ZES NEDERLANDSE THRILLERS OP TELEVISIE Treffer-serie van rechercheur Visser gevolg van weddenschap AGEETH VERDWIJNT VAN TV-SCHERM FRANS SGMERS ie „Heerlijk deert het lanöst" eee beleveeis 16 Weddenschap Buitenopnamen SUCCES VOOR BRT AVRO is liefste gezicht kwijt Femg naar ZATERDAG 16 JULI 1966 Erbij (Van onze correspondent) HILVERSUM, juli. Nog een paar uur en dan zingt Leen Jonge- waard het ontroerende „Het is maar tijdelijk". Hij doet dat in de echt-Hollandse musical „Heerlijk duurt het langst", een regelrechte topper in ons nietig showwereldje, die al lang het stadium van tijdelijk heeft verlaten. Avond aan avond speelt en zingt Conny Stuart haar wens een kleine, zwakke vrouw te zijn en scharrelt André van de Heu vel met zijn secretaresse. Sinds enige tijd is „der Dritte im Bunde", Freddy Albeck als gevolg van con tractuele verplichtingen terugge keerd naar zijn Kopenhagen. (Van onze correspondent) HILVERSUM, juli. In de herfst zal de t.v.-kijker op het scherm een serie zuiver Nederland se thrillers kunnen zien: zaterdag avond 22 oktober start de KRÖ- televisie met een aantal moordver- halen die én door een vaderlandss auteur zijn geschreven én zich af spelen in ons eigen Amsterdam. De KRO heeft op zes zogenaamde Treffer-verhalen beslag weten te leggen en die geschikt gemaakt voor uitzending per televisie. Er is een commissaris Oud, die voor Fritz (Pinto) Butzelaar is, een jonge doortastende rechercheur Dick (Rudi Falkenhagen) en een oudere rot uit het vak Karei (Ben Groenier). Dit drietal keert telkens terug in allerlei moordzaken die werkelijk gebeurd zijn in het na oorlogse Amsterdam. Het zijn ech ter geen geheel authentieke ver halen, want de schrijver, Marten Visser (pseudoniem is Marten Tref fer) is een Amsterdamse recher cheur van het hoofdbureau, die van alles van het vak weet en heel wat heeft meegemaakt. Over zijn vak zelf weet hij te vertellen, getuige de oplage van zijn pockets. Tot nog toe zijn er zes verschenen. Telkens afgeronde verhalen, die op de tele visie veertig minuten zullen duren. 7.VS 1 - v V Rechercheur Visser vertelt heel graag. „Kijk ik geloof niet in al die televisie-moordzaken zoals wij ze uit het buitenland krijgen opgediend. Het is best mogelijk dat het daar zo alle maal kan. Hier beslist niet. Daarom wil de KRO dit vaderlandse recher che-werk zo graag. Men kan er nu be ter in geloven. Wij lopen hier niet met aangeplakte baarden en zo. We lassen geen moord op met slechts een gouden kies, die achtergebleven is in een oven waarin het lijk is verbrand. Vermom men kunnen we ons wel, maar dat is heel iets anders. Kijk, Gerrit de Stot teraar kent mij heel goed. Ik heb hem al vaak genoeg te pakken gehad. Toen ik hem dus eens een tijdje moest scha duwen, heb ik mijn haar anders ge kamd, een bril opgezet, gezorgd dat ik niet dichter dan tien meter bij hem kwam en nimmer met hem gepraat. Bij zijn aanhouding zei Gerrit heel verwonderd: wat, ben jij dat?" „Je moet die jongens altijd behoor lijk behandelen dan zijn ze zelf ook „fair". En je moet ook wat willen in casseren. Ik kwam een keer bij hem thuis, zag de telefoon staan, vroeg of ik mocht bellen. „Wel ja, je belt maar" zei Gerrit. Ik draaide, maar het ding was zo dood als een pier. „Gerrit, hij doet het niet" zei ik. „Nog al wiedes" wist Gerrit te vertellen: „het ding staat er alleen maar voor de show wil die uitgever nu wel mijn verhalen. Bij Bert Bakker (Ooievaar-reeks) wil den ze het wel lezen; over een week of wat zou hij wel wat horen. De vol gende dag werd afgesproken om de dag daarop een contract te tekenen. Daarna volgden de andere verhalen „Moord op de Zeedijk", „Moord op het Spui", „Moord is taboe", „Striptease en moord". Op een goede dag kwam Jan Blaa- ser bij Visser, want de plotseling gaan schrijvende rechercheur had ook als volbloed Amsterdammer wat humoris tische „dingetjes" geschreven, die hij èèfls graag door Blaaser wilde laten toetsen. Blaaser hoorde van de moord- verhalen en ging er mee naar Luc van Gent van de KRO. Men zag er daar zoveel in, dat besloten werd de hele serie meteen voor tv-bewerking te be stemmen. „Nu ga ik straks direct voor de televisie schrijven, ik heb re petities meegemaakt en ik heb gezien wat er zoal geëist wordt om een ver haal voor het scherm te schrijven. Misschien is een boek lucratiever, maar ik vind televisie fijner. Het boek komt dan later wel". Frits Butzelaar speelt in de Treffer serie commissaris Oud, een rol die hem ongetwijfeld goed zal afgaan. Dit is een werkfoto uit de thriller „Moord op het Spui". een maand, maar alleen in zijn vrije tijd want ik doe mijn recherche werk nog altijd voor de volle honderd percent een boekje vol schreef, heeft veel artistieke hobby's: luisteren naar Chopin, saxofoon spelen, boetse ren en orchideeën kweken. „We heb ben geen enkel schrijftalent in de fa milie, alleen mijn dochtertje pleegt soms mooie verhaaltjes te pennen. Wat ik vooral in mijn verhalen wit laten uitkomen (geen psychologie asje blieft) is, dat dat geheimzinnige ge doe bij de recherche niet reëel is. Ik vertel zoals het echt kan, zonder de keukengeheimen van de recherche op tafel te gooien". Hij vertelt met humor. „Over echt gesproken. Een collega vertelde de politierechter, dat zijn arrestant dron ken in de auto had gezeten. „Hoe kan dat door u gezien zijn? Dat een man op handen en voeten over straat kruipt bewijst nog geen dronkenschap". „Dat misschien niet", zei de collega, „maar wel, dat hij de witte streep probeerde op te rollen...." Anderhalf jaar geleden kwam re chercheur Marten Visser via een wed denschap met zijn vrouw op het idee eens een moordzaak te schrijven. „Mijn vrouw had net een boek gele- Marten Visser, alias Marten Treffer, de schrijver van een aantal succesvolle thrillers, die in het komende seizoen door de KRO-televisie worden uit gezonden. zen, vroeg mij hoe het was, ik bekeek eens een paar bladzijden en zei: „zo kan ik het ook, en beter, want hier deugt niets van". „Nu, dan moet je het doen", zegt zijn vrouw en Visser is begonnen met „Moord in de Hel- mersstraat''. Hij zag ergens de boeken van Voordewind in de etalage, dacht die man is uitgepraat, maar misschien Voor de eerste drie verhalen zijn de buitenopnamen al gemaakt. In Am sterdam. Net op de avond van de rel letjes was men bezig op de Zeedijk. „We zaten nog geen driehonderd me ter van dat gerommel af, maar we merkten er niets van. We hebben zelfs heel rustig opnamen kunnen ma ken. We hebben echte geüniformeerde politie als medewerkers en een echte vijf-maal-acht-wagen". Hoofdagent Visser, die soms binnen De Belgische televisie heeft een paar fraaie successen behaald met de film „De man, die zijn haar kort liet knip pen" naar de gelijknamige roman van Johan Daisne en gerealiseerd door An- dré Delvaux in een co-produktie met de filmdiensten van de televisie en het ministerie van Nationale Opvoeding. Op de festivals van nieuwe films te Hyères (Frankrijk) en Pesaro (Italië) werd de film bekroond met respectievelijk de prijs Khalimer en de grote prijs van de jonge critici. (Van onze correspondent) AMSTERDAM, juli. De AVRO is haar liefste gezicht kwijt, Ageeth is weg. Ze nam plotseling haar ontslag, had er helemaal, maar dan ook helemaal genoeg van, zei ze. De vrouw die tien jaar de „image" met zich meedroeg van de liefste omroepster, de omroepster met het lieve gezicht, verdwijnt voorlopig van het scherm en zeker van het scherm als het door de AVRO gevuld wordt. Bij het maken van een afspraak voor een „afscheidsinterview" zegt ze door de tele foon: „je doet nou net of ik dood ga. Ik hoop heus nog wel eens een keer terug te komen bij de t.v.". In de ruime, slordig, maar wel gezellig in gerichte flat (de betere artistieke ben de) van mevrouw Ageeth Sprenkeling- Scherphuis aan de Van Eeghenstraat in Amsterdam zegt hét dienstmeisje: „Wilt u even wachten. Me vrouw is haar doch ter Esther naar bed aan het brengen". Ageeth, in donker blauwe linnen jurk en zeer bruin (net terug van vakantie) is veel tengerder dan men zou verwachten. Ze zegt: „Ja, televi sie maakt dik. Ieder een denkt, dat je een bolle kop hebt. Ze zeggen tegen me: „mens wat ben je mager, wat zie je er slecht uit". We ^tel len ons tegenover elkaar op. wij op de divan, zij op een stoel; wij om het één en ander te weten te komen, zij om los te laten wat ze wil. Ze doet zeer op haar qui-vive. Het gesprek wordt begeleid door vrolijke vogeltjes in een boom, vlak voor het open raam en slechts onderbroken door een telefoontje van een kennis en door een telefoontje van Ageeth naar haar man. Waarom gaat Ageeth weg? Hoe komt ze terug en waar? Ageeth: „Ik heb er genoeg van hammondorgel spelende heren en zingende juffrouwen aan te kondigen of een zaterdagavondprogramma, dat altijd precies hétzelfde Is. Dat is leuk als je 22 bent ik ben nu een vrouw van 33 Als je 22 bent is het een grap en je verdient er nog aardig geld mee ook. Je vindt het mooi om tussen de artiesten rond te lopen, naast Cate- rina Valente gekapt te worden en te zien hoeveel pruiken ze heeft. Ik wil nu alleen maar dingen van mezelf gaan doen, dingen waar ik me bij be trokken voel. Soms moet je zulke stomme dingen aankondigen. Ik zou het liefst bij een actualiteitenrubriek gaan werken. „U had toch bij de AVRO ,kijk", een zeer gewaardeerd televisie-ma gazine?" Ageeth: „bij de AVRO zeiden ze, dat ze daar geen tijd en geen geld meer voor hadden." „Er wordt gefluisterd, dat u naar de RTN gaat." Ageeth: „ik ben door niemand be naderd en (aarzelend)... zou dat nou wel...?" „Omdat AVRO?" Ageeth: het net zoiets is als de „Dat ook, maar zou het De schrijfster Annie M. G. Schmidt had aanvankelijk de rol van de aan trekkelijke buurman, die het lot van zijn in de steek gelaten buurvrouw zo goed begrijpt, geschreven voor een Ne derlander, maar toen het op rollen ver delen aankwam, bleek niemand van de aangezochte acteurs te voldoen. De komst van Albeck maakte de cast compleet, maar de schrijfster was ge dwongen de teksten voor de zogenaam de Ton de Vries te veranderen. Maar nu is dan toch Ton de Vries op het toneel verschenen in de persoon van de Hilversumse acteur Frans Somers, die beter bekend is van de radio dan van het toneel. „Het was de bedoeling, dat ik per 15 juni de rol van Albeck zou over nemen, maar toen werd hij opeens ziek. Omdat ik bij het Nieuw Rotter dams Toneel ook al een gastrol vervul de in „Amphitryon," kon ik niet zo vlug aan het repeteren slaan. Allard van der Scheer heeft toen zo lang die rol overgenomen heel knap gedaan in twee dagen maar natuurlijk wel zonder dansjes en liedjes. Haasje-rep je ben ik toen met mijn vrouw de mu sical in Velsen voor het eerst gaan zien. Eerder had ik er nog niet de ge legenheid voor gehad. Ik liet het aan mijn vrouw over om te zeggen of het wat was voor mij of niet. Na afloop zei ze: „dat moet je doen." „Het le ren van de rol ging erg vlot. In totaal heb ik niet langer dan een uur op het toneel gestaan- U kunt begrijpen in welk een gemoedstoestand ik 's avonds het toneel opging." „Nou zit de rol wel. Onlangs kwam Annie M. G. Schmidt kijken. Dat had den ze beter niet van tévoren kunnen zeggen, maar ik vond het na afloop wel dubbelfijn toen ze zei: „ik zie nu dat er meer in die rol zit dan ik dacht toen ik hem schreef." De Spaanse dan sers Suzanne en Jose, en hun gezel schap waren er ook. Ze hadden een vrije avond en hoewel ze weinig van het Nederlands snapten, vonden ze het een fijne avond." „Tevoren heb ik gezegd," aldus Frans Somers, „van m'n dansen en zingen moet je niet te veel verwach ten. Wat wil je. Ik wordt vijftig en ik heb er bijna nooit iets aan gedaan, 's Middags om vier uur houd ik op met roken. In zo'n musical merk je hoe fnuikend roken is. In die grote ter rasscène dans ik en als ik dan weer moet zingen, sta ik eerst even flink lucht te happen. Maar als die scène is afgelopen heeft een toneelmeester er al voor gezorgd, dat er een sigaret klaar ligt." „Het samenspel met Conny Stuart, André van de Heuvel en Francine ter Linden wil best vlotten. Ze vinden het wel een prettige afwisseling in 'n serie die de tweehonderd al ruimschoots is gepasseerd. Weer een nieuw gezicht en een andere rolopvatting." „Wat m'n collega's doen is fenome naal. Het is vooral Leen Jongewaard die zo bij de jeugd aanspreekt- Mijn kinderen hebben de musical gezien en ze hadden het de hele tijd maar over die malle Jongewaard. Het is ook grandioos wat die doet. In de oorlogsjaren gaf de jonge So mers. getrouwd met een Maastrichtse, voordrachtsavonden in België, waar hij zich gedekt hield voor de Cultuurka mer. Na de bevrijding werkte hij mee aan de Koninklijke Nederlandse Schouwburg in Gent. Op uitnodiging van hoorspelkernleider Karei Rijke kwam hij naar Hilversum. Werken wel te verstaan, want wonen bleef hij in Maastricht. Dat heeft hij zo'n zes jaar volgehouden. Frans Somers heeft voor de micro foon ontelbare rollen gespeeld. In een cabaretgroepje van Karen Larsen Frans Somers is thans avond aan avond op tournee met de vaderlandse musical „Heerlijk duurt het langst". bleef hij toneelroutine houden, wat hem vorig jaar ten goede kwam toen een NRU-toneelgroep twee eenakters instu deerde, die in de Expohal werden op gevoerd en later in Heijermans' „nr. 17", dat voor de veertigjarige VARA werd gespeeld. Vorig jaar werd hem gevraagd de rol van Jupiter te spelen in „Amphitryon" door het NRT. „Een fijn stuk. We hebben het 71 keer gespeeld en er stond nog een se- rietje voor september op het program ma. Daar zal wel niet veel van komen, want ik ben avond aan avond op tour nee met „Heerlijk". Ik vind het een belevenis. Je leert zoveel. Ik ben een Hagenaar en nu we daar spelen heb ik al verschillende oude schoolvrien den ontmoet. Dat is ook wel leuk." ook niet een soort verraad zijn tegen over de omroep. Ik weet niet of ik dat nou wel over mijn hart zou kun nen verkrijgen." „Dus een andere zuil?" Ageeth: „Ik ben vrij voor ieder aanbod, maar ik geloof niet, dat ik van de ene op de andere dag naar een andere zuil kan overstappen. Je moet niet vergeten, dat ik een soort AVRO-lepeltje ben geworden. Ik moet me eerst eens een tijdje niet laten zien op de r£V. Het zal moeilijk zijn, het is je werk. Het zal wel eens slik ken geblazen zijn. „Wat denkt u van uw image als lieve zachte omroepster, klopt dat met de werkelijkheid? Ageeth: „Ik ben niet zo lief en zacht. Je moet wel hard zijn. Je moet wel haar op je tanden hebben anders lopen ze over je heen. Aan de andere kant: keiharde interviews kan ik niet maken. Dat vind ik zielig voor de mensen die tegenover me zitten. Ik kan wel een heleboel uit de men sen halen, maar dan op de aardige manier." „Als klein meisje wilde u toen ook al iets worden?" Ageeth: „Oh ja, ik droomde van een glanzende carrière." „Dat is dan aardig gelukt." Ageeth: „nou dat vind ik niet. Ik had eigenlijk liever gestudeerd, Dat voel ik nu pas. Ik bedoel, ik heb nou tien jaar omgeroepen, maar wat blijft er van over? Niets. Als ik ge studeerd had zou ik een baan kunnen krijgen als lerares of zo." „Zou u een rustige huisvrouw wil len worden voor de rest van uw le ven?" Ageeth: „dat schrikt me erg af. Daar komt nog bij, dat ik niet van het huishouden houd. „Het kind is een vast punt in uw leven, daar bent u toch wel weer huismoeder in." Ageeth: „het is het belangrijkste op dit moment, maar je moet niet ver geten, over 18 jaar zit je met je handjes over elkaar voor het raam te wachten om te kijken of ze thuis komen en of je iets voor ze wassen moet en zo. Als je dan blijft zitten zonder inhoud, zonder iets waar je op terug kunt vallen, dat lijkt me verschrikkelijk. Ik wil dingen blijven doen." „Heeft u iets aan de reacties van het publiek?" Ageeth: „nee, eigenlijk nooit. Ze zijn vaak sentimenteel en soms ook ziekelijk. Je hebt alleen wat aan je eigen kennissen." „Ziekelijke liefdesbrieven en scheld brieven, schrikt u daarvan?" Ageeth: „ik moet zeggen, dat dat me min of meer koud laat." „En toen met die jurk, was u toen niet kwaad? (Ageeth Scherphuis kreeg bij een feestprogramma ter ge legenheid van de twee miljoenste tv- kijker veel kwade reacties, omdat ze een te laag uitgesneden jurk gedra gen zou hebben). Ageeth: „ja, toen was ik wel even kwaad. Ik dacht waar bemoeien (lan ge uithaal) de mensen zich mee. Het was een feestuitzending en voor zes tig percent van de vrouwen is het heel normaal dat ze zo gekleed naar een feest gaan. Toen kwamen al die telefoontjes. Ik was verschrikkelijk kwaad, maar je raakt wel aan die dingen gewend. Je weet nou eenmaal wel dat er mensen zijn die niets an ders te doen hebben dan om zich over dit soort dingen op te winden. Als er zoiets gebeurd is neem ik in principe zelf nooit de telefoon aan. Dat doet Bert. Dan krijg je van die mensen die zeggen: nou, mooie vrouw hebt u hoor, dat is me er een. Dan roept Bert wel iets terug en dan is het j over." wwvwwwwwwvwwwwwwwvwwwvwwwvWi

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1966 | | pagina 16