li
fl
Prasident Kennedy sdiweigt
MacmNlan gehl auf die Jagd
und Adenauer schiuiplt auf
m
I
wmm
8Mb JSR!^s
J
'Sb
V' IV
13
U4 - 1
^TIÉI
W0^
Vlucht in cijfers
ZATERDAG 13 AUGUSTUS 196 6
Erbij W
-r 7
■■'la»
■«rf—- ilJÉp# "f iM—fcMg: Jgl
i ff* f x i
x
m m m
De vier petten, links op de foto, symboliseren het overleg, dat hun eige
naars, Amerikaanse, Russische, Engelse en Franse generaals, voerden
over het wel en wee van de gevierendeelde stad Berlijn, eens het hart
van het nazisme, dat de verbonden legers in een gezamenlijke krachts
inspanning hadden bestreden en overwonnen. Al liepen reeds kort na
de grote overwinning de politieke doeleinden van de geallieerden soms
ver uiteen, er was niettemin contact. Met het verstrijken van de jaren
groeiden de moeilijkheden en verdorde de vruchtbaarheid van het overleg
tot een kil spel uit het diplomatieke vocabulaire. De scheiding der geesten
manifesteerde zich het duidelijkst, toen vijf jaar geleden het regime van
Walter Ulbricht met steun van de Sovjet-Unie de muur in Berlijn opwierp.
Sindsdien is de pet van de Vopo telkens even boven de muur zichtbaar.
Onder de klep speurende ogen, die versterkt vaak met een verrekijker
naar het Westen turen: een dreigend beeld van een wereld, waarin de
verstaanbaarheid de mond werd gesnoerd.
VIJF JAAR BERLIJNSE MUUR
#1**
i
i 1 'fw/'i
Een dag ov.de (prikkeldraad-) muur.
sj -xv
t-.x - Su W*. x^
Mé
Brandenburger Tor met de muur.
V 'M
m
Vluchteling Peter Fechter bij de muur gedood.
Der Westen
tut NICHTS!
VERDRIET EN HUICHELARIJ
ROND BERLIJNSE MUUR
tb. toffe, H
I ft» totliit-Kme b«t ikfi aigetpftrJ. hnkc* bd Htffwftiw# r»
Een staaltje van Westduitse berichtgevingkort na 13 augustus 1961: koppen
in een boulevardblad, die de onrust in West-Duitsland uitbuiten.
(Van onze correspondent)
BONN. Vandaag is het vyf
jaar geleden dat het regime in
Oost-Duitsland begon met het bou
wen van de muur in Berlijn. Wie
er bij was, herinnert zich de sfeer
van verlammende schrik in de
straten rond de demarcatielijn.
Stoepen, voortuinen en liguster
hagen werden opgeruimd. Daar
achter begon een wereld, die even
ver weg was als het Amazone
gebied voor de niet-begrijpende
kijkers naar een televisiedocumen
taire. Van die dagen blijft de her
innering aan het dof krakende ge
luid van ineenstortende huizen, die
door de Oostduitse Volkspolitie
werden afgebroken, terwijl de ver
starde bewoners hun have en goed
in geïmproviseerde verhuiswagens
laadden.
En dan waren er de wuivers: op
keukentrappen en uit wc-raampjes,
van de daken en gewoon midden op
straat. Het gewuif aan westelijke kant
nam tenslotte zo'n omvang aan, dat
cynische buitenlandse journalisten niet
aan de indruk ontkwamen dat een
groot deel van dit „winken", over de
hoofden van de vopo's en de muur in
aanbouw heen, op bevel van hoger
hand werd uitgevoerd, om de drama
tiek te verhogen.
DE PROPAGANDA van Bonn en veel
menselijk verdriet zijn in de afgelopen
vijf jaar zo door elkaar gelopen, dat het
steeds moeilijker werd een indruk van
de ware tbestand te krijgen. Vast staat
dat er zeventig doden vielen onder de
vluchtelingen, die sinds de bouw van de
muur toch nog via Berlijn het Westen
hebben geprobeerd te bereiken. Maar
men kan zich geen voorstelling vor
men van het onnoemelijk menselijk
leed, de familiedrama's, die zich af
speelden tijdens en na het bouwen
van de muur. Als reiziger door de
DDR hoort men hierover verhalen en
leert men begrijpen welke grenslijn er
door vele levens in Oost-Duitsland
loopt sinds die dertiende augustus 1961.
Bij terugkeer in Bonn wordt bovendien
des te duidelijker hoe groot de zee
van huichelarij is, waarin de West
duitse beroepstreurders als vissen rond
zwemmen.
Men kan het de bondsregering geens
zins verwijten dat zij het probleem van
de twee delen, en van de Berlijnse
muur in het bijzonder, in de wereld
opinie levend houdt. Dit is zelfs haar
taak. Maar terwijl de eerste de beste
fabrikant van toiletzeep ervoor zorgt
dat zijn produkt wordt aangeprezen
volgens de adviezen van een rijk met
psychologische kennis gezegend re
clamebureau, verkoopt de regering in
Bonn haar voornaamste binnenlandse
probleem zo stuntelig, dat ze een ave
rechts effect bereikt.
IN DE BONDSREPUBLIEK roept
het zelden in kortzichtigheid overtrof
fen „Kuratorium unteilbares Deutsch-
land" het „wereldgeweten" op zich
„sterker dan ooit" met de Berlijnse
kwestie bezig te houden, alsof het we
reldgeweten wat dit ook mag zijn
niets anders te doen heeft en zich al
niet lang genoeg met Duitsland heeft
moeten bezighouden.
Ook oud-minister Lemmer, een van
Hitiers getrouwe journalistieke paladij
nen en nu kanselier Erhards gemach
tigde in Berlijn, verklaarde ter gele
genheid van het lustrum dat „de Duits-
land-politiek moet worden geacti
veerd". Lemmer voegde eraan toe:
„Het probleem van de muur moet po
litiek worden opgelost". Ten overvloe
de moet hierbij worden aangetekend
dat de Duitse kwestie zelden zo
„muur"-vast heeft gezeten als juist
nu, en dat verklaringen als deze een
duidelijk voorbeeld zijn van de mach
teloze holheid van de officiële politiek.
NIET MINDER tragi-komisch wordt
de muur overigens in de DDR her
dacht. Tenslotte wonen daar ook Duit
sers. De Oostberlijnse „Berliner Zei-
tung" noemt in een „feestartikel" de
muur „iets zeer menselijk vriende
lijks", en het vakbondsblad „Tribü-
ne" spreekt over „het cordon van de
vrede".
De voorzitter van het staatscomité
voor de radio, prof. Gerhard Eisler,
heeft in dezelfde „Berliner Zeitung" de
Westduitse regering en de SPD de
tekst van een danktelegram voorge
steld, dat vanuit Bonn naar de rege
ring Ulbricht zou moeten worden ge
zonden.
De tekst van dit telegram luidt:
„Door de bouw van de muur, meneer
Walter Ulbricht, heeft de Duitse De
mocratische Republiek verhinderd, dat
de reactionaire leiders van de West
duitse staat zoals zij het van plan
waren het ganseDuiise volk in een
verschrikkelijk avontuur verwikkeld
hebben. Wij danken u".
De „pasjes"-overeenkomst maakte mo
gelijk, dat vele West- en Oost-Ber-
lijners elkaar op hoogtijdagen terug
zagen.
Dit zijn enkele cijfers over
vluchtelingenstroom, voordat
muur gebouwd werd:
1949: 44.474
1950: 62.152
1951: 60.975
1952: 118.300
1953: 305.737
1954: 104.399
1955: 153.693
de
de
1956.
1957:
156.377
129.579
1958: 119.552
1959: 90.816
1960: 152.291
1961: 150.458