en
VAKANTIEKINDERKRANT
JOSI ENTJE EN PETER
3
AVONTUREN VAN DONALD DUCK
POULE, PELLI EN PINGO
DAVY JONES
n
BRAMMETJE FOK
Oproep
PANDA EN DE MEEST ER-GELDZ AMEL AAR
fi
11
DONDERDAG 21 JULI 1966
Ons vervolgverhaal
Een oorspronkelijke
Nederlandse roman
door Willy Corsari
Van olifanten
en zeeleeuwen
„Het lijken wel stofzuigers, die
olifanten", lacht Josien.
„Als je een koekje dichtbij gooit?
Dan zuigt hij het in z'n slurfen
dan stopt hij het in z'n mond".
„Dat heb je goed gezien", knikt
Peters vader.
„Leg eens een stukje koek op je
hand, Josien. De olifant eet het dan
zo op".
„Dat durf ik niet", Josien schrikt
ervan.
„Durf jij, Peter?"
„Nee hoor", zucht Peter. „Veel
te griezelig".
„Kijk". Pappa doet het voor. „Zie
je wel? De olifant doet niks".
„Zitten er geen tandjes in z'n
slurf?", vraagt Josien.
„Nee", lacht pappa. „Tanden zit
ten in zijn mond".
„Tóch durven we geen koekje te
geven, hè Josien?", bibbert Peter.
„Nee", zegt Josien. „Durven we
niet".
„Kom, we gaan naar de zeeleeu
wen. Ze krijgen straks eten", zegt
moeder. Bij de vijver van de zee
leeuwen staan heel veel mensen en
kinderen. Toch is er nog een plaats
je vrij. Vlak vooraan.
dat durf ik niet
„Kijk, die meneer heeft een em
mer vis", gilt Josien. „En hij staat
in het hok. Vlak bij de vijver".
„Dat is de oppasser", zegt Peter.
„Moet je opletten Josien
De oppasser gooit een vis in de
vijver. En hap weg is de vis.
Dan wordt de vis op een hele hoge
rots gegooid. „Nu loopt de zee
leeuw naar boven", gilt Josien.
„Kijk 'es oom Tom
„Hij eet de vis op", schreeuwt
Peter. „Hoe moet 'ie nou weer naar
beneden, pap?"
Plonsde zeeleeuw duikt
zó van de rots in het water. Josien
en Peter springen van plezier.
„Nóg een keer", roept Josien. De
oppasser laat de zeeleeuwen wel
zes keer van de rots duiken. Dan
is de emmer met vis leeg.
„Jammer", zuchten Peter en Jo
sien. „Jammer dat 't afgelopen is".
(Wordt vervolgd.)
i
Moet je opletten Josien
i iPiV-J.
Puzzel
De plaatjespuzzel die hiernaast
staat afgebeeld ziet er weer rom
melig en verward uit. Maar wij
weten er wel raad op! Knip alle
stukken uit en leg ze aan elkaar,
zodat je één geheel krijgt.
Als je de plaat op een stevig
stuk papier plakt, kun je hem kleu
ren. In de Vakantiekinderkrant
van morgen zie je hoe de oplossing
is.
HET IS ALTIJD weer leuk wan
neer de post verhaaltjes brengt die
bestemd zijn voor de Kinderkrant.
In deze v'akantietijd heb je natuur
lijk veel meer tijd om te schrijven
dan wanneer je op school zit en
huiswerk moet maken. Misschien
hebben sommigen van jullie wel
een reis naar een ander land ge
maakt. Misschien heb je gekam
peerd of ergens gelogeerd. Het kan
ook best zijn dat je niet van huis
bent weggeweest. Tóch heeft ieder
een wel iets over zijn vakantie te
vertellen. Want je beleeft dan vaak
de gekste dingen.
Schrijf daarom alles wat je be
leefd hebt op en stuur je verhaal
naar de Kinderkrant. Wij zullen
dan enkele verhalen uitkiezen,
want we rekenen op een hele sta
pel!
^Z-^H3^öARANDÈiÈR U
5Y_j»Vr HET NIET
uwa vmiEs
Tekenen
Als je bij je vakantie-verhaal een
tekening wilt maken mag dat ge
rust. Maar dan goed opgelet! Maak
je tekeningen op WIT PAPIER
met ZWARTE INKT, anders kun
nen wij ze niet in de krant zetten
en dat zou jammer zijn van alle
moeite. Zet op de enveloppe in de
linkerbovenhoek: Vakantie-ver
haal.
Wij zijn erg benieuwd enveel
succes!
m
kVi
DmiMWMWMWWfP11***
67) Jan was. toen pas negen jaar,
jaar, maar je hebt geen idee, hoe
mijn vader daarover sprak, tegen
over misdadigers kon hij een toege
vende, medelijdende houding aanne
men, maar van óns verwachtte hij,
dat we nooit iets zouden doen dat,
zoals hij het uitdrukte, een vlek op
ons leven wierp.
„En we moeten er heen deze zon
dag?"
Hij keek haar aan.
„Je bent toch niet bang? Hij zal
heel aardig zijn, dat weet ik zeker.
Alleen een verhaal houden, dat het
huwelijk iets ernstigs is, dat zoveel
mensen te jong en te vlug trouwen".
„Ja, ik ben wel erg bang". Hij
lachte ongelovig.
„Ik dacht, dat jij voor niets en
niemand bang was! Als ik nog denk,
hoe jij die salon binnen kwam.
„Dat was iets anders. Toen was ik
razend. Dan weet ik niet goed meer,
wat ik doe. Maar eigenlijk ben ik
bang voor mensen, als ik ze niet heel
goed ken".
Zij had het nooit iemand bekend en
het kostte haar moeite, alsof zij hem
hem iets schandelijks bekende.
„Ik denk altijd, dat ze me belache
lijk zullen vinden, of raar, of afsto
tend. misschien omdat ze me
dikwijls hebben aangegaapt en uitge
lachen en nagejouwd, toen ik in jon
genskleren rondliep".
„Ja", zei hij, „ik heb daarover ge
hoord van Beate. Maar eigenlijk
dacht ik, dat je het heel prettig had
gevonden, zo als een jongen te le
ven".
„Neen. O soms, als ik met vader
alleen was. Maar.ik heb er dik
wijls zo naar verlangd, net te zijn
als andere meisjes. Ook hier. Ik had
een hekel aan mijn nichtjes en hun
vriendinnen, maar het was eigenlijk,
omdat ik jaloers was. Ik voel me al
tijd nog, alsof ik anders ben en ik
wou gewoon zijn, zoals iedereen.
jij kunt dat niet begrijpen".
„O ja", zei hij zacht, „ik kan het
heel goed begrijpen".
Hij drukte haar dicht tegen zich
aan.
„Ik kan het heel goed begrijpen".
„Ik heb dat nooit aan iemand ver
teld, Tom. Behalve aan Beate. Ik
doe erg onverschillig en ruw. als ik
vreemden ontmoet, om te verbergen,
dat ik zo verlegen ben. Alleen als ze
heel aardig zijn tegen me, dadelijk,
zoals Kitty Clayten en haar man,
gaat het voorbij en dan kan ik ook
aardig zijn. Ik zeg je dat, omdat ik
nu altijd alles wil vertellen".
„Alles vertellen", zei hij lang
zaam, als een mens dat kon. Als je
iemand alles kon vertellen.ie
mand, aan wie je het durft te doen,
van wie je zeker bent dat.niet
iemand, die je dan zegt, dat je het
toch niet kunt. Ja, als je alles kon
vertellen".
„Mij kun je alles vertellen".
Hij streelde over haar hoofd, keek
haar aan. Zij ogen waren weer som
ber en vreemd.
„Je bent nog erg jong. Als ik je
maar niet ongelukkig maak".
„Hoe kan ik ongelukkig zijn, als je
Charles
Charlotte
van me houdt? Kijk niet zo treurig.
Tom. Is er.een ander meisje, een
vrouw, om wie je verdriet hebt?"
Hij lachte opeens.
„Ben je nu al jaloers?"
„Beate zei, dat je verdriet had
over iets". „Zei ze dat? Merkwaar
dig, dat ze het heeft gemerkt. Ze is
niet erg intelligent".
„Neen, maar ze wist altijd heel
veel van andere mensen. Ik begreep
soms niet hoe. Ik denk, dat ze het
voelde, omdat ze van alle mensen
hield. Waarom heb je verdriet, Tom?"
Hij keek langs haar heen, zijn
hand nog op haar hoofd. „Zoals
jij.omdat ik graag zou willen zijn
zoals anderen. Die angst, voor spot,
voor afkeuring.ik heb dat juist zo,
veel erger nog misschien dan jij. In
mijn hart ben ik soms ook bang
voor mensen".
„Jij? Waarom?" „Ik was ook al
tijd anders dan mijn broer en Letty
en hun vrienden. Jan en Letty wa
ren van die echt gewone kinderen,
met alledaagse fouten en kleine ver
drietjes. Ik kon nooit met ze praten,
ook later niet. Met vader evenmin.
Moeder.dat was iets anders.
Maar je kunt 'n moeder ook niet
alles zeggen".
„Neen". „Ik zou er alles voor heb
ben gegeven, zo te zijn als Jan. La
ter als student, toen ik Nol leerde
kennen, was het mijn ideaal, zo te
zijn als hij. Ik heb er mijn best voor
gedaan, maar het was altijd maar
een trieste komedie".
Zij lachte even, verbaasd. „Waar
om wil je zijn zoals Nol? Ik vind
hem heel aardig, maar ik zou niet
graag willen dat je zo was. Dan zou
ik niet var. je houden".
„Hij is een gelukkige kerel. Hij.
past, weet je, past in de maatschap
pij, past bij andere mensen. Ik niet.
Wij beiden, we passen niet.al
doen we ook nog zo ons best
Opeens verhelderden zijn ogen, hij
lachte en zag er bijna uit als een
jongen, toen hij zei: „Maar nu zijn
we doodgewoon twee verliefde men
sen, nu passen we, Charlie, wij bei
den. lieveling!" Hij trok haar in
zijn armen en kuste haar mond.
„Charlie, liefje, mijn kleine Faun,
mijn mooie kleine Faun. Mag ik je
zo noemen? Fauntje. Een leuk bij
naampje. Niemand zal het begrijpen,
alleen wij".
Het bezoek aan zijn ouders ze
zou er zaterdags heengaan met
Thomas en tot zondagavond blij
ven bleef haar met angst vervul
len, angst dat zij haar schuwheid
niet zou kunnen overwinnen, stug
zou doen en vreemd. Maar toen me
vrouw Van Arselen haar omhelsde,
voelde zij zich opeens veilig. Dade
lijk hield zij van de tengere vrouw
met haar nog jong gezicht, dat heel
zacht was in de omlijsting van spier
wit haar. Misschien was het door
haar sterke gelijkenis met Thomas,
dat deze vrouw haar dadelijk ver
trouwd werd en lief. Met bonzend
hart ging zij de kamer binnen, waar
Van Arselen zat in een gemakkelij
ke stoel. Aan zijn voeten lag een
oude takshond. (Wordt vervolgd.)
WWW!AAAA/WVWIAi\AA/WWVWWWW\/WWWW%A/WWWWVIAAAAAA#WWWWWW\ASW\AAAA/W\A/\A4WWiA/W\AAAAJWW\AAA/W%AAiWWlAA#W
VVVV%^FWV\A^AAArf^nA^VV\A/VV\AAA/VVV\AA/\/V\A^/VVV\A#V\/\A#%A^WVVVVVVV\/VV\n/VVVVV>^A/V»A/V\/\»VV*'\A»VVVVW\fVllV\/VVVVVVVVVVVV\/\/VVVVVVV\fVVVVVWV\A^fWVVVV%»\A/VVW
-
-o.-- v
AAAAAftAAAAftAAWWWlAAIWUWMWWWWWWUWW
VWAAftAAAAAAAAAAAAAAAftAAft/WWWWIAAAA/WWMWtll
ZÉGTIG GULPEN....
PAT IS NIET GOED
KOOP... KRIMPT
nci mei
GEEN
KRIMP,
MAAR».
COP. MARTËM ÏGONPtB
69. De heer Pannekoek van de Hulp Organisatie voor
Onderontwikkelde Personen krabbelde overeind en dof
te zijn hoed op. Arme Achtergeblevene!" sprak hij,
zigh tot de verbaasde Hyacinth wendend. „Hier heb je
geldelijke steun namens de Hulp Organisatie voor On
derontwikkelde Personen. Wees er zuinig mee en ge
bruik het goed!" „Onderontwikkeld?" vroeg Panda ver
baasd. „Hij houdt heel erg van de natuur en hij kan
prachtige gedichten maken!" „Een bewijs tem,eer!"
verklaarde de ambtenaar. „Dichten is uit de tijd! Dat
doen alleen nog misdeelden, werkelozen en achterge
blevenen. Maar met dat geld zal hij keurige dingen
kunnen doen en een nuttig lid kunnen worden van onze
maatschappij. Nu kan hij zich dingen veroorloven die
vroeger onmogelijk voor hem waren. Hij zal nu in ge
rief en gemak kunnen leven, warm. en behaaglijk!"
En dat was precies, wat Hyacinth ook dacht.
IK WH, 6RAA6 EEN 6EETJ6 WEMMENJ
LEREN, POLLE'
EEN-TWEE-EEN-TW6E-NEE
NIET-20'. 46 MOET EERST,
HELEMAAL HET WATER IN
WE PR08EREN HET OPOE R06
JA GOEOZO1. MET 4EVLEU-
t GELS' SLAAN!
0, IK WORP
EERST MOET 4E OP4E BUIK.
ZWEMMENS'. T>AN SLA JE EEN
BEETJE MET 46 VLEUGELS 1
t>AT KAN, SPRIN6
ER MAAR IN
HELEMAAL
NAT'
Bil
MIJ KUN JÉ
ZWEMMEN
2159-R
niüvüï tojiiist^t m
TELDE MG ZOJUIST, DAT GAUW BENS OP
HIJ DB VILLA MORTON I BURBNVISITB, NIET-
VERKOCHT HEBBAAN X WW/Me co?
BW miWN06 WBL
WAARACHTIG
ZB IS
NOb HO JAAR
oie Nieuwe te
woonster, is ze
euNoe wat'2
KIJK. DAVY -DAAR IS
>&jfl KSUYOMONSTË
KOMEN
DAVY JOnES
JACHTHAVEN
SwILEFF
AlllwiUIMIS
©PIB
578. Nu Bram eenmaal een spoor had
gevonden was het allemaal veel eenvou
diger geworden.
„We moeten de raaf zien te vinden",
stelde Bram vast.
„Maarrr waarrr?" vroeg Tutu.
„Ik weet natuurlijk niet hoe slecnte ra
ven denken", zei Bram. „Maar als ik een
slechte raaf was, zou ik voortdurend leed
vermaak hebben over het kwaad, dat ik
ken. Een tevreden grijns trok zijn snavel
krom. Nu twijfelde Bram helemaal niet
meer.
Meer dan een uur bleven allen zo on
beweeglijk. Toen ging de prinses naar
binnen voor de thee en even later klap
wiekte ook de raaf op sterke vleugels
weg.
Op redelijke afstand volgde Tutu hem
naar de noordelijke toren.
had aangericht. Ik zou willen zien, hoe
veel verdriet ik had gebracht. En het
meeste verdriet heeft ongetwijfeld de lie
ve prinses Aquamarinde.
Geen speurder had Bram die redenering
kunnen verbeteren. Afgaande op het ge
luid van hevige snikken vonden zij spoe
dig de prinses in de kasteeltuinen
daar zat ook een eindje verder de raaf op
een tak belangstellend naar haar te kij-