Jan Gerhard Toonders eerste roman.
„Een man zet door", als TV-seriespel
m
Leo Ferré zingt graag
van
en over de liefde
Jacques
Loussier
Beat-paar Bono
in ons land
u<:
r% a
m
„Schrijven voor je brood is een moeilijk vak
m
ZATERDAG
SEPTEMBER
1966
111111
DE NIEUWE TELEVISIE-SERIE van de NCRV „Een man zet
door", waarvan de eerste aflevering begin deze maand op het
scherm komt (met Jeroen Krabbé in de hoofdrol), is gemaakt
naar het gelijknamige boek van Jan Gerhard Toonder. Het han
delt over de crisistijd van de jaren dertig en tuas een van de
weinige boeken uit die tijd met een optimistische inslag. Het was
Jan Gerhards eerste roman en aan het ontstaan van dit boek
ligt een heel verhaal ten grondslag. Onder het vertellen daarvan
kwam er meer aan de orde: het bestaan van een schrijver in deze
tijd.
Jan Gerhard, broer van Marten (Tom Poes) Toonder, is een
full-time schrijver die zeven maanden van het jaar op het roman
tische artiesteneilandje Ibiza woont en de zomermaanden stee
vast op een niet minder romantische zolder van een Amsterdams
grachtenhuis doorbrengt. Maar is dat schrijversbestaan wel zo
romantisch? Nu de Ik Jan Cremer-rage wat bekoeld is, leeh het
de moeite waard eens te luisteren naar een schrijvende Jan,
wiens IK niet voorop staat.
m
Vader
Over de schouders
Zeven uur
Crisistijd
Voor 200 pet. teven
maar nooit in 'n stad
VIJF JAAR GELEDEN begon
jazzpianist Jacques Loussier met
„Play Bach". Zijn eerste plaat in
deze stijl, met bassist Pierre Miche-
lot en slagwerker Christian Garros,
trok zeer de aandacht. Zijn vierde
plaat kreeg in 1963 de Grand Prix
du Disque Franqais.
Herfst
Eigen weg
Jan Gerhard Toonder: boek
voor de televisie.
„JE ZIET DAT zo veel: ze hebben
een groot succes in hun jeugd en als
dan rond hun veertigste de onvermij
delijke crisis komt, gaan ze er onder
door. Dan krijg je die pessimistische
toon, van eigenlijk niets meer vóór zich
zien dan de dood. Mijn hemel, denk ik
dan, pas veertig! Ik ben 52 en zie het
leven nog vol rijkdom. Ik ben het niet
eens met hen die zeggen: zodra je ge
boren bent, begin je al te sterven. De
dood is een onderdeel van het leven en
niet andersom. Maar goed dit is al
lemaal wat zwaar voor het begin van
de middag, zullen we er niet eerst een
biertje bij nemen en dan bij het begin
beginnen?
HET BEGIN, dat was mijn vader.
Wist u, dat hij het was die de aller
eerste strips maakte? Hij was een ech
te zeekapitein we woonden in Rot
terdam en als hij thuiskwam van
een reis moest hij voor Marten en mij
de schade inhalen van zijn afwezigheid.
Verhalen vertellen. We waren toen een
jaar of tien, twaalf. Hij ging aan tafel
zitten, nam potlood en papier en begon
te tekenen. De hoofdfiguur was een ze
kere Abraham met een lang hemd aan,
een hoge hoed op en een kruik jenever
aan zijn heup. Elk verhaal begon met:
Abraham was het zwerven moe en wil
de naar zijn Saartje toe. Dat schreef
hij onder de tekening. Die tekeningen
waren wat onbeholpen natuurlijk, maar
wij vonden ze prachtig. Ik herinner me
Abraham die op een krokodil de Nijl
overstak.
Een paar jaar later maakte Marten
zijn eerste strip, helemaal hierop geïn
spireerd. Bram Ibrahim heette de fi
guur en hij verkocht hem ook nog! Aan
Het Vaderland, voor een gulden per
dag. Ik schreef de tekst, op rijm en
Marten betaalde me daar twee dubbel
tjes voor. Zo is ons beider carrière be
gonnen, maar mijn vader zag er niet
veel in.
Ik moest economie studeren, iets
deugdelijks, maar ik wilde nu eenmaal
schrijven. Nou, dan zal ik laten zien,
dat ik het kan, dacht ik en ik schreef
een kinderboek. Het werd geaccepteerd
voor honderd gulden. Dat was prach
tig en ik schreef er nog een. Toen wil
de de uitgever een boek voor jonge men
sen in 't algemeen. Mijn eerste bestel
ling, maar toen ik het inleverde zei
hij: Nee, dit is niet wat ik bedoel, geef
dit maar als gewone roman uit.
Omdat hij zelf geen roman-fonds had
stuurde ik het manuscript naar Else-
viers' uitgeverij. Vijf dagen later
kreeg ik een brief of ik wilde komen,
en ik zat nog niet of het kant-en-klare
contract werd me onder de neus ge
duwd. Twee honderd vijftig gulden! En
niet als bedrag voor alle rechten, maar
als voorschot op de royalties. Ik liep
als een koning over straat na dit on
derhoud. Het was 1938, en het boek heet
te: „Een man zet door".
ff
naar Denemarken en Noorwegen. Zo
is het in handen gekomen van de
NCRV, toen ze daar zochten naar een
geschikt werk dat de crisistijd weergaf.
Natuurlijk wel een leuk bericht om te
krijgen: We willen je boek voor de
televisie. Dat uitgerekend dat boek,
eigenlijk m'n eersteling, ineens weer
wat gaat opbrengen!
Met de bewerking voor televisie heb
ik me overigens helemaal niet bemoeid.
Met opzet niet. Rob Geraerds heeft het
gedaan. Hij en regisseur Peter Holland
hebben de crisistijd, die ik in het hele
boek nergens heb beschreven, omdat
dat toen volslagen overbodig was, er op
een meesterlijke manier ingebracht.
Bijna alleen met achtergrondbeelden.
Veel foto's, een paar grammofoonpla
ten, Louis Davids o.a. Ik heb het ge
zien; het zag er heel goed uit.
Ach, rechtstreeks voor televisie
schrijven. Ik heb nogal wat filmscena
rio's gemaakt en filmcommentaren ge
schreven. Ook eens een tv-spel voor
de reeks „Bijna 20". Maar ja, ik weet
het niet. Zohi stuk is meteen weg. Uit
gezonden, klaar.
En dan: er is een groot verschil in
vorm tussen een boek en een televisie
spel. Maar de vorm van een werk
staat niet los van de inhoud. Trou
wens, de relatie tussen vorm en in
houd, daar kun je een leven lang over
denken en praten! Tenslotte is een
niet te onderschatten factor het
feit dat een boek precies zo wordt als
je zelf wilt. Een tv-stuk niet. Dat is
afhankelijk van acteurs, regisseurs en
ga maar door.
OVERIGENS, dat een boek precies
zo wordt als je zelf wilt: weet u hoe
dat in Amerika gaat? Als een manus
cript van een jonge schrijver wordt
geaccepteerd, betekent het, dat hij be
zoek krijgt van de uitgever, die het
woord voor woord met hem door
neemt, zodat die arme jongen het zo
wat helemaal moet herschrijven vol
gens de litteraire maatstaven van het
publiek. Als zijn eersteling succes
heeft, mag hij een tweede schrijven.
Dat wil zeggen: beginnen met een
idee in te leveren, daarna een plot en
tenslotte mag hij het schrijven. Maar
dan terwijl de uitgever zo ongeveer
over z'n schouder zit mee te kijken! Ik
heb dat op Ibiza meegemaakt.
Ik voel me teveel een schrijver in
de oorspronkelijke zin des woords om
zelf een film of een tv-stuk te maken.
Hoe aanlokkelijk de honoraria mis
schien ook zouden zijn. Een boek,
kant en klaar van mij, later bewerkt
voor televisie (zoals EEN MAN ZET
DOOR) is een andere kwestie natuur
lijk. Zoals ik nu leef heb ik iets anders
eigenlijk niet nodig. Ik ben niet zonder
perioden van crisi» zover gekomen,
maar tenslotte was er een „doorbraak-
dag". Waar ik alsmaar omheen ge
draaid had van „Dat kun je niet
doen", daarvan zag ik ineens dat het
wèl kon. Het betekende, dat ik een
heel andere koers nam, zelfs geogra
fisch. Ik trok naar Ibiza en schreef
achter elkaar het verhaal dat tegelijk
een doorbraak in mijn werk tot dan
toe betekende: HEKSENEST. Daar
zijn heel wat boeken op gevolgd, bij
na onafgebroken, tot „OPSTAAN OP
ZATERDAG", dat een maand of twee
geleden verscheen.
BIJNA ALLEMAAL geschreven op
Ibiza; dat is echt mijn werkterrein.
Ik sta laat op, wandel naar het dorp
je, lees m'n krantje, drink een kopje
koffie en ga weer terug naar huis. Dan
werk ik van één tot acht. Niets of
niemand mag me storen in die zeven
uren. Je doet veel in zo'n onafgebro
ken spanne tijds. Voor schrijven als
bereop heb je natuurlijk je eigen le
vensatmosfeer nodig. Dat kan er voor
anderen als een „heerlijk leventje" uit
zien, maar de werkelijkheid is anders.
Schrijven is een vak, dat kolossale
inspanning vereist, het is een één-
mansvak
HET HEEFT twee drukken beleefd
voor de oorlog, één druk kort daarna
en in 1958 heeft Elsevier het weer
uit het stof gehaald. En zelfs verkocht
VAN DE ZICHZELF op de gitaar
begeleidende, vaak felomstreden
en veelzijdige Franse chansonnier
Léo Ferré worden hier in Neder
land chansons uitgebracht door de
platenmaatschappij Barclay, waar
onder „Ferré '64", „Les chansons
d'Aragon" en chansons met tek
sten van Paul Baudelaire en Ar
thur Rimbaud. Léo en zijn vrouw
Madelaine zijn nu ruim veertien
jaar getrouwd. Hij schrijft een boek
over de vrijheid van mens en
dier. Schrijven doet hij liever dan
zingen; hij is eigenlijk alleen ge
lukkig met Madeleine in de bossen
bij zijn dertig schapen, het varken
tje Baba, zijn paard, de drie koeien
en Pépee, de zes jaar oude chim
pansee.
Léo Ferré werd in 1916 in Mona
co geboren. Zijn Franse vader werk
te in het Casino in Monte Carlo. In
1946 debuteerde hij zonder succes
met eigen chansons in een cabaret
in Parijs. Ook zijn opera „La vie
d'artiste" werd overal negatief ont
vangen. Toen Catharine Sauvage
een Grand Prix du Disque ontving
voor „l'Homme" van Ferré werd
nota bene zijn eigen optreden in
Olympia een mislukking, omdat het
zo nodige contact tussen publiek en
artiest niet aanwezig was. Opnieuw
werd Ferré's „l'Homme" uitge
voerd, nu in 1956 door Roland Pe
tit en Zizi Jeanmaire, zonder enig
succes. In 1961 trad Léo zelf op in
het Parijse „Alhambra" onder vol
ledige regie van zijn vrouw Made
leine; pas toen werd de kunstenaar
in hem ontdekt.
SINDS 1962 woont Ferré niet
meer in Parijs, hij wil over deze
stad geen chansons meer schrijven,
omdat ze er toch zouden worden
verboden. Hij strijdt nog steeds te
gen de welvarende klasse en bespot
de welvaart en de „struggle for
high life", hetgeen speciaal te be
luisteren is in zijn „Piano, piano",
dat eindigt met „Bela Bartök, New
York, gestorven van de honger in
negentienvijfenveertig". Een be
paald cynisch nummer is „Mr.
Barclay", alleen gemaakt omdat
de wereld schreeuwde om een suc
cesnummer; het werd geschreven
in „The Yeah-Yeah-style". Een van
zijn nieuwste nummers is „La Crè-
ve", waarin hij alle Fransen aan
raadt zich nooit te verzetten, onder
welke omstandigheden dan ook, en
hoe slecht zij het ooit zullen krij
gen. Het eindigt: „Je vous souhaite
ni Dieu, ni maitre" (ik wens U
noch God, noch een meester toe).
Ferré zingt graag en vaak over
de liefde, omdat dat het enige is
wat hem in staat stelt te leven. Hij
zegt hierover: „Ik houd van mijn
vrouw, maar ik bedoel met liefde
ook die voor muziek en kunst".
JACQUES LOUSSIER voelt zich een
uitgesproken buitenmens. „Als ik geen
musicus was, zou ik helemaal apart
wonen, ergens ver weg temidden van
de natuur", vertelt hij. Een boom van
een vent zou hij zijn, als niet zijn ge
zicht de artiest verried. Hij speelt uit
stekend tennis, hij heeft een vliegbre
vet, als jongen deed hij aan roeien,
schijfschieten, skiën, zwemmen en
onder-water-vissen. Tegelijkertijd was
hij leerling aan het Parijse conserva
torium en kreeg les van Yves Nat, een
pianopaedagoog, onder wiens handen
menig groot (klassiek) talent werd ge
vormd. Met zijn vrouw, vier kinderen
en zijn hond woont Loussier in Poigny la
Forêt, vlak bij Fontainebleau, in een
buitenhuis dat onmiddellijk aan het
bos grenst.
„Voor 200 percent leven" is zijn lijf
spreuk en bij alles wat hij zegt ko
men woorden als: tastbaar, direkt,
simpel voortdurend terug. Hij is zeer
van deze tijd, rusteloos en voortdu
rend zoekend naar nieuwe vormen
voor zijn muziek. Tegelijkertijd rea
geert hij fel op de voortschrijdende
verstedelijking: „Dat bederft alles!
Overkomt het u ooit nog, dat u zo
maar ineens een hert ziet? Neen im
mers! En dat is nu juist een van de
mooiste dingen om te zien, een hert
in een bos". Hij lijkt wat op een Mid
deleeuwer, met zijn ringbaard, half
woesteling half dichter. „Die afschu
welijke steden! Ik haat ze. Er wordt je
daar gewoon een manier van leven op
gedrongen en waar blijft dan de nor
male menselijke vrijheid?"
Veel geld verdienen schijnt hem ook
niet erg te interesseren. Hij droomt
wel van een eigen vliegtuigje, waar
mee hij zo te zeggen van zijn gras
veld kan opstijgen om naar Toulon te
vliegen waar (nu reeds in werkelijk
heid) zijn boot ligt. Hij vaart er elke
zomer mee rond. Tien meter lang is
de boot en bevat precies vijf slaap
plaatsen.
JAQUES LOUSSIER wiens vader
een positie aan een bank had en wiens
moeder veel piano speelde, wist op
zijn dertiende jaar, dat hij de muziek
in wilde. Hij voltooide zijn studie aan
het Parijse conservatorium echter niet;
op zijn achttiende brak hij de lessen
af, omdat hij zijn temperament niet
meer in bedwang kon houden. Hij ging
zijn eigen weg. Die voerde hem letter
lijk in drie jaar tijd door 31 landen,
waarbij hij om zijn brood te verdienen
dikwijls in zigeunerorkestjes meespeel
de. Daarna werd hij pianist
Frangois, Suzy Delair, Leo Ferré en
Charles Aznavour. In 1960 besloot hij
voor zich zelf te gaan werken. Hij
maakte orkest-arrangementen en com-
Jacques Lourrier en familie.
poneerde toneel- en filmmuziek. Zo
ontstond ook zijn „Play Bach".
Intensiveren, vernieuwen, met ande
re ogen kijken, onmiddellijk tastbaar
maken, kortom de wens tot leven voor
200 percent ligt aan deze muziek dui
delijk ten grondslag. Jacques Loussier
komt waarschijnlijk dit najaar naar
Nederland.
(Van onze correspondent)
AMSTERDAM. In haar zwart-
rood geblokte opart broekpak
leunde Cher achterover in een stoel
in de dakzaal van het Amsterdam
se Hiltonhotel. Haar blik was on
geïnteresseerd, terwijl echtgenoot
Sonny Bono in eenzelfde, maar
iets minder smal pak weer eens
op de geijkte vragen antwoord gaf.
ENKELE UREN eerder was het
zingende echtpaar op Schiphol aange
komen. De twee jonge Amerikaanse
artiesten kwamen uit Engeland, waar
zij hun tournee door Europa waren
begonnen en waar zij twee liefdadig
heidsvoorstellingen voor blinde kinde
ren hadden gegeven.
WE ZIJN naar Europa gekomen om
de mensen te laten zien wie wij zijn
en verder om de muziek in verschei
dene landen te horen", zei Sonny. Ei
genlijk was hun Europese tournee een
vakantietrip, maar daarbij blijft het
uiteraard niet. Immers, zo vaak ver
laten Sonny en Cher Amerika niet.
Tot en met maandag blijft het don
kerharige tweetal in Nederland.
Woensdag zijn t.v.-opnamen gemaakt
in het Olympisch Stadion in Amster
dam, die vrijdag 16 september te zien
zijn in het VARA-programma „Fan
club". De resterende dagen zijn be
stemd voor uitgaan en winkelen.
Dinsdagmorgen vertrekken Sonny en
Cher naar Frankrijk, waar ze optre
den in het Olympia-theater. De tour
nee eindigt in Rome, vanwaar het
echtpaar Bono op 16 september weer
naar de Verenigde Staten gaat.