Jong, schrander, bekwaam
politi
ïcus en
kerkvorst
X
t
w
Gereed voor taak
Frankrijk
Engeland
en
mm
r
ZATERDAG 23 JULI 1966
Erbij
14
fMÜ
- - -
U
-iA t~
I
f
Paus Imnocemtius III, dienaar des Heren
vorst over de vorsten
OP 8 JANUARI van het jaar 1198 stierf paus Celestinus III, 92 jaar oud. Hij was op
85-jarige leeftijd tot zijn hoge ambt geroepen en wordt ons beschreven als een
zwakke, besluiteloze en wankelmoedige grijsaard, die zelfs, omdat de last van het
pontificaat hem te zwaar viel, gepoogd heeft afstand te doen. Dat Celestinus daarin niet is
geslaagd, is te danken geweest aan de kardinalen die zich eensgezind tegen het voor
nemen van hun herder verzetten. Op de sterfdag van de oude paus kwamen de kardinalen
in conclave bijeen en kozen zonder verwijl en eenstemmig de jongste uit hun midden tot
zijn opvolger. Dit was de nauwelijks 37 jaar oude kardinaal Lothario, graaf van Segm en
Marsi, die de naam Innocentius III aannam. Na hem is nooit een jonger man tot de Stoel
van Petrus geroepen. Toch heeft hij slechts 18 jaar de kerk bestuurd. Hij stierf op 16 juli
1216, nu 750 jaar geleden. Maar in die 18 jaar stond de pauselijke macht op haar hoogte
punt. Innocentius' denkbeelden over het pausschap stemden grotendeels overeen met die
van zijn grote voorganger, de later heilig verklaarde Gregorius VII. Deze had verkondigd
dat de paus de enige mens is wie alle vorsten de voeten kussen; dat hij door niemand kan
worden geoordeeld en dat hem het recht toekomt koningen en keizers af te zetten. Hij was
het ook die het celibaat vaststelde en van wie het decreet uitging dat niemand een kerke
lijk ambt mag aanvaarden uit handen van een leek, dat dus keizers en koningen geen bis
schoppen mochten benoemen. En tenslotte was het op zijn raad dat een synode de paus
keuze in de handen der kardinalen legde. Deze man koos Innocentius III zich tot voorbeeld.
Wel was het nodig dat een krachtig
man de ring van Petrus aan de vinger
geschoven kreeg, want het waren ver
warde en moeilijke jaren, de begin
maanden vóór Celestinus was de Duit
se keizer Hendrik VI in de bloei zijner
jaren aan een aanval van „hete koorts"
pverleden, juist toen hij ter kruistocht
was uitgevaren. Deze Hendrik was niet
slechts de door de keurvorsten tot
koning gekozen en door de paus tot
keizer gekroonde heerser over het Hei
lige Roomse Duitse Rijk, maar door
huwelijk met Constantia van Napels
en Sicilië was hij ook souverein over
die gebieden, die gevaarlijk dicht bij
Rome en de verbrokkelde kerkelijke
staat lagen. Zijn zoon en erfgenaam
Frederik was een driejarig kind en
het is duidelijk dat allen die Hendriks
macht gevreesd hadden, van die
minderjarigheid profiteerden en de
wapenen opvatten. De Duitse keur
vorsten waren verdeeld. Sommige ko
zen Hendriks broer Filips van Zwaben
tot koning, andere Otto van Bruns-
wijk. Het is typisch-middeleeuws dat,
naar de vorm der verkiezing geoor
deeld, beiden konden verklaren dat zij
rechtsgeldig gekozen waren of liever:
de rechtsgeldigheid der verkiezingen
kon naar de vorm door beiden betwist
worden. Filips van Zwaben was te
Mainz gekroond door een daartoe niet
gerechtigde aartsbisschop, maar met de
echte rijkskleinodiën; Otto was in de
daartoe aangewezen stad, Keulen, door
de daartoe bevoegde aartsbisschop van
Keulen gekroond, maar niet met de
ware kroon en niet met de authentieke
scepter en rijksappel want die wa
ren in het bezit van Filips. Deze nood
lottige dubbele keuze had een burger
oorlog ten gevolge die steden en boer
derijen in vlammen deed opgaan en on-
telbaren het leven kostte.
Innocentius III heeft met grote be
kwaamheid gebruik gemaakt van de
verwarde toestand die, zoals uit het
bovenstaande blijkt, in Europa heerste
toen hij de Apostolische Stoel besteeg.
Men kan zeggen dat hij nourri dans le
-k-
i"?
- V
sérail was; in de eerste plaats door zijn
familierelatie met een vorige paus, Cle
mens III, zijn oom, die hem tot kardi
naal had verheven; in de tweede plaats
doordat de oude Celestinus helemaal
niet op de jonge en uiterst schrandere
kerkvorst gesteld was en hem zoveel
mogelijk buiten alle zaken hield. Dat
betekende namelijk dat Lothario over
veel vrije tijd beschikte. Hij had in Pa
rijs theologie gestudeerd en rechten in
Bologna. Thans had hij gelegenheid
zijn denkbeelden vorm te geven over
het wezen van de pauselijke macht en
over haar plaats in de wereld, een
menging dus van bespiegeling en prak
tijk, evenals zijn studiën waren ge
weest. Vlak voor zijn neus kon de jonge
kardinaal zien waartoe het zwakke be
wind van Celestinus leidde: de stede
houder Gods op aarde was eerder een
speelbal dan een speler in het grote
politieke spel der naties. Achter hem
evenwel ontwaarde de kardinaal steeds
duidelijker en scherper van contouren
het beeld van de grote Gregorius. Toen
kwam de dag waarop hem de tiara op
het hoofd werd geplaatst, de dag waar
op hij de naam Innocentius aannam en
het roer van het navicula Petri,
het scheepje van Petrus, vast in de
hand greep. De christenheid was wat
onthutst over de jeugd van de nieuwe
stuurman. Walter von der Vogelweide
gaf uiting aan die onrust in een gebed
dat hij een 'kluizenaar in de mond
legde:
Hij smeekte God:
Uw Koninkrijk kome!
Helaas, de paus is veel te jong;
Help, Heer, Uw christenheid.
MAAR INNOCENTIUS, hoe jong
ook, was gereed voor zijn taak.
Met wijs inzicht begon hij met
wat in letterlijke zin voor de hand lag:
nmmt
het herstel van de pauselijke macht in
Rome en in de kerkelijke staat, waar
ambtenaren van Hendrik VI de lakens
uitdeelden. Eerst in de heilige stad,
later ook in die delen van Italië waar
op de pausen in het verleden vergeefs
hun aanspraken hadden trachten te
realiseren, verving hij de keizerlijke
bevelhebber door pauselijke rectoren.
De Italianen, die de Duitse overheer
sers haatten en wier nationaliteitsge
voel zich begon te ontwikkelen, steun
den hem waar zij konden en verheer
lijkten hem al? de peyr^idyr van hunr
vaderland. Dat het streven van Inno-'
centius één samenhangende kerkelijke
staat te vestigen met succes bekroond
is, had hij behalve aan de steun z'ijner
landgenoten natuurlijk te danken aan
de minderjarigheid van Frederik van
Napels en Sicilië en aan de burger
oorlog in Duitsland. Ook in deze
machtsstrijd tussen Otto van Brunswijk
en Filips van Zwaben mengde de paus
zich. Sedert Leo III op kerstdag van
het jaar 800 Karei de Grote tot keizer
had gekroond, huldigden de pausen de
opvatting dat het keizerschap op reli
gieuze basis was gegrondvest en her
haaldelijk hebben zij er naar gestreefd
hun stem bij de verkiezing van een
rooms koning tot een beslissende te
maken. Innocentius ging verder: naar
zijn overtuiging had de Duitse keizer,
dat wil dus zeggen: de door de paus
tot keizer gekroonde roomse koning,
de taak de kerk te beschermen. Het
criterium was voor hem of de kandi
daat bereid was de pauselijke politiek
zoals die door Gods stedehouder werd
uitgestippeld, te volgen. In concreto
betekende dit dat hij zijn steun toe
zegde aan hem die bereid was te be
loven na zijn keizerskroning ter kruis
vaart te gaan, de ketterij te bestrijden
en de kerkelijke staat in zijn nieuwe
gedaante te erkennen en te eerbie
digen. Aanvankelijk had het de schijn
dat Otto de meest volgzame was en zijn
positie scheen onaantastbaar toen zijn
mededinger Filips vermoord werd. Ja,
in 1209 kroonde Innocentius hem tot
keizer op belofte dat hij de kerk zou
steunen en haar bezit zou respecteren.
Maar Otto was er de man niet naar
zich door eden gebonden te achten.
Spoleto, Ravenna, Arlcona en Toscane
die nu pauselijk gebied waren, be
tekenden veel te veel voor hem en
nauwelijks was hij tof keizer gekroond
of hij viel gewapenderhand deze lan
den binnen en zond een expeditieleget
naar Sicilië om dat op Frederik te ver
overen. Opnieuw dreigde dus een voor
de kerk zo gevaarlijke vereniging van
Sicilië met het Duitse keizerschap. In
nocentius aarzelde niet. maar deed de
meinedige in de ban en ontsloeg zijn
onderdanen van hun eed van trouw.
In 1211 verklaarden de Duitse keur
vorsten Otto van de troon vervallen en
wezen Frederik van Sicilië als zijn op
volger aan. Voor de derde maal dreigde
nu de vereniging van Sicilië met de
Duitse kroon en weer moest Innocen
tius ingrijpen. Frederik liet evenwel
zijn eenjarig zoontje tot koning van
Sicilië kronen en sprak daarmee in
principe de scheiding tussen beide ge
bieden uit. Daarop gaf de paus zijn
toestemming. Otto werd verslagen en
Frederik werd keizer.
innocentius geeft Franciscus en zijn volgelingen het recht tot prediking.
VAN GEHEEL andere aard waren
Innocentius' bemoeiingen met
Frankrijk en met Engeland. In
Frankrijk regeerde Filips II Augustus
die aldoor overhoop lag met Jan zon
der Land, koning van Engeland en van
de Engelse gebieden in Frankrijk. Om
tegen hem een bondgenoot te hebben
huwde Filips in 1193 Ingeborg van
Denemarken. .Wat er aan haar man
keerde weten wij niet, maar van het
sy
Innocentius III, mozaïek door een tijdgenoot.
ogenblik af dat Filips zijn bruid aan
schouwde, vatte hij zulk een afkeer
van haar op dat hij onmiddellijk na de
voltrekking van het huwelijk aan de
paus toestemming vroeg zich van haar
te laten scheiden. De oude Celestinus
weigerde. Er was ook geen enkele
redelijke grond. Maar Filips sloot de
arme Ingeborg in de gevangenis op,
verstiet haar formeel en ging een on
wettig huwelijk aan met Agnes van
Meran die hem een reeks kinderen
schonk. Nauwelijks was Innocentius
paus of hij poogde in een reeks brie
ven Filips van zijn dwaalweg te doen
terugkeren. Toen deze pogingen alle
faalden sprak hij over geheel Frankrijk
het interdict uit, zodat iedere inwoner
van dat land van de genademiddelen
der kerk verstoken bleef. Toen haaide
Filips bakzeil. Dit werd hem gemakke
lijk gemaakt doordat Agnes stierf. In
naam nam hij nu Ingeborg wederom
tot vrouw, waartegenover Innocentius
de kinderen van Agnes wettigde. Hij
had een grote morele overwinning be
haald, maar het lot van Ingeborg ver
beterde er nauwelijks door. Maar dat
was een zaak die de paus niet regar
deerde.
Ook in zijn strijd met de Engelse ko
ning zegevierde Innocentius. De mon
niken van Christ Church hadden een
nieuwe aartsbisschop van Canterbury
gekozen, maar koning Jan was het met
de keuze oneens en erkende hem niet.
Beide partijen wendden zich tot Rorne
en Innocentius stelde na een minutieus
onderzoek de monniken in het gelijk.
Jan was woedend en vaardigde een
reeks tyrannieke maatregelen tegen de
kerk uit. Een interdict over Engeland
was het gevolg en na veel strijd moest
de koning het hoofd buigen voor de
paus. Hij kreeg zijn eigen koninkrijk in
leen terug tegen een jaarlijkse cijns
van 1.000 pond. Weer had de paus ge
wonnen.
Mocht het de schijn hebben dat Inno
centius III in hoofdzaak politieke doel
einden nastreefde, in werkelijkheid
waren de bestrijding van de ketterij en
de herovering van het Heilige Land de
zaken „die ons het meest ter harte
gaan", zoals hij zeide. Vooral in Zuid-
Frankrijk had de ketterij, die zich van
de Balkan en Constantinopel langs de
handelswegen naar Italië en de kusten
der Middellandse Zee had verbreid,
een toebereide bodem gevonden. Men
wijt dit aan de sterk gemengde bevol
king en aan de oude betrekkingen met
de Islam. Hoe ook, reeds vroeg ont
stond hier de secte der Katharen, die
later naar het stadje Albi veelal Albi-
genzen werden genoemd. Het grootste
deel der adel behoorde tot deze ketters
wier leiders een leven van apostolische
armoede en ascese leidden: zij kantten
zich tegen de eigendom, hielden strenge
vasten, verwierpen uiterlijke ceremo
niën en beschouwden de geslachtsdaad
als zonde. Het huwelijk was daarom
in hun ogen erger dan ontucht. Na
tuurlijk veroordeelden zij streng de
wereldse gezindheid van vele geeste
lijken. Daarin waren zij de gelijken
van de Waldenzen die evenwel veel ge
matigder waren, in eenvoud en armoe
de leefden en de bijbel als enige richt
snoer voor hun geloof aanvaardden.
Innocentius III poogde deze ketters
tot betere gedachten te brengen langs
een zeer lange weg: hij wilde de gees
telijkheid hervormen in de streken
waar de ketterij haar centra had, de
plaatselijke bisschoppen door andere
vervangen en belastte missionarissen
met de taak de afvalligen te bekeren.
Men kan niet anders zeggen dan dat
dit een uiterst moderne zienswijze was
bij een middeleeuwer. Helaas ontstond
in 1208 een crisis, toen de pauselijke
legaat werd vermoord. Toen predikte
de paus een kruistocht die met alle
wreedheid werd gevoerd en waardoor
het gehele zuiden van Frankrijk werd
verwoest. Maar merkwaardig genoeg
vond de leer der armoede in deze tijd
ook binnen de kerk weerklank: de
twee bedelorden, die der Franciscanen
en die der Dominicanen, zijn tijdens
het pontificaat van Innocentius ont
staan.
D AT DE LEIDER der christelijke
kerk in het begin van de der
tiende eeuw de prediker van een
nieuwe kruistocht moest zijn, spreekt
vanzelf. Dat hij daarbij noch op d«
steun van Filips Augustus, noch op die
#van Jan zonder Land of van Otto IV
kon rekenen, is eveneens duidelijk. Het
kruisleger dat in 1202 de tocht onder
nam. bestond dan ook hoofdzakelijk
uit Franse en Lotharingse edelen met
hun gevolg. Het plan was dat zij met
in Venetië gehuurde schepen de zee
zouden oversteken, maar de Doge wist
hen te betrekken in een strijd met
Constantinopel, welke stad tegen het
regelrechte verbod van de paus in door
het kruisleger werd bestormd. Het By
zantijnse rijk werd verdeeld; velen
eigenden zich stukken toe, de kruis
tocht was vergeten of liever: in een
schandaal geëindigd. Niemand die dit
scherper heeft gevoeld dan Innocen
tius, al meende hij dat de verovering
van Constantinopel een door God ge
wilde daad was om de Griekse en de
Latijnse kerken te herenigen. Het is
integendeel de gebeurtenis gebleken
die de kloof tussen beide kerken tot
heden toe onoverbrugbaar heeft ge
maakt. Niettemin bleef Innocentius
voor een kruistocht ijveren; zelfs op
het concilie dat hij in 1215 bijeenriep
en dat als het Vierde Lateraan-
se Concilie bekend staat, werden
daarover bepalingen, o.a. over aflaten,
vastgesteld. Maar zijn vermaardheid
dankt deze bijeenkomst die slechts drie
zittingen telde, aan andere beslissingen.
Een daarvan was de jaarlijkse biecht
bij de eigen priester en de paascommu
nie die thans verplicht gesteld werden
en waaraan de zegswijze „zijn Pasen
houden" haar ontstaan te danken heeft.
Een jaar later stierf de paus. Zijn
eerste biograaf heeft hem ge
noemd F o r t i s, s t a b i 1 i s,
magnanimus, astutus, het
geen wil zeggen: krachtig, stand
vastig, grootmoedig en verstandig,
epitheta ornantia die hij alle ver
diende. Onder Innocentius stond
het pausdom op het toppunt van
zijn macht. De Dienaar des Heren
was vorst over de vorsten.
Dr. P. H. Schroder