Hartstochtelijke discussie over het
boek van Steiner:
„Ons vertrouwen in Azië is groot"
r
Geen wapens
in de ruimte
Prijkt al maandenlang op de
lijst van Franse bestsellers
Griekse Centrumpartij voor de
keuze: George of Papandreou
Van dag tot dag
Zwart en
Noodweer in Berlijn
Waarom?"
India protesteert
bij China tegen
grensschendingen
telegrammen
ZATERDAG 23 JULI 1966
GOUDEN 9
DAMESHORLOGES J
MET BAND
Genève-over eenstemming
Nasser niet naar Algiers
Poging tot analyse
Veertig overlevenden
Meer dan registratie
Mavros
Honger en haat
Geografie
Vastbesloten
Vertrouwen
Doorgaan
Zambiaans koper weer
via Rhodesië vervoerd
Proef-explosie van V.S.
in Atlantische Oceaan
De herhaalde onlusten, die in Ameri
kaanse steden (nu weer in Cleveland)
worden verwekt door negers omdat dezen
zich achtergesteld voelen, verzwakken de
positie van de Verenigde Staten in de we
relddelen waar de gekleurde volken over
wegen. President Johnson heeft dit zeer
wel begrepen en een veldtocht aangekon
digd tegen armoe en discriminatie van
zwarte Amerikanen. Hij heeft daarvoor
echter de medewerking nodig van de blan
ken (negentig percent der bevolking) en
die medewerking is volkomen onvoldoen
de.
In Harlem (de negerwijk van New York)
Los Angeles, Chicago en Cleveland bleken
kleine incidenten voldoende om een op
stand in de „zwarte getto's" te verwekken.
Gewoonlijk is in die buurten de werk
loosheid tweemaal zo groot als elders; het
gemiddelde inkomen ligt er onder de
drempel van het minimum dat de rege
ring heeft vastgesteld; negerwijken ver
worden snel tot achterbuurten. Vandaar
dat de blanken uit de nabijheid daarvan
wegtrekken.
Wat Chicago betreft zijn de laatste tien
jaar een half miljoen blanken uit de stad
naar comfortabele en welvarende tuin
dorpen in de omgeving verhuisd. Hun
plaats werd ingenomen door negers, wier
aantal in die periode steeg van 600.000
tot een miljoen. En die voelen zich gro
tendeels „onterfd", een proletariaat in
een land waar elke blanke er aanspraak
op maakt minstens tot de middenklasse
te behoren. De Amerikaanse industrie
steden kennen een probleem, dat in Euro
pa een eeuw geleden dringend en ver
ontrustend was dat van een roerige, ver
armde groep, die zich uitgesloten ziet
van de uitdagende welvaart om zich
heen, en die zich gemeden voelt door
welgestelden.
Als tien percent van de bevolking in
verzet komt schijnt dit geen ramp. Bo
vendien is slechts een klein deel daarvan
betrokken bij relletjes. En niet alle twin
tig miljoen gekleurden behoren tot dit
proletariaat. Toch moet men het pro
bleem niet onderschatten. Voor tal van
negers is de overheid een vijandige poli
tie. Zij luisteren niet meer naar gematig
de leiders als dominee King, die opwekt
tot rust en orde. Zij staan wantrouwend
tegenover het gezag, omdat zij zich daar
door ni-et vertegenwoordigd achten. Zij
verwij teri aan de regering, dat er naar
verhouding in Vietnam veel meer ne
gers sneuvelen dan blanken. En niet wei
nigen voelen zich al solidair met andere
gekleurde volken en spreken van „zwar
te macht", om gelijkheid af te dwingen.
Willen de Verenigde Staten grotere bin
nenlandse onrust vermijden en er aan
spraak op maken een democratische
maatschappij te vormen, dan zijn de
emancipatie en de verheffing van het
zwarte proletariaat een eerste vereiste.
Gelijkstelling voor de wet is dan inder
daad niet voldoende. Het gaat ook om so
ciale en morele gelijkwaardigheid. De re
gering kan er de voorwaarden voor
scheppen. Maar het gehele volk moet die
door zijn gedragingen verwerkelijken.
vanaf 350.—
GENèVE (AP) De Verenigde Staten
en de Sovjet-Unie zijn gisteren in begin
sel overeengekomen kernwapens en mili
tair optreden in de ruimte en op hemel
lichamen te verbieden.
Deze overeenkomst werd gesloten op de
ruimteconferentie in Genève waar het
onderzoek van de ruimte, de maan en an
dere hemellichamen wordt geregeld.
Zowel de Verenigde Staten als de Sov
jet-Unie hebben voorstellen ingediend, die
militaire oefeningen en het beproeven en
opslaan van kernwapens en andere ver
nietigingswapens in de ruimte verbieden.
Deze voorstellen hebben de 28 landen die
aan de conferentie deelnemen aanvaard.
Het is de derde oveneenkomst die werd
gesloten. Eerder werd aanvaard dat geen
enkel land het recht heeft enig deel van
ruimte en hemellichamen in te lijven, en
dat elk menselijk optreden in de ruimte
valt onder het internationale recht en het
Handvest van de Verenigde Naties.
CAIRO (AFP) Egypte zal niet deelne
men aan de Arabische topconferentie in
Algiers, die op 5 september gaat beginnen,
Dit betekent niet, aldus president Nasser
gisteren, dat Egypte zich daarvan geheel
terugtrekt. Egypte heeft de Arabische lan
den en de Arabische Liga evenwel ver
zocht de conferentie voor onbepaalde tijd
uit te stellen. Nasser zei, dat hij „niet naast
de reactionaire krachten op Arabische top
conferenties wilde zitten".
(Van onze correspondent)
PARIJS De nog jonge (28-jari-
ge) journalist-romancier Jean-Fran-
gois Steiner, die zowel aan Startres
maandschrift „Les Temps Modernes"
als aan het (gaullistische) weekblad
„Candide" meewerkte, heeft met zijn
boek over het uitroeiingskamp voor
joden: „Treblinka", dat nu al sinds
maanden op de Franse lijst van de
bestsellers prijkt en dat door Simone
de Beauvoir werd ingeleid, een pro
bleem aan de orde gesteld dat onmo
gelijk géén hartstochtelijke discussies
en felle polemieken kon verwekken.
Dat probleem luidt immers of de
joden zelf wel alle weerstand hebben
geboden tegen de duivelse plannen
die de nazi's sedert jaren tegen hen
hadden gesmeed. En, subsidiair, of ze
zich in sommige, doch concrete, ge
vallen niet als onbewuste of zelfs be
wuste handlangers hebben gedragen
van hun eigen beulen.
Alleen door deze vraag te stellen, heeft
Steiner uiteraard de oude wonde van het
onnoemelijke leed dat de nabestaanden van
de miljoenen slachtoffers van Hitiers
schrikbewind nog dagelijks ervaren, op
nieuw wreedaardig opengereten, en de ge
volgen van die daad zijn hem dan ook
niet bespaard gebleven. Hem is te ver
staan gegeven dat hij een grof verraad
aan de nagedachtenis van zijn eigen fa
milieleden en rasgenoten heeft gepleegd
en bovendien in de kaart heeft gespeeld
van de huidige erfgenamen der nazi-ideo
logie in Duitsland en elders, die hij nu
een nieuw bewijs zou hebben geleverd
van het „immoralisme" van het uitver
koren volk.
MEN ZOU DIE reacties zonder de min
ste moeite begrijpen, zonder ze te delen,
en daarom Steiner vanwege zijn boek on
genuanceerd te veroordelen. Ten eerste,
omdat Steiners eigen familieleden, vader,
moeder, broers en zusters zonder uitzon
dering ook werden uitgemoord en zijn boek
zeker niét de indruk wekt dat hij die slag
gemakkelijk te boven zou zijn gekomen.
Integendeel, men kan Treblinka eerder als
de prijs omschrijven die Steiner heeft
moeten betalen, om, zo geen vrede met,
dan toch een verklaring van het feit te
vinden, dat in een wereld, die zich zelf
als geciviliseerd beschouwde zo'n miljoe
nenslachting mogelijk is geweest. Steiner
poogt, na zovele andere auteurs, dit be
nauwende vraagstuk op zijn beurt dus ook
nog eens te analyseren, maar het is daar
bij zijn, zeg: intellectuele en morele
verdienste geweest, dat hij bij die analyse
de joden niet uitsluitend als passieve
slachtoffers beschouwt. Of juister: hun
passiviteit, in vele gevallen, als nevenfac
tor heeft aangewezen, waardoor de uit
voering van Hitiers uitroeiingsplannen tot
op grote hoogte kon slagen.
TREBLINKA, een plaatsje in Polen,
heeft onder de beruchte concentratiekam
pen van Auschwitz, Dachau, Ravensbrüek
en Buchenwald, tot dusver betrekkelijk
weinig bekendheid verw(jrven. Naast Bu
chenwald dat 75.000 mensen en Auschwitz
dat ongeveer het dubbele aantal bergde,
telde Treblinka dan ook niet meer dan een
duizend, exclusief joodse „bewoners", die
echter zonder uitzondering voor de gaska
mers waren bestemd.
Het kamp is gedurende de hele oorlog
in „functie" geweest en van alle tiendui
zenden joden die de noodlottige reis, op
gepropt in beestenwagens, naar Treblinka
moesten ondernemen, wisten door de
vlucht niet meer dan een zeshonderd
aan dat uiteindelijke lot te ontkomen.
Steiner die elke vorm van verbaal he
roïsme heeft afgezworen, beschrijft met
een pen die weinig illusies respecteert,
hoe die vluchtelingen uit Treblinka, bui
ten hun kamp veelal ook nog ondervonden
op dichte deuren te moeten klappen en
toen het rode leger Polen eindelijk bin
nenviel, waren nog maar een veertig ex-
geïnterneerden van Treblinka in leven.
Het is vooral op grondslag van die getui
genis van dié overlevenden geweest dat
Steiner zijn boek heeft geschreven.
„TREBLINKA" is niettemin geen repor
tage of een beschrijving van een getui
genverhoor geworden. Steiner, die over
een niet gering litterair talent beschikt,
heeft die getuigenissen met zijn persoon
lijke herinneringen vermengd en hijzelf is
in deze dramatische worsteling met een
tragische waarheid, dan ook geen moment
uit het verhaal afwezig.
Zijn boek, dat soms de toon van een
roman aanneemt, is dus aanzienlijk méér
dan enkel een registratie van naakte en
vaak weinig opbeurende feiten, maar het
is nu juist dat „meer" dat de jonge
schrijver van sommige joodse zijden als
verwijt voor de voeten is geworpen. Ten
onrechte, dacht ik, omdat dat „meer"
door het aandeel van zijn litterair ver
beeldingsvermogen werd geleverd, waar
door zijn boek nu juist zo aangrijpend
werd, zonder nochtans de waarheid in
haar fundamenten aan te tasten.
Als niet-jood aarzelt men wel even zich
te mengen in een discussie, waarvan de
achtergronden door de herinneringen aan
het onvoorstelbare lijden van zes miljoen
vermoorde joden wordt gevormd. Mense
lijk gesproken, heeft Steiner zijn boek
misschien een enkele generatie te vroeg
gepubliceerd. Misschien mag men van het
restant joodse overlevenden van Hitiers
exterminatie-operatie nog niet verwachten,
dat zij reeds nu een historische objectivi
teit zouden willen en kunnen betrachten,
waarvoor hun eigen herinneringen èn er
varingen de plaats nog niet vermogen te
reserveren. Maar Steiner van zijn kant
moést dit boek voor zijn eigen geweten
en zijn „menselijke conditie" nu eenmaal
(van zich a'f) schrijven, en het is die nood
zaak geweest, welke tot gevolg heeft, dat
de lezer door „Treblinka" evenmin meer
gemakkelijk wordt losgelaten.
(Van onze correspondent)
ATHENE. Deze maand was het
één jaar geleden dat George Papan
dreou, Grieks premier sinds februari
1964, ten paleize tot ontslag werd ge
noopt, gevolgd door een maanden
lange roerige nasleep die men zich nog
wel herinnert. Er zijn weinigen meer
in Griekenland die oprecht geloven
dat Papandreou ooit nog weer echt
zal regeren, ook al blijft het aangaan
de zijn gezondheidstoestand bij moei
lijk controleerbare geruchten. Papan
dreou blijft echter een centrale figuur
als slachtoffer en als erflater van een
politieke boedel.
Verkiezingen, nu gehouden, zouden on
getwijfeld door hem persoonlijk worden
gewonnen, maar vermoedelijk ook nog
wel door de figuur, door hem als zijn po
litieke erfgenaam aangewezen. Hiervan
profiteert in eerste instantie de andere
drager van de merknaam-Papandreou,
de vermoedelijk flink wat linksere
zoon Andreas. Deze prefereert boven ver
kiezingen echter de voorafgaande verde
re „zuivering" van de Centrum-partij,
waardoor deze op den duur een soort
Griekse Labour-party zou kunnen worden.
Er zijn in en buiten de Centrum-Partij
velen die beducht zijn voor het vooruit
zicht van een linksgericht Centrum onder
Andreas Papandreou. Als een nieuwe
voorman in de rechtse Centrum-groepe
ringen heeft zich onlangs de 57-jarige
George Mavros aangediend, een figuur
over wie nu zwaar wordt gespeculeerd.
Mavros, in 1934 met een maximum aan
voorkeursstemmen voor het parlement ge
kozen, was aanvankelijk minister van
Coördinatie onder Papandreou. Hij kwam
echter al spoedig op minder goede voet
met de Papandreou's te staan en liet zich,
zonder publiekelijk te morren, tot gouver
neur van de Nationale Bank maken,
waarbij hij zijn parlementszetel ter be
schikking stelde. De zorgvuldig getime-de
terugkeer in de politiek van deze „onbe
zoedelde" figuur zou ten doel kunnen heb
ben een soort tegenwicht tegen Andreas
te vormen. Hoewel hij persoonlijk geen
reden heeft pa Papandreaou goed gezind
te zijn, bracht hij hem een vriendelijk be
zoek in Kastri en stelde zich opnieuw on
der de politieke leiding van de oud
premier, wiens val hij in twee scherpe
artikelen uitdrukkelijk aan de kaak stelde.
Velen hopen dat het dagbladconcern dat
deze artikelen plaatste, op den duur de
nieuwe George gaat „poneren" in plaats
van de oude. Vooralsnog werd Mavros'
come-back in alle kampen (behalve in het
extreem-linkse) met min-of-meer oprech
te kreten van blijdschap begroet. Van
rechtse zijde wordt openlijk de hoop uit
gesproken, dat niet een Papandreou de po
litieke boedel van George Papandreou
zal overnemen, maar een George.
BERLIJN (AFP) Hevige regens
hebben in Berlijn schade aangericht ter
waarde van miljoenen guldens. Het leven
in de stad was urenlang ontwricht. In
sommige straten stond het water meer
dan een meter hoog. De Kurfürstendamm,
de beroemde Berlijnse boulevard, veran
derde in één groot meer. De stroom van
vier elektriciteitscentrales viel uit.
(Van onze redactie buitenland)
„In Azië, Afrika en Latijns Amerika is evenals in de Verenigde Sta
ten een strijd op leven en dood aan de gang, een wedren tussen ont
wikkeling en chaos. We vechten tegen de armoede die de mens onteert,
tegen de werkloosheid die hem vernedert en tegen het vooroordeel dat
hem tart". Dat zei president Johnson 12 juli in een rede die hij uitsprak
voor de Amerikaanse studentenraad. Die toespraak heeft buiten de Ver
enigde Staten niet de aandacht gekregen die zij verdient. Zij behelsde
uitspraken die een duidelijk licht werpen op de opvattingen die aan de
luidige Amerikaanse politiek in Azië ten grondslag liggen.
We zijn overal geïnteresseerd in de
strijd om onafhankelijkheid, vooruit
gang en ontwikkeling die aan de gang
is, aldus Johnson. Maar nergens staat
er meer op het spel dan in Azië.
„Azië is nu het kritieke toneel van de
worsteling van de mens om onafhan
kelijkheid en orde te verwerven. Dat
is zo, omdat drie van elke vijf men
sen op aarde in Azië wonen. Dat is
waar, omdat honderden miljoenen er
moeten leven van minder dan een
kwartje per dag. En dat is ook waar,
omdat de communisten in Azië nog ge
loven dat zij hun doelen met geweld
kunnen verwezenlijken.
Als er in Azië permanente vrede tot
stand gebracht kan worden, zal de
mensheid daar wel bij varen. Maar
als er geen vrede kan komen, zullen
onze verworvenheden nergens veilig
zijn".
Johnson wijst er dan op dat hij daar
bij niet eenvoudig doelt op vrede door
het ontbreken van wapengeweld. Er
kan immers geen „vrede" zijn als
mensen haten en honger lijden. „De
vrede die wij in Azië willen bereiken
is een vrede van de verzoening: tus
sen de communistische landen en hun
niet-communistische buren; tussen de
rijke en de arme landen; tussen de
kleine en de grote mogendheden; tus
sen de mensen met een bruine, zwarte,
gele en witte huid; tussen Hindoes en
mohammedanen, boeddhisten en
christenen".
Essentieel voor zulk een vrede is de
uitwisseling van ideeën, internationale
handel, deelgenootschap van alle lan
den aan de internationale rechtsge
meenschap, een gezamenlijke aanpak
van de grote taken en economische
ontwikkeling.
Er moet daartoe nog een lange weg
worden afgelegd. De grondslagen voor
zulk een vrede worden nu meer dan
ooit in Azië gelegd. Drie criteria lig
gen daaraan ten grondslag:
de vastbeslotenheid van de VS hun
verplichtingen in Azië, als Pacific-
mogendheid, na te komen;
het bewijs te leveren aan agres
sieve landen dat het gebruik van
geweld om anderen te overweldi
gen tot mislukken gedoemd is;
het scheppen van politieke stabili
teit en economische kracht in de
landen van vrij Azië.
Johnson wijst er dan op dat zij die
stellen dat de Verenigde Staten niets
te maken hebben in Azië de plank mis
slaan. Dat is geografisch onjuist. „We
zijn met Azië en Europa verbonden
door twee oceanen; per vliegtuig,
schip, satelliet of raket". Ook het ge
zonde verstand maakt dat duidelijk;
onze steeds kleiner wordende aarde
heeft talloze met elkaar verweven eco
nomische banden. „Wij kunnen de be
dreigingen van de vrede in Azië niet
veronachtzamen, omdat de mogelijk
heid van een wereldwijd conflict maar
al te werkelijk is".
Ook de internationale solidariteit
eist dat wij beseffen dat de volken in
Azië met ons deel uitmaken van de
mensheid. „Azië staat niet langer bui
ten de twintigste eeuw. Azië is hier,
in onze wereld. Azië is onze deelge
noot of ons probleem". „De Amerika
nen zijn deze eeuw ingegaan met de
opvatting dat onze veiligheid zich uit
sluitend beperkte tot ons werelddeel.
Tweemaal hebben wij onze geografi
sche ligging voldoende veilig gedacht.
Tweemaal hebben we ons vergist. Als
we nu verstandig zijn, begaan we on
ze vroegere vergissingen niet opnieuw.
Wij zullen ons niet onttrekken aan de
verplichtingen die wij hebben ten aan
zien van de vrijheid en veiligheid in
Azië".
President Johnson
Niets is moeilijker in een wereld-in-
revolutionaire beweging dan te bewij
zen dat agressie bij voorbaat tot mis
lukken is gedoemd. „Zolang de lei
ders van Noord-Vietnam geloven dat
zij Zuid-Vietnam met geweld kunnen
veroveren, zullen wij hen niet laten
slagen. We proberen Noord-Vietnam
niet te vernietigen. We proberen niet
er het regeringssysteem te verande
ren. We proberen niet permanente ba
ses in Zuid-Vietnam te vestigen. En
we proberen niet een centimeter land
te winnen. Waarom zijn we in Viet
nam?
Omdat we proberen de communis
ten van Noord-Vietnam ertoe te bren
gen op te houden met schieten op hun
buren. Omdat we pogen hun agressie
kostbaar te maken. Omdat we probe
ren te bewijzen dat guerrilla-oorlog
van het ene land tegen het andere niet
kan slagen. Als dat eenmaal bewezen
is zal een schaduw die nu over geheel
Azië hangt wegtrekken. Alleen Hanoi
weet, wanneer die dag komt.
We voeren een oorlog van vastbeslo
tenheid. Hij kan lang duren. Maar hoe
lang hij ook duurt, ik wil dat de com
munisten in Hanoi het volgende weten:
1. Een overwinning van uw legers is
niet mogelijk;
2. Op het moment dat u van geweld
afziet, zullen wij op gelijke wijze
reageren. Wij willen onze soldaten
naar huis laten gaan. In uw handen
ligt de sleutel tot vrede. U hebt die
sleutel slechts om te draaien.
„Ons vertrouwen in Azië is nu net zo
groot als het na de tweede wereldoor
log in Europa was. Daar is reden voor.
Als wij ons in Vietnam krachtig ver
zetten tegen militaire verovering, dan
zijn wij ervan overtuigd dat de dui
delijke tendens van hoop en groei in
Azië zal doorzetten." President John
son somde dan een aantal punten op
die erop duiden dat in Azië die ten
dens aanwezig is.
„Achter onze verdediging van Zuid-
Vietnam groeit een nieuw Azië- Omdat
wij standvastig zijn geweest omdat
wij ons hebben gebonden aan de ver
dediging van één klein land hebben
anderen moed gevat. Wij zullen ze niet
in de steek laten." Essentieel voor de
vrede in Azië is ook de verzoening van
naties die nu vijanden zijn.
„Kern van een vredig Azië is een
vredig Aziatisch vasteland, China. Per
manente vrede kan in Azië nimmer be
reikt worden zo lang zevenhonderd mil
joen mensen op het Chinese vasteland
door hun leiders worden afgesneden
van de buitenwereld. Wij hebben ge
leerd dat de zwakheid van de buren
van zulke staten verleidelijk is en dat
slechts vastbeslotenheid gedragen door
macht een mogendheid die gedreven
wordt door eerzucht in toom kan hou
den. Maar we hebben ook geleerd dat
de grootste kracht die bekrompen men
sen en geïsoleerde gemeenschappen
kan bekeren is de vrije uitwisseling
van ideeën, mensen en goederen."
Johnson wijst er dan op dat de V.S.
reeds jaren proberen tot zulk een uit
wisseling te komen met China. Te
vergeefs.
„We houden vol, omdat we weten dat
honger en ziekten, onwetendheid en ar
moede, geen grenzen, godsdienst, klas
se of nationaliteit kennen.
We houden vol, omdat we geloven
dat zelfs de meest geïsoleerde samen
leving zich eens bewust zal worden
van de grote mogelijkheden van een
andere wereld.
We houden vol, omdat we geloven dat
samenwerking, niet vijandigheid, de
weg is die naar de toekomst leidt.
Als een Pacific-mogendheid moeten
we daaraan meewerken. Het is een
doel dat onze idealen waardig is en dat
de daden van dappere mannen niet be
schaamt. Ik beloof plechtig aan allen
die op ons rekenen dat wij onze rol
zullen spelen."
ff
„Waarom raken we ons geld kwijt
èn onze vrienden", zo luidde op een
persconferentie de vraag aan de
Amerikaanse senator Everett Dirk-
sen (rechts) en aan de fractievoor
zitter van de Republikeinen in het
Congres. Deze voor de Amerikaanse
regering netelige vraag was voor de
beide republikeinse leiders uiteraard
een weet.
NEW DELHI (Reuter) India heeft
een scherp protest bij China ingediend,
omdat een maand geleden een Chinese
patrouille bij Longjoe in Noordoost-India
de grens zou hebben geschonden. In dit
gebied deed zich in 1959 de eerste grote
botsing tussen India en China voor. In
het Indische protest wordt ook melding
gemaakt van grensschendingen op 9 en 16
juli.
LONDEN (AFP) Koper uit Zambia
zal weer over Rhodesisch grondgebid
per spoor naar Beira worden vervoerd.
Dit vervoer was 24 mei stopgezet. Een
overeenkomst tot hervatting van het ko-
pervervoer tussen Zambia en Rhodesië is
in Loesaka ondertekend. Een gevolg hier
van was vrijdag een lagere notering op
de metaalbeurs in Londen voor koper,
ongeveer 200 gulden per ton lager.
WASHINGTON (Reuter) De Ame
rikaanse marine zal op 28 juli in de At
lantische Oceaan, 120 kilometer uit de
kust van Noord-Carolina, op twaalfhon
derd meter diepte driehonderd ton explo
sieven tot ontploffing brengen. Dit ge
beurt bij wijze van experiment, in ver
band met het registreren van ondergrond
se kernproeven.
De explosieven oude mijnen, torpedo
koppen en ander ontplofbaar materiaal
worden tot zinken gebracht in de romp
van de „Horace Greeley", een vracht
schip uit de tweede wereldoorlog. De ma
rine verwacht niet dat het leven in zee
door de ontploffing schade zal ondervin
den.
Onparlementair. De regering van Vene
zuela stuit op veel verzet bij haar po
gingen de belastingen te verhogen. Een
lid van de oppositie trok tijdens een par
lementsvergadering zelfs een revolver
om zijn protest kracht bij te zetten.
Reisje. De Amerikaanse ambassadeur in
Polen, Gronouski, is voor een particu
lier bezoek van enkele dagen in Kopen
hagen aangekomen. In Warschau wordt
zijn reis beschouwd als een „diplomatie
ke afwezigheid", omdat de Poolse lei
ders waarschijnlijk anti-Amerikaanse
redevoeringen zullen houden bij de her
denking van het duizendjarig bestaan
van de christelijke staat Polen.
Bliksem. Drie jongens in Tsjechoslowa-
kije werden gedood en een vierde liep
ernstige brandwonden op toen de blik
sem in een boom sloeg waaronder zij
schuilden.
Censuur Het monarchistische Spaanse
dagblad ABC dat donderdag in beslag
werd genomen, deelt mee, dat het een
„beleefd maar dringend protest" zal in
dienen bij de openbare aanklager, die
bevel gaf tot inbeslagneming van de
ochtendeditie.
Drama Een geestelijk gestoorde heeft
in Newark (VS) twee jongetjes verdron
ken, hun moeder en een kind van de
buren gewurgd en daarna zelfmoord ge
pleegd.
Weigering Mongolië heeft het Ameri
kaanse aanbod, 25.000 dollar te schen
ken voor hulp aan de hoofdstad Oelan
Bator die getroffen is door overstromin
gen, „een huichelachtige manoeuvre en
bespotting van de menselijkheid" ge
noemd-
Moederland. De Franse minister voor de
oud-strijders, Sanguinetti, heeft op een
persconferentie meegedeeld dat de res
ten van 350 Franse doden uit de oorlog
in Indo-China met een Frans vrachtschip
naar het moederland onderweg zijn,
evenals de stoffelijke resten van twee
oorlogshelden, die gesneuveld zijn bij
de verovering van Indo-China in 1886.
Verbazing. De Amerikaanse minister van
Buitenlandse Zaken, Rusk, heeft ver
klaard verbaasd te zijn over het feit,
dat het Internationale Hof van Justitie
een klacht van Afrikaanse landen over
de Zuidafrikaanse apartheidspolitiek af
gewezen heeft.
Waarschuwing. Secretaris-generaal Oe
Thant van de V.N. heeft in een rapport
aan de Veiligheidsraad gewaarschuwd
voor de toestand in het gebied Trypi-
mani op Cyprus, waar de spanning
tussen Grieken en Turken is gestegen.