Een leven van heerlijk m „UwPrins Bern hard is hier kind aan huis99 Verkeersverkenningen in Amerika (VI) Toronto levert bewijs: ook in deze tijd kan openbaar vervoer winstgevend zijn Drie soorten mensen kopen bij mij een sportwagen: de echte sportmande snob en de gearriveerde vijftiger (VIII) „Navy Jelly": nieuw middel tegen roest ZATERDAG 6 AUGUSTUS 1966 Erbij 13 MÉMom'ES VAM AUTO-RACECOUHEÜR ÉNZÖ PKHilARI TYPISCH VOORBEELD VAN SPORTIEVE FERRARI-KLANT - Spijkerpistool VELE KEREN heb ik aange kondigd met het racen te willen ophouden, maar steeds ben ik van mijn besluit terugge komen. Zo'n beslissing is niet zo zeer het resultaat van bepaalde ge beurtenissen, als wel van een tijde lijke gesteldheid, waardoor ik bet gevoel krijg dat ik niets meer te maken wil hebben met de autoren- sport. Nooit kwam mijn besluit als een gevolg van de dood van een van mijn coureurs. Ik neem aan races deel, omdat ik er enthousiast over ben. Anderen zien het vaak meer als een soort zaken doen. TOEN TIJDENS de laatste Mille Miglia een band klapte van de wa gen van Portago en hij en een aan tal toeschouwers de dood vonden, werd ik van alle kanten aangeval len. De maandag daarop stonden de kranten vol met artikelen, waar in te lezen was over een „opstand tegen het racen", terwijl de zater dag daarvoor dezelfde journalisten geen woorden genoeg hadden om mijn werk te prijzen, waardoor Ita lië na lange tijd weer eens een reeks van successen had geboekt. Ik ben nogal gevoelig en dergelijke opmerkingen gaan me dan ook niet in de koude kleren zitten. IN ONS VAK is het een voortdurend schipperen tussen uitersten, 'n voortdu rend zoeken naar de gulden midden weg. Vierenveertig jaar lang heb ik teams zien ontstaan en verdwijnen; zelf ben ik erin geslaagd steeds het hoofd boven water te houden. Voor een bedrijf als de Scuderia Ferrari of de Automobielfabriek Ferrari is het niet altijd gemakkelijk tegen de reuzen van de automobielindustrie te vechten. Mis schien zal ik nog eens iemand ontmoe ten die net zo koppig is als ik dat kan zijn en net zo bezeten door die over weldigende hartstocht voor auto's, die mij geen tijd en gedachten gunt voor wat anders. Ik heb alleen maar belangstelling voor racewagens. Nooit heb ik een ech te grote reis gemaakt, nooit ben ik met vakantie geweest. Voor mij is het va kantie, als ik in mijn fabriek kan zijn, wanneer vrijwel iedereen daar weg is. Dan kan ik mij met een paar van mijn mensen werkelijk concentreren op nieuwe ideeën, op verbeteringen en dergelijke en later genieten van de verbazing van de rest van mijn staf, wanneer die na de vakantie terug keert. NATUURLIJK worden er in de Fer- rarl-fabriek niet alleen racewagens ge maakt maar ook auto's die gekocht en op de weg gebruikt kunnen worden. De meeste mensen die een Ferrari ko pen zijn onder te brengen in één van de drie volgende categorieën: De sport man, de man van rond de vijftig en de snob, de opschepper. De sportman kiest meestal een Gran Turismo Coupé. Het is een man met een behoorlijk inkomen, die redelijk goed rijdt en ervan overtuigd is dat hij met een wagen weet om te gaan „als een coureur". Enkele van deze klanten nemen ook inderdaad deel aan wedstrijden en kunnen jarenlang geest driftig zijn voor de autorensport, als zij het niet na één of twee keer hebben opgegeven. De man die doorgaat, wordt een vaste bezoeker van Mara- nello, die elk jaar een nieuwe wagen koopt en dit of dat eraan veranderd wil hebben en er uiteindelijk van over tuigd is dat hem allerlei vreemde rech ten toekomen. Zelfs dè rijkste amateur coureur die een béétje naam gemaakt heeft, vindt op een gegeven moment, dat hij niet meer voor zijn wagen be hoeft te betalen, waardoor wij soms in pijnlijke, niet onvermakelijke situa ties terecht komen. Dan komen wij bij de man van rond de vijftig. Deze groep klanten is bij zonder groot: een marktonderzoek heeft uitgewezen dat tachtig procent van alle Ferrari-bezitters mannen zijn die al meer dan een halve eeuw ach ter zich hebben. Dit is in tegenspraak met wat een bekend schrijver-journa list eens schreef: aan het stuur van een Ferrari zit meestal een rijke jon geman met een merkwaardig wezen loze blik in de ogen. Het is niet gemakkelijk één van hen als typisch voorbeeld te noemen. Mis schien kan ik niet beter doen dan Prins Bernhard naar voren te halen, een jeugdige vijftiger, die zijn ontspanning vindt in autorijden, zeilen, vliegen en ik weet niet hoeveel andere sporten. Ik herinner mij hem als een uitste kend chauffeur, zelfs uit de tijd van zijn bruiloft, negenentwintig jaar gele den, toen hij een Alfa Romeo kocht met een 8-cilinder compressie-motor, tóén het laatste woord op het gebied van auto's. PRINS BFRNHARD is nu al vele ja ren een Ferrari-klant, één of twee keer per jaar komt hij naar Maranello. Als hij maar even kan, zal hij een race bijwonen, liefst in de pits tussen de monteurs. Als Ferrari een race wint of verliest, komt er onveranderlijk een te legram van hem met zijn felicitaties of enkele regels, waarin hij zijn te leurstelling uitdrukt en vraagt, waar om wij zo weinig succes hadden. Heel veel verhalen over deze vrien delijke en informele prins zou ik kun nen vertellen. Ik zal mij beperken tot twee ervan. Het eerste, dat hij mijzelf op een avond vertelde, gaat over een opmerking van zijn echtgenote, ko ningin Juliana. „Weet je, Ferrari", zei hij glimla chend, „als ik naar het buitenland ga, is het haast onmogelijk weg te komen van de plechtige ontvangsten, rondlei dingen en diners. Pas nog werd mijn vrouw uitgenodigd voor een receptie in Genua en op een gegeven moment zei iemand tegen haar; „Wat is het jam- (Van een onzer redacteuren) DE DIRECTEUREN van alle Nederlandse bedrijven voor openbaar vervoer zullen hun ogen uitwrijven: de verkeerscommissie van de Canadese stad Toronto, die in de Metropolitan Toronto metro, tram, bus en trolley exploiteert, maakt winst: Over 1965 hield men niet minder dan vier miljoen dollar over. Ra, ra, hoe kan dat? DE BASIS werd gelegd in 1953, toen dertien gemeenten besloten „hutje bij mutje" te doen. De ont wikkeling in het gebied ging over rompelend snel en men had al vlug de overtuiging, dat elke gemeente voor zich er op haar eigen akkertje niet uit kon komen. De belangen van de dertien waren te zeer met elkaar verweven. Tijdens die stormachtige ontwik keling ontbrak het aan slagvaardig heid doordat iedereen over van al les en nog wat had te beslissen. Men kon eenvoudig niet uit de voe ten. En hoe nodig het was er een stevige pas in te zetten moge blij ken uit het simpele feit, dat Toron to in 1834 nog een gemeente was met 9000 inwoners en in 1954 was gegroeid tot over het miljoen. Het was duidelijk, dat de dertien sa men op mars moesten gaan. IN 1953 zijn ze om de tafel gaan zitten. Twaalf jaar vóór in Rotter dam de Rijnmondraad voor het eerst bijeenkwam, stichtte men er de Metropolitan Toronto, de eerste gezamenlijke grootscheepse aanpak van urbanisatieproblemen in Cana da en zelfs in geheel Noord-Ame- rika. Dertien gemeenten gaven vrij willig hun zelfstandigheid prijs door één orgaan te vormen met een be slissende stem, dat beschikt over eigen departementen. Vooral in de verkeerssector kwam men tot een sprekende vereenvoudiging: had men voordien bij de aanleg van b.v. een interlokale weg te doen met zo'n stuk of vijftig instanties, bij ontwerp en aanleg zijn nu niet meer dan vier instanties betrokken. EEN VAN DE eerste projecten was de opdracht voor het maken van een wiskundig verkeersmodel omdat het al gauw duidelijk was dat de ontwikkeling van bevolkings kernen en de opdeling van het land voor woonwijken, industriegebieden en recreatieoorden zonder verkeer niet mogelijk zijn. Ze zijn onlos makelijk aan elkaar verbonden en dienen gelijktijdig te worden aange pakt. (Dat lijkt ons een zo duidelij ke waarheid, dat we bijna in de lach schieten om de ernst, waarmee het hier staat neergeschreven.) Maareen feit is, dat we in Nederland de mooiste nieuwe woon wijken bouwen zonder er goede wegen naar toe te maken en in dustrieterreinen creëeren, die later om ontsluiting moeten smeken. Eén voorbeeld: Rotterdam bouwde zijn havens uit in Botlek en Europoort en er kwamen woonsteden in Hoog vliet en Spijkenisse Met nu al sa men zo'n 50.000 inwoners. Nog al tijd is één tweestrooksweg, de Groene Kruisweg, de belangrijkste verbinding van en naar dit gehele gebied. De Metropolitan Toronto heeft nu commissies voor planologie (over 25 jaar 4 miljoen inwoners, twee maal zoveel als nu); woningbouw (in de afgelopen tien jaar werden 200.000 woningen gebouwd); finan ciën (alle 13 gemeenten staan hun inkomsten uit belastingen (in 10 jaar met 47 percent toegenomen) af aan de Metropolitan, die cen traal financiert; wegen (het wegen net werd gebracht van 480 km op 655 km); haven (5.6 miljoen ton per jaar); luchthaven (5000 vliegtuigen per maand, 2.5 miljoen passagiers per jaar, nieuw gebouw met 2400 parkeerplaatsen); watervoorzie ning, controle op water- en lucht vervuiling, recreatie, monumenten zorg, onderwijs, gezondheidszorg, rampenbestrijding en justitie. TWEE „COMMISSIONS" springen er extra uit: 1. In 1957 werden de politie korpsen van de dertien gemeenten (korpsen van 10 tot 1600 man) sa mengevoegd tot één centraal geleid politie-apparaat met 2500 man, die thans opereren in vijf bevelsdistric ten. 2. In 1953 gingen de talrijke, on afhankelijk van elkaar opererende vervoersbedrijven op in de Toronto Transit Commission, nu het grote openbare vervoersbedrijf voor het gehele „gebied". Het gehele lijnen- net werd geleidelijk gereorgani seerd. De basis daarvoor legt de af deling planning, die 65 man omvat. Van dezen doen 25 niets anders dan bijhouden hoe de vervoersstromen liggen, of het drukker wordt of min der druk, hoe soms door kleine ver anderingen veel meer passagiers ge holpen kunnen worden. De dienst weet precies waar men instapt en uitstapt. Door het cijfermateriaal van dag tot dag bij te houden, weet men al lang van tevoren wanneer een buslijn moet worden versterkt, of er een tramlijn moet worden aan gelegd en wanneer deze rijp is voor metro-exploitatie. Men heeft nu een metrolijn met twee uitlopers. Elk jaar wordt deze naar weerskanten enkele mijlen uitgebreid. De metro brengt zelf zijn geld op: de belas tingbetalingen door aan de metrolijn gelegen bedrijven zijn op één metro gedeelte met 45 percent toegenomen, op een ander gedeelte met niet min der dan 107 percent, een stijging in geld van 136 miljoen dollar. De ge middelde belastingstijging over de stad bedroeg 25 percent. Waar een metro wordt aangelegd stijgen de grondprijzen. Zaken vestigen zich graag bij een metrostation. De TTC verkocht een voor 6000 dollar ge kocht terrein voor 100.000 dollar. HET AANTAL passagiers van de TTC stijgt met drie percent per jaar, een unicum, want vrijwel over heel de wereld loopt het aantal pas sagiers van alle openbare vervoers middelen sterk terug. De winst be draagt nu 4 miljoen dollar per jaar. Twee dingen zijn daarbij van be lang: Bij de aanleg van de metro behoeft de TTC niets bij te dragen in de bouwkosten voor tunnels en .viaducten. Zij betaalt wel de aan leg van de rails, seinen en aankoop van treinstellen. Anderzijds zijn de tarieven laag. Men koopt zes munt jes voor een dollar. Men heeft twee tarieven: in de stad betaalt men één muntje, buiten een bepaalde straal twee. Een paar cijfers: in 1964 had de TTC 275 miljoen passagiers, vorig jaar 288 miljoen, bijna 13 miljoen meer. Van dat aantal nam de sub way er in 1964 76 miljoen, in 1965 ruim 79,4 miljoen voor zijn reke ning. De Metropolitan heeft 60 bus lijnen over een totale afstand van 388 mijl, 16 tramlijnen over 72 mijl, zes trolleylijnen over 26 mijl en één metrolijn over 6,67 mijl, waarin 18 stations zijn opgenomen. Voor een wereldprimeur zorgde de afdeling Traffic Control. Deze zette in het stadhuis van Toronto een computer neer, waarmee het ver keer elektronisch wordt geregeld. Maar dat is een verhaal apart. Toronto mag dan een hypermoderne „subway" hebben, lang niet overal is het openbaar vervoer zo modern. Dit is „the loop" in Chicago, die op een aftands viadukt door het cen trum van de stad loopt. Maar oud of niet: de trein heeft boven het drukke verkeer een autonome baan. Het is nu een verkiezingsinzet ge worden, The loop geheel onder gronds te brengen. rnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnri mer, majesteit, dat prins Bernhard niet hier is!" „Hij zit in de hoofdstad", antwoord de koningin. „Oh, dus hij is In Rome?" „Nee, voor mijn man is Maranello de hoofdstad van Italië", zei de konin gin. EEN ANDERE KEER kreeg ik be richt, dat prins Bernhard op het vlieg veld van Bologna zou aankomen. Hij wilde de fabriek in Maranello bezoeken om over zijn wagen te spreken en het model uit te kiezen, waarvoor hij hem wilde inruilen. Ik vertrok om de prins af te halen van het vliegveld, waar hij mij op zijn gebruikelijke hartelijke ma nier begroette, waarna wij in mijn wa gen stapten en met een behoorlijke snelheid op weg gingen naar Mara nello. Meteen al zag ik hoe een politiè-pa- trouille voor ons kwam rijden en een andere achter ons kroop. Ik wist dat prins Bernhard weinig ophad met al les wat officieel was. Toen ik een blik opzij wierp, zag ik aan zijn gezicht dat hij het escorte niet op prijs stelde. Bij Savignano gingen de politieman nen in de houding langs de weg staan, groetten en verdwenen van het toneel. Prins Bernhard was kennelijk ver baasd. „Hoogheid", zei ik, „nu zijn wij in mijn gebied. Hier geef ik de bevelen". De prins lachte en kreeg zijn goede humeur terug. Even later kwamen wij aan in Maranello, waar ik onaangenaam verrast werd door de aanwezigheid van twee carabinieri, die als schildwachten naast de poort van mijn fabriek ston den. „Wat, alweer?" riep de prins geër gerd uit. „Nee, hoogheid", zei ik haastig, „dit is de gebruikelijke wacht, die elke dag bij mijn aankomst in het geweer ge roepen wordt". De prins lachte harte lijk en er werd niet meer over gepraat. Enzo Ferrari 7/SS/////////S///SS//SSS//////////////// EEN NIEUW chemisch produkt voor de verwijdering van roest is thans in Amerika aan de markt. De traditionele mechanische methoden voor de verwij dering van roest zouden daardoor ge heel overbodig worden. Het preparaat, dat onder de naam Navy Jelly (letter lijk: marine-gelei) wordt aangeboden zou, wanneer het aangebracht wordt op een roestig oppervlak zoals bij voor beeld een scheepshuid, in korte tijd on geveer 47 maal zijn eigen gewicht aan roest opnemen. Deze kan daarna door bespuiten met water worden verwij derd. De fabrikant garandeert dat de toepassing geen schadelijke gevolgen heeft voor het behandelde materiaal en evenmin voor degenen die met het aanbrengen zijn belast. Het preparaat is onbrandbaar en produceert geen zu re of anderszins onaangename of ge vaarlijke dampen. EEN HANDZAAM pistool voor het indrijven van spijkers tot een lengte van ongeveer negen cm. (3Vz inch) is thans in de Verenigde Staten ontwik keld. Het pistool wordt geladen met een magazijn dat 135 spijkers bevat en kan in een tempo van vijfduizend stuks per uur de spijkers op de gewenste plaat sen indrijven. Voor de fabricage van kratten en „pallets" en voor allerlei andere verpakkingen waarbij de arbei der zich rond het te behandelen object beweegt, is dit spijkerpistool, dat met één hand kan worden bediend in de eerste plaats bestemd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1966 | | pagina 13