Hartstochtelijke discussie over het boek van Steiner: „Ons vertrouwen in Azië is groot" r Geen wapens in de ruimte Prijkt al maandenlang op de lijst van Franse bestsellers Griekse Centrumpartij voor de keuze: George of Papandreou Van dag tot dag Zwart en Noodweer in Berlijn Waarom?" India protesteert bij China tegen grensschendingen telegrammen ZATERDAG 23 JULI 1966 GOUDEN 9 DAMESHORLOGES J MET BAND Genève-over eenstemming Nasser niet naar Algiers Poging tot analyse Veertig overlevenden Meer dan registratie Mavros Honger en haat Geografie Vastbesloten Vertrouwen Doorgaan Zambiaans koper weer via Rhodesië vervoerd Proef-explosie van V.S. in Atlantische Oceaan De herhaalde onlusten, die in Ameri kaanse steden (nu weer in Cleveland) worden verwekt door negers omdat dezen zich achtergesteld voelen, verzwakken de positie van de Verenigde Staten in de we relddelen waar de gekleurde volken over wegen. President Johnson heeft dit zeer wel begrepen en een veldtocht aangekon digd tegen armoe en discriminatie van zwarte Amerikanen. Hij heeft daarvoor echter de medewerking nodig van de blan ken (negentig percent der bevolking) en die medewerking is volkomen onvoldoen de. In Harlem (de negerwijk van New York) Los Angeles, Chicago en Cleveland bleken kleine incidenten voldoende om een op stand in de „zwarte getto's" te verwekken. Gewoonlijk is in die buurten de werk loosheid tweemaal zo groot als elders; het gemiddelde inkomen ligt er onder de drempel van het minimum dat de rege ring heeft vastgesteld; negerwijken ver worden snel tot achterbuurten. Vandaar dat de blanken uit de nabijheid daarvan wegtrekken. Wat Chicago betreft zijn de laatste tien jaar een half miljoen blanken uit de stad naar comfortabele en welvarende tuin dorpen in de omgeving verhuisd. Hun plaats werd ingenomen door negers, wier aantal in die periode steeg van 600.000 tot een miljoen. En die voelen zich gro tendeels „onterfd", een proletariaat in een land waar elke blanke er aanspraak op maakt minstens tot de middenklasse te behoren. De Amerikaanse industrie steden kennen een probleem, dat in Euro pa een eeuw geleden dringend en ver ontrustend was dat van een roerige, ver armde groep, die zich uitgesloten ziet van de uitdagende welvaart om zich heen, en die zich gemeden voelt door welgestelden. Als tien percent van de bevolking in verzet komt schijnt dit geen ramp. Bo vendien is slechts een klein deel daarvan betrokken bij relletjes. En niet alle twin tig miljoen gekleurden behoren tot dit proletariaat. Toch moet men het pro bleem niet onderschatten. Voor tal van negers is de overheid een vijandige poli tie. Zij luisteren niet meer naar gematig de leiders als dominee King, die opwekt tot rust en orde. Zij staan wantrouwend tegenover het gezag, omdat zij zich daar door ni-et vertegenwoordigd achten. Zij verwij teri aan de regering, dat er naar verhouding in Vietnam veel meer ne gers sneuvelen dan blanken. En niet wei nigen voelen zich al solidair met andere gekleurde volken en spreken van „zwar te macht", om gelijkheid af te dwingen. Willen de Verenigde Staten grotere bin nenlandse onrust vermijden en er aan spraak op maken een democratische maatschappij te vormen, dan zijn de emancipatie en de verheffing van het zwarte proletariaat een eerste vereiste. Gelijkstelling voor de wet is dan inder daad niet voldoende. Het gaat ook om so ciale en morele gelijkwaardigheid. De re gering kan er de voorwaarden voor scheppen. Maar het gehele volk moet die door zijn gedragingen verwerkelijken. vanaf 350.— GENèVE (AP) De Verenigde Staten en de Sovjet-Unie zijn gisteren in begin sel overeengekomen kernwapens en mili tair optreden in de ruimte en op hemel lichamen te verbieden. Deze overeenkomst werd gesloten op de ruimteconferentie in Genève waar het onderzoek van de ruimte, de maan en an dere hemellichamen wordt geregeld. Zowel de Verenigde Staten als de Sov jet-Unie hebben voorstellen ingediend, die militaire oefeningen en het beproeven en opslaan van kernwapens en andere ver nietigingswapens in de ruimte verbieden. Deze voorstellen hebben de 28 landen die aan de conferentie deelnemen aanvaard. Het is de derde oveneenkomst die werd gesloten. Eerder werd aanvaard dat geen enkel land het recht heeft enig deel van ruimte en hemellichamen in te lijven, en dat elk menselijk optreden in de ruimte valt onder het internationale recht en het Handvest van de Verenigde Naties. CAIRO (AFP) Egypte zal niet deelne men aan de Arabische topconferentie in Algiers, die op 5 september gaat beginnen, Dit betekent niet, aldus president Nasser gisteren, dat Egypte zich daarvan geheel terugtrekt. Egypte heeft de Arabische lan den en de Arabische Liga evenwel ver zocht de conferentie voor onbepaalde tijd uit te stellen. Nasser zei, dat hij „niet naast de reactionaire krachten op Arabische top conferenties wilde zitten". (Van onze correspondent) PARIJS De nog jonge (28-jari- ge) journalist-romancier Jean-Fran- gois Steiner, die zowel aan Startres maandschrift „Les Temps Modernes" als aan het (gaullistische) weekblad „Candide" meewerkte, heeft met zijn boek over het uitroeiingskamp voor joden: „Treblinka", dat nu al sinds maanden op de Franse lijst van de bestsellers prijkt en dat door Simone de Beauvoir werd ingeleid, een pro bleem aan de orde gesteld dat onmo gelijk géén hartstochtelijke discussies en felle polemieken kon verwekken. Dat probleem luidt immers of de joden zelf wel alle weerstand hebben geboden tegen de duivelse plannen die de nazi's sedert jaren tegen hen hadden gesmeed. En, subsidiair, of ze zich in sommige, doch concrete, ge vallen niet als onbewuste of zelfs be wuste handlangers hebben gedragen van hun eigen beulen. Alleen door deze vraag te stellen, heeft Steiner uiteraard de oude wonde van het onnoemelijke leed dat de nabestaanden van de miljoenen slachtoffers van Hitiers schrikbewind nog dagelijks ervaren, op nieuw wreedaardig opengereten, en de ge volgen van die daad zijn hem dan ook niet bespaard gebleven. Hem is te ver staan gegeven dat hij een grof verraad aan de nagedachtenis van zijn eigen fa milieleden en rasgenoten heeft gepleegd en bovendien in de kaart heeft gespeeld van de huidige erfgenamen der nazi-ideo logie in Duitsland en elders, die hij nu een nieuw bewijs zou hebben geleverd van het „immoralisme" van het uitver koren volk. MEN ZOU DIE reacties zonder de min ste moeite begrijpen, zonder ze te delen, en daarom Steiner vanwege zijn boek on genuanceerd te veroordelen. Ten eerste, omdat Steiners eigen familieleden, vader, moeder, broers en zusters zonder uitzon dering ook werden uitgemoord en zijn boek zeker niét de indruk wekt dat hij die slag gemakkelijk te boven zou zijn gekomen. Integendeel, men kan Treblinka eerder als de prijs omschrijven die Steiner heeft moeten betalen, om, zo geen vrede met, dan toch een verklaring van het feit te vinden, dat in een wereld, die zich zelf als geciviliseerd beschouwde zo'n miljoe nenslachting mogelijk is geweest. Steiner poogt, na zovele andere auteurs, dit be nauwende vraagstuk op zijn beurt dus ook nog eens te analyseren, maar het is daar bij zijn, zeg: intellectuele en morele verdienste geweest, dat hij bij die analyse de joden niet uitsluitend als passieve slachtoffers beschouwt. Of juister: hun passiviteit, in vele gevallen, als nevenfac tor heeft aangewezen, waardoor de uit voering van Hitiers uitroeiingsplannen tot op grote hoogte kon slagen. TREBLINKA, een plaatsje in Polen, heeft onder de beruchte concentratiekam pen van Auschwitz, Dachau, Ravensbrüek en Buchenwald, tot dusver betrekkelijk weinig bekendheid verw(jrven. Naast Bu chenwald dat 75.000 mensen en Auschwitz dat ongeveer het dubbele aantal bergde, telde Treblinka dan ook niet meer dan een duizend, exclusief joodse „bewoners", die echter zonder uitzondering voor de gaska mers waren bestemd. Het kamp is gedurende de hele oorlog in „functie" geweest en van alle tiendui zenden joden die de noodlottige reis, op gepropt in beestenwagens, naar Treblinka moesten ondernemen, wisten door de vlucht niet meer dan een zeshonderd aan dat uiteindelijke lot te ontkomen. Steiner die elke vorm van verbaal he roïsme heeft afgezworen, beschrijft met een pen die weinig illusies respecteert, hoe die vluchtelingen uit Treblinka, bui ten hun kamp veelal ook nog ondervonden op dichte deuren te moeten klappen en toen het rode leger Polen eindelijk bin nenviel, waren nog maar een veertig ex- geïnterneerden van Treblinka in leven. Het is vooral op grondslag van die getui genis van dié overlevenden geweest dat Steiner zijn boek heeft geschreven. „TREBLINKA" is niettemin geen repor tage of een beschrijving van een getui genverhoor geworden. Steiner, die over een niet gering litterair talent beschikt, heeft die getuigenissen met zijn persoon lijke herinneringen vermengd en hijzelf is in deze dramatische worsteling met een tragische waarheid, dan ook geen moment uit het verhaal afwezig. Zijn boek, dat soms de toon van een roman aanneemt, is dus aanzienlijk méér dan enkel een registratie van naakte en vaak weinig opbeurende feiten, maar het is nu juist dat „meer" dat de jonge schrijver van sommige joodse zijden als verwijt voor de voeten is geworpen. Ten onrechte, dacht ik, omdat dat „meer" door het aandeel van zijn litterair ver beeldingsvermogen werd geleverd, waar door zijn boek nu juist zo aangrijpend werd, zonder nochtans de waarheid in haar fundamenten aan te tasten. Als niet-jood aarzelt men wel even zich te mengen in een discussie, waarvan de achtergronden door de herinneringen aan het onvoorstelbare lijden van zes miljoen vermoorde joden wordt gevormd. Mense lijk gesproken, heeft Steiner zijn boek misschien een enkele generatie te vroeg gepubliceerd. Misschien mag men van het restant joodse overlevenden van Hitiers exterminatie-operatie nog niet verwachten, dat zij reeds nu een historische objectivi teit zouden willen en kunnen betrachten, waarvoor hun eigen herinneringen èn er varingen de plaats nog niet vermogen te reserveren. Maar Steiner van zijn kant moést dit boek voor zijn eigen geweten en zijn „menselijke conditie" nu eenmaal (van zich a'f) schrijven, en het is die nood zaak geweest, welke tot gevolg heeft, dat de lezer door „Treblinka" evenmin meer gemakkelijk wordt losgelaten. (Van onze correspondent) ATHENE. Deze maand was het één jaar geleden dat George Papan dreou, Grieks premier sinds februari 1964, ten paleize tot ontslag werd ge noopt, gevolgd door een maanden lange roerige nasleep die men zich nog wel herinnert. Er zijn weinigen meer in Griekenland die oprecht geloven dat Papandreou ooit nog weer echt zal regeren, ook al blijft het aangaan de zijn gezondheidstoestand bij moei lijk controleerbare geruchten. Papan dreou blijft echter een centrale figuur als slachtoffer en als erflater van een politieke boedel. Verkiezingen, nu gehouden, zouden on getwijfeld door hem persoonlijk worden gewonnen, maar vermoedelijk ook nog wel door de figuur, door hem als zijn po litieke erfgenaam aangewezen. Hiervan profiteert in eerste instantie de andere drager van de merknaam-Papandreou, de vermoedelijk flink wat linksere zoon Andreas. Deze prefereert boven ver kiezingen echter de voorafgaande verde re „zuivering" van de Centrum-partij, waardoor deze op den duur een soort Griekse Labour-party zou kunnen worden. Er zijn in en buiten de Centrum-Partij velen die beducht zijn voor het vooruit zicht van een linksgericht Centrum onder Andreas Papandreou. Als een nieuwe voorman in de rechtse Centrum-groepe ringen heeft zich onlangs de 57-jarige George Mavros aangediend, een figuur over wie nu zwaar wordt gespeculeerd. Mavros, in 1934 met een maximum aan voorkeursstemmen voor het parlement ge kozen, was aanvankelijk minister van Coördinatie onder Papandreou. Hij kwam echter al spoedig op minder goede voet met de Papandreou's te staan en liet zich, zonder publiekelijk te morren, tot gouver neur van de Nationale Bank maken, waarbij hij zijn parlementszetel ter be schikking stelde. De zorgvuldig getime-de terugkeer in de politiek van deze „onbe zoedelde" figuur zou ten doel kunnen heb ben een soort tegenwicht tegen Andreas te vormen. Hoewel hij persoonlijk geen reden heeft pa Papandreaou goed gezind te zijn, bracht hij hem een vriendelijk be zoek in Kastri en stelde zich opnieuw on der de politieke leiding van de oud premier, wiens val hij in twee scherpe artikelen uitdrukkelijk aan de kaak stelde. Velen hopen dat het dagbladconcern dat deze artikelen plaatste, op den duur de nieuwe George gaat „poneren" in plaats van de oude. Vooralsnog werd Mavros' come-back in alle kampen (behalve in het extreem-linkse) met min-of-meer oprech te kreten van blijdschap begroet. Van rechtse zijde wordt openlijk de hoop uit gesproken, dat niet een Papandreou de po litieke boedel van George Papandreou zal overnemen, maar een George. BERLIJN (AFP) Hevige regens hebben in Berlijn schade aangericht ter waarde van miljoenen guldens. Het leven in de stad was urenlang ontwricht. In sommige straten stond het water meer dan een meter hoog. De Kurfürstendamm, de beroemde Berlijnse boulevard, veran derde in één groot meer. De stroom van vier elektriciteitscentrales viel uit. (Van onze redactie buitenland) „In Azië, Afrika en Latijns Amerika is evenals in de Verenigde Sta ten een strijd op leven en dood aan de gang, een wedren tussen ont wikkeling en chaos. We vechten tegen de armoede die de mens onteert, tegen de werkloosheid die hem vernedert en tegen het vooroordeel dat hem tart". Dat zei president Johnson 12 juli in een rede die hij uitsprak voor de Amerikaanse studentenraad. Die toespraak heeft buiten de Ver enigde Staten niet de aandacht gekregen die zij verdient. Zij behelsde uitspraken die een duidelijk licht werpen op de opvattingen die aan de luidige Amerikaanse politiek in Azië ten grondslag liggen. We zijn overal geïnteresseerd in de strijd om onafhankelijkheid, vooruit gang en ontwikkeling die aan de gang is, aldus Johnson. Maar nergens staat er meer op het spel dan in Azië. „Azië is nu het kritieke toneel van de worsteling van de mens om onafhan kelijkheid en orde te verwerven. Dat is zo, omdat drie van elke vijf men sen op aarde in Azië wonen. Dat is waar, omdat honderden miljoenen er moeten leven van minder dan een kwartje per dag. En dat is ook waar, omdat de communisten in Azië nog ge loven dat zij hun doelen met geweld kunnen verwezenlijken. Als er in Azië permanente vrede tot stand gebracht kan worden, zal de mensheid daar wel bij varen. Maar als er geen vrede kan komen, zullen onze verworvenheden nergens veilig zijn". Johnson wijst er dan op dat hij daar bij niet eenvoudig doelt op vrede door het ontbreken van wapengeweld. Er kan immers geen „vrede" zijn als mensen haten en honger lijden. „De vrede die wij in Azië willen bereiken is een vrede van de verzoening: tus sen de communistische landen en hun niet-communistische buren; tussen de rijke en de arme landen; tussen de kleine en de grote mogendheden; tus sen de mensen met een bruine, zwarte, gele en witte huid; tussen Hindoes en mohammedanen, boeddhisten en christenen". Essentieel voor zulk een vrede is de uitwisseling van ideeën, internationale handel, deelgenootschap van alle lan den aan de internationale rechtsge meenschap, een gezamenlijke aanpak van de grote taken en economische ontwikkeling. Er moet daartoe nog een lange weg worden afgelegd. De grondslagen voor zulk een vrede worden nu meer dan ooit in Azië gelegd. Drie criteria lig gen daaraan ten grondslag: de vastbeslotenheid van de VS hun verplichtingen in Azië, als Pacific- mogendheid, na te komen; het bewijs te leveren aan agres sieve landen dat het gebruik van geweld om anderen te overweldi gen tot mislukken gedoemd is; het scheppen van politieke stabili teit en economische kracht in de landen van vrij Azië. Johnson wijst er dan op dat zij die stellen dat de Verenigde Staten niets te maken hebben in Azië de plank mis slaan. Dat is geografisch onjuist. „We zijn met Azië en Europa verbonden door twee oceanen; per vliegtuig, schip, satelliet of raket". Ook het ge zonde verstand maakt dat duidelijk; onze steeds kleiner wordende aarde heeft talloze met elkaar verweven eco nomische banden. „Wij kunnen de be dreigingen van de vrede in Azië niet veronachtzamen, omdat de mogelijk heid van een wereldwijd conflict maar al te werkelijk is". Ook de internationale solidariteit eist dat wij beseffen dat de volken in Azië met ons deel uitmaken van de mensheid. „Azië staat niet langer bui ten de twintigste eeuw. Azië is hier, in onze wereld. Azië is onze deelge noot of ons probleem". „De Amerika nen zijn deze eeuw ingegaan met de opvatting dat onze veiligheid zich uit sluitend beperkte tot ons werelddeel. Tweemaal hebben wij onze geografi sche ligging voldoende veilig gedacht. Tweemaal hebben we ons vergist. Als we nu verstandig zijn, begaan we on ze vroegere vergissingen niet opnieuw. Wij zullen ons niet onttrekken aan de verplichtingen die wij hebben ten aan zien van de vrijheid en veiligheid in Azië". President Johnson Niets is moeilijker in een wereld-in- revolutionaire beweging dan te bewij zen dat agressie bij voorbaat tot mis lukken is gedoemd. „Zolang de lei ders van Noord-Vietnam geloven dat zij Zuid-Vietnam met geweld kunnen veroveren, zullen wij hen niet laten slagen. We proberen Noord-Vietnam niet te vernietigen. We proberen niet er het regeringssysteem te verande ren. We proberen niet permanente ba ses in Zuid-Vietnam te vestigen. En we proberen niet een centimeter land te winnen. Waarom zijn we in Viet nam? Omdat we proberen de communis ten van Noord-Vietnam ertoe te bren gen op te houden met schieten op hun buren. Omdat we pogen hun agressie kostbaar te maken. Omdat we probe ren te bewijzen dat guerrilla-oorlog van het ene land tegen het andere niet kan slagen. Als dat eenmaal bewezen is zal een schaduw die nu over geheel Azië hangt wegtrekken. Alleen Hanoi weet, wanneer die dag komt. We voeren een oorlog van vastbeslo tenheid. Hij kan lang duren. Maar hoe lang hij ook duurt, ik wil dat de com munisten in Hanoi het volgende weten: 1. Een overwinning van uw legers is niet mogelijk; 2. Op het moment dat u van geweld afziet, zullen wij op gelijke wijze reageren. Wij willen onze soldaten naar huis laten gaan. In uw handen ligt de sleutel tot vrede. U hebt die sleutel slechts om te draaien. „Ons vertrouwen in Azië is nu net zo groot als het na de tweede wereldoor log in Europa was. Daar is reden voor. Als wij ons in Vietnam krachtig ver zetten tegen militaire verovering, dan zijn wij ervan overtuigd dat de dui delijke tendens van hoop en groei in Azië zal doorzetten." President John son somde dan een aantal punten op die erop duiden dat in Azië die ten dens aanwezig is. „Achter onze verdediging van Zuid- Vietnam groeit een nieuw Azië- Omdat wij standvastig zijn geweest omdat wij ons hebben gebonden aan de ver dediging van één klein land hebben anderen moed gevat. Wij zullen ze niet in de steek laten." Essentieel voor de vrede in Azië is ook de verzoening van naties die nu vijanden zijn. „Kern van een vredig Azië is een vredig Aziatisch vasteland, China. Per manente vrede kan in Azië nimmer be reikt worden zo lang zevenhonderd mil joen mensen op het Chinese vasteland door hun leiders worden afgesneden van de buitenwereld. Wij hebben ge leerd dat de zwakheid van de buren van zulke staten verleidelijk is en dat slechts vastbeslotenheid gedragen door macht een mogendheid die gedreven wordt door eerzucht in toom kan hou den. Maar we hebben ook geleerd dat de grootste kracht die bekrompen men sen en geïsoleerde gemeenschappen kan bekeren is de vrije uitwisseling van ideeën, mensen en goederen." Johnson wijst er dan op dat de V.S. reeds jaren proberen tot zulk een uit wisseling te komen met China. Te vergeefs. „We houden vol, omdat we weten dat honger en ziekten, onwetendheid en ar moede, geen grenzen, godsdienst, klas se of nationaliteit kennen. We houden vol, omdat we geloven dat zelfs de meest geïsoleerde samen leving zich eens bewust zal worden van de grote mogelijkheden van een andere wereld. We houden vol, omdat we geloven dat samenwerking, niet vijandigheid, de weg is die naar de toekomst leidt. Als een Pacific-mogendheid moeten we daaraan meewerken. Het is een doel dat onze idealen waardig is en dat de daden van dappere mannen niet be schaamt. Ik beloof plechtig aan allen die op ons rekenen dat wij onze rol zullen spelen." ff „Waarom raken we ons geld kwijt èn onze vrienden", zo luidde op een persconferentie de vraag aan de Amerikaanse senator Everett Dirk- sen (rechts) en aan de fractievoor zitter van de Republikeinen in het Congres. Deze voor de Amerikaanse regering netelige vraag was voor de beide republikeinse leiders uiteraard een weet. NEW DELHI (Reuter) India heeft een scherp protest bij China ingediend, omdat een maand geleden een Chinese patrouille bij Longjoe in Noordoost-India de grens zou hebben geschonden. In dit gebied deed zich in 1959 de eerste grote botsing tussen India en China voor. In het Indische protest wordt ook melding gemaakt van grensschendingen op 9 en 16 juli. LONDEN (AFP) Koper uit Zambia zal weer over Rhodesisch grondgebid per spoor naar Beira worden vervoerd. Dit vervoer was 24 mei stopgezet. Een overeenkomst tot hervatting van het ko- pervervoer tussen Zambia en Rhodesië is in Loesaka ondertekend. Een gevolg hier van was vrijdag een lagere notering op de metaalbeurs in Londen voor koper, ongeveer 200 gulden per ton lager. WASHINGTON (Reuter) De Ame rikaanse marine zal op 28 juli in de At lantische Oceaan, 120 kilometer uit de kust van Noord-Carolina, op twaalfhon derd meter diepte driehonderd ton explo sieven tot ontploffing brengen. Dit ge beurt bij wijze van experiment, in ver band met het registreren van ondergrond se kernproeven. De explosieven oude mijnen, torpedo koppen en ander ontplofbaar materiaal worden tot zinken gebracht in de romp van de „Horace Greeley", een vracht schip uit de tweede wereldoorlog. De ma rine verwacht niet dat het leven in zee door de ontploffing schade zal ondervin den. Onparlementair. De regering van Vene zuela stuit op veel verzet bij haar po gingen de belastingen te verhogen. Een lid van de oppositie trok tijdens een par lementsvergadering zelfs een revolver om zijn protest kracht bij te zetten. Reisje. De Amerikaanse ambassadeur in Polen, Gronouski, is voor een particu lier bezoek van enkele dagen in Kopen hagen aangekomen. In Warschau wordt zijn reis beschouwd als een „diplomatie ke afwezigheid", omdat de Poolse lei ders waarschijnlijk anti-Amerikaanse redevoeringen zullen houden bij de her denking van het duizendjarig bestaan van de christelijke staat Polen. Bliksem. Drie jongens in Tsjechoslowa- kije werden gedood en een vierde liep ernstige brandwonden op toen de blik sem in een boom sloeg waaronder zij schuilden. Censuur Het monarchistische Spaanse dagblad ABC dat donderdag in beslag werd genomen, deelt mee, dat het een „beleefd maar dringend protest" zal in dienen bij de openbare aanklager, die bevel gaf tot inbeslagneming van de ochtendeditie. Drama Een geestelijk gestoorde heeft in Newark (VS) twee jongetjes verdron ken, hun moeder en een kind van de buren gewurgd en daarna zelfmoord ge pleegd. Weigering Mongolië heeft het Ameri kaanse aanbod, 25.000 dollar te schen ken voor hulp aan de hoofdstad Oelan Bator die getroffen is door overstromin gen, „een huichelachtige manoeuvre en bespotting van de menselijkheid" ge noemd- Moederland. De Franse minister voor de oud-strijders, Sanguinetti, heeft op een persconferentie meegedeeld dat de res ten van 350 Franse doden uit de oorlog in Indo-China met een Frans vrachtschip naar het moederland onderweg zijn, evenals de stoffelijke resten van twee oorlogshelden, die gesneuveld zijn bij de verovering van Indo-China in 1886. Verbazing. De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Rusk, heeft ver klaard verbaasd te zijn over het feit, dat het Internationale Hof van Justitie een klacht van Afrikaanse landen over de Zuidafrikaanse apartheidspolitiek af gewezen heeft. Waarschuwing. Secretaris-generaal Oe Thant van de V.N. heeft in een rapport aan de Veiligheidsraad gewaarschuwd voor de toestand in het gebied Trypi- mani op Cyprus, waar de spanning tussen Grieken en Turken is gestegen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1966 | | pagina 3