en Koningin terug POLLE, PELLI EN PINGO y 7 DAVY JONES KRAMMETJE FOK Joodse raad in Duitsland waarschuwt tegen anti-semitisme Verzet tegen parkeer- fonds heeft succes PANDA EN DE MEESTER KRISTAL-KIJKER MAANDAG 29 AUGUSTUS 1966 7 Ons vervolgverhaal Een oorspronkelijke Nederlandse roman door Willy Corsari Plezierige opvoering van een plezierige Shaw Pater Kreykamp O.P. treedt uit orde T.v.-documentaire over Spaanse Burgeroorlog In Rheden vanzelf wet dicht! i is een 711 ;;u 98) Misschien dacht hij, dat zij minder van hem hield, misschien maakte dat hem zo onge woon stil en terneergeslagen. Maar vrijdags werd zij naar Den Haag geroepen: Chris had longont steking. De toestand was ernstig en zij bracht dagen en nachten door bij het bedje. Toen het gevaar voorbij waSj reisde zij elke dag heen en weer naar Den Haag. Maar zij merkte, dat Chris veel liever haar moeder of Mademoiselle bij zich had, dan haar. Hij was vervreemd. De pijn daarover brandde in haar, toen zij weer in Amsterdam was. Zij had Frans geschreven en kreeg een kort briefje terug, met goede wensen voor het kind. „Met mij is het best." schreef hij. 6 Die week, op een veiling, maakte zij kennis met Simon Zeiler. Hij was een Duitse kunsthandelaar, van Ne derlandse origine. Zijn vader was als jongeman naar Duitsland gegaan met bijna niets en had er een grote kunst handel opgebouwd in Berlijn. Hij was vier-en-dertig, een donkere, kleine, lelijke man met beminnelijke manie ren en een scherp intellect. Hij kwam naar haar toe en verontschuldigde zich, omdat hij tegen haar had opge boden, toen zij een grote, staande Friese klok wilde kopen, zodat zij het had moeten opgeven. „Ik wou die voor mijn moeder," zei hij, „ze wil er zo graag een heb ben." Hij vroeg haar, met hem een kop thee te gaan drinken en omdat zij wist, dat hij de zoon van de bekende Zeiler was, interesseerde het haar, met hem te praten. Onder de thee merkte zij op, hoe intelligent hij was. Ook hij leek geïnteresseerd toen zij hem iets vertelde over haar zaak en haar plannen. „U bent een flinke vrouw," zei hij. „Ik heb groot respect voor werkende vrouwen. Ik ben hier dikwijls. Mag ik dan eens komen kijken?" „Natuurlijk. In een winkel kan iedereen komen die wil." Zij hoorde zelf, dat de woorden niet vriendelijk klonken en voegde er aan toe: „Maar in mijn woning er achter hoop ik u dan thee aan te bieden." Zijn gezicht, dat even verstrakt was verhelderde. „Ik zou van de week nog kunnen," zei hij. „Er is nog niet veel te zien, ik zit in de rommel." „Maar ik zou u misschien raad kun nen geven. Zaterdagmiddag, is dat goed? Wie weet kunnen wij nog eens zaken doen. U hebt toch ook schilde rijen?" „Weinig. Ik ben wel van plan later regelmatig te exposeren. Ik bedoel: véél later, als ik bereikt heb wat ik wil." Hij glimlachte. „U doet me denken aan mijn va der. Die zei ook nooit: misschien dat Charles Charlotte ik dit of dat zou kunnen bereiken, maar als ik dat eenmaal bereikt heb. U bent toch geen Joodse?" „Neen." „Jammer." Zij lachte even. „Denkt u, dat ik dan méér zou be reiken? „Neen, ik dacht iets anders." Zij keek hem van terzijde aan, ver wonderd en toen gevleid. Die zaterdagmiddag hadden zij een lang gesprek over zaken. Hij gaf haar waardevolle raad en zei tenslotte: „Als u ooit hulp nodig hebt, u schrijft me maar. Ik zal u ook een introduktie geven voor een bankier, die een goede vriend van me is. Als u ooit geld nodig hebt „Dat is heel vriendelijk van u" Hij was opgestaan en liep rond in de kleine kamer. Hoewel het uitzicht triest was, op een binnenplaats en grauwe huizen, had zij hier toch een sfeer van behaaglijkheid weten te scheppen met enkele goede meubels en wat etsen aan de muren. Over haar divanbed lag een mooie kelim en boven het oude dressoirtje hing het schilderij, dat zij als haar talis man was gaan beschouwen. Hij keek er naar en zei na een ogenblik: „Dat is niet gek. Wilt u het niet verkopen?" „Neen, eigenlijk niet. Ik ben er aan gehecht geraakt en voor het beetje geld. dat het kan opbrengen, wil ik het niet missen." „Beetje geld?" „Ja". „Ik zou zweren, dat het een Ter- borg was", zei hij langzaam. Zij lachte. „Dan vergist u zich toch heus. Maar ik geef toe, dat het een aardige imitatie is- Mijn vriend Kees Does maakte vroeger veel van zulke dingen." „Bent u er zeker van?" Ze keek hem verwonderd aan. „Natuurlijk. Kees imiteerde alles wat los en vast was, inclusief Rem brandt en zo nodig ook moderne schilders, maar nu „Ik bedoel, bent u er zeker van dat dit maar een imitatie is?" „Natuurlijk. Dat wil zeggen, ik heb het gekocht voor een klein be drag en „U hebt me laatst gezegd, dat u van oude schilderijen nog lang niet voldoende wist en daarom op dat ge bied erg voorzichtig was. Ik zou dit ding wel willen meenemen en aan mijn vader laten zien." „U kunt het meenemen", zei ze, „maar het is verloren moeite- Het is geërfd uit een inboedel en als het werkelijk een Terborg was geweest, zou dat toch bekend zijn „Waarom? U weet toch ook wel, op welke vreemde wijze er soms oude meesters kunnen worden ont dekt, in een boerenschuur, bij weg gegooide rommel, op de markt." Zij hield even haar adem in. „Als het zo was ik bedoel wat zou het dan waard zijn?" „Dat is moeilijk zo te zeggen. U weet hoe het gaat met die dingen. (Wordt vervolgd.) „JE KUNT NOOIT WETEN" BERNARD SHAW had wel gelijk toen hij, in 1897, „You never can teil" pre senteerde als een van zijn „pleasant plays" (tegenwoordig zouden we, met Anouilh, van „pièces roses" kunnen spreken). Want in vergelijking met de vlijmscherpe sociale kritiek, de „unpleasantness", van stukken als „Mrs. Warren's profession" is Shaws luchtige spot met de destijds zo heftig omstreden theorieën en resul taten van de vrouwen-emancipatie en de „vrije opvoeding", die de kern van „You never can tell" vormt, van een bepaald opwekkende soort. Dit komt na tuurlijk daardoor dat Shaw in feite een voorstander van die emancipatie en van de daarop gebaseerde, voor die tijd „hyper-moderne" opvoedings-ideeën was; hij wilde alleen maar een loopje nemen met de uitwassen ervan, omdat voor hem de uiteindelijke overwinning van de nieuwe levensbeginselen al lang vast stond. IN „YOU NEVER CAN TELL" is de lit teraire propagandiste voor de emancipa tie, mevrouw Lanfrey Clandon, dan ook door een lange afwezigheid vervreemd van de Engelse omstandigheden als zij, in de waan dat haar denkbeelden nog al tijd even revolutionair zijn als achttien jaar tevoren, in het vaderland terugkomt. Maar intussen heeft de Engelse samenle ving, aldus Shaw. zich al grotendeels bij die eens zo schokkende ideeën aangepast, al zijn er dan nog wel enkele conserva tieve geesten, zoals de scheepsbouwer Crampton, ex-echtgenoot van mrs. Clan don, die daar geen kans toe zien. Het con flict ligt dus voor de hand wanneer de ouderwetse Crampton onverwachts gecon fronteerd wordt met zijn in de nieuwe stijl opgevoede en intussen volwassen gewor den kinderen, voor wie „de stem des bloeds" al even weinig betekenis heeft als de eis van hun vader, die voor hen een onbekende is, tot respect en gehoorzaam heid. Dit alles geeft Shaw uiteraard volop gelegenheid tot het invlechten van talloze satirische op- en aanmerkingen over alles waaromtrent hij in het toenmalige Enge land iets op of aan te merken had, en dat was nogal wat. Maar het gebeurt in dit stuk op een voor zijn doen zachtaardige, gemoedelijke manier en ook dat draagt bij tot de „pleasantness" waardoor dit zeven tig jaar oude blijspel een hedendaags pu bliek nog best kan amuseren, vooral als men het thema bekijkt als een stukje an tiek uit grootvaders dagen, dat zijn nut heeft verloren maar zijn charme heeft be houden. GELUKKIG heeft Joris Diels, die (in sa menwerking met Dolf de Vries) bij de Haagse Comedie de regie heeft gevoerd, het stuk ook zo bekeken. Hij heeft zelfs de vertaling van Ph. G. Gunning weer ge bruikt, die haast even oud is als het ori gineel (zij het dat de tekst hier en daar door onbekende hand een tikje is „opge frist"). In fraaie laat-Victoriaanse kos tuums van Has Nbordhoek Hegt en een ingenieus decor van Hep van Delft die het „gerenommeerde" familiehotel van een stijve Engelse badplaats er ech ter best wat minder gloednieuw had mo gen laten uitzien werd de komedie ge speeld met het nodige afstand-nemen van al wat naar serieuze sociale problematiek zweemde. Het accent van de opvoering kwam voornamelijk te liggen op de hu mor, de vernuftige dialoog, het amusante spel met contrasterende mensentypen. Des te vreemder was het dat alleen Max Croisets uitbeelding van de obstinate Crampton, hoe knap overigens ook uitge werkt, zo zwaar was aangezet als een eenzaam tussen de blij spelkarakters rond dwalende Ibsen-figuur waaraan geen enkel lichtkantje te ontdekken viel. ANNY DE LANGE GAF een voorna me, zeer ingehouden vertolking van de onwrikbare strijdster voor de „Rechten van de Vrouw" (die vreemd zou opkij ken als zij kon zien wat er van de door haar geïdealiseerde Twintigste Eeuw te recht is gekomen!). Trins Snijders speel de, in 't begin heel strak maar te juister tijd ontdooiend, de als haar moeders toekomstig evenbeeld opgevoede dochter Gloria, die aan den lijve de betrekkelijk heid van alle emancipatie ondervindt. De man, die haar het overtuigende bewijs daarvan levert, werd door Guido de Moor bijzonder joveus en stijlvol-plichtzinnig „Je kunt 't nooit weten" („You ne ver can tell"), blijspel in vier bedrij ven van George Bernard Shaw. Verta ling dr. Ph. G. Gunning. Première van de Haagse Comedie op 27 augustus, Koninklijke Schouwburg, Den Haag. Regie: Joris Diels in samenwerking met Dolf de Vries. Hoofdrollen: Anny de Lange, Max Croiset, Guido de Moor, Trins Snijders, Gijsbert Ter- steeg, Joris Diels, Nanni Vermeer, Wim van Rooij. Annie de Lange met Trins Snijders in „Je kunt nooit weten" van Ber nard Shaw. gespeeld. Nanni Vermeer was heel vermakelijk, raak van dictie en gebaar, als het enfant terrible Dolly. Wim van Rooij leek, wat zijn leeftijd betreft, wel niet precies een tweelingbroer van Dol ly (trouwens een onmogelijke eis van Shaw) maar voor het overige was hij een perfecte Philip. De kelner, die als bescheiden vader van een succesvolle en hondsbrutale rijksad vocaat en tevens als onverstoorbaar- gelijkmoedige, alles-begrij pende mensen kenner de volstrekte tegenstelling met Crampton vormt, werd hartveroverend hoewel wat zalvend uitgebeeld door Gijsbert Tersteeg, zelfs de beroepstech niek van de maitre-d'hötel bleek hij vol ledig onder de knie te hebben. Steye van Brandenberg speelde zijn beroemde zoon met de vereiste alles-overdonde- rende brutaliteit en Joris Diels zelf gaf een verzorgde vertolking van de meer conventionele juridische adviseur van het gezin, de procureur (eigenlijk eerder een notaris) M'Comas. Als geheel een plezierige opvoering de derde bij een Nederlands gezelschap sedert de oorlog van een van Shaws plezierigste stukken. Het première-publiek in de Koninklijke Schouwburg was dan- ook opgetogen. Simon Koster Pater A. Kreykamp OP, van 1948 tot 1964 hoofdredacteur van het r.k. week blad De Bazuin, heeft ontslag gevraagd uit de Dominicaner orde. Naar de Volkskrant meldt zal in de functie van de heer Kreykamp bij het vormingscentrum De Horstink geen ver andering komen. Hét zou de bedoeling van de heer Kreykamp zijn binnenkort in het huwelijk te treden. DUSSELPORP, (Reuter) De Cen trale Joodse Raad in West-Duitsland heeft gewaarschuwd, dat men de jongste anti semitische incidenten in West-Duitsland niet met een schouderophalen moet af doen. In een verklaring ter gelegenheid van het a.s. joodse nieuwjaar doet de raad een beroep op de joden om op hun hoede te zijn voor „alle manifestaties in Duits land die niet overeenkomen met de geest van ware menselijkheid". De gevallen van grafschennis, brandstichting en het aanzetten tot rassenhaat moeten niet als op zichzelf staand worden beschouwd," aldus de raad. DEN HAAG Koningin Juliana heeft vandaag haar vakantie in Porto Ercole in Italië beëindigd. Zij maakt de terugreis naar Nederland per vliegtuig, samen met prinses Christina. De koningin en prins Bernhard waren op 23 juli naar Porto Ercole vertrokken, samen met prinses Margriet en haar ver loofde en met prinses Irene, die voordien enkele dagen bij haar ouders had ver toefd. Prinses Christina volgde later. Prinses Beatrix en prins Claus voegden zich na hun reis naar de West bij hen. Zij ver blijven momenteel in Saizburg. Prinses Margriet en haar verloofde keerden eer der terug. Prins Bernhard vertrok vanuit Italië naar zijn boerderij in Afrika. Het tijdstip van de terugkeer van de koningin is niet beïnvloed door het ver zoek van minister Smallenbroek, om van zijn ambt te worden ontheven. De ver trekdatum stond reeds enige tijd vast. „Mourir a Madrid" Morgen 30 augustus, 's avonds om vijf voor negen, zendt de VARA over Neder land 1 de film „Mourir a Madrid" uit, een documentaire over de Spaanse Bur geroorlog (1936-1939) van Frédéric Rossif. Rossif stelde deze fïlmdocumentaire sa men uit foto- en filmmateriaal gemaakt door mensen die, om welke redenen ook, onder levensgevaarlijke omstandigheden deze gebeurtenissen vastlegden. De Ne derlandse vertaling is van Pierre H. Du bois; de tekst wordt gesproken door Hen- ni Orri, Pim Dikkers en Jan Roelands. De documentaire van Rossif begint met een aantal nuchtere feiten uit de Spaanse samenleving die ten grondslag lagen aan deze oorlog. Het Spaanse volk leefde on der de allerslechtste omstandigheden. Een land vijftien maal zo groot als Nederland; 24 miljoen inwoners waarvan de helft an alfabeet, acht miljoen armen, twee mil joen boeren zonder land, twintigduizend mensen, die de helft van Spanje bezaten, twintigduizend monniken en dertigduizend priesters, zestigduizend nonnen, vijfdui zend vaak rijke kloosters, vijftienduizend officieren, van wie achthonderd generaals. Het loon van de gemiddelde arbeider be droeg een tot drie peseta's per dag en een kilo brood kostte een peseta (ca. 5 cent). Eén regerend vorst over allen, Al- fons de Dertiende, veertiende heerser sinds Isabella de Katholieke. Op 16 fe bruari 1936 werd Spanje een republiek door democratisch gehouden verkiezingen. Nog in het zelfde jaar begonnen de nationalis ten onder aanvoering van generaal Fran co een opstand tegen de wettige republie- kijnse regering. De burgeroorlog was be gonnen Geschrokken door de vele felle reacties en het stellen van vragen in de Tweede Kamer hebben burgemeester en wethou ders van Rheden besloten de verordening op het parkeerfonds op te schorten. Het parkeerfonds werd ingesteld om in de toekomst door aankoop van terreinen te kunnen voorzien in parkeergelegenheid in de winkelcentra. Bij iedere verbouwing of het vestigen van een nieuw zakenpand moesten for se bedragen in de gemeentekas worden gestort. Zo ontving een zakenman, die zijn pand wilde laten verbouwen voor 40.000 een aanslag voor het parkeerfonds van 50.000. „Een bijzonder merkwaardige zaak", noemde het K.V.P.-kamerlid Nelissen de ze zaak in vragen aan de ministers van Binnenlandse Zaken en van Volkshuisves ting en Ruimtelijke Ordening. Hij vroeg de bewindslieden op te treden tegen der gelijke praktijken van gemeentelijke over heden. 31. Panda liep nog een eindje door en kwam zo doende bij een wegsplitsing met een wijzer terecht juist zoals Joris had beschreven. „Waarom moet ik die borden omdraaien?" vroeg Panda zich ver baasd af, terwijl hij de wegwijzer bekeek. Dat lijkt me verschrikkelijk gevaarlijk'. Als ik doe wat Joris zegt, gaat het lijken of die doodlopende weg naar Ze venhuizen voert. Zevenhuizen.wacht eens! Daar had Joris het over door de telefoon.Daar moest iemand naar toe!" Hij bleef even aarzelend staan, maar toen besloot hij om eerst eens te kijken waar die doodlopen de weg naar toe liep. „Stel je voor dat die meneer die naar Zevenhuizen toe wil, op deze weg terecht komt doordat ik dat bord verkeerd draai!" mompelde hij. „Dat zou hij helemaal niet leuk vinden! Hij kan niet eens keren met zijn auto op deze smalle weg! En wie weet, waar dit pad op dood loopt!" Dat bleek eens keren met zijn auto op deze smalle weg! En wie weet, waar dit pad op dood loopt!" Dat bleek echter al spoedig, want Panda had nog niet ver ge lopen of hij stond voor een diep ravijn PINGO, we MOETEN ER EEN PAAR SPIJKERS IN SLAAN! - CE TON VALT JE 600IT 'NA IN HET WATER. - DAN TREKT HIJ (Ut JE RAAD t££K ZO WIJS 1 TOCH 6EENJ TON VAST' ©ph 2192-B. EEN PAAR SPIJKERS ZOUDEN TOCH WELBETER geweest zijn?,' KIJKUIT, MARCO, ZIJ KARATE- VeiHTSTER wet voor DE D... NEB, NIKS DAAR IK WOU NET NAAR T HU BOVEN &AAN OM EEN SCHIJNT BIJ DOKTER OP TE BEUEN! I TE KOMEN.. HtDAAR - WAT HEBT U MET DAVY GEDMN ?AM LEpp AlllWiuto} EH...HH GLEED UITEN VERWONDDE 2ICH' 611. Uren, dagen, maanden jaren Brammetje wist in de verste verte niet, hoelang hij op de wolk van smook wel onderweg was geweest, toen er eensklaps een einde aan kwam. Dwars door de ruimte scheen hij in een grot te worden geworpen. Karo kwam, als elke kat op zijn pootjes terecht, maar min der fortuinlijk was de landing van Bram metje, die duizelig bleef liggen. Als uit de verte drong het geluid van juichende kinderstemmen tot hem door. En toen hij een beetje wankel overeind krabbelde, zakte hij meteen weer door de knieën bij het wilde welkom van meisjes in allerlei klederdrachten. „Hoera'klonk het in vele talen, uit de mond van een Eskimomeisje, een Indiaan tje, een Hollands boerinnetje en.de dochter van de commissaris. Bram had ze gevonden. Maar hoe moest hij weer terug?

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1966 | | pagina 7