O
FILATELIE
DE STERRENHEMEL
IN AUGUSTUS
w
lm
e
if ^Éll
ZATERDAG 30 JULI 196 6
Erbij
5
'Wm.
w/m m
i 'WW
m
m
Filar ski
OOISTER
arend
aschutte£&
'■ZlcS*
Mr. E. Spanjaard.
BeljuiÉ. De vijftigste sterfdag van
de Vlaamse schilder en beeldhouwer
Rik Wouters (1882-1916) zal op
8 augustus worden herdacht door de
uitgifte van een postzegel van 60 c.,
uitgevoerd in veelkleurendruk. Op de
zegel is een zelfportret van de kunste
naar gereproduceerd (afbeelding).
KONGO KINS J ASA). Ter gelegen
heid van de wereldkampioenschappen
voetbal 1966 is een serie van vier waar
den verschenen. De 10, 30 en 50 fr. to
nen spelers in actie en op de 60 fr. zijn
de Coupe Jules Rimet en een voetbal
afgebeeld.
IERLAND. Op 3 augustus zullen
twee postzegels, 5 d. en 1 sh., worden
uitgegeven ter herdenking van het feit,
dat vijftig jaar geleden de Ierse vrij
heidsstrijder Roger Casement (1864-
1916) door de Britten werd geëxecu
teerd. De zegels laten diens portret
zien.
WEST-DUITSLAND. Tweehonderd
vijftig jaar geleden overleed Gottfried
Wilhelm Leibniz (1646-1716)wijsgeer
van universele geleerdheid en grootste
Duitse denker van de zeventiende
eeuw. Op 24 augustus zal een herden
kingszegel van 30 pf. (twee tinten rood
en donkergrijs) in omloop worden ge
bracht, waarop diens beeltenis voor
komt (afbeelding).
OOSTENRIJK geeft op 29 augustus
een postzegel van 1.80 s. zwartblauw
uit, waarmee de tweehonderdste sterf
dag van de kartograaf Peter Anich
(1723-1766) wordt herdacht. Tegen een
achtergrond van boeken, een aardglobe
en een landkaart is Anichs portret
voorgesteld.
POLEN. Als propaganda voor het
toerisme zal in september een serie
van acht waarden, 10, 20, 40, 60 gr.,
1.15, 1.35, 1.50 en 2 zl. verschijnen met
verschillende voorstellingen.
SOVJET-UNIE. Voor de wereld
kampioenschappen voetbal 1966 zijn
twee zegels uitgekomen. Het zijn een
4 kop. met de Coupe Jules Rimet en
een voetbal en een 6 kop. met twee
voetballers in actie.
SAN MARINO. Vissen komen voor
op een serie van tien zegels die op
27 augustus zal worden uitgegeven. De
serie bestaat uit de waarden: 1, 2. 3, 4,
5, 10, 40, 90, 115 en 130 lire (afbeel
ding).
TOGO heeft een serie van zes waar
den het licht doen zien, waarop in
landse handwerkkunst is voorgesteld:
5 en 90 fr. hout snijden, 10 en 60 fr.
manden vlechten, 15 fr. weven en 30 fr.
potten bakken.
TURKIJE. Ter gelegenheid van de
ingebruikneming van de stuwdam van
Keban zijn twee postzegels, 50 en 60 k.,
verkrijgbaar gesteld. De zegels geven
elk een ander gezicht op de dam.
CHINA (NATIONALISTISCH). De
honderdste geboortedag van de staats
man Lin Sen (1867-1943) is herdacht
met een postzegel van 1 dollar, waarop
diens portret is afgebeeld.
RAS AL KHAIMA. Ter herinnering
aan de Panarabische Spelen 1965 te
Cairo is een serie van tien waarden in
circulatie gebracht: 1 en 5 np. hard
lopen, 2 en 25 np. boksen, 3 en 50 np.
voetbal, 4 en 75 np. schermen, 10 np.
en 1 r. zwemmen. Ook een souvenir
velletje van 5 rp.
RWANDA heeft een serie van zes
waarden, 20, 30, 50 c., 6, 12 en 25 fr.
(afbeelding), het licht doen zien naar
aanleiding van de wereldkampioen
schappen voetbal 1966. Alle zegels ver
tonen een voetbal in de vorm van een
wereldbol.
Van de eerste ronde uit het nationaal
damtoernooi 1966 plaatsten wij in de ru
briek van 4 juni een partijfragment met
de vraag of de witspeler Van Aalten winst
had verzuimd. Het was in de volgende
stelling.
J. M. BOM
OOOOÖOOC-OOOOOOOOOOOOOOOOQ
In deze partijstand is wit aan zet en
wint.
B. Dukel
DCXXXXXXXXXXXXOOOOOOCOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOO'
A. VAN AALTEN
Zwart: 2, 11, 12, 16, 18, 19, 20, 21.
Wit: 27, 32, 33, 34, 35, 36, 38, 48.
Het is de oud-hoofdklassespeler van de
Haarlemse Damclub de heer H. v. Lunen
burg, Korte Houtstraat 18 te Haarlem, ge
lukt een zeer fraaie winst te forceren.
Liefhebbers van partijanalyses kunnen het
tegen onze correspondent opnemen. Hier
de hoofdvariant. 1) 36-31 11-17 gedwon
gen. 2) 31-26 20-25 of? 3) 48-43 18-23. 4)
43-39 12-18. 5) 35-30 2-8. 6) 33-29 18-22 of?
7) 27x18 23x12. 8) 38-33 12-18 of? 9) 32-28
en zwart staat in alle varianten verloren.
Stand:
Zwart: acht stukken op 8, 16, 17, 18, 19,
21, 25.
Wit: acht stukken op 26, 28, 29, 30, 33,
34, 39.
Aan de heer Van Lunenburg onze harte
lijke dank voor de uitgebreide studie.
Dat er nog steeds nieuwe wendingen en
ideeën in ons spel worden gevonden, toont
onderstaand partijfragment dat voorkwam
in een Russisch toernooi.
TSIRIK
OCXXOOCOOCOOOOOOOacOOOOOOOO-Dnc- 2 a20000000000000C)0^;/C:OC)0
ooooooooooooooc
BESWENCHENKO
Zwart: 3, 13, 17, 19, 20, 23, 28.
Wit: 26, 30, 31, 34, 38, 42, 50.
De zwartspeler aan zet vervolgt met
20-24. Nu moet 30-25 waarna met 24-29
zwart winnend spel verovert. Wit meent
dit te voorkomen door na 1) 20-24
te spelen. 2) 31-27 24x35. 3) 27-22 23-29.
Een bijzonder leuke wending. Op 34x32
volgt dam. Op 34x14 13-19 14x32 en 17x48.
Ook kan 22x24 waarna 19x39 wint.
TSIRIK
OOOOOOOCX3000COOO
DOOOOOOOOOOOOOOOOC
OOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOt
STANOFSKY
Zwart: 1, 2, 3, 4, 7, 9, 13, 14, 15, 16, 18,
19, 23, 24.
Wit: 27, 28, 32, 34, 35, 37, 38, 39, 40. 41,
42, 43, 45, 48.
Wit aan zet 1) 38-33? 16-21. 2) 27x16
18-22. 3) 28x17 23-29. 4) 34x23 19x28. 5)
32x23 24-30. 6) 35x24 13-19. 7) 24x13 9x36.
Na de witzet wint zwart een stuk door
1-6 en 7-11.
In het volgend spelgedeelte laten wij
de winstgang voor onderzoek aan de lezers
over.
XiOOOOOOOOOOOOOOOOOCOOOOOOOOOOOOOOOOCOOOOOOOOOOOOOOOOOOO
Zwart: 3, 4, 10, 12, 13, 14, 16, 18, 19,
21, 26.
Wit: 27, 28, 29, 30, 32, 33, 37, 38, 40,
41, 48.
WIE IN HET EERSTE??
Bij het naderen van het nieuwe seizoen
breekt voor talloze clubbesturen weer het
moeilijke ogenblik aan om uit te maken,
hoe de teams voor de a.s. bondscompetities
moeten worden samengesteld. Slechts zeer
weinig clubs kennen de gelukkige toe
stand waarbij het door verschil in speel-
sterkte een uitgemaakte zaak is, wie in het
eerste, tweede enz. team moeten spelen.
Meestal zijn er talloze moeilijkheden ont
staan doordat sterk geachte teams het vo
rige seizoen slecht speelden, minder sterk
geachte teams het juist goed deden, nieuwe
partnercombinaties aangegaan werden,
spelers weggingen of toetraden, enzovoorts.
De bestuurstaak wordt vaak nog moei
lijker, doordat bestuursleden dikwijls zelf
belanghebbenden zijn bij de verkiezing der
teams. In theorie is dat ongewenst, maar
praktisch geen enkele club beschikt over
een in zijn geheel niet-belanghebbend be
stuur. Factoren als „hij doet toch zoveel
voor de club" en „zij komen zo weinig (of
zoveel) op de clubavonden" laat men wel
meetellen en deze verhogen de moeilijk
heden vaak meer, dan dal; zij deze op
lossen.
Erkent men de noodzaak dat een bestuur
nu eenmaal de plicht heeft de teams sa
men te stellen of te laten samenstellen,
dan zal men de onvolmaaktheden die daar
nu eenmaal aan kleven mede dienen te
aanvaarden. Anderzijds echter heeft het
bestuur van elke wedstrijdclub de plicht
te zorgen, dat de vier sterkste spelers in
het eerste viertal der vereniging worden
geplaatst. „Het eerste" moet de vlag van
de vereniging zijn en moet alles in het
werk stellen om te bereiken, dat eigenbe
lang niet boven speelkracht wordt gesteld
welke argumenten men daar ook voor
zou willen gebruiken.
Aan het einde van het seizoen ziet men
dikwijls dat spelers de club verlaten, in de
hoop elders het volgende seizoen een betere
competitieplaats te kunnen verkrijgen. Een
goed bestuur dient erop toe te zien dat
„aanlopers" op de juiste wijze worden be
handeld. Contact met het bestuur van de
andere vereniging is daarbij vaak zeer ge
wenst. Ook diverse districtsbesturen be
moeien zich reeds (zeer terecht) met dit
tere punt.
Ook kan het geval zich voordoen, dat
een sterke speler wegens werkkring, ver
huizing, gezondheid of andere geldige re
den niet meer voor de club kan spelen.
Wat nu?? Het gedupeerde viertal wil mis
schien graag een nieuwe sterke speler aan
trekken. Verzet daartegen komt echter uit
de club zlelf, want de „troonopvolgers" zien
hun kans schoon in een hoger team uit te
komen en wensen die mogelijkheid niet
door een nieuweling in gevaar gebracht te
zien.
Van het bestuur wordt nu vaak haast
bovenmenselijke wijsheid geëist. Moet men,
terwille van „de vlag" de nieuweling ac
cepteren en dus de in dienstjaren oudere
leden passeren?
Dit is een moeilijke principiële vraag,
waarbij men zich goed dient te realiseren,
dat wanneer men de voorkeur geeft aan
oudere, maar misschien niet zo sterk spe
lende leden, men de eerste stap zet op weg
naar de status van zwakke en later steeds
zwakkere club! Zeker, men kan daaraan
maling hebben en als belangrijkste argu
ment aanvoeren „als onze trouwe leden
maar gezellig en prettig spelen". Het re
sultaat van een dergelijke aanpak is, blij
kens vele ervaringen, op den duur toch
minder „prettig" dan men aanvankelijk
veronderstelt. Sterke spelers zijn in elke
club noodzakelijk, al was het alleen maar
om de sportieve wedijver in onderlinge
club wedstrijden te stimuleren.
Wat er gebeuren kan als men dit prin
cipe uit het oog verliest, neemt men o.a.
waar in een weleer roemruchte Amster
damse vereniging. Een jaar of twaalf ge
leden een formidabel sterke club met vele
topspelers, overal een graag geziene gast in
allerlei beker- en soortgelijke wedstrijden.
Na moeilijkheden als hiervoor omschreven
ging men over tot „dan maar zonder sterke
spelers". Het uiteindelijke resultaat: ook
de vrij goede spelers lopen er weg. want zij
kunnen er niet meer de sportieve bevredi
ging vinden van felle tegenstand en zij
achten het zonde van hun tijd op de club
avonden altijd vrijwel uitsluitend tegen
zwakke paren te moeten aantreden. Het
mooiste van alles is nog, dat vele der
„troonopvolgers", die destijds de plaatsen
in de hoogste competitieafdelingen over
namen, de club niettemin snel verlieten,
nadat zij één of meerdere malen gedegra
deerd waren!
Veel moet een vereniging, waartoe een
nieuw lid wil toetreden laten afhangen
van de vraag, of de persoon in kwestie een
prettig lid zal zijn. Evenmin vergete men
uit het oog te verliezen, dat behoorlijk
maatschappelijk aanzien van een zich aan
meldend 'persoon het bijzonder ongewenst
maakt hem of haar te weigeren. Op dit ge
bied zijn er reeds fikse blunders gemaakt
door clubbesturen, die hun oor te veel te
luisteren legden bij té ambitieuze spelers
in eigen gelederen.
Het weigeren van sterke spelers, met
hoofdzakelijk als achtergrond dat deze
concurrenten zouden blijken te zijn voor
andere clubleden, heeft nog een bijkomstig
gevolg: de sterkere spelers zullen zich uit
sluitend nog aanmelden bij het handjevol
sterke Nederlandse verenigingen, die over
plaatsen in de meesterklasse en bonds-
hoofdklassen beschikken. Met als resul
taat een groepje zeer sterke clubs en een
enorme groep verenigingen waar het spel
peil gemiddeld beneden redelijke maat is.
Ook hieraan kan men maling hebben en
stellen „wij spelen alleen maar voor de ge
zelligheid". Nu heb ik nimmer begrepen
waarom gezelligheid en goed bridge niet
samen kunnen gaan en in ieder geval zal
men nimmer kunnen ontkennen, dat een
wedstrijdclub, waarvan de viertallen in de
bondscompetitie uitkomen de sportieve
plicht heeft te trachten, zo goed moge
lijk daarin voor de dag te komen.
Tenslotte kan men vóór een nieuw sei
zoen altijd nog enige selectiewedstrijden
houden als dat noodzakelijk lijkt voor de
verkiezing van het „vlaggeteam". In de
stille zomermaanden is dat vaak wel moei
lijk wegens vakanties e.d„ doch niettemin
kan men met tien of twaalf paren in een
drietal avonden wel redelijke selectiewed
strijden spelen volgens een schema, dat
thans in vele landen steeds meer populari
teit begint te winnen. Daarover in het vol
gende artikel.
KERKHOFF WINT I.B.M.-
SCHOONHEIDSPRIJS
Hoewel er in het zojuist beëindigde
I.B.M.-toemooi vijf internationale groot
meesters en elf internationale meesters
uitkwamen, ging de uitgeloofde schoon
heidsprijs naar een jonge Nederlander,
de Rotterdammer L. J. Kerkhoff, (nog)
geen meester. Niet-schakers kunnen stel
lig bevatten, dat ergens in Califomië of zo
de schoonheidsprijs wordt toegekend aan
Miss Zweden (of was het een ander
land?), maar het gaat hun begrip te boven
dat een dergelijk instituut ook op het
schaakbord kan bestaan. Een poging tot
uitleg is even nutteloos als die aan het
adres van een analfabeet om deze duide
lijk te maken, waarom een bepaalde rang
schikking van lettertekens esthetische be
vrediging kan schenken. Wèl-schakers
zullen zich misschien eerder afvragen wie
Kerkhoff is. De jongeman is nog niet al
gemeen bekend, al was hij indertijd jeugd
kampioen van ons land. De oorzaak zal
wel zijn dat hij nog niet in grote toer
nooien uitkwam. Maar schaken kan
Kerkhoff; wij zagen dat al enkele jaren
geleden aan de wijze waarop hij in de
clubcompetitie (hoofdklasse KNSB) nie
mand minder vloerde dan Bouwmeester,
die slechts zelden een partij verliest. Ver
volgens ondervonden wij het pijnlijk aan
den lijve.
Dat Kerkhof fs resultaat in de mees ter-
groep van de I.B.M. niet grandioos was,
moet vermoedelijk worden toegeschreven
aan routinegebrek. Want iemand die in
staat is, op navolgende schitterende wijze
een partij tot winst te voeren, heeft de
schaak-maarschalkstaf in zijn ransel.
Verdienstelijk is reeds de grote ope
ningskennis, welke Kerkhoff blijkt te be-,
zitten, al kan men veel aanleren. Maar'
bepaald imposant is de fase daarna. Kerk
hoff ziet scherp dat hij het moet hebben
van zijn ontwikkelingsvoorsprong en
brengt achtereenvolgens een pion- en een
kwaliteitsoffer om die voorsprong tot gel
ding te brengen. Daarna beginnen de
offerandes eerst recht. Enfin, men oordele
zelf.
Wit: L. J. Kerkhoff.
Zwart: A. Dückstein (Oostenrijk)
Doorschuifvariant Frans
1) e2-e4 e7-e6. 2) d2-d4 d7-d5. 3) e4-e5
c7.-ca. 4) c2-c3 Pb8-c6. 5) Pgl-f3 Dd8-b6.
6i a2-a3 c5-c4. 7) Rfl-e2 Rc8-d7. 8) Pbl-
d2 Pc6-a5. Vooral niet klakkeloos Pge7
wegens Rc4: Pc4: benevens vernieti
gend Pd6t. 9) 0-0 Pg8-e7. 10) Tal-bl Pe7-
g6. Volgens Kerkhoff verdient h5 Pf5
de voorkeur. 10) Pb3: zou weer falen
op 11) Rc4:. 11) g2-g3 f7-f6. Op zichzelf
is deze ondermijning van het witte cen
trum strategisch juist. Maar het bezwaar
is dat de stelling wordt geopend terwijl de
zwarte koning zich nog in het midden be
vindt. 12) b2-b4! c4xb3 en passant. Als
zwart niet slaat, wordt hij geheel inge
snoerd. Wellicht had dit toch de voorkeur
verdiend. 13) c3-c4! De vijf pionnen
in het centrum hebben reeds een ingewik
kelde situatie gecreëerd. Zwart kan het
midden niet meer gesloten houden. 13)
f6xe5. 14) c4xd5 e6xd5. 15) Pf3xe5
Pg6xe5. 16) d4xe5 Merkwaardiger
wijs gezien de talloze andere mogelijk
heden bij de vorige zetten verliep de
genoemde partij KerkhoffBouwmeester
precies identiek. Onze oud-stadgenoot ver
volgde met 16) Rc5 en kwam weldra
op verlies te staan. In het Toernooibulle
tin geeft de witspeler over de ontstane
stand enige interessante analyses, welke
echter buiten het bestek van dit artikel
vallen. 16) Rd7-f5. 17) Tblxb3!
De offerande begint. Wit heeft voortreffe
lijk getaxeerd dat de kwetsbare positie
van de zwarte Majesteit het zwaarst
weegt. 17) Pa5xb3. 18) Pd2xb3 a7-a6.
Het is uiterst moeilijk, een bevredigende
verdediging te vinden. De tekstzet belet
schaakwendihgen op b5, tijdelijk echter!
19) Rcl-e3 Niet 19) Dd5: Re6. 19)
Db6-d8. 20) Pb3-d4 Rf5-h3. Maakt
een aardig schijnoffer, dat de zwarte ge
lederen verder verstoort, mogelijk. Maar
ook iedere andere loperzet had bezwaren.
21) Re2-b5f! a6xb5. 22) Ddl-h5+ g7-g6.
23) Dh5xh3 Dd8-d7 of 23) Rg7. 24).
Pe6 Dd7. 25) Rc5! met de vreselijke drei
ging 26) Pg7:t Dg7:. 27) De6t Kd8. 28)
Rb6t- 24) e5-e6 Dd7-e7. 25) Tfl-cl Rf8-g7.
DÜCKSTEIN
XJOOOOOOOOOOOCÖOOOOOOOOOOOOOCCCOOOOOOOOOOOOOOOO
i t mm n
ocxdoooctoo^oooooooooooooooooooooooooooooooooooc
KERKHOFF (aan zet)
Eindelijk staat zwart klaar voor 0-0,
waarna hij zich kan verdedigen. Maar
met het volgende fraaie offer bewijst
Kerkhoff de juistheid van zijn actieve
strategie. 26) Pd4-f5ü De7-f6. Niet 26)
gf5:. 27) Dh5f benevens Rb6f of Rc5
met damewinst. Op 26) Df8 ware 27)
g4 (dreigt Rc5) gevolgd. 27) Pf5-d6f Ke8-
e7. Of Kf8. 28) Tc7 enz. 28) Tcl-c7f
Nog een stukoffer. 28) Ke7xd6. 29)
Re3-f4f Df6xf4. 30) Te7-d7f Dit tus-
senschaakje redt de toren. Na 30)
Kc6. 31) gf4: Rd4. 32) Df3 capituleerde
zwart.
Een spectaculairs overwinning, de eer
volle onderscheiding waard!
aOlSvJ
Augustus biedt ons gelegenheid, Mer-
curius nog eens op te sporen. Op de
16de bereikt de planeet haar maximale
westelijke eolongatie (19° van de zon)
en moet men haar dus 's morgens in
het oosten, vóór zonsopkomst, zoeken.
De planeet komt midden augustus on
geveer anderhalf uur voor de zon op
en zij wordt steeds helderder naar het
einde der maand toe.
Venus is nog steeds morgenster. Deze
schitterende planeet nadert weliswaar
geleidelijk de zon, maar aangezien de
ecliptica 's morgens nu zeer steil staat
(steiler nog dan vorige maand) zal
haar zichtbaarheid niet veel inboeten.
Voor Mars-waarneming worden de
omstandigheden nu gestadig gunstiger.
Men kan de planeet deze maand
's morgens vinden in het sterrenbeeld
Tweelingen, niet ver van Venus (al
thans in het begin van de maand).
Ook Jupiter staat vlakbij. Deze pla
neet, minder helder dan Venus maar
helderder dan Mars, kan 's morgens
eveneens in de Tweelingen gevonden
worden.
Saturnus is bijna de hele nacht waar
neembaar. De planeet komt nu reeds
ruim vóór middernacht op en is zicht
baar in het sterrenbeeld Vissen.
Op 7 augustus te 18 uur staat Venus
in conjunctie met Jupiter. De afstand
tussen beide heldere planeten zal on
gewoon weinig zijn: slechts één tiende
van een graad.
Tijdens de conjunctie bevinden beide
planeten zich echter onder de horizon.
U zult hen dus op dat ogenblik niet
kunnen waarnemen. Kijkt u echter wel
de volgende morgen: het gebeurt niet
elke dag dat twee planeten zo dicht bij
elkaar staan.
Omstreeks 12 augustus zal de aar
de in haar baan om de zon weer de
Perseïden doorkruisen. De Perseïden
zijn meteoren die in een zeer langge
rekte ellips om de zon wentelen; hun
afmetingen variëren van een tiende
van een millimeter tot verschillende
meters. In de nabijheid der aarde heb
ben zij een snelheid van ongeveer
60 km/seconde. Wanneer zulk een
meteoor in botsing komt met de aar
de wordt hij door de wrijving met de
lucht verhit tot hij witgloeiend is en
volkomen wegsmelt. Wat we dan zien
is een lichtspoor aan de hemel; we
spreken van een vallende ster. Als de
aarde zo een zwerm meteoren door
kruist, zijn or gedurende verschillende
dagen talloze van dergelijke „vallen
de sterren" te zien. Men spreekt dan
van een sterrenregen. De tijd die de
aarde nodig heeft om de Perseïden te
doorkruisen loopt van 4 tot 20 augus
tus, maar het maximum zal rond 12
augustus vallen; er kan dan gemiddeld
w$l elke minuut een meteoor-licht-
spoortje te zien zien.
Doordat de Perseïden alle in de
zelfde richting de dampkring binnen
dringen, lijken ze door het perspecti-
vistisch effect alle uit eenzelfde punt
te komen vanwaar ze als het ware uit
stralen. Voor de Perseïden ligt dit
punt in het sterrenbeeld „Perseus",
vandaar hun naam. Op de kaart is dit
aangeduid met een dubbel cirkeltje.
De meeste meteoorsporen verschijnen
wel ver van elkaar aan hemel, maar
als u ze in gedachten naar achter ver
lengt, snijden hun banen elkaar alle in
of nabij dit punt.
Op
Door
Onder
Datum
komst
gang
gang
Zon
i
5.02
12.46
20.30
31
5.50
12.40
19.30
Mercurius
11
3.53
11.33
19.13
21
3.52
11.35
19.18
Venus
1
2.44
10.57
19.10
11
3.05
11.10
19.15
21
3.30
11.21
19.12
Mars
1
2.42
11.03
19.24
11
2.37
10.52
19.07
21
2.33
10.41
18.49
Jupiter
1
3.13
11.24
19.35
11
2.45
10.54
19.03
21
2.17
10.23
18.29
Saturnus
1
22.10
4.04
9.54
11
21.29
3.23
9.13
21
20.49
2.42
8.31
MAAN:
Volle maan op
Laatste Kwart, op
Nieuwe maan op
Eerste Kwart, op
Volle maan op
1 augustus te 10.05
9 augustus te 13.56
16 augustus te 12.48
23 augustus te 4.02
31 augustus te 1.14
Om de kaart te richten moet men
haar boven het hoofd houden, en het
noorden laten samenvallen met de
noordelijke horizon. De stand van de
hemel is die op 15 augustus te 22 uur.
Voor vroegere tijdstippen de kaart
draaien in de richting van de wijzer*
van het uurwerk, voor latere tijdstip
pen in tegenovergestelde richting. De
plaats van de maan is voor enkele tijd
stippen aangegeven; de getallen duiden
de dag van de maand aan.. Ook is de
positie van Saturnus(S) aangegeven.
De stippellijn die door de Zwaan gaat,
duidt de hartlijn van de Melkweg aan.
De andere gestippelde lijn id. de eclip
tica (dierenriem of Zodiak); de zon, de
maan, en de belangrijkste planeten be
vinden zich steeds in de nabijheid van
deze lijn.