en Op de Maas wordt nog zalm gevangen POLLE, PELLI EN PINGO DAVY JONES 53 KRAMMETJE FOK GS PANDA EN DE MEESTER KRISTAL Ons vervolg ver haai DONDERDAG 25 AUGUSTUS 1966 9 Een oorspronkelijke Nederlandse roman door Willy Corsari „Gisteren ving ik op de Maas nog een kanjer van een zalm van 22 pond. Daar gaan we thuis zelf eens lekker van smullen", aldus een der getaande oude riviervis sers uit Heerewaarden in de Bommelerwaard, de smal ste gemeente van ons land, daar Maas en Waal hier elkaar tot 400 meter naderen. Ja, ze zijn er nog, de oude zalm- en palingvissers van dit eens zo bloeiende cen trum van de „broodvisserij"hoewel tonnen industrie- Noodlotsnacht vuil uit het Duitse Ruhrgebied het trotse verleden (kort na de oorlog had dit dorpje, dat thans ruim 1000 inwoners telt, nog ongeveer 50 schokkers) reeds lang tot legende gemaakt hebben. De unieke geografische ligging in het stroomgebied van drie grote rivieren Maas, Waal en Rijn heeft haar wezenlijke betekenis voor Heerewaarden verloren. Zalm op menu ,Krimp" slaan Jaap Stigter GOUD zone padvinder AUMuim tiSSi« 95) Er was iets ontwapenends in haar naïviteit, iets vertederend in de natuurlijke gratie van haar mooie lichaam. Zij was op haar zestiende jaar van huis weggelopen, had op haar ze ventiende een kind gekregen, dat door haar ouders verzorgd werd. Zij danste als een bacchante, zonder in decent te zijn, omdat er iets kinder lijks was in dat stuntelig vertoon van passie en verleidingskunst. Char lotte, die heimelijk jaloers was op vele vrouwen uit die kring en njet zonder reden, want er waren er die zich veel moeite gaven om haar Frans af te nemen, voelde nooit ja loezie tegen Maya, die had gepo seerd voor het naakt van Frans dat verkocht was. Tenslotte was zij mo del. Frans sprak nooit over verhoudin gen, die hij had gehad, maar Maya vertelde haar onomwonden, dat zij een tijdje met hem had geleefd, ,,Daar hoef je niet jaloers om te zijn", zei ze, „het kwam omdat ik geen kamer had, „ik kon de huur niet betalen en toen ben ik zolang bij hem gebleven." Zij sprak over de vele verhoudingen, die zij voor kor ter of langer tijd had gehad op de zelfde toon waarmee Zij vertelde van een nieuwe blouse die zij gekocht had. „Ik vind het prettig", zei ze. Char lotte aanziende met haar naïeve, wat uitpuilende ogen- En als ik er geen zin in heb denk ik: och als hij nou zo graag wil, zo flauw om dan neen te zeggen. Zij kwam dikwijls bij Charlotte bin nenlopen om te babbelen. Eens bracht zij haar dochterjte mee, een mooi, blond kind. „Als ik een grote dan seres word en veel geld erdien, neem ik mijn snoesje bij me", zei Maya „Marjolein heet ze. Is ze niet schattig? Mijn vader en moe der zijn zo streng, altijd standjes, al tijd zeuren en alles verbieden". Charlotte vroeg, of de vader niets deed voor het kind. Toen bleek dat Maya er twee vaders voor Marjo lein op na hield, die echter beiden niet veel geld hadden. Zo nu en dan ging ze wat bedelen bij ze, voor het kind. Ze leefde van de hand in de tand. Als zij geld had, kocht zij nut teloze dingen, parfum, crèmes, sma keloze sieraden, luxueuze schoen tjes. Zodra het geld op was, ging ze haar kennissenkring af om te le nen. Zo rioemde zij het, maar van teruggeven was nooit sprake en nie mand verwachtte dat ook. Charlotte gaf haar in het begin telkens iets maar op zekere dag weigerde ze kortaf. „Je bent jong en gezond, verdien het zelf", zei ze. Maya was vol strekt niet gekrenkt. „Jij werkt er hard genoeg voor", zei ze trouwhartig, „ik vraag het wel ergens anders hoor." Op een dag kreeg Charlotte er een klant toe, een portret van zijn vrouw te laten schilderen door Frans. Hij wilde niet meer betalen dan drie Charles Charlotte slotte gedaan, dat hij vijfhonderd be taalde. Het portret viel zeeer naar zijn zin uit en Frans was opgetogen als een jongen. „Vijfhonderd gulden! Weet je, dat ik nog nooit zoveel geld bij elkaar heb gehad? Weet je wat we doen? We gaan samen naar Parijs. Ik ben er vroeger geweest en heb altijd nog heimwee er naar". „Wees niet dwaas", zei ze, „je stikt in de schulden. Betaal die en geef mij wat je overhoudt, dan heb je voorlopig geen zorg meer om aan doeken en verf te komen". „Je hebt gelijk", zei hij en zucht te. „Morgen ga ik alles betalen en breng de rest aan jou". Maar hij kwam pas na drie dagen terug en het geld was op. Ze zei niets en dat maakte hem bang Hij zei benepen. „Ik heb het heus niet alles opge dronken. Ik heb gespeeld". „Gespeeld?" „Ja, ik kende een club en ik dacht als ik wat geluk heb en win, zouden we toch samen naar Parijs kunnen gaan. Ik was zo graag met jou langs alle plekjes gedwaald waar ik zoveel van hou. Maar ik had geen geluk. „Ik heb te veel geluk in de liefde". Hij omhelse haar, maar ze zweeg en hij zei: „Laten we weggaan, er gens buiten gaan wonen, wij beiden dan kan ik geen domheden meer be gaan. Wil je dat?" Zij sloot de ogen. Samen met hem weggaan, buiten leven, zij hunkerde naar buiten zijn, bij bossen en hei de of bij de zee. weg uit de stad. Hoe zij ook hield van Amsterdam, soms had zij er een gevoel te zul len stikken. Maar hoe kon ze weg gaan? „En mijn zaak? Het begint nu be ter te gaan, Frans. Ik moet iets op bouwen voor Chris. Ik moet aan zijn toekomst denken. Begrijp je dat niet?" „Ja", zei hij, „ja, ik begrijp het. Het is alles een kwestie van geld. Als ik maar wat meer verdiende. „Er is ook mijn moeder". „Ja, ook dat". Zij spraken er niet meer over, maar zij droomde soms, dat ze ergens bui ten leefden, dat ze wandelden in de bossen en over de heide, dat alles goed was en vredig, dat zij kon le ven alleen voor hem. Eens ging zij mee met Maya, toen deze het kind bezocht. Er was een duffe sfeer van benepen netheid in de woning. In de huiskamer niet één meubelstuk dat van smaak ge tuigde. Op een kast een afschuwelijk Heilig-Hartbeeld, maar er was geen liefde in dit huis. Be oude man was knorrig tegen het kind, mopperde over de schande van zo'n onecht kleinkind, de oude vrouw deed niets dan klagen. Charlotte had lekkers voor de kleine meegebracht, iets wat de grootouders maar half goed vonden. Het kind moest niet verwend wor den. „Marie hebben we verwend, en wat is er van terechtgekomen?" Maya zat er bij als een bestraft kind- honderd gulden, maar zij kreeg ten- (Wordt vervolgd.) iAAAAAAA/VAAAAAAAAA/VAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAfVWVWVWWNAAAAA/WWVWVWV/WWWAAAAAAAfWWWVWVWl IN ALLE BOEKJES over de sportvisserij valt te lezen dat de edele zalm reeds lang uit onze vervuilde rivieren verdwenen is. Geloof het maar niet, want HOEWEL DE meeste schepen ver kocht zijn en er voor een fortuin aan sleep- en kuilnetten op zolders en in fruitschuren ligt te rotten, vaart een en kel scheepje nog wel eens uit. Vooral de Maas op, die als echte regenrivier aardig buiten schot is gebleven. Winstgevend is het bedrijf reeds lang niet meer, maar de oudste van hetliandjevol nog werken de vissers, de 64-jarige Hendrik Biesters, zegt het zo kernachtig: „Het hart gaat er nooit uit". De laatste telgen van de roemruchte vissersgeslachten kunnen het eenvoudig niet laten. En wanneer zij niet meer aan boord van een schokker aan een lier draaien om het lange sleepnet boven te brengen of fuiken uitzetten, dan koesteren zij zich toch in de glans van het verle den. Men ziet elkaar in café „Het Veer huis" van vader en zoon Sepers of bij de „leugenbank", de houten hut waar vroeger de netten getaand werden. Ner gens leeft het verleden zo intens, televisie en snelverkeer ten spijt, als in het piete peuterige Heerewaarden dat als een eiland buiten de stroomversnelling van de tijd gebleven schijnt te zijn. Begrijpelijk, want dit gilde vormt een slag apart, dat in de vooroorlogse bloei- dagen zelfs 's zomers de Rijn tot boven Mannheim optrok of zijn geluk beproefde op de Bovenmaas rond Roermond: ja, zelfs op de Franse Loire. Maandenlang bleven zij weg voor ze thuiskeerden met een gevulde buidel, die feitelijk voldoen de was voor het hele jaar. Vandaar dat Heerewaarden in de zomer de bijnaam „vrouwendorp" kreeg. „HET KOMT nooit meer terug", aldus Hendrik Biesters, die we in zijn schuur tussen appelen ontmoeten (de situatie dwong hem, ook een beetje fruitboer te worden). Nog goed herinnert hij zich de nacht van 9 op 10 juli 1949. Die nacht is het. met ons gebeurd. Toen ik op mijn metalen schokker het net bo ven water had, scheurde het bijna, want ik had 3000 pond vis, 130 pond paling en 4 reusachtige zalmen. Dat was mijn laat ste en mooiste vangst. Tussen de kribben lagen duizenden dode vissen, van be zalm trappen, die de ingenieurs destijds bij de Maasverlegging in de rivier bouw den. „De grintgronden zijn best voor de zalm om hier te paaien, maar de vis kan geen 8 meter hoog klimmen. Voor de jonge aal maakt dat niks uit. De gaten, die door de grintbaggerij in de Maas ontstaan zijn, zijn prachtig, daar kan de vis in weg vluchten. Maar ze moesten ze niet zo diep maken, dan kon zich plankton en begroei ing langs de kanten ontwikkelen." Bies ters is van mening, dat er ondanks de chemische waterpest nog veel te redden geweest zou zijn, al moet hij erkennen, dat de visserij op de Waal door de hoge waterstand weer wat opleeft. „Normaal is de „karbolzalm" uit de ver- vervuilde rivieren niet te eten. Ook de pa ling heeft een rsmaak. De stookolie en andere rommel trekt door het hele li chaami. Met de vis op de Maas heb je daar geen last van. Ik hoef bij mijn imiend Van Knijff heus niet met een stinkzalm te komen. Die hoeft niet eens te ruiken; die ziet het al met één oog." Hendrik Biesters. nestor der vissers, nu in het hardfruit: „Mijn netten liggen te verrotten. nauwdheid omgekomen. Langs de zuid oever van de Rijn telde ik op een klein stukje 73 dode zalmen van naar schat ting 12-28 pond. Het was een ramp. Biesters verkondigt aan iedereen die het maar horen wil, hoe de laatsten van het vissersgilde denken over de over heidsbemoeiing. Hij spreekt over de Tweede Kamer, „die er niks van weet", de Visseri j- inspectie, de Heidemij en zegt in dit verband: „Ze doen alles voor de hengelsport, maar wij worden in een hoek gedrukt. Wij zijn vergeten, verra den en verkocht". Ook fulmineert hij tegen de zogenoemde DEZE OPMERKING bracht ons naar de heer P. J. van Knijff, eigenaar van het wegrestaurant „De Buke" in Heerewaar den, die als culinaire curiositeit in ons land onvervalste Maaszalm (per moot met de nodige entourage ƒ8.50) op het menu heeft staan. Hij heeft altijd wel een paar zalmen in de diepvries, die chefkok J. van Beek graag wil tonen. Van Knijff is opti mistisch: „Persoonlijk geloof ik, dat de grote zuiveringsinstallaties, die de Duitse in dustrie wil bouwen, over tien jaar de vis serij hier weer als vanouds zullen laten herleven. Ik weet, dat ik in die mening allen sta, de vissers geloven er niet in." Op onze vraag, of hij veel zalmeters krijgt, zegt hij: Ik heb mijn vaste kring van liefhebbers, van heinde en ver. Zalm is een heerlijk eten. De schot zalm, die hier gevangen wordt, heet van huisuit zeeforel. De gewone beekforel hoort trouwens ook tot de zalmenfami lie. De zalm is een enorme sprinter en Restaurateur Van Knijff en chefkok Van Beek tonen trots enkele diepvries- Maaszalmen. vliegt soms met zoveel snelheid in het net, dat de striemen op z'n kop staan. Maar.schrijft u er niet teveel over. Zoveel wordt er tenslotte niet gevan gen. IN HET SOBERE café „Het Veerhuis" krijgen we nog meer over de zalmvisse rij te horen. Zo is het b.v. een eeuwen oud gebruik en dit gebeurt vandaag ook nog dat de vis „krimp" geslagen wordt. „We geven de zalm met een klomp eerst een tik voor op de neus en dan achter op de kop. De derde slag is de genadeslag. Dan rilt-ie en is, zoals wij zeggen, krimp. Dat wil zeggen: het bloed slaat door het vlees heen en geeft de zalm de mooie rode kleur. Als het niet goed gebeurt, sla je de vis „vet" en wordt het vlees slap. De 56-jarige waard Huibert Sepers toont ons vergeelde foto's van weleer. Ook de 37-jarige vader Gerrit, buigt zich erover heen. Er komen nog enkele oudere vissers bij en de verhalen van „toen" komen los. VROEGER was het café bijzaak. De Sepers gingen liever maandenlang vissen op de Duitse Rijn. Maar thans heeft Hui- bert er een winkeltje in hengelsportarti kelen bij: „Dat loopt geweldig. Belang rijker dan de beroepsvisserij WE HOREN NATUURLIJK OOK het verhaal van de zwaarste zalm, die ooit in Heerewaarden gevangen werd liefst 44 pond. En al even natuurlijk moest de oude Gerrit Sepers hier zijn grootste beste visdag, in 1926, tegenover stellen, toen hij liefst 49 zalmen tegelijk in zijn netten kreeg. EEN HERENZEGELRING 4» jgg, met onlx, carnolijn of jaspis «g* Een zeer mooie collectie 28. Panda schrok verschrikkelijk toen de auto door de brug heen in de rivierbedding stortte. „Hebt u zich bezeerd?" riep hij naar beneden. „Zal ik u even hel pen?" „Ha-ha!" kreet de bestuurder van het gevallen voertuig. „Ha-ha! Het is gebeurd! Dit is dus alles! Joepie!" „Die arme man!" mompelde Panda. „Hij weet niet meer wat hij zegt! De klap is teveel ge weest voor hem!" „Prachtig!" schreeuwde de ander op gewonden. „Dit is alles! Ik had door schurken over vallen kunnen worden! Ik had neergeslagen en beroofd kunnen zijnmaar ik ben alleen maar door een brug gezakt! Meneer Puthra's voorspelling is uitgeko men! Een klein ongelukje. En nu kan me niets meer gebeuren!" Panda hielp hem voorzichtig op de begane weg, en keek hem onzeker na toen hij blij weghuppel- de. „Dat heeft Joris toch maar knap voorspeld!" mom pelde Panda nadenkend. „En toch.ik vraag me af.als ik die brug nu niet had gemaakt, zou die man dan een erger ongeluk hebben gehad of juist niet?" WAT H66RUJK, DAT IK DIE BADKUIP HEB! IK KAM EÉN HEtEBOEL VeRP TE6EUJK MENGEMl 8189-B. DIE BADKUIP IE,TOCH NIET DOOR. VERFDltlS OMJEINTE BADEM 1 MAAR ZEEROB, WAT MOET DAT N00 TOCH? NOU JA, DAAR KAN 06 'M NATUUA-i tlJK.OOK.VOOR GEBRUIKEN 1 ^ooöö. nu 6Mvj deze torpedo eruit. Deze RIJKS VAN6ST LAATIK NIET ONTNEMEN DOOR. ZO'fJ JIJ 2AL Me pu er renen houden' DIT WAS DELAATSte 7endin6...als tvr VISJE TSRU6 IS BIJ t>e AFZENDER, BEN IK 'M 6ePIEPT FR VALT puers meer te PIEPEN VOOR U, NOCH VOOR DEZE NARCO- -u 608. De goochelaar en Tutu deinsden achteruit, toen een gele, verstikkende rook optrok uit de verdwijnkist. Het duurde even voor de goochelaar zich genoeg had vermand om een hand op het deksel te durven leggen. „Open", kraste Tutu ongeduldig. „Jaja, natuurlijk.... open...." zei de goochelaar en langzaam tilde hij het dek sel op. Tutu wrong zijn kopje tussen deksel en kist. „Verrrrrrrdwenen"zei hij schor. Een glimlach vloog over het gezicht van Formidablo. „Jaja", zei hij verheugd, „ik ben het vak nog meester. Niet iedereen zou dat verdwijnen zo vlug en netjes hebben afge- werkt. Het is eigenlijk jammer, dat er geen publiek bij is. Anders „Laat terugkomenzei Tutu woedend. Dat bracht de goochelaar weer tot zijn positieven. Even was hij vprgeten, dat het voor een goochelaar niet voldoende is een horloge kapot te stampen, maar dat hij het ook weer heel moet maken. En hij moet ook niet alleen iemand laten ver dwijnen, maar ook weer terugbrengen. Zou hem ditmaal gelukken, wat de vo rige keer zo grandioos was misgegaan?

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1966 | | pagina 9