en SERGE GAINSBOURG, „DE BEATLES IN DE SCHADUW m i POLLE, PELLI EN PINGO RECHTER TIE RAMMETJE FOK mm rijzende ster aan het showbiz firmament i -ï Ons vervolgverhaal MAANDAG 26 SEPTEMBER 1966 8 Een oorspronkelijke Nederlandse roman door Willy Corsari "A. V -TT'; zorg ervoor, mie, mt x>e kijkgaten) Jeckyll en Hyde Kerm Sisklanten „Tops" in Amerika 122) Ze trok de wenkbrauwen op. „Je bent niet de eerste. Maar sinds '43 ben ik alleen. Ik vind het prettig, als er iemand in huis is 's avonds. Het is dan soms wel. Zij zocht naar een woord en zei vlakweg: „wat moeilijk." „Ja, dat begrijp ik, zo alleen in dit grote, holle huis. Had je niet bij je moeder kunnen wonen?" „Er moet iemand in huis zijn. Er wordt overal ingebroken." „Maar als vrouw alleen kun je toch niet veel doen." „O, er is een heel mooi oud zwaard beneden. In geval van nood niet zo kwaad om mee van je af te slaan. En ik ben vrij sterk." Ze keek naar haar handen. Neen, het is niet daar om, dat ik het alleen zijn 's nachts niet prettig vind. Na zeven uur kwam ze hem halen. Ze zei: „Ik kan je geen warm eten boven brengen, mijn.meisje zou het merken." Hij zat in de kleine keuken, die be haaglijk was, omdat het noodkachel- tje er brandde. Hij at bonensoep en suikerbieten. Toen zaten ze in de ver kleinde voorkamer, gehuld in dekens. Hij vertelde van zijn ouders en zijn angst om hen. „De laatste maal dat ze hier waren was in '36. Ik zie ze misschien nooit meer." „Zullen we wat kaarten?" vroeg zij. Ze speelden kaart, tot ze naar bed gingen. Voor het eerst sinds vier ja ren had hij urenlang met iemand door gebracht, zonder dat er éénmaal was gesproken over de oorlog, de toestand en alles, wat daarmede samenhing. Het was, of zij een barrière van stil te had opgetrokken tussen zichzelf en dat alles. De eerste dagen viel hem het nietsdoen niet zwaar en hij las met gulzigheid. Maar toen begon hij zich onrustig en vaag schuldig te voelen. Hij dacht aan de anderen. In wat voor toestand die nu wel zouden zijn. En aan degenen, die nog altijd bezig waren, terwijl hij het hier be haaglijk had en vrij veilig. Het erg ste was, dat in die uren van alleen zijn de angst om zijn ouders hem weer begon te kwellen. Zij trachtte hem moed in te spreken en op te beuren. Eens toen zij met eten bo ven kwam, zat hij op de rand van het bed, het hoofd in de handen. Hij keek niet op, om haar te verbergen, dat hij gehuild had. „Ik weet wat het is", zei ze en ging naast hem zitten. „Dat denken dat is het, waarom de avonden en nachten soms.verschrikkelijk wa ren. Ik dacht dan aan mijn zoon." Hij schrok. „Heb je een zoon? Is hij „Neen, ik heb geluk gehad. Gek, dat noem je nu zo. Hij kreeg tubercu lose en ik dacht toen, dat iets er- gers mij niet had kunnen overkomen. Ik bracht hem naar Zwitserland en nu ben ik dankbaar, dat het zo ge gaan is. Ik heb nog vrij lang be richt gehad. Hij was al uit het sa natorium en bij kennissen van me in Zürich. Hij zou daar naar school Charles Charlotte gaan. Hei is alles in orde met hem. Natuurlijk is het in orde. Maar 's nachts.dan geloof je dat soms niet". Ze zweeg even en zei toen: „Jij hebt meer reden voor angst om je ouders, dat is waar. Maar ik denk soms opeens; hij kan weer ziek zijn geworden, hij ligt misschien op ster ven, of is al dood en ik weet niets, ik kan niets voor hem doen, ik zal hem misschien nooit meer zien". Hij legde zijn hand op de hare. Het deed hem nu goed, dat hij even die onverstoorbare kalmte had zien bre ken. Hij voelde zich nu vertrouw der met haar. Ze zei: „Je kunt iets voor me doen, als je werk wilt hebben. Je kunt papieren voor me in orde bren gen." Ze bracht hem mappen vol corres pondentie en kwitanties. Hij was blij mei een nuttige bezigheid en vermoedde niet, dat zij alles opzette lijk door elkaar had gegooid. Een avond namen ze de grammo foon en de platen mee naar beneden en luisterden naar liedjes. Hij neurie de een refrein: „Dancing in the dark, till the tune ends, we 're dan cing in the dark, and it soon ends. Heel toepasselijk, dacht hij. Dansen in het donker en het zal spoedig ein digen. De vraag is maar hoe. Opeens kwam hij met een schok overeind en ook zij was opgestaan. Er werd gebeld. Hij was in een ogenblik langs haar heen, de kamer uit en naar boven. Daar sloot hij zijn kamerdeur af en deed de kast open. Zijn vingers beef den zo, dat hij een tijdje vergeefs over de achterwand tastte. Hij beet de tanden op elkaar en spande zijn oren in cm een geluid op te vangen. Verdomde stommiteit, dat hij zich niet had geoefend met die kast. Als een rat in een val hier. Als een rat De wand week opzij. Hij zat weggedoken in de duistere ruimte achter de kast, tot hij haar hoorde kloppen en roepen. Toen hij open maakte, hoorde hij verbluft dat zij lachte in het donker. „Kom", zei ze, „ik moet je iets laten zien." Beneden wees ze naar de divan. Daar lag een kleine kat op. Een wit poesje, met een kopje, dat een mas kertje leek te dragen. „Een Siamees", zei ze, „en nog heel jong, het duurt altijd een maand of vijf, voordat ze beige beginnen te worden". „Is er daarvoor. „Ja," Zij lachte weer. „Toen ik open deed stond er een militair. Met dat poesje in zijn armen. Hij vroeg of het van mij was en toen ik neen zei, of ik het niet wilde binnenhalen, het was zo koud buiten voor het ar me diertje". Ze lachte zo. dat hij zei: „Ga zitten. Zal ik een glas water halen?" „O neen, ik ben niet hysterisch", zei ze, ,ik lach altijd op gekke mo menten. Geef toe, dat er iets tragi komisch zit in die zorg om een dier". (Wordt vervolgd.) ff Het vliegtuig van de Air-France landde op Löndon Airport en taxiede naar het platform. Er zat slechts een handvol mensen in. Eén van de laatsten die uit stapte om zich langs de eindeloze gangen naar de douane te begeven was een jongeman met donker haar en een uitzonderlijk grote neus. Zijn kleine zwarte koffertje zette hij op de bank bij de douane. Hij wacht te rustig tot hij aan de beurt was. „IS DAT al uw bagage, sir?" vroeg de ambtenaar. „Yes" zei de jongeman. De ambtenaar toonde hem een kaart waarop met grote letters stond geschreven wat men allemaal zonder betaling in het Verenigde Koninkrijk mag invoeren. De man met de grote neus bestudeerde de kaart uitvoerig. „Hebt u de kaart gelezen, sir?" vroeg de ambtenaar. „Yes" zei de jongeman. „Hebt u het begrepen?" vroeg de amb tenaar. „Yes". „Hebt u wat aan te geven?" „Niets". „Wat zit er in dat koffertje?" „Ideeën". De ambtenaar werd attent. Dit lag bui ten zijn terrein. Ideeën zijn niet belastbaar en niet strafbaar, maar hij was toch wel nieuwsgierig naar de inhoud van het koffertje. „Wilt u het even openmaken?" vroeg hij beleefd. De jongeman ontsloot het kof- INCASSO WEEKABONNEMENTEN De incasso van het abonnementsgeld iedere week kost veel tijd en moeite, aan u en aan onze bezorgers. Er zijn twee mogelijkheden om het ongemak in dit opzicht te vermijden a. Overgang op een kwartaalabonne ment. b. Betaling aan de bezorger voor een periode van 4—5 weken. U krijgt dan een door de bezorger onder tekend ontvangstbewijs. Misver stand over de betaling is daardoor uitgesloten. Het resultaat voor u Minder geloop naar en gebel aan de deur; in uw wijk daardoor een vlottere bezorging. Voor de bezorger minder last. Probeert u het eens. DE ADMINISTRATIE. e COP. MAPTEN TOONDE* 55. De dorpssmid droogde zijn tranen en overhandig de het ochtendblad aan zijn bezoeker. „Hier!" sprak hij. „Op de voorpagina! Dat artikel over de treinroof! Moet je eens zien - die foto van de Verdachte - Panda! Zie je die onschuldige kijkertjes? En dat gaat achter de tralies! Is het niet droevig? Lees maar even, ter wijl ik een snijbrander voor je opzoek. Hij trok zich terug in zijn smidse en begon daar te rommelen, op zoek naar het gevraagde artikel. „Misschien gaat hij wel voor levenslang in de cel!" vervolgde hij mompe lend. „Nooit zal hij meer hoepelen of met de tol spe len. Nee - op water en brood, tussen de ratten en spinnen.Ik moet er niet aan denken! Aha - wacht eens! Hier is een snijbrander!" Zijn bezoeker vouwde de krant open en trok zijn portefeuille. „Vijftien flo rijnen", sprak de smid. „Omdat jij het bent! Ach, ach.Ik zie steeds maar die droevige kijkertjes voor me van die Panda. MOOI ROND WORDEN V ZON IOKOMOTIEF KUN JETOCH VOOR VEEb DIN6EN 6E- 6RUIK.EN. BIJVOORBEELD AtS UITKIJKTOREN 1 WE HEBBEN NOG GEEN STOOKGAT, PO HE i ACH JA, EEN IOKOMOTIEF RIJDT NIET ZONDER ROOK 2216-H fertje. De ambtenaar doorwoelde de in houd. Een pyjama, een kamerjas, toiletar tikelen, een overhemd. „Wat is het doel van uw bezoek?" vroeg hij. „Ideeën verkopen" zei de man. „Mag ik uw paspoort even zien?" vroeg de ambtenaar. Het boekje werd hem over handigd. De ambtenaar las de naam: Serge Gainsbourg. Het zei hem niets. Hij sloot het koffertje, gaf de pas terug en maakte een kryptisch krijtteken op de zwarte koffer. Hij keek de merkwaardige ideeënverkoper lang na. Hij zou zijn vrouw weer wat te vertellen hebben vanavond. DE MUSICUS Arthur Greenslade zat die avond naar de televisie te kijken toen de telefoon ging. Geërgerd stond hij op. Hij bleef lang weg en zijn favoriete pro gramma was afgelopen, toen hij terug kwam.' „Waar was je zo lang?" yroeg zijn vrouw. „Serge Gainsbourg" zei Greenslade, „hij zit in een tent in Soho en wil dat ik bij hem kom. Hij heeft ideeën. „Kan dat morgen niet?" vroeg mevrouw Greenslade. „Nee" zei haar man, „Gainsbourg is een van de komende sterren en we heb ben al een brief uit Parijs, waarin zijn bezoek wordt aangekondigd. Tot straks!" In een Soho Beatclub vond Arthur Greenslade, monsieur Gainsbourg. Hij zat aan een tafeltje en dronk champagne. Na de begroeting zei Greenslade: „Wat was er voor dringends?" „Ik had een idee" zei Serge Gainsbourg, „ik heb altijd geweten dat ik het beter kon dan de Beatles. Wel nu, het is zo. Ik proef het succes. Ik ga op dit Britse thema voortwerken. Ik heb al een hele reeks ideeën. Vannacht ga ik schrijven, morgen gaan we arrangeren en overmorgen opnemen. U KENT het verhaal van dr.-Jekyll and mr. Hyde. Dat ga ik in beat transformeren. Ook wil ik weten wat hier op het ogen blik „in" ep wat „uit" is. Daar heb ik ook al een idee voor. Hij moest een hele tijd praten voordat hij Greenslade duidelijk had gemaakt, wat zijn idee was. De musicus keek naar de glimlach van Serge en hij dacht: Als iemand het kan, dan kan hij het! Drie weken later wist Greenslade dat hij niet voor niets zijn televisie had opgeofferd. Zeker, de Beatles waren nog lang niet „out", maar Serge Gainsbourg was wel helemaal „in"! Gainsbourg is een merkwaardige maar vooral veelzijdige figuur. Als hij geen componist en zanger was, zou hij kunst schilder willen zijn, een surrealist. Hij heeft eens twee maanden bij Salvador Dali gelogeerd die hij zeer bewondert. Hij heeft het gymnasium niet afgemaakt. Voor 't eindexamen werd hij uit de hoog ste klas weggestuurd wegens slecht gedrag. Hij heeft twee jaar architectuur ge studeerd en een jaar harmonieleer aan het conservatorium. Zijn grote kracht is de humor. „Humor is iets serieus nemen, wat het in werkelijkheid niet is" zegt hij, „in feite zijn humoristen doodernstige men sen. Hij schrijft zijn chansons, om de mensen aan het denken te zetten. HIJ HEEFT een diepe minachting voor de jeugdige vedettes van het chanson. Hij noemt ze kermisartiesten met naam en toenaam. Hij haat het cabaret, waar de mensen voor alles klappen wat men hun voorzet. Men heeft hem een vrouwenhater genoemd, omdat het zwakke geslacht er in zijn liedjes zo slecht afkomt. Maar dat betwist hij. Hij staat alleen op het stand punt, dat er tussen de beide sexen „nooit sprake kan zijn van een werkelijke com municatie". Hij is niet mensenschuw, maar Serge Gainsbourg, componist, arran geur, tekstdichter en zanger is van plan om een succes te worden, dat de Beatles, Brigitte Bardot en de Régie Renault overtreft. hij is het liefst alleen. Sport? Alleen op de televisie. IN POPULARITEIT steekt hij inder daad de Beatles naar de kroon. Hij was nummer één in Japan, in Mexico, in Scan dinavië, in Italië, in de Verenigde Staten met „Poupée de cire" (France Gall) en „Sherrif" (Petula Clark). Anna Karina maakt een langspeelplaat voor Philips met een dozijn nummers maar stelde als voor waarde dat Serge ze schrijven moest. Elsa Martinelli wilde haar debuut in de platen- wereld alleen maken als Gainsbourg voor haar schreef. Hij schreef voor Valérie Lagrange, voor Nana Mouskouri, voor Francoise Hardy en voor Sacha Distel. Zijn „Javanaise" is een Engels succes met de titel „Men will deceive you", gezongen door de James Bond-heldin Honor Black- man. Hij zingt zelf ook en heeft daar enige opschudding mee verwekt door werk van de Franse dichter Bossuet in rock-'n-roll- transformatie te brengen. Hij is ervan overtuigd dat hij een succes is, dat hij de Beatles, Brigitte Bardot en de Régie Re nault kan overtreffen als deviezenbron voor Frankrijk. En waarom ook niet? De opzienbarende successen van zijn populaire „toppers" bewijzen, dat hij weet wat het publiek wil èn dat hij zijn „publiek" niet al leen onder de moderne jeugd vindt. Ook ouderen kopen de platen met zijn chan sons en popsongs met graagte, ook al zegt zijn naam hun misschien even wei nig als die douaneman op Londen Airport. Maar dat is nu eenmaal het lot van com ponisten: zij vergaren nooit de populari teit die hun executanten de vedettes en de bands toevalt. Maar wél de vette royalties. Men schaf dat Serge Gainsbourg al vele miljoenen nieuwe franken waard is. 16. Rechter Tie vraagt zich af of de huisjongen iets verzwijgt, maar voor hij hem nader aan de tand kan voelen komt Tsjiao Tai terug met een mooie, slanke vrouw van ongeveer vijfentwintig jaar. Ze draagt geen poeder of rouge en haar wan gen veitonen de sporen van tranen, maar haar grote glanzende ogen, haar volle ro de lippen en ivoren teint maken haar tot een zeer aantrekkelijke vrouw. „Het spijt me zeer dat ik u zo kort na de tragedie moet lastig vallen, mevrouw Meng," be gint de Rechter, „maar u begrijpt dat snel handelen noodzakelijk is als we de moordenaar willen grijpen." Mevrouw Meng maakt een diepe buiging en be aamt de woorden van de Rechter met een hoofdknik. „Vertelt u me eerst eens wan neer u uw man het laatst in levende lijve heeft gezien," vervolgt de Rechter. Me vrouw Meng denkt even na en antwoordt dan met een zachte, welluidende stem- „We aten onze avondrijst hier in de hal. Nadat ik de tafel had afgeruimd heeft mijn man nog wat zitten lezen. Toen zei hij dat het een mooie maannacht was en dat hij nog wat wijn wilde drinken in het paviljoen, zoals hij 's avonds heel vaak deed. Ik zag hem het laatst toen ik hem een kan met wijn bracht." „Ont ving hij wel eens bezoekers in het pavil joen?" vraagt Rechter Tie nieuwsqierig. „Nooit, Edelachtbare," is het duidelijke antwoord. 635. Van alle narigheid in en om de hotelkamer had scheepskat Karo .liets gemerkt. Rustig knorrend had hij krach ten verzameld voor een nieuw concert op het dak. En slechts langzamerhand drong het tot zijn dromende brein door, dat er iets niet in orde was. Hij deed één oog open en miste Bram. Hij deed ook zijn andere oog open en miste Tutu. Ineens was de scheepskat klaarwak ker. Hij liep de hotelkamer uit en riep om zijn baas. Maar het antwoord be stond slechts uit stilte. Angstig opeens, en vol akelige voorge voelens liep Karo de straat op. Links en rechts rende hij door de straten, totdat hij bij een hoek. tegen Bram opbot ste. „Gelukkig", zei Karo, „ik was je kwijt. Is er nog iaat bijzonders gebeurd?" „Óns schip is gestolen en ik ben uit de gevangenis ontsnapt", zei Bram. „Maar als je nou vraagt iets bijzonders. nee, dat 'is er eigenlijk niet gebeurd".

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1966 | | pagina 8