Keiharde concurrentie op de internationale stripverhalen-markt GROOTSTE PROBLEEM: HOE VINDT MEN GOEDE AUTEURS största horrade tl an de med upp- Fabriekswerk Concurrentie Niveau gezocht (Van onze con EEN OUD HERENHUIS aan Amsterdams Leidsegracht, waar met de ruimte wordt gewoe kerd; de directeur van Swan Features Syndicate heeft juist zijn Australische vertegenwoordiger op bezoek. Het gesprek gaat over papieren hel den (made in Holland) en hun commerciële be langen in het kleinste werelddeel. Want Johan nes A. de Zwaan (53)oprichter van het bureau, dat zijn (verengelste) naam draagt, heeft een nogal ongewoon beroep; het verkopen van Ne derlandse strips in het buitenland en het bedie nen van de Nederlandse markt voor buitenland se stripfabrikanten. Intussen lezen wij, om alvast in stemming te komen, alle strips in de aanwezi ge ochtendbladen, tot hij ons zijn antiek gemeu bileerde werkkamer binnennoodt. „MIJN EIGENLIJKE vak ie de accountancy". Zo begint zijn privé- stripverhaal. ,Jn de oorlogstijd heb ik voor de Duitsers moeten vluchten, omdat ik in het verzet zat. Mijn eigen werk kon ik niet meer doen. Ik ging naar Amster dam, waar ik Maarten Toonderdie ik al kende, ben gaan helpen. Van het een kwam het ander en eind 1945 werd ik Toonders compagnon. Die samenwerking heeft geduurd tot 1953, toen wij uit elkaar gingen, omdat we verschil van inzicht had den. Ik ben toen een eigen bureau begonnen". Aanvankelijk verhan delde hij alleen strips, later zijn daar (getekende) speciale rubrie ken bijgekomen en binnenkort wordt het assortiment uitgebreid met tekstfeatures. Topper Eric Te hard? Moeilijk vak Steeds iets nieuws MEN SAM MA ÖGONBLICK FQLL ARAMS SVARD MEDOBETWNGAD STyRKA NEP P& ODjURET hAll riODET UPPE.' VI t-3 SKA FÖRSÖKA ATT UNDSATTA ER.' FAR/ hjAlp/ MEN VADGARNA TVCKS 'NTE VARA hAgaDE ATI URPGE 3/TT ByTÊ OEN SPAROAT GAP UPP MOT FUCKAN QUELECIEL NOUS PROTÉGÉ! UNE EXPLOSION RETENT/SSMTE DÉCHIPE LES FIANCS DU BATEAU.) LES SCÓ.ÉRATS ONTEU^ LAFIN QU'ILS MÉRITA1ENT! De papieren helden uit Nederland krijgen 't zwaar HET PRODUCEREN van een goed stripverhaal is geen sine cure. Schrijvers die dit netelige metier verstaan zijn dun gezaaid, goede tekenaars niet veel dikker. De technische en commerciële produktiekosten zijn enorm, de concurrentie is moordend. De zaak kan dan ook alleen lonen als een strip verkoopbaar blijkt in het buitenland. Toch dook de heer J. A. de Zwaan, van huis- uit accountant, 13 jaar geleden in de stripbusiness. Zijn „Swan Features" kenden, gelijk uit deze reportage blijkt, vele ups en downs, zijn helden krijgen het steeds moeilijker. klein kantoor. Wanneer je daar voor een strip 5 of 7,50 per dag vraagt, is het een geweldig punt van overwe ging of dit echt niet te duur is. Ter wijl vijftien gulden de prijs zou zijn. En Frankrijk is geen uitzondering. Hoe zuidelijker Spanje, Portugal en Italië hoe lager de prijzen. De goe de landen om het zo maar te noemen, zijn Engeland, Scandinavië, Nederland en België. Duitsland ook nog wel." DE HEER DE ZWAAN vliegt er vaak uit. „Toen ik met dit bureau begon, was ik bijna tien maanden van het jaar op reis. Ik trok door heel Europa, ging ook naar Amerika en Canada. Dan krijg je een moment, waarop je de contacten en contracten hebt en moet je je een tijd bezighouden met de nieuwe produktie. Als die op poten is gezet, begint het reizen opnieuw. In enkele landen die ik vroeger zelf be zocht, heb ik nu een agent zitten. Maar ik reis -nog steeds heel veel. Een gun stige afzetmarkt voor Nederlandse strips is Scandinavië. Verder doen we veel zaken met Canada, Australië, Nieuw-Zeeland, Maleisië, Japan, Phi- lippijnen, India, Zuid-Afrika en Zuid- Amerika. Ja, en Amerika, daar moet ik eigenlijk binnenkort weer eens naar toe; de grote moeilijkheid is, dat er zoveel tijd in gaat zitten." „WAT IS UW inbreng in de produk tie van strips?" „Met de kennis, die ik in de loop van vele jaren heb opge daan tracht ik heel voorzichtig een schrijver die met iets nieuws bezig is, te beïnvloeden. Dat leidt wel eens tot conflicten, maar in het algemeen heb ik, geloof ik, wel de tact om de schrij ver de vrije hand te laten en hem te gelijk heel zachtjes aan de teugel te houden. Hij kan zich natuurlijk nooit helemaal in mijn gedachtengang ver plaatsen. Het is een kwestie van zeer voorzichtig te werk gaan. Stripschrij vers zijn dun gezaaid." „Is het vaak niet zo, dat stripschrij vers een keer in hun leven een top strip maken, die een aantal jaren loopt, en daarna nooit meer iets op dat niveau produceren? „Dit is inder daad een van de grootste problemen Op een goede dag raken ze juist die snaar bij het publiek, waardoor een bepaalde strip een succes wordt, en dan bestaat het gevaar, dat ze denken- the sky is the limit, we kunnen wel doorgaan. Dan waarschuw ik ze altijd en ik zeg; op het ogenblik is het een heel gekke tijd voor je, wees voorzich tig, blijf rustig, het kan een kwestie van een paar jaar zijn en dan ben je weer helemaal op jezelf aangewezen om iets nieuws te maken, waarvan je niet weet of het naar eenzelfde top gaat. In de heel goede strips vind je altijd een weerspiegeling van het ka rakter van de man die hem maakt. Stripkoning De Zwaan in het hoofdkwartier van zijn papieren- heldenbrigade. Het kan zelfs zo zijn, dat wanneer die man een sombere bui heeft, zijn teke ningen te zwart worden." „MAAR IN zo'n balloon-strip als Kirby vind je toch niets van dat persoonlijke element?" „Nee, dat is geroutineerd, glad werk. „Rip Kirby" wordt niet gemaakt door een of twee mensen, maar door een fabriek van heel dure precisie-apparaten. „Rip Kir by" staat, voor zover ik weet, in meer dan 600 kranten in de wereld en heeft een duizelingwekkende opbrengst. Maar goed, dat is Amerika. Als een strip van Westeuropese makelij veel succes heeft, is dat bijna altijd te danken aan de persoon van de maker". „IS ER veel concurrentie?" „Er be staat een enorme concurrentie in deze branche. Amerika heeft een geweldige produktie. Dat is ook wel te begrijpen. Als je daar een strip produceert, heb je in eigen land al tweeduizend kran ten, waarop je je verkoopactiviteiten kunt richten. In Amerika wordt trou wens geen strip begonnen, voordat er dertig of veertig kranten op hebben in getekend. Dan zijn ze dus al uit de kosten. Elke prijs, die ze daarna in het buitenland maken, is goed, want dat is extra-verkoop. Ze kunnen dus goedkoper aanbieden dan wij. Wij moe ten eerst investeren en wanneer we dan dertig tot veertig contracten krij gen, zitten we al aan de top. DE MOGELIJKHEDEN om een Ne derlandse strip te produceren, die een internationaal succes zal hebben om te beginnen moet dat al een balloon strip zijn worden steeds kleiner. De initiële kosten van de produktie nemen zo toe, dat de investeringen te hoog worden. Nederland is een klein taalge bied. Voor andere landen moet de Nederlandse tekst dus worden vertaald en opnieuw worden ingetekend. Dan moeten er nieuwe cliché's worden ge maakt. Voordat je in het buitenland gaat verkopen, begin je dus al met een achterstand van tien, vijftien gul den per stripaflevering. Wil de Neder landse strip kunnen blijven concurrere- ren, dan moeten wij naar een heel an der niveau. En om de mensen daar voor te vinden is zeer moeilijk". „WELKE NEDERLANDSE strip heeft u in het buitenland het meest verkocht?" „Dat is destijds „Eric de Noorman" geweest, die is enorm goed verkocht. Op de tweede plaats komt „Piloot Storm" van Sprenger. Ja, daarmee is het merkwaardig gegaan. Ik was eens in het buitenland, toen er veel drukte werd gemaakt over vliegende schotels. En op dat moment was ik er met een ruimtevaart-strip, die toen nog niet in de mode was. De kranten, die natuur lijk altijd erg voor nieuwtjes zijn, wil len achter elkaar allemaal strips heb ben. Hij loopt nog steeds. Een strip die het nu nog goed doet ook in het buitenland is Rechter Tie van Ro bert van Gulik. HIJ VOEGT eraan toe, dat met de tijd de markt verandert. Romantiek, heldenavontuur en ridderlijkheid heb ben voor een deel het veld moeten rui men voor dingen, die zich geheel in de moderne tijd afspelen. „Ik vind die ontwikkeling niet altijd goed. Denk eens aan 007. Wordt ook in de strip de tendens niet te hard en moeten wij die tendens, die vooral uit Amerika en En geland komt, volgen?" De heer De Zwaan zegt een zeer grote verantwoordelijkheid te voelen, die soms in botsing komt met het commerciële belang. „Ik heb het on langs nog gehad met een Engelse se rie, die ik heb geretourneerd. Latei werd ik - overdreven gezegd - op het matje geroepen in Londen. Het resul taat van het gesprek was, dat de strip voor de Nederlandse markt zo werd gewijzigd, dat hij acceptabel was. Daar komt bij, dat in Nederland de is het echter vrijwel onmogelijk nog een strip te verkopen met ondertekst." HET MAKEN van een ballonstrip is uitermate moeilijk, omdat hiervoor een geweldige techniek van de schrij ver wordt verlangd. Hij moet in enkele woorden een stuk „plot" weten uit te drukken en voor elke aflevering de tekst zo maken, dat voor de lezer het voorgaande weer helemaal duidelijk is. Bovendien moet hij op een span nend moment afbreken en wel zo, dat het moment de volgende dag een lo gisch vervolg heeft. „Rip Kirby" is een van de heel goeie in dat soort". „HOE KOMT u aan een man, die een strip schrijft?" „Zoeken, denken en lezen en op een gegeven moment iemand benaderen. Soms heb je met vijf schrijvers contact en als je dan met één tot resultaten komt, ben je al heel blij." „Wanneer wordt een strip rendabel?" „Bij circa vijftien plaatsin gen in kranten van gemiddelde groot te. Het hangt er ook van af in welk land hij wordt verkocht. Neem Frank rijk bij voorbeeld. De provinciale pers daar heeft vrijwel geen plaatselijke ad vertenties. Een krant met een oplage van 100.000 is in Frankrijk een zeer eenvoudige zaak met een betrekkelijk De topstrips maken, vertaald in vele talen, een rondreis door de gehele wereldpers. krant een familieblad is. Daaróm vind ik het noodzakelijk, dat wij ons niet inlaten met ongezonde sensatie." „KUNT U van tevoren zeggen, of een strip wel of geen succes zal heb ben1?" „Dat kun je pas als je een klaar pro- dukt onder ogen krijgt. Van een strip uit het buitenland kan ik vrijwel met zekerheid zeggen: die zal het wel of niet goed doen. Maar wanneer je zelf een strip produceert en je bent er he lemaal bij betrokken geweest, je hebt steeds contact gehad met de auteur en de tekenaar, dan verdwijnt het objec tieve beeld en raak je wel eens in twij fel. Je komt wel eens voor verrassin gen te staan. Van de strip „Piloot Storm" was ik niet zeker. Hij was wel aardig getekend, maar niet dat je zei: wat fantastisch! In het begin lukte het dan ook niet erg met de verkoop. Juist op dat moment werd de kwestie van die vliegende schotels actueel en werd „Piloot Storm" een van onze top strips". „DE VRAAG naar strips is inter nationaal gezien nogal uitputtend. Kost het u veel moeite steeds weer met iets nieuws te komen?" ,.Ja, men wil steeds iets anders, iets nieuws. Dat te produceren is zeer moeilijk. Je kunt niet zeggen: „ik ga even een strip samenstellen". Daar komt heel wat voor kijken: het vinden van het juiste onderwerp, van de rode draad door het verhaal, van de hoofd figuren en.van een schrijver die zich in de striptechniek wil inwerken". Hij vertelt, dat er twee soorten strips zijn: met ondertekst en met balloons (beter bekend als „wolkjes"). „In Ne derland is de strip met ondertekst nog zeer gewild en dat geldt ook voor België en Frankrijk. In andere landen

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1966 | | pagina 11