en VAKANTIEKINDERKRANT JOSI ENTJE EN PETER AVONTUREN VAN DONALD DUCK POULE, PELLI EN PINGO r V DAVY JONES KRAMMETJE FOK SS Levend speelgoed PANDA EN DE MEESTER WOENSDAG 27 JULI 1966 7 Ons vervolgverhaal Een oorspronkelijke Nederlandse roman door Willy Corsarl Juffrouw Joke si '..v,.d hallo... IV//,/ mm iammamwvammaam 72) Maar Charlotte wist, dat hij deze zomer ook alléén naar het buitenland was geweest in zijn vakantie. Zij vroeg zich soms af, of Jack werkelijk wist, hoe zijn vrouw leefde en het aanvaardde uit liefde, of uit onverschilligheid. Hoe wel hij zo eenvoudig en beminnelijk was, leek hij haar nog onbegrijpelij ker dan Kitty. Maar zij dacht soms, dat ze hele maal niets begreep van mensen. Zij was teleurgesteld door haar moeder, zij stond vreemd en afkerig tegen over de vriendelijkheid van mensen, in wie zij geen werkelijke sympathie voelde, zij begreep ook Thomas niet. Langzaam begon zij dat te voelen. Waarom was hij niet zo gelukkig meer als in de eerste weken? Of ver beeldde zij zich dat alleen? Was het waar, dat hij het erg druk had, dat hij soms tobde over een zaak, die hij moest behandelen, dat er geen andere reden bestond, waarom zijn ogen bijna altijd die sombere, broei ende uitdrukking hadden en zijn glimlach niet werkelijk vrolijk was? Zij gingen soms eten bij zijn neef, mr. Anton van Arselen en diens vrouw. Anton was een forse man, op gewekt en hartelijk. Zijn vrouw had iets verwelkts, iets dors, hoewel zij nog jong was. Zij glimlachte zelden en lachte nooit. Haar gezicht verhel derde alleen, als er sprake was, van hun twee kinderen. Anton scheen nooit zorgen te hebben, zich volkomen los te kunnen maken van zijn werk, zodra hij zijn kantoor verliet. Hij zei eens van zichzelf, dat hij op zijn ma nier een levenskunstenaar was: „Pluk de dag". Zijn vrouw trok haar lippen naar beneden en wierp hem een blik toe, die verre van teder was. Thomas vertelde, dat het huwelijk niet goed ging. Het lag aan Anton, hij hield te veel van Wijntje en Trijntje. „Ze past helemaal niet bij hem. Maar vroeger was ze een knap meis je, hij was dol verliefd en getrouwd voor hij het zelf wist. Misschien heeft mijn vader wel gelijk en moet je el kaar langer kennen". Zijn woorden gaven haar een steek van angst. Voelde hij misschien, dat hij zich vergist had? Het was een bijzonder warm naj jaar, in oktober kon men nog buiten zitten, maar eind oktober brak een geweldig onweer los en daarna werd het koud en stormachtig. Op een dag, donker van regen en doorgierd van wind, zat Charlotte bij het open haardvuur in Kitty's boudoir. Char lotte zat het liefst in die kamer. Het herinnerde haar aan vredige uren in het boudoir van haar moeder. Toch herinnerde hier niets aan dat vertrek. De Claytens hielden van moderne meubels en moderne schilderijen en tapijten. Misschien was het alleen het haardvuur, het spel van licht dat de vlammen deden over de lichte meu bels, het knappende hout, de atmos feer van veilige beslotenheid, die haar het gevoel gaven, weer het klei ne meisje te zijn, dat zat te hand werken met haar voeten op een bankje. Kitty vertelde, dat zij in januari Charles Charlotte naar Noorwegen wilde gaan voor de wintersport. „Jack is er vorig jaar geweest en zegt, dat het er veel mooier is dan in Zwitserland en ook niet zo bedor ven door toerisme". Hij was dus alleen naar Noorwe gen geweest. Zij kon niet nalaten om te vragen: „Waarom ben je vorig jaar niet met hem meegegaan?" „Ik had een andere afspraak" zei Kitty, „Monaco; heel voordelig, want ik heb flink wat gewonnen aan de roulette!" Zij lachte. De vuurgloed bescheen haar hartvormig gezichtje. Meer dan ooit leek zij op een poes, zoals zij behaaglijk gekronkeld zat in een leunstoel. Ze zei na een ogenblik: „Gisteren heb ik Tom ontmoet. Hij ziet er niet goed uit, vind ik". Char lotte schrikte op. „Ja, dat vind ik ook. Hij werkt erg hard". Maar hef is nog iets anders, dacht zij en had wel graag haar heimelijke vrees willen uitspreken tegen Kitty, maar als altijd kon zij moeilijk woor den vinden als het haar gevoelens betrof. Zij merkte, dat Kitty haar uit vorsend aankeek met haar smalle, groene ogen. „Waar denk je aan?" Charlotte slikte en bracht toen moeizaam de woorden over de lippen: „Hij is zo nerveus. Zo zelden meer echt vrolijk. Ik ben soms bang, dat hij zich vergist heeft". „Kom, kom. je bent nog erg jong en romantisch, je hebt nog niet ondervonden, dat die verrukkelijke tijd van het allereerste begin in de liefde nooit terugkeert. Die eerste kus. Zij rekte de smalle armen, zodat de wijde mouwen van haar flu welen japon terug vielen. „Ik begrijp nooit, dat mensen te vreden kunnen zijn met één liefde. Ik heb er liever duizend, om duizend maal die eerste kus te krijgen". Charlotte zweeg. Kitty sprak na een ogenblik verder: „Je moet bedenken, dat een man nu eenmaal heel anders is dan toij. Hij heeft zijn werk en dat betekent voor hem heel veel, soms het méést van alles. Werk, succes, ckmère. Bovendiën wordt bijna iedere man wat kopschuw als hij voelt, dat hij gevangen is. Net een paard, dat voor het eerst het zadel voelt". „Gevangen? Als ik dacht, dat hij het zo voelde, zou ik het dadelijk uit maken". Kitty lachte weer. „Darling, je praat als een meisje uit een roman. Uitmaken! Je zou wel mal zijn. Er is iets met elke man, maar dat is nog geen reden om hem meteen af te schaffen. Jack en ik hebben dit huis hier zelf laten bou wen en we dachten, dat het ideaal zou zijn, tot we er in woonden. Want dan pas merk je de fouten en tekortko mingen op. Je hebt mensen, die dan weer gaan verhuizen. Waarvoor die soesah? Met elk huis is er iets en met elke man, my dear!" (Wordt vervolgd.) )WWWWVtnnflftft)WWWtWWMWAMA«<WVMVWWVWVWftftAftftftA<MWWWMWMMWWWWWVWlVVtAftfWWWWWWWIWWMVWWWWVWW^^ lnjvwuwtnAnjwnAAnnftnflAnA<wwnA<*"*,*,'>,**a"**"*>*****<>*****"*"**"*******AA^*aa*"*<tit*AAaAAA*A***AA*A<tAAA*it*AAAA*AltAAAA<tA<t*AAAAA*AA<tA<u>,wl^^ wm% Het is de eerste schooldag. Josien en Peter zijn keurig schoon gewassen „Ik mag mijn mooie jurk aan", zegt Josien trots. „En ik mijn beste broek", knikt Peter. Josien draaft de plant. Peter de marmot. „Nét als vior de vakantie", lacht Josien. Ze stapjen netjes door. De schooldeurstaat al open. Ze mogen al naar bhnen. „Daar ijjuffrouw Joke", fluistert Peter. „Geef ij de plant maar, Josien". „Dag Jöien". De juf zet de plant op tafel „Jullie komen bij mij in de klas hè? Gezellig hoor. O ja Peter... jij hebt de mar mot rrsegenomen. Maar die is niet van mj. Dat is de marmot van juf- frouv Thea. Bnng Kees maar even naar de ande'e klas. Neem jij de plant ook maa' mee, Josien". Jfiien en Peter lopen een klas tertg. Daar is juffrouw Thea Er zitten allemaal vreemde kin deen in de klas. Kleine kinderen. Tvee meisjes huilen. Ze willen niet nar school „Dag Josien. Dag Peter". Juf aait Kees over z'n velletje. „Hij is mooi ^worden, Peter. Je hebt goed voor ce marmot gezorgd. En de gerani um is ook al zo mooi". Juffrouw Thea zucht eens. „Eigenlijk vind ik het niet leuk dat jullie naar juf frouw Joke gaan. Blijf nog maar een jaartje bij mij. Ja?" „Nee hoor", lacht Peter. „Hier zitten nu allemaal kleintjes. En wij zijn al eai beetje groot". „We komen nog wel eens op vi site", troost Josien. Dan gaan ze terug naar de klas van juffrouw Joke. EINDE Kleine Angela woont in Kalama zoo (Amerika). In de achtertuin bij haar huis vond ze zes baby krokodillen (foto rechts), waar ze onmiddellijk mee ging spelen. Maar haar vader en moeder vonden het niet zo prettig haar bezig te zien met dit soort speelmakkertjes. Zij brachten de krokodillen-baby's snel naar de plaatselijke dierentuin en Angela huilde dikke (krokodil- Ie) tranen, toen ze haar vriendjes moest afstaan --t>7 - u <■<-.> A. -t a -° '■>A ■WWUIAftAAftftAAAAAAftAAAftAAAIWWWWWWAA^WM Daar gaan ze Peter en Josientje. Hun vakantie is afgelopen, maar jullie hebben twee, en sommigen nog drie we ken vrij. Wij gaan daarom nog een poosje door met de Vakantiekinder krant. Denken jullie nog eens aan de vakan tie-verhalen? Je weet wat je doen moet: schrijf de avonturen die je in deze va kantie beleefd hebt (of nog zult bele ven!) op en stuur je verhaal naar de VAKANTIE-KINDERKRANT Redactie IJmuider Courant, Lange Nieuwstraat 427, IJmuiden. Zet in de linkerbovenhoek van de enveloppe: Vakantie-verhaal en vergeet niet je naam, leeftijd en adres te ver melden. We hebben ondertussen al wat ver halen en versjes binnengekregen, maar er kan nog best meer bij. Zoals gewoon lijk krijg je, als je verhaal in de krant" komt, een boekenbon toegestuurd. SNEL NAAR DIE TELEFOONCEL EN BEL. EEM öAEAGE ...IK BL'JF B'J DE WAGEN „Neem jij de plant ook maar mee, Josien". met SAEAae VAN PUK7 walt Disney Product-- World Rights Reserved A) Distributed by Kins; Fea 3. De portier van het krantegebouw was helemaal ontdaan over de voorspelling van Joris. „Hoe bestaat het.mompelde hij verbijsterd. „Stel je voor! Ik ga sterren zien terwijl het nog helemaal niet donker is! Dat heb ik nog nooit meegemaakt!" De wachter was zó verdiept in verwonderde gedachten, dat hij zijn plicht geheel uit het oog verloor. Daardoor ontging het hem, dat Joris Goedbloed zijn kristallen waarzeggers-bol in pakte en het pand betrad zonder daarvoor toestemming te hebben gekregen. „Ik kan de beklagenswaardige beter aan zijl noodlot overlaten!", prevelde Joris, naar boven klimfend. „De magie van mijn bol heeft hem sterk aanggrepen. En bovendien wil ik hem niet sto ren in zijl aanschouwing van het heelal. Tenslotte is dat een wieke genieting!" Maar zo'n genieting was het niet. Datbleek toen een bloempot zich plotseling los maakte an een venster-kozijn en krakend op de sche del van de portier uiteenbarstte. De getroffene stortte ter aaie en voor zijn ogen vertoonden zich tal van sterreies precies zoals Joris had voorspeld. KUK EENS, PILT, VANDAAG PANNEKOEKENl 411 MA6 PANNEKOEKEN ETEI IKEET4AM» 611 PANNEKOEKEN HOORT NU EENMAAL JAM, ■^PIETIE! 1AM IS NIET 60ED V00R4É, 4E WORDT ER DIK VAN EN P6LIE KR146TSLECHTE TANDEN I 2(64'B. AK/ue ouoe Me vrouw V 6aaiJivat tc ivhbjan - zu Hoopr Non Af frftv vangbn, TIJD OP De TtPO&KUR VAN HAAR) MARCO, VOOR ONS- oveneoeNMAN' r—c.£N VÖ0/? onte \Hiewe suurvroup/. UllltouiM'sl Pi PI B HP, DAW, HOORDÉ fV OF'. Wt 6AAN BRUIT JIJ VAT Z 1'OOR ONZE TROMMU- vueieu het begeven. zetes oe vtsseN zijn gevlucht' 583. Hoog aan de hemel was intussen de maan achter de wolken vandaan ge komen. Bram keek er met een scheef oog naar. Hij had liever gewild, dat de maan nog een tijdje achter de gordijnen was gebleven, maar daar was nu eenmaal niets aan te veranderen. Wat hij wilde doen, moest dan maar in vol licht gebeuren. Tutu vloog met een stevig touw in de snavel naar de torentrans, waar hij be hendig een mastworp in het touw legde. Enkele malen rukte Bram onderaan de toren stevig aan het touw om de knop te beproeven. „Goed gedaan," mompelde hij tevreden, want hij had Tutu zelf geleerd om deze knoop te leggen. „Dat touw zit stevig.daar kan ik mijn leven wel aan toevertrouwen." Nu, wat het touw betreft hoefde Bram zich geen zorgen te maken. Iets anders was het, dat achter een venster de raaf óók het slingerende touw in het oog had gekregen. En weer trok er zo'n grijns lach rond de harde snavel van het ge heimzinnige dier.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1966 | | pagina 7