en
VAKANTIEKINDERKRANT
JOSIENTJE EN PETER
De
kleine
held
Stl?
mÊm
KRAMMETJE FOK
POLLE, PELLI EN PINGO
m
PANDA EN DE MEESTER
IS
L?
Ons vervolgverhaal
mm
li
f Y^r
z.
Een oorspronkelijke
Nederlandse roman
door Willy Corsari
In het apenhuis
^STBESlSteN^CONQULSVMDOR van een
na^a! *EDDENRENT PABLIT0
GOUDEN
VERTELLINGEN
EL TOROt!
CONQUISTADOR j)
^'""--71/-
fi
mij kom je
stemmen
o°o9/
ZATERDAG 23 JULI 1966
wwwwwxwwmw
AAAAAAAAAAAA/VAAA
69)
Kinderen, die
heen en weer werden getrokken, geen
echt tehuis meer hadden, geen vader
of geen moeder, of altijd in een at
mosfeer van onmin moesten leven.
Een ongelukkig huwelijk is een ramp.
Mensen moesten voorzichtiger zijn,
met hun leven en met dat van ande
ren. Wat is er tegen, dat jullie een
paar jaren wachten? Wat weet je ten
slotte van Tom? Als ik goed heb be
grepen, ken je hem nauwelijks."
Charlotte keek neer op haar ineen-
geklemde handen.
„Ik heb altijd aan hem gedacht,
sinds ik hem de eerste keer gezien
had, en hij aan mij."
„Heel mooi en romantisch. Maar
wat weet je van hem af? Hij is erg
gesloten. Ik zelf weet weinig van hem
kon nooit goed contact met hem krij
gen, hij was moeders lieveling. Maar
ik heb hem geobserveerd sinds negen
entwintig jaar, kind. Hij is anders
dan ik, anders dan Jan en Letty. Wij,
als we iets willen, denken er eerst
grondig over na en als we eenmaal
ja zeggen, is het ja. Zo is Tom niet.
Een tijdlang wou hij pianist worden.
Ik stelde als voorwaarde, dat hij eerst
zijn eindexamen HBS zou halen.
Dat gebeurde. In zijn vrije tijd stu
deerde hij piano als een bezetene.
Dus toen zei ik: „goed, nu mag je
naar een conservatorium of een le
raar." Maar hij wou niet meer. Zo is
hij al méér van idee veranderd, na
dat hij eerst vol geestdrift voor iets
was. Ik denk wel eens, dat hij een
kunstenaarsnatuur heeft, hoewel ik
niet begrijp, hoe hij daaraan komt.
Een tijdlang wou hij missionaris wor
den. Dat is ook gauw overgewaaid.
Tenslotte ging hij rechten studeren.
Toen hij in dienst moest, koos hij het
luchtwapen en na de oorlog wou hij
in de vliegdienst blijven. Hij heeft er
van afgezien, omdat zijn moeder er
helemaal van overstuur was. Ja, een
artistiek temperament, mijn jongste
zoon. Impulsief, hartstochtelijk ver
vuld van iets en dan opeens is het
voorbij. Juist zo in vriendschap. Een
tijdlang dweepte hij met zijn vriend
en dan was het uit, zonder reden."
Hij zweeg en bevochtigde zich de
lippen.
„Dat is het, wat me huiverig maakt",
zei de oude man na een stilte. „Als
hij nu weer van idee verandert? Dat
is erg genoeg, als jullie verloofd zijn,
maar heel wat erger als je getrouwd
bent."
Zij dacht: hij houdt niet van Tom,
zoals van de twee anderen. Hij be
grijpt niets van hem. Maar zij durfde
niet spreken, uit vrees, dat ze driftig
zou worden. Na een tijdje zei hij:
„Je vindt me natuurlijk een verve
lende, tyrannieke oude kerel, maar
ik meen het goed met je. Liefde op
het eerste gezicht is erg mooi in boe
ken en toneelstukken. Romeo en Ju
lia. jawel. Ik ken geen stuk waar
in zo'n demonstratie wordt gegeven
van de onvoorzichtigheid, waarmee
mensen leven! Iedereen handelt er
even onbesuisd in: het meisje, dat
dadelijk al die vurige liefdesverkla
ringen gelooft, de jongeman, die pas
Charles
Charlotte
nog op een andere verliefd was en
nu opeens omslaat, de ouders, die hun
dochter overlaten aan een oude kop
pelaarster zoals die voedster en die
priester, met zijn onzinnige plan! Als
ik zoiets tegen mijn vrouw of Tom
zeg, vliegen ze me aan en beweren,
dat ik geen begrip heb van kunst. Kan
zijn. Het leven is voor mij nu een
maal iets heel anders dan wat kun
stenaars erover fantaseren. Vind je
niet, dat ik een beetje gelijk heb?"
Zij zweeg nog altijd en durfde hem
niet aanzien. Hij zei:
„Kom, laten we naar beneden gaan
en probeer niet zo boos te kijken,
anders denkt mijn vrouw, dat ik je
kwaad heb gedaan."
Zij glimlachte moeizaam. Hij stond
op, nam haar arm en leunde op haar,
toen zij de trap afgingen.
„Misschien zul je me nog 'es dank
baar zijn", zei hij. „En twintig is een
mooie leeftijd om op te trouwen."
Toen zij binnen kwamen, wierp me
vrouw Van Arselen haar een vragen
de blik toe. Zij schudde het hoofd,
met een scheef glimlachje.
Thomas greep haar arm en zei:
„Ik wou je foto's laten zien van mijn
reis door Italië."
Hij ging met haar in de achterka
mer van de suite, nam een feto-al-
bum van een tafeltje en zette zich
in de serre op een bank, haar naast
zich neertrekkende. Een grote palm
verborg hen voor de anderen, die zij
hoorden spreken.
„Wat heeft mijn vader allemaal
over me gezegd?" vroeg hij zacht.
„Dat we te jong zijn."
„Niets anders? Niets over mij?'
Zij had het album geopend en keek
naar de eerste foto's, aarzelend tus
sen haar wens, hem altijd alles te
zeggen en haar vrees, hem te zullen
kwetsen.
„Waar is dit, Tom?" vroeg zij.
„Florence. Wat heeft hij precies ge
zegd over me?"
„Alleen dat je wel eens van ge
dachte veranderd bent- Je wou mis
sionaris worden en pianist en vlieger
en tenslotte kwam er niets van. Hij
schijnt bang te zijn, dat je nu ook
van gedachten zult, veranderen",
Thomas lachte kort en bitter.
„Ik heb mijn allusie om pianist te
worden opgegeven, toen ik begreep
dat ik geen talent genoeg had. En
missionaris! Ik was tien jaar. Jan
wou op die leeftijd absoluut ontdek
kingsreiziger worden. Dat zou mijn
vader hem nooit verwijten. En ik
ben alléén niet in de vliegdienst ge
gaan, omdat mama het zo vreselijk
vond.
„Het is ook gevaarlijk".
„Ja. Dat trok mij juist aan"
„Waarom? Wat bedoel je?
Hij keek langs haar heen, met duis
ter broeiende ogen.
„Ik.wou toen eigenlijk wel
graag dood. Ik dacht dat het een
kans was om er op fatsoenlijke ma
nier tussen uit te knijpen".
Ze zei verschrikt: „Maar Tom...
was je dan zo ongelukkig?" „Ja erg
ongelukkig".
(Wordt vervolgd.)
7 - xv*.i/ ut 1/ui.yu.y i
m t - g zawmm
t m TM 11
«SSL"
„Is dat eten voor u en de apen?",
vraagt Josien beleefd.
„Ha ha ha", lacht de oppasser.
„Dat is alleen voor de apen hoor.
Veel hè? Maar jullie mogen hier
eigenlijk niet komen. Waar is je
mamma? Ga maar vlug naar haar
toe. Anders zoekt ze jullie".
Peter en Josien gaan weer gauw
terug. Vader en moeder zitten nog
steeds op de bank.
„We zijn achter die deur geweest"
vertelt Josien.
WV/ VAwZ/ViW t
„En we hebben appels en bana-
m rfQ'/l on nny* s-l /-V - ---
„Zou dat voor de aapjes zijn?"
De hele middag lopen ze langs
de hokken.
Josien en Peter zien heel veel
dieren. Zebra's, giraffen, wolven en
vogels.
„Nu gaan we nog naar het apen-
huis", zegt vader. „Kom maar
mee".
Er staat een groot gebouw.
Daar gaan ze binnen.
Het is een geschreeuw en een ge
krijs
„Wat veel apen", zucht Josien.
„Kijk eens wat een grote, Peter
„Dat is een gorilla", zegt vader.
„Brrr", rilt Josien. „Wat een|
gróte!!"
„Ik zie apen met een hele lange
staart", gilt Peter. „Kijk mam". „Je
mamma zit even op de bank", zegt
Josien.
„Kijk, je pappa'zit et bok bij. We
mogen alléén naar de apen kijken".
Josien en Peter bekijken alle aap
jes. Ze geven nootjes en stukjes
komkommer. „Je mag ze geen
snoep geven", zegt Peter. „Anders
krijgen de apen buikpijn".
„Kijk, daar is ook een deur",
wijst Josien. „Zullen daar ook apen
zijn?" Peter duwt de deur open.
,Er liggen allemaal bananen en si
naasappels. Kom eens kijken, Jo
sien".
Josien komt ook binnen. „Wat
véél bananen. En appels. Ooooh
Peter, twéé manden brood. Zou dat
voor de aapjes zijn?"
„Ja", knikt Peter. „En misschien
ook wel voor de oppassers".
Er komt juist een oppasser bin
nen.
nen gezien. Vooruie apen".
„Ondeugende kinderen", bromt
vader. „Je mag daar niet naar bin
nen. Er staat op die deur: VER
BODEN TOEGANG".
„We kunnen dat nog niet lezen",
moppert Peter. „Dus wisten we het
niet".
„Volgende keer weet je het",
zegt vader streng.
„En anders vraag je aan pappa
of mamma wat er geschreven
staat".
„We gaan weer terug naar de
ttthwii innnnnnnnnnnnnnnivwuw
^WWVVWWWVWMWWfVWVVfVVWWnftfMMWWWWWMMW
uitgang", zegt Peters mamma. „Het
wordt veel te laat. Jullie mogen
nog één ijsje
„Hoi", juichen Josien en Peter.
„Lekker nog een ijsje
Even later lopen ze allemaal aan
een ijsje te likken. Pappa en mam
ma ook.
„Het was echt fijn", zucht Josien.
„Ja, echt fijn", herhaalt Peter.
En pappa en mamma krijgen een
dikke kus.
(Wordt vervolgd.)
COP. MARTEM TOONDE*
71. Panda nam zijn twee zakken met geld op en liet
Hyacinth dichtend achter bij zijn vuurtje van de ont
wikkelingshulp. En na een hele dag en een hele nacht
gelopen te hebben, kwam hij tenslotte weer thuis.
„Alsjeblieft!" zei hij tegen zijn bediende Jolliepop.
„Hier is het geld weer dat ik uit mijn kluis heb mee
genomen. Er is niets bijgekomen en ik heb ook geen
eerlijk baantje kunnen leren. Geld verzamelen is hele
maal niet prettig. Je mag het alleen maar bewaren
tn nooit uitgeven. Daar is niets aan.' Nee hoor als
iemand geld nodig heeft, wil ik het he mkunnen geven.
Dat is veel leuker!" En de heer Geldmaker? Die
was al zijn geld aan de belastingen kwijtgeraakt.
Maar hij was al weer druk bezig aan een nieuwe ver
zameling. Daarvoor hield hij nu een collecte op de
hoek van de straat en hij hoopte maar dat er veel
mensen zouden komen die geld-uitgeven leuker vonden
dan geld bewaren. Nee Simon Geldmaker heeft
weinig van deze geschiedenis geleerd dat is duidelijk!
EINDE VAN DIT VERHAAL
Ai Tij
OP DAT V\OMENT RENT EEN
STIER BRIESEND DE 1
ARENA BINNEN.... N>
PABLITO SLAAGT ER IN ON
GEMERKT LANGS EEN BE
[VVARERJTE KOMEN
WDIT IS MÜN
KANS
iS/s-i a - z-, -
CONQUISTADOR
DWINGT HET GEBLINDDOEKTE
IN DE R'chtinq VAN DE RAZENDE
jD IcK
WAT IS ER.
TQDH AAN
„de hand?
NOG NOOIT
Syndicate. HOORQEE IK
Vrao'N LAWAAI1
INTUSSEN HEEFT DE PAS
TOOR MET ZUN PUFFENDE
AUTO DE ARENA BEREIKT
wied br Kite 1
_i( VERVOLGT
polle, kum je m borstswemmen
tEREPJ?
H00 JE GOED AAN MIJN NIEUWE
HENGEL VAST, EN BEWEEG DAM
AU «JE ARMEN EN BENEN
JE HEBT HET.XJA,?ê WILLEN
DRUK, POUteALLEMAAL IEREN
HE, IK WILDE Yo,NEEM ME
ZWEMMEN IEREN] NIET KWALIJK
-EN NIET VER* KLAAS
DRINKEN»
ZWEMMEN!
NATUURLIJK,
KLAASJE
BIJ
2—
o ózoyi
r, r,/ ■*-.
©m
580. Zo gauw hij kon bracht Tutu ver
slag uit aan Brammetje Fok. En deze
was het met hem eens, dat de reusach
tige zandloper wel eens de oplossing van
alle raadselen kon zijn.
„We wachten tot de avond", besloot
hij. ,fian gaan we de noordelijke toren
in en we keren niet terug voordat we het
geheim van het kasteel doorgrond heb
ben"
„In orrrrde", zei Tutu, maar Karo had
bezwaren.
„Als het zo eenvoudig was.waar
om hebben de mensen van het kasteel
dan zélf nooit dat kamertje met die zand
loper ontdekt?"
Bram moest toegeven, dat de scheeps
kat daar een verstandige opmerking had
gemaakt. Maar het belette hem niet die
avond toch met een fakkel de noordelijkt
toren binnen te gaan en een begin te ma
ken met de beklimming van de eindeloze
wenteltrap.
•De wind zong in de toren met een hui
lerig geluid. In de stenen knerpte en knis-
terde het beangstigend. En de vlam van
de fakkel wierp vreemde schaduwen op
de ruwe wanden