en
Driekamerwoningen met tuin
voor 18 cent per maand
Puzzel van de week
zuil:
zwrzz
Bi:
POLLE, PELLI EN PINGO
DAVY JONES
KRAMMETJE FOK
13
Ons vervolgverhaal
In Augsburgs Fuggereiis de
huur sinds 1521 niet verhoogd
Erfenis van beroemd
bankiersgeslacht
M22 mfFmk tart
Hnp <mJn 58 mm
taT tapi- s^^Bëir"
EN DE
KIJKER
VRIJDAG 26 AUGUSTUS 1966
Een oorspronkelijke
Nederlandse roman
door Willy Corsari
9 9 9 9
Na oorlog herbouwd
UILENBOOM
HOOFDSTRAAT 174 - SANTPOORT
Telefoon 02560-8623
Bidden voor Fugger
Bier gat
Elias
HT~"T™"
Ï5
8 b' 1 HTT
19 20
18 ■■19- 20
^^■pT- 2^ 30 31 ■■33
34~~ 35 3^ |^37 38
39 ■taïo- 41 m
52 53 jMT 55
Z A A
ABT
N O 0
D - O
BPM
A R -
KOP
- LA
MOS
A 0 -
AGE
R - T
T E T
ERE
NER
N D A
-Dl
I T -
K - E
- 0 E
NOD
E R -
T - G
TER
ORA
-GA
U - T
R A -
-Dl
GEN
M - V
ALO
NEL
DEL
R - E
I G-
L - V
D - A
-AL
T - S
REM
ALE
N SD
S - E
0 E D
0 G -
-OR
E-K
1 K -
VIA
OLD
L - R
- PE
LES
I K -
A - N
-TH
A G -
NTE
SEL
EDO
DER
A- G
NON
- R O
AAN
A T -
KEL
-UI
ARE
L - F
U I S
INT
NTE
hola! oeroRpeoo
6q<t
UWWWVAA/VAAAAMAl
96)
De kleine Marjolein klemde zich aan
Charlotte vast, toen zij wegging.
,,Mag ik mee? Mag Majo mee? Zij
kon de r nog niet zeggen. Het sme
kende stemmetje klonk Charlotte nog
in de oren, toen zij buiten liep met
Maya. Ze zei: „Arme kleine, het
heeft geen prettige jeugd".
„Nee," zei Maya. „Dat heb ik ook
niet gehad. Daarom ben ik er uit
gelopen."
„Maya, je moet het kind bij je
nemen." Maya keek haar aan, met
grote ogen. „Dat kan ik toch niet.
Ik verdien haast niets." „Je zou
veel meer kunnen verdienen, als je
wou, en je zou eens wat zuiniger
kunnen worden."
„Later, als ik een grote danseres
ben.
„Je wordt nooit een grote danse
res. Je hebt geen talent." Maya be
gon te schreien.
„Waarom ben je zo hard tegen
me?"
„Omdat ik wil, dat je ophoudt te
leven alsof je kind van tien jaar
bent. Als je zo doorgaat, komt er
mets van je terecht en het kind
wordt de dupe.
„Ik kan het niet helpen", zei Maya
en liet het hoofd hangen, „ik ben niet
zo flink als jij".
Charlotte zei boos: „Ik word er
ziek van. altijd te moeten horen dat
ik zo flink ben".
„Marjo wordt toch goed verzorgd
en jij hebt ook je kind niet bij je".
„Dat is ietsanders. Chris heeft het
beter bij mijn moeder dan hij het
hier zou hebben. Ik kan niet ge
noeg tijd en zorg aan hem besteden.
„Ik ook niet", zei Maya, „ik kan het
toch niet altijd overal meeslepen.
Maar ik zal harder gaan werken en
sparen".
Het kinderstemmetje dat smeekte:
mag ik mee, klonk Charlotte nog in
de oren, toen zij 's avonds samen
was met Frans.
„Soms zou ik Maya door elkaar
kunnen schudden", zei ze. Ze is
jong en gezond, laat ze ander werk
zoeken, als het poseren niet genoeg
opbrengt- Ik begrijp niet, dat iemand
absoluut geen gevoel van verant
woordelijkheid bezit.
Hij trok haar in zijn armen.
„Schat, wat een grote woorden.
Lach toch eens. Het staat je zo
goed, als je lacht, maar je doet het
vee' te weinig. Soms wou ik bijna,
dat je weer eens wat ziek werd."
„Ziek?"
„Ja, zoals toen.je weet niet
hoe,lief je was, toen je daar op die
divan lag en je liet vertroetelen.
Waarom kun je niet altijd zo zijn?"
Zij zweeg. Het had geen zin te
antwoorden: omdat ik wel anders
moét zijn, al zou ik duizendmaal lie
ver me maar laten kussen en ver
wennen en lachen om alles, zoals jij.
Ze zouden weer in een cirkel rond
draaien van verwijten en beloften.
Zij dacht bitter, dat hij gemakke
lijk kon lachen en het leven licht
opnemen.
Hij had niemand, die van hem af
hankelijk .was. Zijn moeder was
overleden, zijn vader, een kleine be-
Charles
Charlotte
ambte, leefde van zijn pensioen,
eenvoudig, maar zonder zorgen. Een
broer, die in Indië was, zond regel
matig iets voor de oude man. Hij
had geen kind om voor te werken,
geen vrouw om voor te zorgen. Zij
dacht: als ik anders was, afhankelij
ker, zou hij dan meer zijn best
doen? Maar lag het aan hem, dat
hij weinig verkocht? In de periodes
tussen zijn drinken in, werkte hij
hard. Hij had talent, daaraan twij
felde zij niet. Maar zijn werkelijke
aanleg was portret-schilderen en op
drachten krijgen was moeilijk, als je
geen geld had om te exposeren.
Met hem had hij voor de eerste
maal zich werkelijk vrouw gevoeld.
Het bond haar aan hem, in weer
wil van alle teleurstelling en bot
singen. Maar zij was weer gedron
gen in de rol van degene, die leidde,
die steunde en zorgde.
Op een avond vond zij in de stro
mende regen iets, wat leek op een
borsteltje met ogen. Het borsteltje
miauwde zacht en klagend. Ze nam
het diertje mee naar binnen, gaf
het lauwe melk en hield het bij
zich. Ze noemde het Borsteltje. Na
enige dagen begon Borsteltje zich
vlijtig te likken en veranderde gelei
delijk aan in een mooi glanzend
zwart poesje met een wit befje en
witte sokjes. Om een of andere re
den, deed het beestje haar denken
aan de kleine Marjo. Telkens hoorde
ze weer dat smekende stemmetje
én dan dacht zij, .als het zo een
voudig was als met een poesje, dat
je bij je neemt. Ze ging er tenslot
te nog eens o.p bezoek en nam wat
speelgoed mee en een jurkje. De
grootouders waren kennelijk blij
met het jurkje, ze vonden het alleen
te „lichtzinnig". Charlotte wist niet,
of het iets was om over te lachen
of te huilen, dat je een jurkje voor
een kind van vier jaar lichtzinnig
kon vinden. Ze dacht: als het goed
gaat met de zaak, kan ik Maya mis
schien nemen om me te helpen. Ik
zou haar kunnen opleiden. Ze laat
zich soms wel door mij wat leiden,
ze schijnt respect voor me te heb
ben- Misschien kan ik haar in toom
houden. Als ze regelmatig verdient
en ik zorg, dat ze het geld niet aan
allerlei nonsens opmaakt, kan ze een
kamer huren en het kind bij zich
nemen. Overdag kan de kleine hier
zijn.
Maar kort daarna hoorde zij van
Frans, dat Maya naar het buiten
land was, naar Parijs.
„Met een man natuurlijk", zei
Frans. Ik heb haar gezien, in bont
gehuld en met enorme oorbellen en
een belachelijke hoed." Maya met
een hoed!
„Heeft zij het kind meegenomen?"
„Kun jij je een man voorstellen,
die op zo'n snoepreisje een kind
meeneemt?"
„Jij zou het waarschijnlijk doen",
zei ze en glimlachte-
In dat derde jaar van hun verhou
ding kreeg zij de kans, het beneden
huis naast de winkel te huren, en toe
stemming van de eigenaar, om de tus
senmuur af te breken, zodat de zaak
kon worden vergroot.
(Wordt vervolgd.)
>AVVAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAIVAAAAAAAAAAAAAAMWWWMAAAAAAAAM\AAAAAAAAAAAAAAMV
AUGSBURG (AP) Honden zijn er verboden en er mogen geen tv-an-
tennes op de daken, maar wat hindert dat, als je huur nog geen achttien
Nederlandse centen per maand bedraagd? In de hele wereld gaan de prijzen
omhoog, maar in de „Fuggerei" te Augsburg, het oudste en goedkoopste
woningcomplex ter wereld, voor weinig bevoorrechte mensen niet: de
huur van de woningen is er in meer dan vier eeuwen niet verhoogd. De
eerste gezinnen die in 1519 het afgesloten complex in het centrum van de
stad betrokken, betaalden één Rijnlandse gulden PER JAAR. Thans beta
len de bewoners van de huizen precies de tegenwaarde daarvan, nl. bijna
2,2 mark (twee gulden) voor een woning van drie kamers met keuken en
tuin.
het verwoeste gedeelte na de oorlog her
bouwen in de oude stijl maar met mo
dern sanitair.
HET COMPLEX dateert uit de renais
sancetijd en dankt zijn ontstaan aan Ja
cob Fugger, een Augsburger die bekend
is geworden als „de bankier van keizers
en pausen". Hij was het hoofd van een
dynastie, die generaties lang de machtig
ste financiële clan ter wereld is geweest
en welker belangen zich uitstrekten van
Indië tot destijds pas ontdekte Ameri
kaanse bezittingen van Spanje.
In een perkament, waarin de stichting
van de Fuggerei in 1521 werd bekend ge
maakt, deelden Jacob en zijn beide broe
ders mee, dat dit project een dankbe
tuiging was aan God, door wiens zegen
zij zoveel succes hadden gebracht in de
„handel met wereldse goederen".
De som die aanvankelijk voor dit doel
werd bestemd, was de kleinigheid van
15.000 (rijnlandse) guldens (ongeveer
24.000 in deze tijd). Maar de Fuggerei
bleek een duurzame investering die de
dertigjarige oorlog overleefde en zelfs
ontsnapte aan de noodlottige branden die
in de 17de en 18de eeuw vele Duitse ste
den teisterden.
EEN BRITSE luchtaanval op deze
Beierse stad, waar in de tweede wereld
oorlog de Messerschmitts van Hitiers
„Luftwaffe" werden gebouwd, verwoestte
in 1944 meer dan de helft van het com
plex, maar ook dit betekende niet het
einde van de Fuggerei. De nog altijd rijke
afstammelingen van de Fuggers lieten
Hotel
Restaurant
Taveerne
vanouds
Een van onze specialiteiten
FONDUE BOURGUIGNONNE
een gezellig pruttelende maaltijd in
Oud-Hollandse omgeving.
FORELLENBASSIN in Het Restaurant
„ONZE WONINGEN staan nooit langer
dan een paar weken leeg" zei een woord
voerder van de stichting ons en dat
wilden wij graag geloven. Gegadigden
moeten echter voldoen aan een reeks
eisen, waarvan sommige nog uit de 16de
eeuw dateren, voor zij in aanmerking
kunnen komen. Zij moeten een onbespro
ken verleden hebben, in Augsburg ge
boren zijn, op zijn minst 55 jaar oud zijn
en slechts een beperkt inkomen genieten.
Zij moeten ook beloven, alle dagen te
bidden voor Fugger en zijn nakomelingen.
Hierbij zijn de laatste tijd de voorschrif
ten gekomen, dat zij geen honden mogen
houden, geen telefoon mogen hebben en
geen TV-antennes op het dak mogen
plaatsen.
Het huidige maximaal toelaatbare in
komen bedraagt 400 mark (360 gulden)
per maand.
„Vele bewoners hebben wel tv, maar
zij moeten het doen met kamerantennes,
omdat stalen masten op de daken niet
zouden harmoniëren met de gehele om
geving," legde de woordvoerder uit.
HET SCHILDERACHTIGE complex
omvat 62 huizen en een kerk, gegroepeerd
langs acht straten. Fonteinen en een klei
ne groene gordel dragen bij tot de sfeer
van oudwereldse gemoedelijkheid.
Slechts vier auto's hebben permanente
vergunning om door de Fuggerei te rij
den. Het is een eiland van rust temidden
van deze lawaaierige stad van 200.000 in
woners.
VOOR TOERISTEN die in Augsburg ko
men is een bezoek aan de Fuggerei een
„moetje". Gewoonlijk hebben zij bijzon
dere belangstelling voor de avondklok
van tien uur 's avonds tot vier uur 's mor
gens. In die tijd zijn alle vier de poorten
van het complex dicht. Wie te laat komt
wordt slechts toegelaten als hij de nacht
waker een töl van tien pfennig (plm. 9
cent) betaalt.
Maar men kan altijd ongestraft nog een
late pint bier krijgen. Een oude herberg,
vlak om de hoek van de Fuggerei, be
dient klanten die een eigen glas meebren
gen via een speciale opening in de achter
muur. Het gat is echter niet groot genoeg
om overtreders van de avondklok die de
tol niet willen betalen door te laten.
Puzzel no. 34
Van een anonierke, doch aardige lezer
of lezeres een boekje ontvangen met
aforismen van G. B. Shaw, waarvan, met
dank aan dezelve, zéér genoten. Mag ik
er een paar voor u vertalen. U zult het
dan niet met mijn doch met zijn wijsheid
moeten doen vandaag, maar dat lijkt lang
geen slechte ruil:
Een engel is in de hemel niets bij
zonders.
Democratie kan niet rijzen boven het
niveau van de kiezers.
Vrijheid is verantwoordelijkheid; dat
is de reden waarom zoveel mensen er
bang voor zijn.
De meeste in zwang zijnde genoegens
zijn te miserabel om er zelfs maar aan te
denken. Daarom zijn intelligente mensen
zo impopulair.
Het is levensgevaarlijk om ernstig te
zijn, tenzij u ook dom bent.
Schoonheid is verrukkelijk op het eer
ste gezicht, maar wie kijkt er nog naar als
hij haar drie dagen in huis heeft.
Zonde is eeuwig; deugdzaamheid is een
kwestie van mode.
Als je een klerk bent, gedraag je dan
niet als een hertog, want onder klerken
kunt u uitblinken terwijl u zich onder
hertogen belachelijk zoudt maken.
Ik kan het best stellen zonder uw lief
de, maar niet zonder uw respect.
Als een domme man iets gedaan heeft
waarover hij zich schaamt, zegt hij dat
het zijn plicht was.
Als het inderdaad zo is dat de geschie
denis zich altijd herhaalt en dat het on
verwachte altijd geschiedt, hoe onwaar
is het dan dat ondervinding wijs maakt.
De redelijke man pgst zichzelf aan aan
de wereld; de onredelijke man tracht de
wereld aan te passen aan zichzelf: daar
om hangt alle vooruitgang af van de on
redelijke man.
Wat van werkelijk belang is in de ander
is dat deel van hem dat wij niet begrijpen.
Mensen krijgen snel genoeg van alles en
het snelst van datgene wat zij het pret
tigst vinden.
Evenals de goden der oudheid eisen
onze idealen mensenoffers.
Als u een (auto)biografie leest denk er
dan vooral aan dat de waarheid nooit ge
schikt is voor publikatie.
Iedere man boven de veertig is een
schurk.
13
17
18
48
52 53
12
48 Bi?
48 49 ^B50 IbBsi
67 66 6^jrt70 71 72
77
78
terbaks; 11. tweestrijd; 12. delfstof; 14. per
expresse; 16. voegwoord; 18. titel; 20. in
orde; 23. rivier in Siberië; 26 herberg (Ital);
28. deel v.e. Fr. ontkenning; 30. godin; 31.
voorbeeld (Fr.); 32. militair; 33. wederom;
35. dwingeland; 36. vorm van lonken; 37.
naaigerei; 38. meisjesnaam; 41. wrijfmid-
del; 49. visgerei; 51. ontvangst; 53. onmeet
baar getal; 55. voorzetsel; 57. gebalde hand;
58. nummer; 59. eerste keus; 61. gehoorzaal;
62. toets alleen; 64. familielid; 66. land
bouwwerktuig; 67. te gelegener tijd; 68.
water in Friesland; 69. voormalige Spaanse
koningin; 70. drank; 71. de lezer heil; 72.
gemalen eikenschors; 75. geogr. aan
duiding.
Oplossingen, uitsluitend per briefkaart,
dienen uiterlijk woensdag a.s. in ons bezit
te zijn.
Oplossing Puzzel no 33:
■76
^^■■79"
Horizontaal: 1. bar; 4. slecht; 10 Gode al
leen zij de eer (lat.); 13. bloem; 15.
planeet; 16. koker; 17. weldra; 19. ge-
vulcaniseerde caoutchouc; 21. selenium;
22. zangnoot; 24. maanstand; 25. maat;
27. voorzetsel; 29. soort verhaal; 32.
maanstand; 34. handvat; 37. armoedige
woning; 39. metaal; 40. plan; 42. mens; 43.
bijwoord; 44. voorvoegsel; 45. maat; 46. ti
tel; 47. bolgewas; 48. vogel; 50. landge-
mente 51. vreemde munt; 52. ongerijmd;
54. rivier in Europa; 56. vogelprodukt;
57. plaats in Limburg; 60. meterton;
61. klaar; 62. Frans pers. vnw.; 63. mu
ziekterm; 65. uitroep; 67. land in Afrika;
70. uitstalkast; 73. versleten plek in stof;
74. vorm van snoeien; 76. verhaal; 77. ge
heel de uwe; 78. schouwburgplaats; 79.
rivier in Nederland.
Verticaal: 1. wandversiering; 2. larve; 3.
branden; 5. ongekunsteld; 6. dag (Duits);
7. slede; 8. groet; 9. opstandeling; 10. ach-
De prijswinnaars vindt u elders in dit
blad.
ro<> t-4PTfr| TOONO-P
29. Panda liep zo vlug hij kon terug naar de'stad,
om Joris te vertellen dat zijn voorspelling was uitge
komen. „En ik zal hem meteen vragen, waarom hij
me eigenlijk aan die brug liet werken!" mompelde hij
beslist. „Was dat, omdat hij een ongeluk wilde veroor
zaken of omdat hij een ongeluk wilde vermijden'.?"
Maar voorlopig kwam hij daar niet toe. Want toen
hij de woning van de Puthra-Puthra dienaar betrad,
bleek dat de kristal-kijker in een ernstig telefoonge
sprek gewikkeld was met een nieuwe klant. „Dus u^
gaat met de auto naar Zevehhuizensprak Joris. „En
u wilt weten of de reis zonder ongelukken zal verlo
pen! Welnu, dat kan! Maar ik kan zulks niet door dit
apparaat met u bepraten. Het is nodig dat ik u
daarvoor persoonlijk zie! Mijn zieners-bol moet wor
den afgestemd vandaar! Komt u vanmiddag om drie
uur langs, dan.Maar toen werd hij Panda ge
waar die op dat moment zijn spreekkamer betrad.
„Een ogenblikje" verzocht de ziener door de telefoon.
„Mijn assistentje stoort ons! Panda baaske, wacht even
buiten! Ge moest weten dat een magiër nooit gestoord
mag wórden in zijn diepe gesprekken!"
T
MOOI, DAT 46 DE BADKUIP OOK E6MS VOOR
HET 8 A DEN 66BRUIKTly-
imm—mm
WAT46 MOET TOCH 46 KLEREN UITTREK
KEN, WANNEER 46 EEN 8AD NEEMT
ALTUD PRAKTISCH!
2(90-C.
MAAR MUN KLEREN MOESTEN OOKNODI6 66-
WAES6N WORDEN'
GAAT RETOUR... DAT
BETEKENT DAT DAVY IN
MOEILIJKHEDEN VÉR
KEERT
IK HAP DAVY NIET ALLEENMOETEN
LATEN GA AM, HOPELIJK SEN IK
NIETTE LAAT!
ALS DIE DWAAS BIJKOMT,
ZIJN PE TORPEDO ENÖIT
LIEVE, OUDE DAMETJE
GEVLOGEN
609. Stilte in de zaal," riep de gooche
laar.
Er zat niemand dus het was dadelijk
stil.
„Para Vara Kamarariep de goo
chelaar uit, maar er gebeurde niets.
Schuchter vroeg Tutu zich af of het mis
schien Avro had moeten zijn, maar hij be
greep, dat dit weinig verschil zou maken.
„Waarrr is Brrram?" vroeg hij nijdig.
De goochelaar haalde de welgevulde
sdhouders op.
„Ik wilde dat ik het wist," zei hij nede
rig. „Hier staat mijn verstand bij stil,
dit gaat mijn hoge hoed te boven."
Nogmaals strekte hij de handen.
„Para. Vara. Kamarazei hij
met grote nadruk, maar de verdwijnkist
bleef leeg. De toverspreuk werd door de
belanghebbenden niet gehoord. Maar wie
het wél hoorde was de commissaris, die
met enige agenten bij de artiestengang
stond en luisterend het oor tegen de deur
drukte.
„Mannen," zei hij schor, „ik hóór 'm.
Laten we 'm vatten.en dan gaat hij
de cel in, totdat mijn dochter terug is.
Ik zal 'm leren, hij met zijn verdwijnkist.
Ik heb een mooie verdwijncel voor 'm,
haha."
Alle agenten lachten smakelijk, maar
geluidloos.