeken", zei Bram.
„En als de zee terugkomt?", vroeg Karo.
Bram haalde de schouders op.