Een internationale rechter die er lelijk naast was S1 JAmm Woningbouw voldoet niet aan eisen stadsbewoners verboden voor vraagtekens t ■■41 SENSATIEVERHALEN OVER HET INTERNATIONALE GERECHTSHOF Verzending van zeepost R uimte besparing Utrecht in trek bij vreemde arbeiders Vertrek overschot in Noord-Holland vorig jaar weer hoger dan in 1964 mgÊm 1 Haast met de Antwoordkerk" niet meer nodig liiil Hi ESSqS STOP 'N TIJGER IN UW TANK: ESSO EXTRA ZATERDAG 6 AUGUSTUS 1966 6 Dr. E. van Raalte MOTIEF VOOR TREK NAAR PLATTELAND automobilist(e) Waarom heeft uw auto wilt ryden maar fabrikant kent toe. Die naam de weg alle eisen is uw die eraan mogen en Geachte een naam? Omdat in een auto waarvan teken wu. Aan hèm weet, de ligheid op voldoet aan gesteld Geldt datzelfde moet voldoen zoveel mogelij _y,voiSGhe mag geen physiscne u niet in een vraag de herkomst vertrouwt u immers uw vei- garantie, dat uw auto moeten worden niet voor aan vele corrosie benzine? Ook die moet worden omgezet in zoveel in zoveex pbysische of chemische Uw benzine mag ge P J vormen, geen ondergaan, geen *f constante topkwaliteit zaken. Uw benzinejnoe+t jan^ van uw benzine u.als die benzine een waarborg eigenlijk ook eisen". Uw benzin kilometers, energie, in zov®e_^* veranderingen veroor- en zyn uw moet motor in topconditie samenstelli ng de moet u volledig Ja, ook op kunnen vertrouwen trouwde naam Als u bij een Zjjn uitgesloten waarvoor Dat kunt heeft, een naam Esso dealer en dat kapitalen aan die een is! Esso ver - u dat risico s voorzien besteed. In ieders tank, maar een zeker, energie wordt uw u belang'. Dus... tijger'. En als ga dan naar een service tankt weet uw motor van research worden Esso dealer Hoogachtend Esso Nederland N.V. Directie :A" mm - 4 w.- Jemen beschuldigt Britten HET IN HET VREDESPALEIS te 's-Gravenhage zetelende Internationale Gerechtshof, het hoogste rech terlijke orgaan van de Verenigde Naties, is in de aller jongste tijd binnen en buiten de pers voor menigeen een voorwerp geworden van „heerlijke" sensatiever halen. Als aanleiding daartoe hebben de lieden, die nu hun sensatielust op dat uit vijftien vaste rechters bestaande Hof richten, de op 18 juli jongstleden door de interna tionale rechters gedane uitspraak in het proces van Liberia en Ethiopië tegen Zuid-Afrika te baat genomen. De beide eerstgenoemde staten hadden in 1960 geza menlijk Zuid-Afrika voor het Hof gedaagd. Dit om door die internationale rechtbank in rechte te laten beslissen, of dat land, gelijk de aanklagers beweerden, inderdaad zijn internationale verplichtingen geschon den heeft en nog steeds schendt, wat de wijze betreft, waarop het' over Zuidwest-Afrika het beheer voert, welk gebied in 1920 als Volkenbondsmandaat aan Zuid- Afrika in beheer was toevertrouwd. IN 1962 had het Internationaal Gerechts hof met acht tegen zeven stemmen uit gemaakt, dat de van Zuidafrikaanse zijde opgeworpen bezwaren ter ontkenning dat de internationale rechters bevoegd zou den zijn over de aanhangig gemaakte klachten te beslissen, niet gegrond wa ren. Pas daarna kon het proces over die klachten zelf voortgaan. Op 15 maart 1965 begon te langen leste de mondelinge be handeling van de zaak te voren had den de twee procederende partijen hun standpunten schriftelijk moeten uiteenzet ten en op 18 juli 1966 viel de rechter lijke beslissing. Zij kwam hierop neer, dat de eisers niet hadden aangetoond, dat zij zelf een speciaal belang bij hun klach ten hadden, hetgeen volgens 's Hofs ar rest onontbeerlijk was, wilde het op die klachten kunnen ingaan en ze berechten. Derhalve lieten de internationale rech ters de vraag of werkelijk Zuid-Afrika met zijn beheer over Zuid-West-Afrika in ge breke is, onaangeroerd. Laat ik terstond opmerken, dat in veler, ook in mijn ogen, die negatieve beslis sing onbevredigend is. Sterker nog, ik schroom niet als mijn mening kenbaar te maken, dat mijns inziens de zeven rechters, die het met deze beslissing on eens bleken te zijn, voor hun standpunt, alles te samen genomen, toch wel betere rechtsgronden hadden aangevoerd, dan die, waarop de uitspraak van het Hof be rust. Maar, al houd ik er dus een andere rechtsovertuiging op na dan die van de internationale rechters wier oordeel uit eindelijk beslissend is geweest, toch moet ik ronduit erkennen, dat het gevelde ar rest op zichzelf van ernstig nadenken en van kundige rechterlijke zienswijzen ge tuigt. Niets, letterlijk niets rechtvaardigt het door sommigen, uitsluitend ten gevol ge van politieke gevoelens, gemaakte spektakel, dat het wil doen voorkomen, alsof de gedane uitspraak vrucht zou zijn van minder fraai politiek gedoe, van een „technisch foefje", zols ik bij voorbeeld las in een weergave van een personder- houd met een lid van het Internationaal Gerechtshof dat in deze zaak zelf niet had gezeten. Hier heb ik met name een vraaggesprek met rechter Sir Zafrulla Khan op het oog, die de Pakistaanse na tionaliteit bezit. Alvorens nader op de gedragingen van genoemde rechter in te gaan, dien ik eerst op het volgende te wijzen. Wanneer het Hof een geschil tussen twee partijen heeft te beslechten, en geen van de vijftien rechters (welke voor negen jaar. geheel los van hun nationaliteit, ge kozen worden door de Veiligheidsraad en de Algemene Vergadering van de Verenig de Naties) de nationaliteit bezit van de procederende staten, dan mag elk hun ner, louter voor deelneming aan de be rechting over hun geschil, een zogenaam de nationale rechter aanwijzen. Welnu, dat hebben enerzijds de twee eisers, die als één partij golden, anderzijds Zuid- Afrika gedaan. In 1961 wees de eisende partij de „tandem" Ethiopie-Liberia op een be paald ogenblik Sir Zafrulla Khan aan. natuurlijk nadat deze zich te voren bereid had verklaard als nationale rechter voor eisers te gaan zitten. Hij was toen geen lid van het Internationaal Gerechtshof, maar werd dit wederom tot februari 1961 was hij het een aantal jaren ge weest met ingang van februari 1964. Nadat Sir Zafrulla eerst zijn jawoord aan Ethiopië en Liberia had gegeven, kwam hij daarop later terug, zodat beide lan den uiteindelijk een ander tot nationale rechter uitverkoren. DE PRESIDENT van het Internatio naal Gerechtshof, Sir Percy Spender, maakte in 1964 aan Sir Zafrulla als zijn mening kenbaar, dat het juister zou zijn als hij in het proces buiten spel zou blij ven. Dit aangezien hij zich nu eenmaal aanvankelijk tot nationale rechter voor eisers had laten aanwijzen. Zijnerzijds verklaarde Sir Zafrulla, en dit met rede nen omkleed, het met de zienswijze van de president niet eens te zijn. Daarna vertelde deze hem dat „een grote meer derheid" van de rechters, die zienswijze wel deelde. Toen vond Sir Zafrulla dat hem geen keuze meer overbleef en legde zich bij de opvatting van de president neer. Met andere woorden: besloot ten slotte Sir Zafrulla gebruik te maken van het elke rechter volgens het Statuut van het Internationaal Gerechtshof toekomen- Met de volgende schepen kan zeepost worden verzonden. De data, waarop de correspondentie uiterlijk ter post moet zijn bezorgd, staan achter de naam van het schip. Australië: ms „Talleyrand" (8-8) en ms „Rothenstein" (10-8); Canada: ms „Franconia" (7-8) en ms „Prins Philips Willem" (10-8); Chili: ms „Leverkusen" (7-8) en ms „Hermes" (10-8); Kenya, Oeganda, Tanganjika: ms „Pierre Loti" (7-8); Ned. Antillen: ms „Themis" (9-8); Nieuw-Zeeland: ms „Port Adelaide" (8-8); Suriname: ms „Oranje Nassau" (10-8); Verenigde Staten ss „Statendam" (7-8) en ms „Schiedijk" (10-8); Z.-Afrika (Rep.) m.i.v. Z.-W.-Afrika: ms „Windsor Castle" (7-8) en ms „Nijkerk" (10-8). Inlichtingen betreffende de verzen dingsdata van postpakketten geven de postkantoren. de recht gebruik te maken, om er wegens „bijzondere redenen" vanaf te zien aan de berechting van dit proces deel tene- men. Hij had ook, volgens het Statuut het recht bezeten, als hij het meningsverschil met de president had willen handhaven, het Hof hierover te laten beslissen. Doch dat liet hij, gelijk hiervoor aangestipt, achterwege. LET WEL, aldus heeft deze internatio nale rechter tot drie keer toe zelfs heel onlangs in interviews „onthuld". 1) Met andere woorden, hij heeft aldus iets ge daan, wat geen enkele rechter, noch een nationale noch een internationale rech ter mag doen. Te weten: hij heeft dat gene wat binnenskamers is gebeurd aan de grote klok gehangen. Te bedenkelijker is dit, als men zich voor ogen houdt, dat het enige wat vanwege het Hof omtrent deze aangelegenheid is geopenbaard, de op 15 maart 1965 in de eerste open bare terechtzitting in het proces gedane mededeling, is dat Sir Zafrulla Khan aan berechting van deze zaak niet zou mee doen. Waarlijk, wat deze rechter heeft on dernomen is wel buitengewoon opzienba rend. Intussen maakte hij het nog wat bonter, door zich bovendien in persge- sprekken uit te laten over de door het Hof gedane uitspraak van 18 juli! Tenslot te was misschien nog wel het toppunt, dat nij zich niet heeft ontzien in hetgeen hij aan de journalisten met wie hij ge sproken heeft daarenboven mee te delen, hoe nu verder de Veiligheidsraad en de Algemene Vergadering nog een advies aan het Internationaal Gerechtshof zou den kunnen vragen. Aan die' mededelin gen is dan nog enige baarlijke onzin toegevoegd. Althans zo las ik in de Provinciale Zeeuwse Courant van 2 au gustus. Daarin trof ik tevens de vol komen scheve voorstelling van zaken aan, alsof de zeven rechters, die van oor deel waren, dat eisers geen recht tot klagen hadden „een technisch foefje" zou den hebben uitgehaald. In dat verband werd namelijk nog op gemerkt, dat die zeven dezelfde zeven waren, welke in 1962 in de minderheid waren geweest. Wederom iets dat met de feiten niet klopt. Immers een van de zeven van nu, was in 1962 nog helemaal geen lid van het Internationaal Gerechtshof. Maar ja, wat wilt ge, als men er een maal op uit is zich aan sensatie over te geven, dan staat men voor niets. Ten besluite nog dit. Van de vijftien gewone rechters ontbraken er drie. Zafrul la Khan, om de al vermelde reden, verder een, die ziek was en een, die te laat tot rechter was gekozen om nog in deze zaak te kunnen zitten. Doordat de stem men staakten gaf de stem van de Presi dent, zoals het Statuut bepaalt, de door slag. In een persgesprek met „Dawn" (Paki staanse krant) van 25 juli, met „The Ob server" van 31 juli met de Zeeuwse Pro vinciale krant e.a. Nederlandse bladen van 2 augustus. De stadsbussen van Perth (Austra lië) hebben haken aan de achterkant van de bus, waaraan uiteraard lege kinderwagens kunnen wor den opgehangen. Er is ruimte voor vier kinderwagens, maar enkele ervaren chauffeurs lukt het wel eens er zes achter hun voertuig te laten bungelen. Utrecht is nog steeds erg in trek bij buitenlandse arbeiders. Hun aantal nam in juli opnieuw toe van 5930 tot 6124. De meesten van hen werken in de stad Utrecht (3924), daarna volgen Zeist (570), Amersfoort (536) en Veenendaal (459). De Marokkanen zijn in de meerder heid (2143); het aantal Turken en Span jaarden ontloopt elkaar niet veel (res pectievelijk 1419 en 1539). In 1965 is het vertrekoverschot zowel in Noord-IIolland als in Zuid-Holland weer iets groter geweest dan in 1964. Het was echter niet zo groot als van 1963 op 1964. Daar in Utrecht het vestigingsoverschot aanzienlijk beneden het cijfer van 1964 bleef, nam het vertrekoverschot van het westen als geheel toch weer belangrijk toe. Het noorden van het land had in 1964 voor het eerst sinds mensenheugenis een zij het zeer klein vestigingsover schot. In 1965 is dit echter weer omgesla gen in een gering vertrekoverschot, on danks het feit, dat in Friesland het ver trekoverschot afnam. 9m v i ...vc. ,v. Dit staat te lezen in het jaarverslag van de Rijksplanologische Dienst over 1965 Met nadruk wordt de aandacht gevestigd op het grote belang dat het industrialisa tieproces in het noorden versterkte voort gang vindt. De huidige economische eo geografische structuur vertoont nog tt veel overeenkomsten met die van het ein de van de vorige eeuw. De noodzakelijks herstructurering moet het mogelijk ma- ken, dat het noorden van het land in wel- vaarts- en milieuontwikkeling bij de rest van Nederland in de pas blijft. Verruiming van de bestaansmiddelen is bovendien noodzakelijk om een verdere afvloeiing uit en modernisering van de landbouw mogelijk te maken. Het noorden beschikt daarbij nog over aanmerkelijk meer ruimte dan grote de len van overig Nederland. De krachtiger bevolkingsgroei, die het noorden voor zijl eigen ontwikkeling nodig heeft en die me de door de toeneming van het aantal ar- beidsplaatsen wordt gestimuleerd, kan te vens een welkome verlichting van de be volkingsdruk op andere landsdelen bete kenen, aldus het verslag. De neiging, de vestiging te vervanger door pendelen, zet zich nog voort. D: blijkt uit het feit, dat in alle delen de lands de vertrekoverschotten van de lan delijke gebieden de laatste tien jaar ncy zijn afgenomen. De bevolkingstoeneming in plattelandsgemeenten ondervindt vooral in het westen des lands, ook de in vloed van de trek vanuit de grote steder naar sommige van die plattelandsgemeen ten. Vastgesteld is, dat de omvang van het vertrek uit de stad zeer nauw samen hangt met de grootte van die stad. D( uitkomsten van een in 1965 gehouden on derzoek sluiten in dit opzicht goed aan bij de enige jaren geleden uit een en quête verkregen inzichten in de motieven van de trek uit de stad. De grondoorzaak van deze trek kan gezocht worden in hel zowel kwantitatief als kwalitatief ten ach ter blijven van de woningbouw in de gro te steden bij de eisen die vele stadsbe woners stellen. Deze conclusie is voor het ruimtelijke beleid belangrijk. Er volgt immers uit, dat het niet nodig is te berusten in het ongebreideld groeien van vele kernen bui ten de stadsgewesten. Een zekere mate van concentratie van de bevolkingsgroei binnen de stadsgewesten is zeer goed te rijmen met de heersende tendenties, mits daarbij een beter woonklimaat wordt ge boden dan men thans veelal nog in de grote steden aantreft, aldus het verslas van de Rijksplanologische Dienst. Door een wijziging in de woningbouw plannen van de gemeente Rotterdam zal de „Antwoordkerk '64", die in oktober 1964 op spectaculaire wijze in vijf dagen en twee nachten in Hoogvliet werd ge bouwd, voorlopig niet worden voltooid, De Nederlandse Hervormde Kerk en d» gereformeerde stichting Steun Kerkbouw hebben hiertoe besloten omdat in Hoog vliet minder huizen worden gebouwd en in veel langzamer tempo dan in 1964 door de gemeente Rotterdam aan de kerk was opgegeven. De gemeente Rotterdam heeft haar wo- ningbouw-activiteiten naar de Alexander- polder verlegd. In Hoogvliet wordt in een andere wijk voorrang aan de woningbouw gegeven en niet aan het gebied, waar de „Antwoordkerk" staat. De „Antwoordkerk" werd in snel tempo gebouwd na een massale actie van negen Nederlandse kerkgenootschappen. Deze actie leverde bijna 23 miljoen op. Bij de bouw in recordtempo werd uitgegaan van de gedachte dat de kerk klaar moest zij» als de huizen bewoond werden, zodat de nieuwe bewoners niet op een goed kerk gebouw behoefden te wachten. Hoogvliet werd gekozen omdat volgens de plannen van de gemeente Rotterdam daar in zeer snel tempo veel zouden worden bijge bouwd. CAIRO (AFP)Het Jemenitische mi* nisterie van Voorlichting heeft gisteren bekendgemaakt dat Britse strijdkrachten woensdag een aanval hebben gedaan op het Jemenitische dorp Tatiah bij de grens met de Zuidarabische federatie. Er zou belangrijke schade zijn aangericht Van slachtoffers werd geen melding ge maakt. >1

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1966 | | pagina 6