en Spanjaarden woedend over „Columbus- ontering" in Amerika 0 „Ericson Day" zes dagen vóór „Columbus Day" POLLE, PELLI EN PINGO RECHTER TIE 15 RAMMETJE FOK PANDA EN DE MEESTER KRIST AI.-KIJKER 15 DINSDAG 27 SEPTEMBER 1966 Ortf vervolgverhaal Een oorspronkelijke Nederlandse roman door Willy Corsari Oude glorie Bittere pil Italiaans accent A I tfVWWMAAAAAAAAAAA Charles 123) Ze ging op de divan zitten en streel de het poesje. ..Arme kleine, ik zal hem maar hou den. Mijn vorige kat is verdwenen. Die zal wel zijn opgegeten. Dit stakkerdje was zeker te klein en te mager. Maar nu krijg ik een pro bleem. Mag ik iets van de blikjes melk nemen, die ik voor mijn moe der had bestemd?" Hij zei- „Ik heb een Siamese kat gekend, die geen melk lustte, hij dronk al leen uit een lopende kraan." „Hopelijk zijn ze allemaal zo. dan ben ik van (dat probleem af. Wat wij hier hebben, daar mag hij wel wat van krijgen, niet?" Hij lachtte nu ook: „Dat vraag je mij?" „Je bent tenslotte mijn gast en elk hapje eten kan een dag langer le ven betekenen." Ze zei het nuchter, alsof ze sprak over iets zakelijks. Toen voegde ze er aan toe: „Die eerste avond, toen je hier kwam. moest ik aan Chris denken. Aan mijn zoon. Hoe dankbaar ik moest zijn dat hij niet hier was. Daarom vroeg ik je te blijven. Ik wou wat over je moederen". Hij dacht, dat zij toch helemaal niet het moederlijke type was, maar hij zei: „Je zult hem wel aardig verwend hebben, die jongen van je." „Neen," zei ze, „neen. Ik had geen tijd. Ik heb te hard moeten werken. Ik had te veel aan mijn hoofd. Zijn vader was dood. Ik moest zorgen, dat hij een toekomst had. Ik vrees, dat ik daaraan méér heb ge dacht dan aan hem zelf. Dat heeft zich gewroken. Hij geeft niet veel om me" „Onzin", zei hij. „Ik ben zeker dat hij veel van je houdt." „Niemand houdt ooit veel van me", zei ze op vlakke toon. „Tenminste nooit lang. Ik had een man moeten worden. Misschien had ik dan een lief toegewijd vrouwtje gekregen. Zul len we platen draaien? Maar niet zulke sombere." Hij zocht een plaat uit en dacht er over, hoe wonderlijk ze was. Dood kalm, als er reden was voor zenu wen en dan opeens.Toen schoot hem iets te binnen, dat hij had op gemerkt, zonder enige aandacht er aan te besteden in zijn angst en schrik. Hij zag haar weer voor zich op dat ogenblik toen ze beiden even roerloos tegenover elkaar hadden ge staan nadat de bel had geklonken. Hij zag het gebaar dat zij toen maak te: ze had een kruis geslagen. Hij dacht: ze is katholiek. Dat gaf hem een gewaarwording, alsof zij iemand was van een ander ras, die met hem sprak in zijn taal, maar van wie hij de eigen taal niet kende en nooit zou kunnen leren. Alex ordende mappen. Hij was nooit in zijn leven zo gelukkig ge weest omdat hij werken kon. Boven dien interesseerde hem dit werk, om dat hij door die oude brieven en kwi tanties een indruk er van kreeg hoe zij haar zaak had opgebouwd. Charlotte Soms vroeg hij haar 't een en an der en zij vertelde hem over de moeilijke eerste tijd en hoe zij gaan deweg omhoog was gekomen en haar doel had bereikt; nu was Renierse een begrip voor de kenners. „Ja, in zaken is het me tenslotte meegelopen", zei ze. Hij dacht: en verder? Verder niet. Zij had het gezicht van een vrouw, die niet gelukkig is en het misschien nooit is geweest. De mappen waren tenslotte alle netjes in orde gebracht en in het begin van december, toen zij hem eten boven bracht, zei hij bruusk: „Ik moet hier weg. Ik houd het niet uit. Ik word hier gek". De kamer was schemerig. Het werd bijna niet meer licht en hij moest zuinig zijn met de kaarsen. Van le zen kwam zodoende niet veel. Hij liep heen en weer en dacht, of lag op bed en dacht. Soms lag hij dan te huilen. Hij, die als kind zelden ge huild had en later nooit meer. Hij liep heen en weer en praatte, met schorre stem. „Ik heb niets meer te doen. De mappen zijn klaar en ik zou trouwens niets kunnen doen, het is bijna de hele dag donker. Als ik er maar uit kon lopen, buiten zijn. Maar ik wil geen risico nemen, vooral niet voor jou. Voor mezelf evenmin, laat ik eerlijk zijn. Als ik bij de anderen was gebleven, zou ik zijn doorgegaan. Dat doe je dan bijna automatisch. Je bent er dan aan gewend, dat je gevaar loopt. Hier voel je het, hier weet je het, elk ogenblik dat er toch iets mis kan gaan, een bel, kloppen en bonzen, voetstappen, de schuil plaats die wordt ontdekt of jou ne men ze mee. „Wat wil je dan?" vroeg zij. „Ik weet het niet. Ergens anders onderduiken zou waanzin zijn. Ik zou het nergens hebben zoals hier. Neen, dat is het niet. Let er niet op, ik ben in de war. Ik ben op, dat is het. Jij kunt er uit. Jij ziet elke dag mensen, jij hebt werk, ik. 's Avonds werd hij rustig, kon zijn uitbarsting nauwelijks meer begrij pen en schaamde zich. Ze zaten nu dikwijls in het donker, om petro leum te sparen en ook dat kon hem niet schelen. Je praatte. Met haar kon je altijd over dingen spreken, die je interesseerden. Hij hoorde haar graag vertellen van haar werk, hij vertelde zelf van zijn oom, die zo verzot was geweest op antiek en altijd ruzie had met zijn vrouw, als hij weer zo'n dure stoel had ge kocht. „Er op zitten kun je niet!" had ze soms geroepen, „daar is het ding te wrak voor. en de bekleding is versleten, wat heb je aan die rommel? Zou je soms een vrouw willen hebben, die vierhonderd jaar oud was?" Dan lachten ze. Ze lachten ook, als zij vertelde van klanten, lastige, fana tieke, onwetende. Ze smeerden fos for, die zij toevallig had, op hun speelkaarten en probeerden zo te spe len in het donker. Het was geen groot succes maar ze vermaakten zich. (Wordt vervolgd.) (Van onze correspondent) BARCELONA Wie heeft Amerika ontdekt, de baardige Viking Leif Erricson omstreeks het jaar dui zend, of de Italiaanse Spanjaard Christoffel Columbus die op 12 oktober 1492 voet aan wal in de nieuwe we reld zette? Een historische strijdvraag die door de Spanjaarden nogal geëmotioneerd benaderd wordt. Volgens hen zal het wel waar zijn dat de Vikingen bij na duizend jaar geleden min of meer „per ongeluk' de Atlantische Oceaan overstaken en ergens geland of gestrand zijn in de buurt waar nu de grens tussen Ca nada en Noord-Amerika ligt. Deze drieste Noorman nen zijn volgens de Spanjaarden echter „onver richt er- zake" teruggekeerd of in een armzalig kampement aan de Amerikaanse kust uitgestorven, zonder dat zij iets van betekenis op het ivestelijk halfrond hebben achter gelaten. VOLGENS HEN is het niet loochenen dat het Spaanse katholieke koningspaar Ferdinand en Isabella alleen verantwoor delijk is voor de ontdekking en de ko lonisatie van de nieuwe wereld. Zij wa ren het, die Columbus uitzonden en op grond van diens rapporten besloten, een grote expeditionaire macht naar het nieu we werelddeel te zenden om dat voor de Spaanse kroon te onderwerpen. Ook vóór Columbus zullen er ongetwijfeld Span jaarden en Portugezen zijn geweest die de verleiding niet hebben kunnen weer staan om hun karvelen verder naar het westen dan de Azoren te sturen. Volgens de overlevering moet Columbus op zijn reizen naar de West zelfs landgenoten hebben ontmoet die daar reeds jarenlang als schipbreukelingen leefden. BOZE TONGEN beweren dat hij hen ijlings om hals heeft laten brengen om dat hij de eer van zijn ontdekking voor zichzelf wilde opeisen. Hoe dat alles zij, voor de Spanjaarden is er geen twijfel mogelijk dat het hun bloedeigen voorvaderen zijn geweest aan wie zo wel Noord- als Zuid-Amerika het be staan als blanke naties te danken heb ben. Wie daaraan probeert te tornen, vindt de drieendertig miljoen Span jaarden als één (hevig verbolgen) man tegenover zich. accent omdat de Verenigde Staten altijd zijn blijven vasthouden aan de Italiaanse afkomst van de heer Columbus. De Span jaarden wijten dit aan het feit dal er in New York en andere Amerikaanse ste den veel meer Italianen dan Spanjaar den wonen en de plaatselijke politici veel- Columbus' val, gesymboliseerd in dit beeld van de ontdekkingsreizi ger: een geschenk van zijn ge boortestad Genua aan de Verenigde Staten. al bereid zijn tot „de meest ergerlijke vorm van geschiedvervalsing" om zich van de stemmen van de Italianen te ver zekeren. De instelling van „Ericson- Day" is de klap op de vuurpijl en de commentaren daarover in Spanje zijn bit ter sarcastisch. DE DAG waarop, 474 jaar geleden, Co lumbus op het strand van San Salvador de Nieuwe Wereld betrad, 12 oktober, na dert en daarmee neemt de publiciteit over Een Vikingschip a la Leif Ericson (hierboven) of het karveel Santa Maria van Columbus (in recon structie foto links vóór het Newyorkse Vrijheidsbeeld): welk van de twee landde het eerst in de Nieuwe Wereld? DE PRESIDENT van de Verenigde Staten, Lyndon Johnson heeft dezer dagen afgekondigd dat 6 oktober in het vervolg een nationale feestdag zal zijn ter herin nering van de „Ontdekking van Amerika door Leif Erricson", thans duizend jaar geleden. Deze „Ericson-Day" moet ge vierd worden met vrolijke allegorische optochten in alle grote Amerikaanse ste den waarbij het volk zich als Noorman nen zal uitdossen. HET IS begrijpelijk dat Spanje hier over op zijn achterste benen staat. Fei telijk heeft Noord-Amerika nooit voldoen de de Spaanse betekenis in zijn wor dingsgeschiedenis willen erkennen. „Co lumbus Day" die op 12 oktober wordt ge vierd, heeft een uitgesproken Italiaans -v Xv - dit roemruchte gebeuren weer toe. In Spanje is deze dag een nationale feest dag. Alle grote bedrijven zijn gesloten, niemand werkt en alle Spanjaarden voelen zich die dag Spaanser dan ooit. De „Dia de la Hispanidad", de dag van het Spaanszijn, luidde bijna vijf eeuwen ge leden de „hoogbloei" in de Spaanse hi storie in, de vestiging van het wereldrijk dat bijna de gehele evenaar omspande. Spanje voelt zich dan meer dan ooit het moederland, de kern van de gehele Spaanse wereld. En niet ten onrechte. In hun kolonisa tieijver hebben de Spaanse conquistado res hun laat-middeleeuwse cultuur weten op te leggen aan een geheel werelddeel. In hun christelijke bekeringsdrift hebben zij de cültuur van de autochtone bevol king afgebroken en op de ruïnes de ka thedralen gebouwd in naam van God en koning. Twaalf oktober is een dag van nationale trots. DOOR DE HOUDING van Amerika, dat de betekenis van deze dag ruimer ziet, wordt de Spaanse trots „onzegbaar gekwetst". Door de instelling van „Eric- son-day" erkent Noord-Amerika ook de betekenis van de Scandinavische volken bij de exploratie van de Nieuwe Wereld. Door vast te houden aan de afkomst van Columbus, wil Amerika de Italiaanse in vloed recht doen wedervaren. En is dat een wonder in een werelddeel dat zijn naam dankt aan een Italiaanse ontdek- Amerigo Vespucci? De Noordamerikaan naam dankt aan een Italiaanse ontdekker, zijn cultuur. Hij wenst zijn herkomst niet aan één land te binden, zoals Spanje dat zou willen. Noord-Amerika is door Engelsen, Fran sen en Nederlanders opengelegd. Slecht» in de zuidelijke staten is de Spaanse in vloed onmiskenbaar. Maar het is begrij pelijk dat b.v. in New York de naam van de Nederlander Peter Stuyvesant meer aanspreekt dan die van Hernandez Cor tes, de Spaanse veroveraar van Mexico. 56. De gemaskerde vreemdeling nam de snijbrander over van de smid en liep terug naar de kust, terwijl hij het bericht over de goudroof doornam. „Van de gestolen goudwagon met inhoud ontbreekt elk spoor", las hij prevelend. „De verdachte Panda kan of wil geen enkele inlichting geven. Hedenmiddag zal hij be recht worden. Van verschillende zijden wordt er op aangedrongen om de strengste straf te eisen en een voorbeeld te stellen!" Al lezende had de duistere ge daante de laatste heuveltop bereikt die hem van het water scheidde en vandaar had hij een boeiend uitzicht op de treinwagon met de goudlading. Maar het was- duidelijk, dat hij er niet van genoot. „Strengste straf. mompelde hij bedrukt. „Ja, ja! Helaas! Daar ligt een kapitaal op me te wachten... Veel, heel veel geld! Maar toch... het baaske! Over enkele ogenblikken zal hij dus voor zijn rechters worden geleid, alleen en zonder bijstand.Maar komaan! Het goud roept. Ik moet deze weke gedachten uit mijn geest bannen, want zij staan mijn toekomst in de weg. Maar toch. Ik zie steeds het stuitende rechtszaaltje voor mij ZOO DE tOKOMOTIEF RIJDEN, WANNEER WE FUNK STOKEN? 'jA ZE6, HU RIJDT EO MAAR WE6 X. HET ROOKT V JA, DAT ZIET At HEED J7 ER 60ED UIT - AARDI6 MAAR WE MOETEN N06 MEER STOKEN HE, STOP! WKOMOTIEFi WEW1UENMEE.' JE JA, DAAR HOORT VEEt, ROOK 8!J 8ENT .TOCH ONZE OKOMOTlEF.' orööïV WAARDOOR REED-tE ZOMAAR WACHT 'NS, v i KOMT ER 6E6N BEWE 6IN6 IN 2 PIB ^MNHAGIN 22i7-r. 17. Rechter Tie heeft Tsjiao Tai een seintje gegeven om met de huisjongen het vertrek te verlaten. „Mijn man ont ving zijn weinige kennissen altijd overdag, Edelachtbare," vervolgt mevrouw Meng. „Hier in de hal. Het paviljoen was hem heilig Omdat hij op mooie maannachten meestal laat opbleef, heb ik niet op hem gewacht en ben naar bed gegaan. Vanoch tend begon de huisjongen hard op de deur te bonzen enu begrijpt wat hij ver tellen kwam„Hebt u gedurende de nacht misschien nog iets ongewoons ge hoord?" vraagt de Rechter. „Ja," ant woordt mevrouw Meng. „Ik ben een keer wakker geworden van het kwaken van de kikvorsen. Overdag houden ze zich rus tig, maar 's nachts kunnen ze wel eens erg te keer gaan. Ik dacht nog dat m.ijn man iets in het water had laten vallen, maar ik ben al gauw weer ingedom meld." „Juist," zegt Rechter Tie pein zend. „Er is nog iets waarover ik graag ■uw mening zou willen horen. Uw man moet geheel onverwachts doodgestoken zijn, en de wijnkan was vrijwel leeg, daarom denk ik dat de moordenaar eerst rustig met uw man heeft zitten drinken. Maar op tafel stond alleen dit wijnkopie." Mevrouw Meng werpt een blik op het groen porseleinen kopje en zegt: „Dat is vreemd, Edelachtbare. We hebben zes van deze kopjes in huis, maar mijn man dronk altijd uit een wit kopje." 636. Het trof wel heel ongelukkig, da Brams ontvluchting niet lang onopge merkt zou blijven. Toevallig liep hij ne in de straat, waar de beroemde doedel zakspeler MacDoodle en de waard van het hotel wat napraatten over de opwin ding van die nacht. „Ik had 'm meteen al in de gaten, die Bram Fok," zei de waard. „Toen hij zijn naam in het gastenboek schreef, acht ik: „Dat zou best eens een schurk unnen zijn". Ach, als je zolang in het ak zit als ik dan herken je die lieden p een mijl afstand". Hij groette verstrooid naar de overkant, waar een zeeman voorbij ging, eer hij vervolgde: „Tja, één oogopslag is voor mij vol doende om. „Maar dat is Bram Fok", riep Mac Doodle. „Hij is ontsnapt. Alarm., hem achterna.je huis uit.Schot op, Schieten. Ik bedoel: schiet op. Schotten." In zijn verwarring haalde hij alle woor den door elkaar. En dat gdf Bram een kans om een kleine voorsprong te nemen door via een poortje een smalle steeg binnen te vluchten. Maar de waard en MacDoodle renden hem al achterna.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1966 | | pagina 15