Verkeersverkenningen in Amerika
TOLWEGEN OF
HELEMAAL
GEEN WEGEN,
DE RIJKSTE MAN TER WERELD
Ti
D
Geld opent alle deuren, behalve
die naar de Circolo de Caccia
0:
dat is (vrij naar William
Shakespeare) de kwestie
DONDERDAG 15 SEPTEMBER 1966
De wegen in New York zien er
ruim uit. De doorgaande wegen
liggen, op een viaduct hoog bo
ven het gewone stadsverkeer,
de afbuigende wegen op lagere
niveaus
Eeuwenlang hebben onze voorouders tol
betaald als zij te voet, per velocipède of in
de privé-calèche van 's Heren wegen ge
bruik wensten te maken. De laatste tolgaar
der in Nederland is enkele jaren geleden
verdwenen als beschamende erfenis van een
feodaal verleden. Gelijktijdig verrezen,
langs vele moderne autostrada's, o.a. in de
V.S. en Italië, nieuwe tolbomen en ook in
ons land zal men op den duur wel moeten
volgen, eenvoudig omdat er geen keuze is,
want de praktijk toont aan:
jiiftejiSflsi-b' 'i --i::
NEW YORK: op een gewone werkdag, vijfentwintig
jaar geleden, reden er een 300.000 auto's de city binnen,
ze klonterden samen op een gebied van nauwelijks
10 vierkante mijl;
vandaag de dag is het aantal auto's, dat dagelijks
Manhattan binnenrijdt, 600.000; tijdens de grote stroom
storing, waardoor de subway uitviel, waren het er
800.000, maar toen stond alles ook vast;
voor over vijfentwintig jaar rekent het Department
of Traffic op één miljoen auto's, die dagelijks het
zakendistrict zullen binnenrijden;
al die auto's vervoeren overigens niet meer dan
zeven percent van de mensen, die dagelijks naar de
city komen, de rest komt per subway en bus.
WE GEVEN die cijfers niet om te
imponeren. Ze zijn te onwezenlijk om
enig aanknopingspunt te geven met
een in Nederland vergelijkbare toe
stand. Wat wèl boeit is de wijze,
waarop de Amerikanen denken die tot
één miljoen aangezwollen vloedgolf
van auto's dagelijks aan het rijden
te houden. Is het voor een Nederlan
der al moeilijk te wennen aan een di
recte onvermijdelijke schaalvergro
ting, de Amerikanen staan voor de
even onvermijdelijke taak hun ver-
keersoplossingen een nieuwe dimen
sie te geven.
De autosnelwegen naar en rondom
de stad zullen een onvoldoende capa
citeit hebben. Ruimte om zonder scha
de aan het stadsbeeld nieuwe aan te
leggen is er niet meer. De Newyor-
kers willen hun stad niet met een
paar brede wegen in stukken snijden.
Ze gaan nu van hun zes-rijstroken bre
de wegen tien-strooks autowegen ma
ken, niet door verbreding, maar door
de bouw van „dubbeldekkers". Boven
de huidige wegen gaan ze viaducten
bouwen.Nu lijkt een capaciteitsver
groting van zes naar tien stroken niet
eens zo groot: 67 percent. Het verkeer
op deze wegen houdt echter nauw ver
band met de ochtend- en avondspits
uren. Door op de viaducten tijdens de
ochtendspits inkomend, en 's avonds
uitgaand éénrichtingverkeer in te voe
ren, kan de capaciteitsvergroting
meer dan 100 percent worden. Tege
lijk zullen bij de aftakkingen van deze
wegen enorme parkeergarages worden
gebouwd.
EEN VOORBEELD van die verdub
beling van capaciteit door de wegen
boven elkaar te bouwen, vindt men
er al op Washington Bridge. Deze brug
had aanvankelijk zes rijstroken. Er
zijn er nu op de eerste „verdieping"
acht bijgekomen, met daarbij een gi
gantisch net van viaducten voor afbui
gende wegen. Dp maquette voor dat
kruispunt kostte alleen al 50.000 dol
lar. Over de brug rijden nu dagelijks
205.000 auto's. De stroom groeit snel
naar 250.000.
UITERAARD vergt dat enorme in
vesteringen. Ze komen terug uit de
tolgelden, die men eer voor een rit
door tunnels en over bruggen betaalt.
Men wil wel van die tolgelden af, men
kan het eenvoudig niet. Sterker: er
gaan stemmen op om ook bij de oude
tunnels en bruggen, die nu vrij zijn,
een tol te gaan instellen. Vertraging
geeft een tol overigens niet. Men doet
zijn kwartje in een schaal, behoeft nau
welijks te stoppen. Elektronische appa
ratuur bepaalt razend snel of men ge
noeg heeft betaald. Bruggen en tun
nels leveren miljoenen op. Ter verge
lijking: als er voor de Rotterdamse
Maastunnel een tol van twee kwart
jes zou worden gegeven ongeveer
de overeenkomstige waarde zou de
opbrengst sinds 1950 zo'n 100 miljoen
zijn geweest.
DAT KWARTJE tol ligt overigens in
Amerika anders dan hier. Wegenbe
lasting betaalt de Amerikaan niet, al
leen 12 dollar per jaar voor zijn num
merplaat. Hij betaalt wel belasting, op
benzine. De pomp geeft twee prijzen
aan: die van de benzine, een cent of
13 per liter, en wat daarvan naar de
belastingen gaat (ongeveer de helft).
Daarvan krijgt de staat New York de
helft, de federale regering de overige
50%. Zo vangl de federale regering
een kleine 3 miljard dollar alleen al
uit de benzinebelasting. Bovendien is
de Amerikaan gewend aan „turnpi
kes", riante tolwegen, waarop hij zo om
de 25 mijl 25 dollarcent betaalt. De turn
pikes zijn als een bedrijf opgezette we
gen. Vaak behoren ze toe aan particu
liere ondernemingen, die hun wegen
ook ijverig adverteren. Men is echter
niet van die tolwegen afhankelijk; er
loopt altijd wel een „openbare" weg
langs, waarop men niet behoeft te be
talen. Maar bijna iedereen neemt de
turnpike, want men schiet er veel har
der op.
HET IS DUIDELIJK, dat men ook
in Amerika veel liever al deze tollen
afgeschaft ziet. Het verkeer eist er
echter investeringen, die zonder tol
gelden eenvoudig niet op te brengen
zouden zijn. Zonder tol om rente en
aflossing te verdienen zouden de wer
ken niet eens in uitvoering zijn ge
komen.
Dezelfde motieven liggen ten grond
slag aan de tolheffing op onze Haring-
vlietbrug, de Oosterscheldebrug en in
de toekomst in de Beneluxtunnel- Los'
van de vraag- of een tol uit politieke
of andere overwegingen wel gewenst
is blijkt het de enige mogelijkheid om
dergelijke kostbare en urgente werken
versneld uit te voeren.
Hoe lang wachten Groningen en
Twente al niet op betere verbindings
wegen met het westen? Hoe lang zal
het nog duren voor de Beneluxweg
tussen Den Haag/Rotterdam en Ant
werpen er ligt? Hoe lang duurt het
voor de weg over de Deltadammen
als ruime verkeersweg ontsloten is?
De aanleg van de Rotterdamse „Ruit"
vordert door gebrek aan financiën (én
door de slechte grond, die het allemaal
zoveel duurder maakt) uiterst lang
zaam.
Ir. H. M. Goudappel, verkeersdes-
kundige in Dqlft en adviseur van cir
ca veertig Nederlandse gemeenten,
meent dat tolgeld de oplossing is.
En dat niet alleen om de wegen in
een sneller tempo uitgevoerd te krij
gen. Tweede belangrijke reden is, dat
verkeersoplossingen in de steden zulke
enorme bedragen gaan vergen, dat de
gemeenten zelf die niet kunnen op
brengen. Rijkssteun is nodig en deze
kan onder de huidige omstandigheden
alleen ten koste gaan van de aan
leg van rijkswegen.
Er is echter geen keuze: bij de aan
leg van betere, meer verkeer verwer
kende rijkswegen, is verbetering
en in vele gevallen vernieuwing van
de stadstoegangen onvermijdelijk.
Tolwegen dus? Men kan ook zeggen,
dat het verkeer zó belangrijk is, dat
men op nationaal niveau tot een her
waardering van de staatsuitgaven
dient te komen en aan het verkeer
een veel ruimere financiële armslag
geeft. Een dergelijke stap eist een
studie, die erg lang kan duren. Tijd,
die we nauwelijks missen kunnen.
nieuwe putten woonde hijzelf bij en
vaak sliep hij nachten achtereen niet.
E AMERIKAANSE multi-
miljardair Paul Getty, die
sinds 1957 geldt als de rijk
ste man ter wereld, heeft onlangs
een genadeloze prestige-kaaksiag
gehad. Gepijnigd door zijn jicht
stond hij op het punt om Engeland
te verlaten teneinde zich in de Ita
liaanse hoofdstad te vestigen. Be
halve het milde klimaat zocht hij
echter ook opname in de Betere
Kringen van Rome, met name in
de zeer exclusieve „Circolo de Cac-
cia", de jachtclub die haar leden
voornamelijk recruteert uit de tel-
gen van de roemruchte (of roem
loze) oud-adellijke Romeinse fa
milies. De Circolo echter antwoord
de beleefd doch resoluut dat de
heer P. Getty niet in de termen
viel. Rijke Paul was afgewezen als
een kwajongen, maar er viel niets
aan te veranderen met al zijn
miljoenen niet. Toch telt de Cir
colo de Caccia onder zijn zoge
heten „buitenleden" vele figuren,
die noch van adel zijn, noch zich
ooit op enigerlei terrein onder
scheiden hebben. Deze heren, wier
enige verdienste hun puissante
rijkdom is, werden wel toegelaten,
Paul Getty vond de deur op slot.
Waarom? Blijkbaar, zo fluistert
men, omdat z ij n fortuin dat van
alle jachtclubgenoten verre in de
schaduw stelde. Ordinaire jaloezie
dus
ook zijn privé-leven: hij was onder
meer vijf maal getrouwd.
Verwonderlijk mag het bij dit alles
heten, dat hij er toch in slaagde bij
na zijn hele leven „onbekend" te blij
ven. De pers voor wie legendarische
miljardairs altijd een dankbaar object
zijn, schreef wel over Deterding, de
Aga Khan, Gulbenkian, ((Mister „Five
Percent"), Onassis en Ford, maar
noemde Paul Getty zelden of nooit.
Dat veranderde in 1957 door een en
quête van het Amerikaanse weekblad
„Fortune", over de grote privéfortui-
nen in Amerika. De enquête bracht
aan het licht, dat de rijkste Ameri
kaan geen Rockefeller of Ford II
was maar een olie-industrieël, Jay
EEN LANGE voorgeschiedenis heeft
het fortuin van Paul Getty niet en
dat zal wel de oorzaak zijn dat het zo
lang geduurd heeft voor hij werd
„ontdekt".
Zijn vader George Franklin Getty
en zoon van een arme Ierse wedu
we begon zijn loopbaan als boeren
knecht. Toen hij genoeg had gespaard,
ging hij college lopen aan de universi
teit van Michigan, waar hij de drie
jaar oudere studente Sarah Catherine
Mac Pherson (knappe slanke figuur,
grote donkere ogen) trouwde. Sarah
betaalde zijn verdere studie waarna
vader Getty zich als makelaar in Min
neapolis vestigde. Hier werd Jay Paul
op 15 decemoer 1892 geboren op een
VERIGENS is het typerend voor
Getty, dat hij nooit ergens wortel
kon schieten. Een eindeloos aantal
malen is hij in zijn nu 72-jarige leven
van woonplaats veranderd, wat gezien
de afmetingen van zijn woningen, een
onderneming op zichzelf is. Paul Get
ty is trouwens in ieder opzicht een
rusteloos man. Daarvan getuigt niet al
leen zijn fantastische carrière maar
Paul Getty genaamd, die op het ogen
blik heel bescheiden in een tweeka
merflat van het hotel George V in
Parijs (het duurste hotel van de Fran
se hoofdstad) woonde. Hij bezat al
tijd volgens „Fortune" ongeveer
anderhalf miljard dollar, (5400 miljoen
gulden), ongeacht zijn onschatbare col
lectie oude schilderijen en de nog
niet aangeborde aardolie in zijn nieu-
we-concessie-gebieden in het Midden-
Oosten.
Paul Getty is sindsdien nooit meer
helemaal uit het nieuws geweest
waarbij opgemerkt moet worden dat
hij blijkbaar niet afkerig is van een
beetje publiciteit. Hij laat zich gaar-
n ne interviewen en leent zich tot alle
grillen van de persfotografen zoals
het dansen op beatmuziek met jonge
meisjes, het voorstellen van „debs" op
debutantenbals of het poseren
met Onassis in een houding, die dui
delijk aantoont wie van de twee de
rijkste is: Getty op egn troon en Onas
sis (eigenaar van half Monaco en een
der grootste reders ter wereld) aan zijn
voeten.
moment, dat zijn ouders een bank
roet nabij waren en hun dochtertje
aan tyfus was overleden.
George Getty ging zijn geluk elders
proberen. Hij vestigde zich in Bartles-
ville, Oklahoma, waar de ontdekking
van olie een massa avonturiers had
doen samenstromen. Fortuinen werden
er aan de speeltafels verdiend en ver
speeld. Vader Getty waagde ook een
kans. Voor vijfhonderd dollar kocht
hij een stuk grond in ie hoop, dat er
olie kon worden aangeboord.
Het was een goeie gok want er zat
inderdaad aardolie. Voor de exploitatie
richtte George de firma „Minehoma"
op die na enkele jaren reeds één vijf
de van alle olie in dit hele gebied
een indianenreservaat zou produce
ren. Vijfhonderd dollar liggen dus aan
de oorsprong van Gatty's fortuin.
Zelf ging Jay Paul heel jong in de
zaken. Toen hij 21 was Europa
•stond aan de vooravond van de eerste
wereldoorlog brak hij zijn studie
in Oxford af en kwam terug naar
Amerika waar zijn vader hem enkele
tienduizenden dollars leende om voor
zichzelf te beginnen. Na een paar jaar
betaalde hij niet slechts zijn schulden
af; hij had zijn eerste miljoen (dol
lars) verdiend.
PAUL MEENDE toen, dat hij be
ter van het leven kon profiteren
dan werken. Hij behoefde het ple
zier trouwens niet ver te zoeken aange
zien de familie zich, na de aankoop
van uitgebreide olieconcessies in Cali-
fornië, in Beverley Hills had gevestigd
temidden van de pretmakers van het
zich snel uitbreidende Hollywood.
Hier ontmoette hij de achttienjari
ge Jeanette Demont, een meisje van
Poolse afkomst met wie hij in 1923
overijld in het huwelijk trad om er an
derhalf jaar later van te scheiden, na
dat Jeanette hem een zoon, George
Franklin Getty, had geschonken. Het
hele leven van de miljardair wordt ge
kenmerkt door een opeenvolging van
wat men vakantieperiodes zou kunnen
noemen en van jaren van hard wer
ken. In elk van de „vakanties" ver
loor hij zijn hart aan een andere
vrouw en trouwde haar om zijn huwe
lijk in de daaropvolgende „werkperio
de" op de klippen te zien stranden.
Zijn tweede vrouw was Allene Ash-
by, de dochter van een veefokker uit
Texas. De derde was een jonge Duit
se, Adolfine Helmie, die hem,zijn twee
de zoon, Jean Paul Getty, schonk, de
vierde de filmactrice Ann Rork en de
vijfde Louise Dudley Lynch, een nacht
clubzangeres, die tijdens de tweede
wereldoorlog een carrière van opera
zangeres in Italië probeerde op te bou
wen maar er als spionne werd gearres
teerd. Gelukkig was de „gouden arm"
van de petroleummagnaat (hij noem
de Mussolini „de grootste Italiaan se
dert keizer Augustus") lang genoeg om
haar uit de handen van de Italiaanse
justitie te halen.
In zijn werkperiode had Paul Getty
geen tijd voor plezier of romantiek.
Zijn huwelijken mislukten trouwens
goeddeels omdat hij voor zijn vrouwen
geen tijd had en al zijn aandacht richt
te op de olie-exploitatie. Het boren van
l OEN VADER GETTY in 1929 stierf
liet hij ondanks de krach van Wall
Street een fortuin van tien miljoen
dollar na, allemaal geïnvesteerd in de
olie. Zoonlief kreeg echter niet de min
ste zeggenschap over dit fortuin. De
oude, keiharde mama Getty, die haar
zoon wegens diens liefdesavonturen niet
kon uitstaan, kreeg het beheer over de
erfenis. Voor Paul bleef er niets ander»
over zijn ambities een andere rich
ting te geven. Hij begon de aandelen
van de „Tidewater Company" op te
kopen en kreeg dat concern in zijn be
zit. In dat jaar droeg mama Getty,
intniddels tachtig, aan haar zoon de
scepter van het Getty-imperium over.
In de tweede wereldoorlog waagde
Paul ook een kans in de vliegtuig-indus
trie, wat hem vele miljoenen dollars op
bracht. Na de oorlog vinden we hem te
rug in het Midden-Oosten, waar hij de
olieconcessie verwerft van de zoge
naamde „neutrale zone" die voor de
helft aan Koeweit, voor de andere helft
aan Saoedi-Arabië behoort.
HET WAS een dure koop. Paul Getty
moest bij het tekenen van het contract
9,5 miljoen dollar neertellen plus een
miljoen dollar politierecht per jaar plu»
één percent van de exploitatiewinst.
Aanvankelijk was de operatie geen
succes. Het duurde vijf jaar voordat er
olie werd gevonden. De eerste boorput
ten gaven slechts een schamele op
brengst. De exploitatie in dit woestijn
gebied bleek bovendien uitermate duur.
De kans keerde toen in 1956 op 2000
meter diepte een belangrijke olielaag
werd ontdekt. De reserves van deze
concessie worden thans op ongeveer 13
miljard vaten (een vat is 159 liter) ge
schat. In 1959 vestigde Paul Getty zich
in Engeland, waar hij het kasteel Sut
ton Place van de hertog van Suther
land voor 3,6 miljoen guldens kocht,
dat hij liet inrichten als museum.
Nu hij weer enkele jaren ouder is ge
worden en de jicht hem niet meer met
rust laat, heeft hij in Ladispoli ten
noorden van Rome een oude burcht ge
kocht, eigendom van de adellijke fami
lie Odescalchi, die voor een bedrag van
1 miljard lire in een „bewoonbaar" pa
leis zal worden veranderd.