God is dood maar ondertussen"
DE MOED VAN PATER GROPPI
MENINGEN OVER PROF. VAN SELMS
Contactdag van
Oecumenische
Sjaloom en
Leergang
Oecumene in het klooster
Turki j<
11
Ton voor
Ds. Luikinga
Conferenties
ZATERDAG 3 SEPTEMBER 1966
Erbij
14
Erbarmelijke toestanden
God niet dood
Gezondheidsprogramma
Niet vergeefs
Ongewone vormen
Leven in de stad
„Goeie gok"
Bep Andreas
Spijzig de hongerigen
Priesterarbeiders
A artsbisschop in Canada
Patriarchaal vermaan
„God is dood maar ondertussen" was het thema van
de zesde contactdag van de Oecumenische Leergang en
Sjaloom, die zaterdag 27 augustus in de Churchillhal
te Bunnik (Utr.) is gehouden. De onderwerpen, die
ter tafel kwamen, waren belangwekkend genoeg om
450 mensen uit alle windstreken naar het kleine dorp
Bunnik te brengen. Een van de hoogtepunten van de
dag was de aanwezigheid van mejuffrouw ds. Letty
Russell, thans bisschop van twintig predikanten in
New York. Op indringende wijze heeft zij verteld van
haar ervaringen nu al vijftien jaar lang als predi
kante van de East Harlem Protestant Parish (parochie)
in New York, een achterbuurtenwijk van deze metro
pool. Met haar collega's en een grote groep leken werkt
zfj vaak onder de moeilijkste omstandigheden, doch
met groot idealisme en doorzettingsvermogen onder
de negerbevolking om haar het evangelie te verkon
digen. De vorig jaar naar Amerika vertrokken prof. dr.
J. C. Hoekendijk vergezelde ds. Russel en vertaalde
haar lezing waar dat nodig was. Prof. Hoekendijk, die
hoogleraar in de kerkgeschiedenis van de twintigste
eeuw in Utrecht was, behoort in New York tot de
kerk van ds. Russell. Tijdens de bijeenkomst betoonde
hij duidelijk zjjn grote waardering voor haar.
In haar lezing heefs ds. Russell haar
bijzonder aandachtig gehoor, dat in
een van de hoeken van de Churchill
hal om haar en prof. Hoekendijk was
heengeschaard, geconfronteerd met
haar pastorale werk in East Harlem.
East Harlem is een wijk met erbar
melijke woningtoestanden. Meer dan
de helft van de bevolking verdient
minder dan 4000 dollar per jaar en het
ontwikkelingspeil is laag.
De eerste dienst in de East Harlem
Protestant Parish werd op 24 oktober
1948 gehouden bij wijze van experi
ment en sindsdien is het werk ge
groeid, zij het dan ook onder soms
onvoorstelbaar moeilijke omstandighe
den. Ook het aantal kerken is toege
nomen. Thans is er van uitstekend
teamwerk sprake tussen predikanten
en leken.
In 1948, toen het werk begon, was
„God dood" voor de bevolking van de
slums (achterbuurten) in East Harlem.
Doch er waren toen al enkele predi
kanten die aan de bevolking door
gaven dat God er nog was. Drie fac
toren zijn daar thans heel belangrijk
in East Harlem; een goede samenwer
king tussen predikant en leken om de
gemeente op te bouwen, het econo
misch welzijn van de gemeente en de
rassenkwestie.
Steeds wordt er in de kerken ver
kondigd dat alle mensen één zijn, on
geacht geloof, kleur of ras. Er worden
daar in East Harlem zowel huisgroe-
pen als bijbelgroepen gevormd, om de
negerbevolking, die zeer kinderlijk is
ingesteld, ervan te overtuigen dat zij
zich moeten verenigen en zij moeten
dit in vreugde doen, om wille wat
Christus voor hen deed.
Toen het allemaal begon in 1948 was
er nog geen kerk en geen gemeente.
Thans is het zover, dat ook het gou
vernement bijdraagt in het materiële
welzijn van East Harlem, terwijl ds.
Russell en haar staf voor het geestelijk
welzijn van de bevolking zorg dragen.
I
Ook in sociaal opzicht valt er zeer
veel te doen en te verbeteren. Aan on
derwijs en opvoeding van de kinderen,
moet aandacht worden besteed. Er is
een gezondheidsprogramma opgesteld.
Zieken worden bezocht. Er wordt aan
de negers voorlichting gegeven hoe zij
hun huizen moeten bewonen en wat er
aan verbeterd kan worden.
Hoe zij gezond kunnen leven, onder
meer door hun huizen schoon te hou
den, hoe zij los kunnen komen van de
zwarte handel in narcotica, die daar
welig tiert, het wordt hun verteld.
De preken zijn vaak gebaseerd op het
geen de mensen bezighoudt in hun da
gelijks leven en waarover zij discussië
ren. Het gaat er bovenal om de neger
bevolking het christelijk geloof bij te
brengen en ze te leren wat het is een
christen te zijn in een geseculariseerde
wereld, aldus ds. Russell.
Het experiment daar in East Harlem
is niet vergeefs geweest. Het gemeen
tewerk geschiedt thans rond drie „win-
kelkerken", één kerkgebouw, twee club
gebouwen, twee etagewoningen (voor
een medische kliniek), een centrum
voor alcoholici, een bureau, een bank
van lening, een bureau voor rechtskun
dige bijstand, een bibliotheek en een
buitencentrum.
Er is daar een stukje nieuw gemeen
televen gegroeid, dat ons aller respect
afdwingt en dat zich niet verliest in in
dividualisme of naar binnen gerichte
kerkelijkheid. Men heeft er begrepen
dat het doel en de opzet van de ge
meente uitgaan boven zelfhandhaving
en zelfbevestiging. Men heeft er erva
ren dat sociale deelname, eredienst en
bijbelstudie in wezen geen tegenstellin
gen zijn.
In de eredienst zoekt men naar onge
wone vormen, die evenwel correspon
deren met de lokale omstandigheden.
Het Avondmaal bij voorbeeld wordt als
een echte maaltijd gevierd. Soms staat
een gemeentelid zo maar op en vertelt
over gebeurtenissen van alle dag die
hem of haar bezighouden. En dat is
juist wat de mensen bindt en wat hen
er ook toe brengt een kerk te bezoe
ken.
De oecumenische contactdag in Bun-
mik was geopend door de heer P. Reek-
man, secretaris van de Sjaloomgroep
te Odijk en lid van het curatorium van
de Oecumenische Leergang, die een in
leiding hield over „God is dood, maar
ondertussen."
De heer Reckman zei onder meer
dat deze oecumenische dag besteed
zou worden aan het welzijn van de we
reld waarin wij leven, een wereld waar
in wij ons al werkend een weg banen
naar de Sjaloom: de vrede, het wel
zijn, de rijk geschakeerde eenheid van
het ene wereldvolk.
Wat het thema „God is dood" be
treft, zei de spreker onder meer: „Die
God is dood, die aanbidding eist rond
de heilige vaten. De grote geest, die
Letty Russell
goedgunstig moet worden gestemd, de
God die gelasterd kan worden omdat de
Beatles ons in populariteit de loef af
steken, die God die wij behoeden moe
ten is dood.
God is dood. Leve God. Want onder
tussen heeft de politie in East Harlem
wel begrepen, dat, als er weer een re
volutionair-sociale actie in de buurt
plaats vindt, zij het best de Parish kan
opbellen om inlichtingen. De gemeente
zal wel weer het Avondmaal gevierd
hebben en er de taken voor de actie
hebben verdeeld. Want ondertussen
zegt een paganist tegen abbé Pierre
met zijn daklozen en clochards: ,Abbé
als er een God bestaat" weet hij
veel „dan is Hij wat jullie doen."
Na het openingswoord van de heer
Reckman hield architect H. Reeskamp
uit Hasselt (Ov.) een belangwekkende,
doch nogal huiveringwekkende inlei
ding over „Leven in de stad". De ge
schiedenis van de stad is maar 7000
jaar oud, zo zei hij. Aan de hand van
bepaald verontrustende cijfers toonde
hij aan hoe een stad er in het jaar
2000 zal uitzien.
„Over twintig jaar, in 1986, zal in
Nederland de gemiddelde leeftijd van
de mens 90 jaar zijn. Het bejaarden-
vraagstuk zal dan een sociaal en eco
nomisch probleem zijn. De nieuwe stad
vreet dan met een vriendelijk gezicht
de ruimte op en het terrein van de ar
chitectuur krijgt dan steeds meer raak
vlakken met de maatschappij. De kerk
als instituut zal dan een gebouw moe
ten zijn, dienstbaar aan de nieuwe
mens. De machtige fabriekshal zal dan
een stille hal worden, waar gepreekt
kan worden, een huurzaal van provo
Jezus, zoals architect Reeskamp be
toogde.
Wat zal de plaats zijn van de kerk
ïn de nieuwe stad? zo vroeg spreker
zich af. Zal er in een profaan gebied
nog plaats zijn voor het mysterie? Het
antwoord daarop is bevestigend, aldus
de heer Reeskamp, want de verwonde
ring in de mens blijft. Kathedralen
zullen dan niet meer het stadsbeeld be
heersen. Kerken zullen niet meer wor
den gebouwd, want dé tijd van kerkge
bouwen is voorbij. De sacrale ruimte is
achterhaald." Misschien zal men dan in
tenten gaan preken, die verplaatsbaar
zijn.
Een derde van de mensheid leeft
in overvloed; twee derde van de we
reldbevolking lijdt honger. De kloof
tussen rijk en arm wordt steeds gro
ter en tweederde van de wereldbe
volking weet dat. Het hangt meer
van hen dan van ons af, of wij straks
die nieuwe stad zullen bouwen" zei-
de spreker tenslotte.
Uiteraard geven de gehouden inlei
dingen aanleiding tot de nodige discus
sies en gesprekken, waarvoor in diver
se hoeken van de zalen van de Chur
chillhal gelegenheid te over was en
waarvan druk gebruikt werd gemaakt.
Er waren ook boekenstands aanwezig,
die druk werden bezocht.
Deze contactdag, die uitstekend was
georganiseerd en waarin ook nog ge
legenheid werd geboden de expositie
in het Sjaloomcentrum in Odijk te be
zoeken, werd besloten met een agapè
(liefdesmaaltijd). Het was een dag die
inspireerde tot verder gaan als men
sen, op weg met de „goeie gok" op
een wereld-in-sjaloom", zoals de heer
Reckman aan het slot van zijn ope
ningswoord ook zei.
Elke nacht loopt een
donker geklede blanke die
er moe uitziet mee met de
mars. H(j zwijgt meestal
De jonge negers in z(jn
buurt kunnen het niet
hebben dat verslaggevers
hem lastig vallen. „Laat
hem toch met rust", zeg
gen ze.
Die blanke is de eer
waarde James E. Groppi,
een rooms - katholieke
priester die meedoet aan
de omstreden betogingen
in de wijk Wauwatosa.
„Vermoord die rooms-
katholieke priester", en
„Groppi, schoft", zijn kre
ten die uit de duisternis
klinken. Blanke toeschou
wers steken borden om
hoog met „Heil Groppi"
en „Groppi, godsdienst of
opstand" er op.
De 35-jarige priester,
die hulppastoor is in een
kleine gemeente in de ne-
gerwijk van Milwaukee,
is het symbool geworden
van de burgerrechtenbe
weging in de stad.
Pater Groppi is advi
seur van het bestuur dat
iedere avond betogingen
organiseert in Wauwatosa
om er tegen te protesteren
dat een vooraanstaand
rechter lid is van de broe
derschap van de adelaars,
die rassendiscriminatie
toepast. De gouverneur
van Wisconsin heeft de
nationale garde te hulp
moeten roepen om bloed
vergieten te voorkomen.
„Andere priesters hel
pen mensen geestelijk",
zeggen de bewonderaars
van de priester, „maar pa
ter Groppi helpt ze bo
vendien aan voedsel, kle
ren en werk. Hij helpt ze
aan een huis. Hij geeft ze
geld. Als hem iets over
kwam zou het verschrik
kelijk zijn".
Er zijn priesters in Mil
waukee, die de activitei
ten van pater Groppi met
lede ogen aanzien. Wil
liam E. Cousins, de aarts-
oisschop van de stad, heeft
ruim een uur met de
priester over de beweging
voor gelijke burgerrech
ten gesproken. Na afloop
lieten zij zich geen van
beiden over het gesprek
uit ,maar Cousins had te
voren verklaard dat hij
de priester zou vragen een
einde te maken aan de
betogingen.
Pater Groppi, de zoon
van een Italiaanse kruide
nier, heeft eens gezegd dat
hij de wereld probeerde te
zien met de ogen van een
neger. Een verslaggever
heeft hem eens gevraagd
of hij niet moedeloos
wordt als het blanke pu
bliek hem de huid vol
scheldt. „Ik word soms
moedeloos van de christe
nen", antwoordde de
priester. „Al die mensen
gaan elke zondag naar de
kerk".
Van de 170.000 kinderen van arme
families in de omgeving van Cal
cutta wordt nu een groep dagelijks
een volle maaltijd verstrekt door de
protestantse Duitse kerken. Bij een
voedselkantine staan zij eerst in de
rij voor een maaltijd op de grond.
Op de foto hebben de kinderen het
maal juist beëindigd.
Het werelddiakonaat van de gere
formeerde kerken heeft een voorschot
van 100.000 gereserveerd voor hulp
verlening in Turkije. Ook wil het een
bouwkundige ter beschikking stellen
en in uiterste noodzaak nog meer des
kundigen. Uit eerste rapporten van de
Wereldraad van Kerken is reeds ge
bleken dat vooral veel hulp nodig zal
zijn voor de bouw van eenvoudige
huizen.
Op giro 2211 van het Algemeen Dia-
konaal Bureau in Utrecht zijn inmid
dels al giften binnengekomen voor
Turkije. De vraag of er een algemene
collecte in alle gereformeerde kerken
zal worden gehouden hangt af van de
mate waarin hulpverlening in Turkije
mogelijk zal blijken te zijn.
-------ri-n-,-- -nnnnnnnnininiiiiiiniuuui
Op 8 september zal in het dit jaar
vijf eeuwen oude kruisherenklooster
van Ter Apel, eigendom van de ge
meente Groningen en voor de protes
tantse eredienst in gebruik bij de Ned.
Hervormde Kerk, een oecumenische
dag worden gehouden. Op deze wijze
wil men ook een religieuze achtergrond
geven aan het jubileum van het kloos
ter dat tot dusver met culturele mani
festaties is gevierd.
Ruim honderdvijftig leden van de
kerken in het noordoosten van het land
zullen de Oecumenische dag bijwonen.
De ontmoeting draagt de naam „Ro
me-Reformatie". Van r.k. zijde zullen
dr. H. A. M. Fiolet en prof. dr. B.
van Leeuwen te Nijmegen het woord
voeren en van protestantse kant de ge
reformeerde prof. dr. G. P. Hartveld
uit Kampen, en de hervormde prof. dr.
A. F. N. Lekkerkerker uit Groningen.
De doopsgezinde predikant ds. H.
Luikinga uit Beverwijk maakt tot 12
september in aansluiting op zijn va
kantie een reis Rotterdam-New York
als scheepspredikant op het m.s.
„Maasdam" van de Holland-Amerika
Lijn.
Vijftig Franse priester-arbeiders heb
ben hun opleiding afgemaakt. Zij zul
len binnenkort als full-time-arbeiders
worden tewerkgesteld. In de herfst van
1965 heeft paus Paulus het verbod op
het experiment der priester-arbeiders
opgeheven. Aan 120 priesters is toe
stemming verleend als part-timers in
bedrijven te gaan werken.
Van zaterdag 3 tot en met zondag
11 september wordt in het Brandpunt
te Doorn de negentiende jaarlijkse
Maranathaconferentie gehouden. Spre
kers zijn onder meer rev. G. Bennett
van het Billy Grahamteam uit Londen,
ds W. van Petegem uit Naarden, evan
gelist Jb. Klein Haneveld uit Bode
graven, A. A. Esmeyer uit Oosterbeek,
H. G. Koekkoek uit Harderwijk, J. H.
Kits uit Doorn en D. Jan Bruyn uit
Wassenaar. Openingsamenkomst om
acht uur, verder iedere dag om half
elf, half vier en acht uur.
De bedoeling is dat alle aanwezigen ook
werkelijk deelnemers aan het gesprek
zullen zijn. Uitgangspunt voor het ge
sprek zal zijn de bijdrage van prof. dr.
J. D. Groot en prof. dr. A. F. N. Lek
kerkerker aan het boek „Uit tweeën
een", dat dit najaar bij de uitgeverij
Lemniscaat in Rotterdam in Rotterdam
zal verschijnen.
Vier vooraanstaande Nederlandse
hoogleraren hebben zich in interviews
met het Persbureau van de Hervormde
Kerk achter Prof. Dr. A. van Selms
uit Pretoria geplaatst, die in Zuid-Afri-
ka momenteel fel wordt aangevallen
omdat hij kritiek heeft geleverd op
de houding van veel blanke christe
nen in Zuid-Afrika, die Gods zaak met
hun zaak vereenzelvigen.
Prof. Dr. A. Van Selms vroeger
hervormd predikant in Nederland
is sinds 1938 hoogleraar in Pretoria.
In Zuid-Afrika gaan er stemmen op
dat hij niet langer ais hoogleraar te
handhaven is. Anderen willen de ge
meentelijke subsidie aan de universi
teit opschorten, totdat „het kwaad" is
uitgesneden.
De beroering ontstond door een ar
tikel in het blad „Pro Veritate" van
de hand van Prof. Van Selms, waarin
deze waarschuwingen uit de Bijbelboe-
Dr. Michael Ramsey, aartsbisschop
van Canterbury, komt aan op het
vliegveld van Montreal, op doorreis
naar Eredericton, New Brunswick,
voor de jaarvergadering van het
Anglikaanse uitvoerende comité. Na
de bijeenkomst zal hij een tournee
door Canada maken.
ken Jesaja en Jeremia aanhaalde en
vanuit de Bijbelse boodschap in het
Oude en Nieuwe Testament erop wees,
dat niemand met zekerheid kan zeg
gen of het voortbestaan van een be
paald volk, heidens of christelijk, in
Gods Raad besloten is.
In verband met dit artikel van prof.
Van Selms en de felle reacties die
daarop in Zuid-Afrika zijn gekomen,
heeft het Persbureau van de Neder
landse Hervormde Kerk de mening ge
vraagd van vier hoogleraren, name
lijk Prof. Dr. H. Berkhof, hoogleraar
Dogmatiek en Bijbelse theologie aan
de Rijksuniversiteit te Leiden en aan
drie hoogleraren aan de Rijksuniversi
teit te Utrecht, namelijk Prof. Dr. J.
de Graaf (hoogleraar ethiek en de en
cyclopedie der godgeleerdheid), Prof.
Dr. W. C. van Unnik (hoogleraar in de
uitlegging van het Nieuwe Testament
en de Oud-Christelijke letterkunde) en
Prof. Dr. Th. Vriezen (hoogleraar in
de wetenschap van het Oude testa
ment en de geschiedenis van de Isra
ëlitische godsdienst).
Dit waren de antwoorden op de
vraag: „Meent u dat prof. Van Selms
Zuid-Afrika een dienst bewijst door
het in de moeilijkheden van zijn be
staan te confronteren met deze bijbelse
boodschap?"
Prof. Berkhof: „Juist in zijn grote
moeilijkheden heeft Zuid-Afrika de bij
belse boodschap dringend nodig. Ge
lukkig is Prof. Van Selms niet de enige
die voor deze confrontatie strijdt".
Prof. Van Unnik: „Prof. Van
bewijst Zuid-Afrika een dienst met zijn
artikel. Hij ontneemt Zuid-Afrika het
valse en op den duur onbetrouwbare
houvast van het christelijk nationalis
me, maar hij verwijst hen naar de
Heer der geschiedenis, die ook door
de nederlaag van onze nationale as
piraties heen de weg naar Zijn Rijk
baant.
PROF. VAN UNNIK: „Prof. Van
Selms trekt zuiver Bijbelse lijnen.
Wie hem weerleggen wil, moet dit
niet met kreten doen, maar zal zijn
exegetisch betoog moeten ontzenuwen
en dat zal niet gemakkelijk zijn. En
de „toepassing" schijnt me juist."
Prof. Vriezen: „Voor zover
ik iets van de politiek van Zuid-Afrika
en de mentaliteit der Zuid-Afrika
ners begrijp, schijnen mij deze beide
door de critische preek van v.S. in
het hart geraakt te zijn."
Prof. Berkhof: „In zijn eerste artikel
doet prof. Van Selms eigenlijk nog
niets anders dan vragen stellen. Dat
zijn nu net de vragen waarop Zuid-
Afrika, als het christelijk wil zijn, zal
moeten antwoorden."
Prof. De Graaf: „Prof. Van Selms
laat de Bijbelse boodschap functioneren
op de enig juiste wijze. De christelijke
ethiek moet steunen op een exegese
van de bijbel, die de concrete situatie
van toen en de concrete situatie van
nu dicht bij elkaar brengt.
Prof. Van Unnik: „Ja. Wanneer vol
gens prof. Pont „christelijk nationaal"
een „samenvatting van ons ideaal als
christelijk volk in Zuid-Afrika" is en dit
betekent, dat men in die geest de moei
lijkheden van zijn bestaan als volk, die
niemand gering acht, wil oplossen, dan
kan dit alleen zonvol gebeuren, wanneer
men wil blijven luisteren naar het ge
hele getuigenis van de Bijbel en dit niet
ergens in de kluisters van een ideolo
gie of de volksgeschiedenis vastlegt."
Prof. Vriezen: „Prof. Van Selms
heeft een delicate, ondankbare taak op
zich genomen door de godsdienstige vi
sie van de Zuidafrikaners te confronte
ren met de profetische boodschap en op
grond daarvan hun voor te houden, dat
het ook hen anders kan vergaan dan
zij geloven. Ik geloof dat de kerk Van
Selms dankbaar moet zijn voor de pu-
blikatie van zijn openhartige woorden."
De tweede vraag luidde: Meent u dat
prof. Van Selms de bijbelse boodschap
juist uitlegt en op een verantwoorde
wijze toepast op de concrete situatie in
Zuid-Afrika?
Patriarch Alexius van Moskou en
heel Rusland heeft de tekst bekend
gemaakt van de brief welke hij ge
zonden heeft aan al de priesters van
de Russisch orthodoxe kerk, betref
fende de zaak van de twee priesters
uit het diocees Moskou, welke hij in
mei uit het priesterambt heeft ontzet.
In zijn brief onderstreept de patri
arch dat herhaalde pogingen de pries-
sters tot andere gedachten te brengen
geen resultaat hadden. De patriarch
vond het schrijven van open brieven
door priesters aan hun bisschoppen
strijdig met de meest elementaire nor
men van kerkdiscipline. Indien da
priesters niet ophouden, zou de pa
triarch, aldus zijn brief, zich genood
zaakt zien over te gaan tot afschrik
wekkender straffen.
De patriarch merkte verder op dat
de open brieven van de priesters niet
alleen aanvallen bevatten tegen de
kerkelijke autoriteiten maar ook kri
tiek hadden op beslissingen van het
gouvernement. „Op deze manier zijn
ze niet alleen een gevaar voor de
kerk, maar brengen ze ook de goede
verstandhouding tussen de staat en de
kerk in gevaar".
De twee priesters tegen wie op deze
manier sancties genomen zijn, Nicko-
lai I. Eshliman, en Gleb P. Yanukin,
hebben eind mei twee open brieven
gestuurd aan Podgorny, president van
de USSR en aan patriarch Alexius.
In deze brieven stelden zij dat de
regering van de USSR niet de vrij
heid van godsdienstoefening voor de
kerken respecteert. Zij herinneren aan
het sluiten van kerken, kloosters,
christelijke scholen, het verbod om
huisgodsdiensten te houden, het ver
vreemden van kinderen van de kerk
en inmenging van de staat in de be
noeming der priesters. Zij riepen de
patriarch op een eind te maken aan het
ingrijpen van de staat in het interne
leven der kerk.