O FILATELIE DE STERRENHEMEL IN AUGUSTUS w lm e if ^Éll ZATERDAG 30 JULI 196 6 Erbij 5 'Wm. w/m m i 'WW m m Filar ski OOISTER arend aschutte£& '■ZlcS* Mr. E. Spanjaard. BeljuiÉ. De vijftigste sterfdag van de Vlaamse schilder en beeldhouwer Rik Wouters (1882-1916) zal op 8 augustus worden herdacht door de uitgifte van een postzegel van 60 c., uitgevoerd in veelkleurendruk. Op de zegel is een zelfportret van de kunste naar gereproduceerd (afbeelding). KONGO KINS J ASA). Ter gelegen heid van de wereldkampioenschappen voetbal 1966 is een serie van vier waar den verschenen. De 10, 30 en 50 fr. to nen spelers in actie en op de 60 fr. zijn de Coupe Jules Rimet en een voetbal afgebeeld. IERLAND. Op 3 augustus zullen twee postzegels, 5 d. en 1 sh., worden uitgegeven ter herdenking van het feit, dat vijftig jaar geleden de Ierse vrij heidsstrijder Roger Casement (1864- 1916) door de Britten werd geëxecu teerd. De zegels laten diens portret zien. WEST-DUITSLAND. Tweehonderd vijftig jaar geleden overleed Gottfried Wilhelm Leibniz (1646-1716)wijsgeer van universele geleerdheid en grootste Duitse denker van de zeventiende eeuw. Op 24 augustus zal een herden kingszegel van 30 pf. (twee tinten rood en donkergrijs) in omloop worden ge bracht, waarop diens beeltenis voor komt (afbeelding). OOSTENRIJK geeft op 29 augustus een postzegel van 1.80 s. zwartblauw uit, waarmee de tweehonderdste sterf dag van de kartograaf Peter Anich (1723-1766) wordt herdacht. Tegen een achtergrond van boeken, een aardglobe en een landkaart is Anichs portret voorgesteld. POLEN. Als propaganda voor het toerisme zal in september een serie van acht waarden, 10, 20, 40, 60 gr., 1.15, 1.35, 1.50 en 2 zl. verschijnen met verschillende voorstellingen. SOVJET-UNIE. Voor de wereld kampioenschappen voetbal 1966 zijn twee zegels uitgekomen. Het zijn een 4 kop. met de Coupe Jules Rimet en een voetbal en een 6 kop. met twee voetballers in actie. SAN MARINO. Vissen komen voor op een serie van tien zegels die op 27 augustus zal worden uitgegeven. De serie bestaat uit de waarden: 1, 2. 3, 4, 5, 10, 40, 90, 115 en 130 lire (afbeel ding). TOGO heeft een serie van zes waar den het licht doen zien, waarop in landse handwerkkunst is voorgesteld: 5 en 90 fr. hout snijden, 10 en 60 fr. manden vlechten, 15 fr. weven en 30 fr. potten bakken. TURKIJE. Ter gelegenheid van de ingebruikneming van de stuwdam van Keban zijn twee postzegels, 50 en 60 k., verkrijgbaar gesteld. De zegels geven elk een ander gezicht op de dam. CHINA (NATIONALISTISCH). De honderdste geboortedag van de staats man Lin Sen (1867-1943) is herdacht met een postzegel van 1 dollar, waarop diens portret is afgebeeld. RAS AL KHAIMA. Ter herinnering aan de Panarabische Spelen 1965 te Cairo is een serie van tien waarden in circulatie gebracht: 1 en 5 np. hard lopen, 2 en 25 np. boksen, 3 en 50 np. voetbal, 4 en 75 np. schermen, 10 np. en 1 r. zwemmen. Ook een souvenir velletje van 5 rp. RWANDA heeft een serie van zes waarden, 20, 30, 50 c., 6, 12 en 25 fr. (afbeelding), het licht doen zien naar aanleiding van de wereldkampioen schappen voetbal 1966. Alle zegels ver tonen een voetbal in de vorm van een wereldbol. Van de eerste ronde uit het nationaal damtoernooi 1966 plaatsten wij in de ru briek van 4 juni een partijfragment met de vraag of de witspeler Van Aalten winst had verzuimd. Het was in de volgende stelling. J. M. BOM OOOOÖOOC-OOOOOOOOOOOOOOOOQ In deze partijstand is wit aan zet en wint. B. Dukel DCXXXXXXXXXXXXOOOOOOCOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOO' A. VAN AALTEN Zwart: 2, 11, 12, 16, 18, 19, 20, 21. Wit: 27, 32, 33, 34, 35, 36, 38, 48. Het is de oud-hoofdklassespeler van de Haarlemse Damclub de heer H. v. Lunen burg, Korte Houtstraat 18 te Haarlem, ge lukt een zeer fraaie winst te forceren. Liefhebbers van partijanalyses kunnen het tegen onze correspondent opnemen. Hier de hoofdvariant. 1) 36-31 11-17 gedwon gen. 2) 31-26 20-25 of? 3) 48-43 18-23. 4) 43-39 12-18. 5) 35-30 2-8. 6) 33-29 18-22 of? 7) 27x18 23x12. 8) 38-33 12-18 of? 9) 32-28 en zwart staat in alle varianten verloren. Stand: Zwart: acht stukken op 8, 16, 17, 18, 19, 21, 25. Wit: acht stukken op 26, 28, 29, 30, 33, 34, 39. Aan de heer Van Lunenburg onze harte lijke dank voor de uitgebreide studie. Dat er nog steeds nieuwe wendingen en ideeën in ons spel worden gevonden, toont onderstaand partijfragment dat voorkwam in een Russisch toernooi. TSIRIK OCXXOOCOOCOOOOOOOacOOOOOOOO-Dnc- 2 a20000000000000C)0^;/C:OC)0 ooooooooooooooc BESWENCHENKO Zwart: 3, 13, 17, 19, 20, 23, 28. Wit: 26, 30, 31, 34, 38, 42, 50. De zwartspeler aan zet vervolgt met 20-24. Nu moet 30-25 waarna met 24-29 zwart winnend spel verovert. Wit meent dit te voorkomen door na 1) 20-24 te spelen. 2) 31-27 24x35. 3) 27-22 23-29. Een bijzonder leuke wending. Op 34x32 volgt dam. Op 34x14 13-19 14x32 en 17x48. Ook kan 22x24 waarna 19x39 wint. TSIRIK OOOOOOOCX3000COOO DOOOOOOOOOOOOOOOOC OOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOt STANOFSKY Zwart: 1, 2, 3, 4, 7, 9, 13, 14, 15, 16, 18, 19, 23, 24. Wit: 27, 28, 32, 34, 35, 37, 38, 39, 40. 41, 42, 43, 45, 48. Wit aan zet 1) 38-33? 16-21. 2) 27x16 18-22. 3) 28x17 23-29. 4) 34x23 19x28. 5) 32x23 24-30. 6) 35x24 13-19. 7) 24x13 9x36. Na de witzet wint zwart een stuk door 1-6 en 7-11. In het volgend spelgedeelte laten wij de winstgang voor onderzoek aan de lezers over. XiOOOOOOOOOOOOOOOOOCOOOOOOOOOOOOOOOOCOOOOOOOOOOOOOOOOOOO Zwart: 3, 4, 10, 12, 13, 14, 16, 18, 19, 21, 26. Wit: 27, 28, 29, 30, 32, 33, 37, 38, 40, 41, 48. WIE IN HET EERSTE?? Bij het naderen van het nieuwe seizoen breekt voor talloze clubbesturen weer het moeilijke ogenblik aan om uit te maken, hoe de teams voor de a.s. bondscompetities moeten worden samengesteld. Slechts zeer weinig clubs kennen de gelukkige toe stand waarbij het door verschil in speel- sterkte een uitgemaakte zaak is, wie in het eerste, tweede enz. team moeten spelen. Meestal zijn er talloze moeilijkheden ont staan doordat sterk geachte teams het vo rige seizoen slecht speelden, minder sterk geachte teams het juist goed deden, nieuwe partnercombinaties aangegaan werden, spelers weggingen of toetraden, enzovoorts. De bestuurstaak wordt vaak nog moei lijker, doordat bestuursleden dikwijls zelf belanghebbenden zijn bij de verkiezing der teams. In theorie is dat ongewenst, maar praktisch geen enkele club beschikt over een in zijn geheel niet-belanghebbend be stuur. Factoren als „hij doet toch zoveel voor de club" en „zij komen zo weinig (of zoveel) op de clubavonden" laat men wel meetellen en deze verhogen de moeilijk heden vaak meer, dan dal; zij deze op lossen. Erkent men de noodzaak dat een bestuur nu eenmaal de plicht heeft de teams sa men te stellen of te laten samenstellen, dan zal men de onvolmaaktheden die daar nu eenmaal aan kleven mede dienen te aanvaarden. Anderzijds echter heeft het bestuur van elke wedstrijdclub de plicht te zorgen, dat de vier sterkste spelers in het eerste viertal der vereniging worden geplaatst. „Het eerste" moet de vlag van de vereniging zijn en moet alles in het werk stellen om te bereiken, dat eigenbe lang niet boven speelkracht wordt gesteld welke argumenten men daar ook voor zou willen gebruiken. Aan het einde van het seizoen ziet men dikwijls dat spelers de club verlaten, in de hoop elders het volgende seizoen een betere competitieplaats te kunnen verkrijgen. Een goed bestuur dient erop toe te zien dat „aanlopers" op de juiste wijze worden be handeld. Contact met het bestuur van de andere vereniging is daarbij vaak zeer ge wenst. Ook diverse districtsbesturen be moeien zich reeds (zeer terecht) met dit tere punt. Ook kan het geval zich voordoen, dat een sterke speler wegens werkkring, ver huizing, gezondheid of andere geldige re den niet meer voor de club kan spelen. Wat nu?? Het gedupeerde viertal wil mis schien graag een nieuwe sterke speler aan trekken. Verzet daartegen komt echter uit de club zlelf, want de „troonopvolgers" zien hun kans schoon in een hoger team uit te komen en wensen die mogelijkheid niet door een nieuweling in gevaar gebracht te zien. Van het bestuur wordt nu vaak haast bovenmenselijke wijsheid geëist. Moet men, terwille van „de vlag" de nieuweling ac cepteren en dus de in dienstjaren oudere leden passeren? Dit is een moeilijke principiële vraag, waarbij men zich goed dient te realiseren, dat wanneer men de voorkeur geeft aan oudere, maar misschien niet zo sterk spe lende leden, men de eerste stap zet op weg naar de status van zwakke en later steeds zwakkere club! Zeker, men kan daaraan maling hebben en als belangrijkste argu ment aanvoeren „als onze trouwe leden maar gezellig en prettig spelen". Het re sultaat van een dergelijke aanpak is, blij kens vele ervaringen, op den duur toch minder „prettig" dan men aanvankelijk veronderstelt. Sterke spelers zijn in elke club noodzakelijk, al was het alleen maar om de sportieve wedijver in onderlinge club wedstrijden te stimuleren. Wat er gebeuren kan als men dit prin cipe uit het oog verliest, neemt men o.a. waar in een weleer roemruchte Amster damse vereniging. Een jaar of twaalf ge leden een formidabel sterke club met vele topspelers, overal een graag geziene gast in allerlei beker- en soortgelijke wedstrijden. Na moeilijkheden als hiervoor omschreven ging men over tot „dan maar zonder sterke spelers". Het uiteindelijke resultaat: ook de vrij goede spelers lopen er weg. want zij kunnen er niet meer de sportieve bevredi ging vinden van felle tegenstand en zij achten het zonde van hun tijd op de club avonden altijd vrijwel uitsluitend tegen zwakke paren te moeten aantreden. Het mooiste van alles is nog, dat vele der „troonopvolgers", die destijds de plaatsen in de hoogste competitieafdelingen over namen, de club niettemin snel verlieten, nadat zij één of meerdere malen gedegra deerd waren! Veel moet een vereniging, waartoe een nieuw lid wil toetreden laten afhangen van de vraag, of de persoon in kwestie een prettig lid zal zijn. Evenmin vergete men uit het oog te verliezen, dat behoorlijk maatschappelijk aanzien van een zich aan meldend 'persoon het bijzonder ongewenst maakt hem of haar te weigeren. Op dit ge bied zijn er reeds fikse blunders gemaakt door clubbesturen, die hun oor te veel te luisteren legden bij té ambitieuze spelers in eigen gelederen. Het weigeren van sterke spelers, met hoofdzakelijk als achtergrond dat deze concurrenten zouden blijken te zijn voor andere clubleden, heeft nog een bijkomstig gevolg: de sterkere spelers zullen zich uit sluitend nog aanmelden bij het handjevol sterke Nederlandse verenigingen, die over plaatsen in de meesterklasse en bonds- hoofdklassen beschikken. Met als resul taat een groepje zeer sterke clubs en een enorme groep verenigingen waar het spel peil gemiddeld beneden redelijke maat is. Ook hieraan kan men maling hebben en stellen „wij spelen alleen maar voor de ge zelligheid". Nu heb ik nimmer begrepen waarom gezelligheid en goed bridge niet samen kunnen gaan en in ieder geval zal men nimmer kunnen ontkennen, dat een wedstrijdclub, waarvan de viertallen in de bondscompetitie uitkomen de sportieve plicht heeft te trachten, zo goed moge lijk daarin voor de dag te komen. Tenslotte kan men vóór een nieuw sei zoen altijd nog enige selectiewedstrijden houden als dat noodzakelijk lijkt voor de verkiezing van het „vlaggeteam". In de stille zomermaanden is dat vaak wel moei lijk wegens vakanties e.d„ doch niettemin kan men met tien of twaalf paren in een drietal avonden wel redelijke selectiewed strijden spelen volgens een schema, dat thans in vele landen steeds meer populari teit begint te winnen. Daarover in het vol gende artikel. KERKHOFF WINT I.B.M.- SCHOONHEIDSPRIJS Hoewel er in het zojuist beëindigde I.B.M.-toemooi vijf internationale groot meesters en elf internationale meesters uitkwamen, ging de uitgeloofde schoon heidsprijs naar een jonge Nederlander, de Rotterdammer L. J. Kerkhoff, (nog) geen meester. Niet-schakers kunnen stel lig bevatten, dat ergens in Califomië of zo de schoonheidsprijs wordt toegekend aan Miss Zweden (of was het een ander land?), maar het gaat hun begrip te boven dat een dergelijk instituut ook op het schaakbord kan bestaan. Een poging tot uitleg is even nutteloos als die aan het adres van een analfabeet om deze duide lijk te maken, waarom een bepaalde rang schikking van lettertekens esthetische be vrediging kan schenken. Wèl-schakers zullen zich misschien eerder afvragen wie Kerkhoff is. De jongeman is nog niet al gemeen bekend, al was hij indertijd jeugd kampioen van ons land. De oorzaak zal wel zijn dat hij nog niet in grote toer nooien uitkwam. Maar schaken kan Kerkhoff; wij zagen dat al enkele jaren geleden aan de wijze waarop hij in de clubcompetitie (hoofdklasse KNSB) nie mand minder vloerde dan Bouwmeester, die slechts zelden een partij verliest. Ver volgens ondervonden wij het pijnlijk aan den lijve. Dat Kerkhof fs resultaat in de mees ter- groep van de I.B.M. niet grandioos was, moet vermoedelijk worden toegeschreven aan routinegebrek. Want iemand die in staat is, op navolgende schitterende wijze een partij tot winst te voeren, heeft de schaak-maarschalkstaf in zijn ransel. Verdienstelijk is reeds de grote ope ningskennis, welke Kerkhoff blijkt te be-, zitten, al kan men veel aanleren. Maar' bepaald imposant is de fase daarna. Kerk hoff ziet scherp dat hij het moet hebben van zijn ontwikkelingsvoorsprong en brengt achtereenvolgens een pion- en een kwaliteitsoffer om die voorsprong tot gel ding te brengen. Daarna beginnen de offerandes eerst recht. Enfin, men oordele zelf. Wit: L. J. Kerkhoff. Zwart: A. Dückstein (Oostenrijk) Doorschuifvariant Frans 1) e2-e4 e7-e6. 2) d2-d4 d7-d5. 3) e4-e5 c7.-ca. 4) c2-c3 Pb8-c6. 5) Pgl-f3 Dd8-b6. 6i a2-a3 c5-c4. 7) Rfl-e2 Rc8-d7. 8) Pbl- d2 Pc6-a5. Vooral niet klakkeloos Pge7 wegens Rc4: Pc4: benevens vernieti gend Pd6t. 9) 0-0 Pg8-e7. 10) Tal-bl Pe7- g6. Volgens Kerkhoff verdient h5 Pf5 de voorkeur. 10) Pb3: zou weer falen op 11) Rc4:. 11) g2-g3 f7-f6. Op zichzelf is deze ondermijning van het witte cen trum strategisch juist. Maar het bezwaar is dat de stelling wordt geopend terwijl de zwarte koning zich nog in het midden be vindt. 12) b2-b4! c4xb3 en passant. Als zwart niet slaat, wordt hij geheel inge snoerd. Wellicht had dit toch de voorkeur verdiend. 13) c3-c4! De vijf pionnen in het centrum hebben reeds een ingewik kelde situatie gecreëerd. Zwart kan het midden niet meer gesloten houden. 13) f6xe5. 14) c4xd5 e6xd5. 15) Pf3xe5 Pg6xe5. 16) d4xe5 Merkwaardiger wijs gezien de talloze andere mogelijk heden bij de vorige zetten verliep de genoemde partij KerkhoffBouwmeester precies identiek. Onze oud-stadgenoot ver volgde met 16) Rc5 en kwam weldra op verlies te staan. In het Toernooibulle tin geeft de witspeler over de ontstane stand enige interessante analyses, welke echter buiten het bestek van dit artikel vallen. 16) Rd7-f5. 17) Tblxb3! De offerande begint. Wit heeft voortreffe lijk getaxeerd dat de kwetsbare positie van de zwarte Majesteit het zwaarst weegt. 17) Pa5xb3. 18) Pd2xb3 a7-a6. Het is uiterst moeilijk, een bevredigende verdediging te vinden. De tekstzet belet schaakwendihgen op b5, tijdelijk echter! 19) Rcl-e3 Niet 19) Dd5: Re6. 19) Db6-d8. 20) Pb3-d4 Rf5-h3. Maakt een aardig schijnoffer, dat de zwarte ge lederen verder verstoort, mogelijk. Maar ook iedere andere loperzet had bezwaren. 21) Re2-b5f! a6xb5. 22) Ddl-h5+ g7-g6. 23) Dh5xh3 Dd8-d7 of 23) Rg7. 24). Pe6 Dd7. 25) Rc5! met de vreselijke drei ging 26) Pg7:t Dg7:. 27) De6t Kd8. 28) Rb6t- 24) e5-e6 Dd7-e7. 25) Tfl-cl Rf8-g7. DÜCKSTEIN XJOOOOOOOOOOOCÖOOOOOOOOOOOOOCCCOOOOOOOOOOOOOOOO i t mm n ocxdoooctoo^oooooooooooooooooooooooooooooooooooc KERKHOFF (aan zet) Eindelijk staat zwart klaar voor 0-0, waarna hij zich kan verdedigen. Maar met het volgende fraaie offer bewijst Kerkhoff de juistheid van zijn actieve strategie. 26) Pd4-f5ü De7-f6. Niet 26) gf5:. 27) Dh5f benevens Rb6f of Rc5 met damewinst. Op 26) Df8 ware 27) g4 (dreigt Rc5) gevolgd. 27) Pf5-d6f Ke8- e7. Of Kf8. 28) Tc7 enz. 28) Tcl-c7f Nog een stukoffer. 28) Ke7xd6. 29) Re3-f4f Df6xf4. 30) Te7-d7f Dit tus- senschaakje redt de toren. Na 30) Kc6. 31) gf4: Rd4. 32) Df3 capituleerde zwart. Een spectaculairs overwinning, de eer volle onderscheiding waard! aOlSvJ Augustus biedt ons gelegenheid, Mer- curius nog eens op te sporen. Op de 16de bereikt de planeet haar maximale westelijke eolongatie (19° van de zon) en moet men haar dus 's morgens in het oosten, vóór zonsopkomst, zoeken. De planeet komt midden augustus on geveer anderhalf uur voor de zon op en zij wordt steeds helderder naar het einde der maand toe. Venus is nog steeds morgenster. Deze schitterende planeet nadert weliswaar geleidelijk de zon, maar aangezien de ecliptica 's morgens nu zeer steil staat (steiler nog dan vorige maand) zal haar zichtbaarheid niet veel inboeten. Voor Mars-waarneming worden de omstandigheden nu gestadig gunstiger. Men kan de planeet deze maand 's morgens vinden in het sterrenbeeld Tweelingen, niet ver van Venus (al thans in het begin van de maand). Ook Jupiter staat vlakbij. Deze pla neet, minder helder dan Venus maar helderder dan Mars, kan 's morgens eveneens in de Tweelingen gevonden worden. Saturnus is bijna de hele nacht waar neembaar. De planeet komt nu reeds ruim vóór middernacht op en is zicht baar in het sterrenbeeld Vissen. Op 7 augustus te 18 uur staat Venus in conjunctie met Jupiter. De afstand tussen beide heldere planeten zal on gewoon weinig zijn: slechts één tiende van een graad. Tijdens de conjunctie bevinden beide planeten zich echter onder de horizon. U zult hen dus op dat ogenblik niet kunnen waarnemen. Kijkt u echter wel de volgende morgen: het gebeurt niet elke dag dat twee planeten zo dicht bij elkaar staan. Omstreeks 12 augustus zal de aar de in haar baan om de zon weer de Perseïden doorkruisen. De Perseïden zijn meteoren die in een zeer langge rekte ellips om de zon wentelen; hun afmetingen variëren van een tiende van een millimeter tot verschillende meters. In de nabijheid der aarde heb ben zij een snelheid van ongeveer 60 km/seconde. Wanneer zulk een meteoor in botsing komt met de aar de wordt hij door de wrijving met de lucht verhit tot hij witgloeiend is en volkomen wegsmelt. Wat we dan zien is een lichtspoor aan de hemel; we spreken van een vallende ster. Als de aarde zo een zwerm meteoren door kruist, zijn or gedurende verschillende dagen talloze van dergelijke „vallen de sterren" te zien. Men spreekt dan van een sterrenregen. De tijd die de aarde nodig heeft om de Perseïden te doorkruisen loopt van 4 tot 20 augus tus, maar het maximum zal rond 12 augustus vallen; er kan dan gemiddeld w$l elke minuut een meteoor-licht- spoortje te zien zien. Doordat de Perseïden alle in de zelfde richting de dampkring binnen dringen, lijken ze door het perspecti- vistisch effect alle uit eenzelfde punt te komen vanwaar ze als het ware uit stralen. Voor de Perseïden ligt dit punt in het sterrenbeeld „Perseus", vandaar hun naam. Op de kaart is dit aangeduid met een dubbel cirkeltje. De meeste meteoorsporen verschijnen wel ver van elkaar aan hemel, maar als u ze in gedachten naar achter ver lengt, snijden hun banen elkaar alle in of nabij dit punt. Op Door Onder Datum komst gang gang Zon i 5.02 12.46 20.30 31 5.50 12.40 19.30 Mercurius 11 3.53 11.33 19.13 21 3.52 11.35 19.18 Venus 1 2.44 10.57 19.10 11 3.05 11.10 19.15 21 3.30 11.21 19.12 Mars 1 2.42 11.03 19.24 11 2.37 10.52 19.07 21 2.33 10.41 18.49 Jupiter 1 3.13 11.24 19.35 11 2.45 10.54 19.03 21 2.17 10.23 18.29 Saturnus 1 22.10 4.04 9.54 11 21.29 3.23 9.13 21 20.49 2.42 8.31 MAAN: Volle maan op Laatste Kwart, op Nieuwe maan op Eerste Kwart, op Volle maan op 1 augustus te 10.05 9 augustus te 13.56 16 augustus te 12.48 23 augustus te 4.02 31 augustus te 1.14 Om de kaart te richten moet men haar boven het hoofd houden, en het noorden laten samenvallen met de noordelijke horizon. De stand van de hemel is die op 15 augustus te 22 uur. Voor vroegere tijdstippen de kaart draaien in de richting van de wijzer* van het uurwerk, voor latere tijdstip pen in tegenovergestelde richting. De plaats van de maan is voor enkele tijd stippen aangegeven; de getallen duiden de dag van de maand aan.. Ook is de positie van Saturnus(S) aangegeven. De stippellijn die door de Zwaan gaat, duidt de hartlijn van de Melkweg aan. De andere gestippelde lijn id. de eclip tica (dierenriem of Zodiak); de zon, de maan, en de belangrijkste planeten be vinden zich steeds in de nabijheid van deze lijn.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1966 | | pagina 17