DE LAATSTE KONING VAN DE WEENSE OPERETTE Balletboek over Béjart Beatle John Lennon wordt in Spanje niet herkend ZATERDAG 1 OKTOBER 1966 Erbij 14 HET BEWOGEN LEVEN VAN ROBERT STOLZ, DIE VANAVOND ZIJN „HULDE" KOMT HALEN (Van onze correspondent) WENEN OP EEN LUWE zo meravond ontmoetten wij in de tuin van een echte Weense „Heu- riger" in Grinzing dr. Robert Stolz, de laatste koning van de Weense operette, die tijdens het Grand Gala du Disque op 1 oktober wordt gehuldigd. Hij vroeg: „Weet u dat mijn ope rette „Wenn die Veilchen blühen" voor het eerst in de Prinsesse- schouwburg in Den Haag is opge voerd? Ik schreef dit werk in We nen toen Hitler in Duitsland al aan de macht was gekomen en ik Ber lijn had verlaten". Dr. Robert Stolz is al 86, maar hij is nog altijd een opgewekt, geestig en slagvaar dig man, die nog steeds compo neert. Hij schrijft de muziek voor de Weense IJsrevue. En dat doet hij al tien jaar lang. Wanneer men hem naar de verklaring voor zijn ongebroken vitaliteit vraagt, wijst hij op zijn vrouw, die hij „Einzi" noemt, een afkorting van „die Ein- zige". Zij is het die alle zorgen en zakelijke dingen van hem afneemt, zodat hij ongestoord kan werken. Zijn muzikaliteit heeft hij niet van een vreemde. In 1880 werd hij als twaalfde en laatste kind van het echtpaar Stolz geboren in Graz, de hoofdstad van de provin cie Stiermarken. Zijn vader, diri gent en hoofd van een muziek school, dirigeerde voor het eerst de „Tannhauser" van Wagner, Roberts moeder gaf pianolessen en al zijn broers en zusters waren buitenge woon muzikaal. De jongste bleek de begaafdste te zijn: hij schreef 42 operettes en musicals, compo neerde de muziek voor tien seizoe nen van de Weense IJsrevue en voor 98 films en schonk de wereld ten slotte tweeduizend liederen, concerten en walsen. Geldzorgen Léhar In Berlijn Eigen schouwburg Naar Parijs Op Broadway Doktersadvies Opus Stijlanalyse Stolz repeteert met de Hofstad operette. STOLZ DENKT en leeft alleen in Weense muziek. Nieuwe melodieën en thema's vallen hem zomaar te binnen en toch zegt hij: „Je moet vöor vijftig percent talent hebben, voor de rest moet je werken, werken en nog eens werken". In het begin leek het alsof hij een mislukkeling zou worden. Op de lage re en middelbare school was hij altijd de laatste van de klas, behalve in te kenen en zingen. Voor zijn eindexa men zakte hij. Hij spijbelde dikwijls en dan vond men hem bij de repeti ties in de schouwburg. Wel gaf hij blij ken van grote muzikaliteit: toen hij elf was werd er al 'n compositie van hem uitgevoerd en als jongen van zeventien stond hij als dirigent achter de lesse naar van het Concertgebouw in Graz. Zijn moeder zat met tranen in de ogen in de loge. Wanneer Stolz over zijn leven ver telt, merkt men dadelijk dat hij niet de gaven had om minister van Finan ciën te kunnen worden, maar zijn op timisme hielp hem altijd over de ma teriële moeilijkheden heen. Hij begon in Marburg Maribor in het huidige Joegoslavië als tweede dirigent; te vens moest hij als toneelspeler insprin gen. Het leverde weinig op en dit was ook later het geval toen hij als kapel meester dienst deed in het Oostenrijk se leger. Na de eerste wereldoorlog maakte hij met een aantal zangers en zangeressen een tournee door de Sov jet-Unie. Het succes was groot, maar de groep viel uit elkaar doordat de zangeressen stuk voor stuk een huwe lijksaanzoek van Russen kregen en trouwden. Stolz en zijn zangers ble ven over, en daar de betaling niet da verend moet zijn geweest, konden zij de terugreis naar Oostenrijk niet eens uit eigen zak betalen. Vervolgens werd hij tweede kapel meester in Brünn Brno in het hui dige Tsjechoslowakije maar voor een serieuze dirigent zag hij er veel te jong uit: hij liet zijn baard staan. Ook in Brünn was hij permanent platzak, maar hij bleef onbezorgd, dirigeerde en componeerde en wanneer hij toevallig goed in het geld zat, nodigde hij vrienden en kennissen uit en on dersteunde zijn arme collega's. IN 1920 volgde zijn benoeming tot eerste dirigent aan de beste operette schouwburg in de Oostenrijkse hoofd stad, het „Theater an der Wien". Het gelukte hem de Weense operette, die ook toen al voor dood was verklaard, te doen herleven. Hij dirigeerde als eerste de „Lustige Witwe" van Léhar. De eerste veertig avonden was de zaal niet eens halfvol; het dreigde een fias co te worden. Na de 41ste opvoering werd het een wereldsucces. De ope- De meeste vrienden die van hem had den geprofiteerd, trokken zich terug. Dat was in 1924. Hij durfde niet meer onder de mensen te komen, liet zijn baard afscheren en trok als een „on bekende" naar Berlijn. Met ongebroken optimisme ging hij daar weer aan het werk, verdiende goed en betaalde eerst al zijn schulden af. Hij was er weer bovenop. IN BERLIJN kreeg Stolz een grote kans: de geluidsfilm veroverde de we reld en Stolz schreef de muziek voob de eerste grote, succesvolle rolprent: „Zwei Herzen im dreiviertel Takt". Het werd een enorm succes. Alleen van het "Ju- Kalende Robert Stolz met stralende echtgenote. rette werd alleen al in deze schouw- Durg onder leiding van Stolz vijfhon derd maal opgevoerd. Hij woonde toen nog met een vriend op één kamer en had, ondanks al het succes, toch voortdurend schulden. Zijn schuldeisers stuurden de deurwaar der, maar deze goede man bewonder de Stolz zeer en kondigde hem zijn be zoek altijd tevoren aan. Stolz legde dan zijn horloge en het beetje geld dat hij nog bezat op het nachtkastje van zijn kamergenoot en bleef zodoende in het bezit van die „laatste reserve". Op zekere dag kwam de deurwaarder onverwacht. De dirigent zag hem ko men en legde zoals gewoonlijk zijn be zit op de gebruikelijke plaats. De deur waarder keek rond, ging naar het nachtkastje en nam het horloge en het geld in beslag. Hij was namelijk niet gekomen voor Stolz, maar voor diens vriend Langzamerhand ging het hem finan cieel beter. Hij dirigeerde en compo neerde Weense liederen die weerklank vonden in de gehele wereld. Daartoe behoren om maar een paar te noe men „Das ist der Frühling in Wien", „lm Prater blüh'n wieder die Baume", „Wien wird schön erst bei Nacht" en vooral „Salome" en „Auf der Heide blühn die letzten Rosen". Door het geweldige succes van zijn eerste eigen operettes, eerst „Lang, lang ist's her" (alleen in Wenen 700 opvoeringen) en „Das Sperrsechserl" (ruim 2500) zwom Stolz opeens in het geld. Een kennis gaf hem de raad een eigen schouwburg te pachten en geheel nieuw in te richten. Het moest een echt en uitsluitend „Robert Stolz-thea- ter" worden. Hij stak er al zijn geld in, werkte als een paard, maar het werd een mislukking. Hij verloor niet alleen al zijn geld, maar bleef ook met een ongelofelijke schuldenlast zitten. gelijknamige liedje werden al zeven miljoen partituren verkocht. Boven dien liep de film en dan nog wel met Duitse tekst veertien maan den lang op Broadway (New York). Hij was weer goed bij kas, maar verloor in 1929 opnieuw al zijn geld als gevolg van de grote deflatie en misère in Amerika. Ook dit kwam hij te boven. Hij kreeg een wereldnaam en werd uitgenodigd voor een reusachtig honorarium in Hollywood te werken. Iets later volgde uit die stad een tweede aanbod met een nog hoger ho norarium. Beide keren bedankte hij; Stolz voelde zich te sterk met Europa verbonden en kon alleen in Berlijn of Wenen leven en werken Ofschoon Stolz in de Hitler-termino- logie een „Voll-Ariër" was, kon hij het in nazi-Berlijn niet meer uithouden. Op zekere dag kreeg hij een telefoon tje: „Mijnheer Stolz, wanneer u niet op staande voet uw joodse vrienden uw huis uitstuurt, dan zal ik niet al leen uw geachte joden, maar ook u zelf laten arresteren". Stolz ging al in 1933 naar Wenen terug waar hij met open armen werd ontvangen. Hier componeerde hij „Wenn die Veilchen blühen", dat in de Engelse vertaling „White Violet", in Amerika zoveel weerklank vond dat Hollywood hem opnieuw uitnodigde; Stolz gaf weer niet thuis. KORT VOOR DE inval van Hitier in Oostenrijk nam hij de wijk naar Parijs. Daar leerde hij Louise Yvonne Ulrich kennen, die later zijn vrouw Einzi zou worden. Zij hielp hem voor al in praktische dingen en sterkte hem in zijn optimisme. Toen de Maginot- linie viel, besloten zij naar Amerika te emigreren. Einzi regelde alles: in een minimum van tijd verschafte zij hem een visum, waarbij ze handig gebruik maakte van een telegram van de Universal Pictures in Hollywood die hem uitnodigde de muziek te com poneren voor de film „Springparade". Stolz vertrok met de „Washington" naar New York, Einzi reisde via Lon den om haar familie op te zoeken en zaken te regelen. DE EERSTE JAREN in de nieuwe wereld waren moeilijk. Stolz behoorde tot het grote aantal emigranten dat werk zocht en geen geld had. Einzi, met wie hij intussen was getrouwd, was een grote steun en hij was ge lukkig met zijn dochter Clarissa. Door een toeval werd hij ook in Amerika plotseling beroemd. Bruno Walter die een concert moest dirigeren, was ziek geworden. Stolz werd uitgenodigd in te springen. Uitnodigingen en aanbiedin gen stroomden daarna binnen. De Weense operette, die men ook in de „States" dood had verklaard, werd door hem opnieuw geïntroduceerd- Hij trad regelmatig in Broadway op, met een avondvullend programma „Night in Vienna", bestaande uit louter Weense liederen, melodieën en the ma's. Toen de oorlog ten einde was behoor de de familie Stolz tot de eersten die terugkeerden naar hun vaderland. In Wenen zette hij zijn leven van dirige ren en componeren tot op de dag van vandaag voort. Hij bleef er vitaal on der, zoals men tijdens het Grand Gala du Disque zal kunnen zien aan de kracht en de zwier waarmee hij nog altijd de dirigeerstok hanteert. (Van onze correspondent) BRUSSEL. Het leven van een danser in vijftien pagina's tekst en vijfenzeventig foto's: dat is het album „Béjart et la danse", dezer dagen verschenen bij de uitgeverij Jules Verbeeck te Brussel. De tekst is van Ro ger Stengele, een Belgische mu ziek- en balletcriticus; de foto's zijn van Robert Kayaert, foto graaf bij de Belgische televisie en zo ongeveer de Belgische Serge Lido, het Brusselse equi valent van de befaamde Parijse balletfotograaf. DE NAAM van Maurice Béjart was voor 1955 eigenlijk weinig be kend. Wel had hij in het Parijse „Théatre de l'Etoile" twee balletten gemaakt, „Le songe d'une nuit d'hi- ver" op muziek van Chopin en „La Mégère apprivoisée", naar Shake speare's „Getemde feeks", op mu ziek van Scarlatti. Die hadden vrij behoorlijke critieken gekregen maar ze waren toch min of meer onder gegaan in de veelheid van hetgeen er in die tijd te Parijs op balletge- bied viel te zién. dat hij sedertdien van succes naar succes heeft meegenomen en waar mee hij de wereld heeft bereisd. Béjart heeft nooit veel aandacht aan zijn eigen biografie geschonken; vandaar dat men tot nu toe weinig van zijn jeugd wist. De inleiding van Roger Stengele leert dat de danser op 1 januari 1927 te Mar seille is geboren. Zijn werkelijke familienaam is Berger. Ztjn vader, Gaston Berger, was in die tijd nog een eerzaam handelaar in kunst mest. Later zou hij een van de meest bekende Franse wijsgeren worden, lid van het Institut de France en nog andere erefuncties bekleden. Op 30 juli 1955, midden in het zo merseizoen en eigenlijk voor een groot deel voor een publiek van toeristen, kwam hij met het opus 1 van zijn ballet-oeuvre: de „Sym- phonie pour un homme seul" symfonie voor een man alleen. Het was een solo in het repertoire van de „Ballets de l'Etoile", zo genoemd naar de gammele schouwburg bij de Place de l'Etoile, waar de com binatie, opgericht door Béjart en Jean Laurent haar thuishaven had. Dat was het eigenlijke begin van de choreograaf Béjart en sedertdien heeft hij in elf jaar meer dan vijf tig balletten geschreven en voor een groot deel ook geleid en gedanst. En daarbij nog vier avondvullende schouwspelen gearrangeerd, zoals bijvoorbeeld „De vier Heemskin deren" en „De Vogels", en de en scenering van vier opera's en ope rettes, waaronder de veelomstreden „Lustige Witwe" (december 1963), verzorgd. Zijn grootste bekendheid is wel gekomen nadat hij in 1960 door Maurice Huisman, directeur van de Brusselse Muntschouwburg, was belast met de leiding van het „Ballet van de twintigste eeuw", BEJART heeft al vroeg belang stelling voor ballet en toneel ge had, en voor de letterkunde. Hij heeft gedichten geschreven en zijn schoolkameraden liet hij toneel stukjes opvoeren, die hij zelf had gemaakt. Omdat hij zo lang en ma ger was voor zijn leeftijd, consul teerde men een dokter. Die zei: laat hij maar les in klassieke dans ne men. Dat gebeurde en het is het begin geworden van de danser en choreograaf Maurice Béjart. Tien leerjaren volgden. Hij begon bij de opera van Marseille, ging naar Monte Carlo, naar Vichy, was een seizoen in de „Ballets de Paris" van Roland Petit, ging daarna met Ja- nine Charrat en Margot Fonteyn naar het „International Ballet" te Londen, was een jaar in Stockholm, en moest daarna in militaire dienst. Tenslotte kwam hij terecht bij de „Ballets de l'Etoile", waar zijn loop baan als choreograaf begon. IN 1959 had dan de befaamde uitvoering van „Le sacre du Prin- temps" plaats in de Muntschouw burg, met een combinatie van dan sers en danseressen van het „Ballet van de Munt", van het „West-end Theatre Ballet" en van het „Ballet- Théatre de Paris". De samenwer king met Huisman, die heeft geleid tot het stichten van het „Ballet van de twintigste eeuw" en tot een sa menwerking, duurt tot op de huidi ge dag. Over dat alles schrijft Stengele in zijn inleiding en hij heeft er een analyse van de balletten en een po ging tot een karakteristiek van Béjarts stijl aan toegevoegd. Deze laatste worden op voortreffelijke wijze met foto's van Kayaert ge- illustreerd. "WWWWWWWWVft/tftA/WWVtAftftftWAA/MVtAAWAft/VftftA/VVA/WWVA/WVAW/WWWWVAA/WWWWWWWWAWVVAA/WWWWWWVWA/WWVI^^ (Van onze correspondent) BARCELONA Op het vliegveld van Malaga landde een Caravelle van de Air France in vredige stilte. Op een gewone lijnvlucht uit Parijs. Nie mand lette op de passagiers en zeker niet op een ietwat vreemde reiziger met een ouderwets staal brilletje op de neus. Toch was deze man de be kendste en de laatste tijd herhaalde lijk in het nieuws zijnde Beatle John Lennon. Waar anders honderden politiemannen opdraven, hysterische fans weggedragen worden en reporters elkaar onder de voet lopen, flitste nu geen enkele camera. WAAR HAD de veelvuldig bestorm de Beatle deze rustige landing aan te danken? Een Duitse kapper heeft zijn Beatlepruik onder handen genomen, omdat John een rol vervult als ser geant in een oorlogsfilm en daaraan zijn weelderige haardos moest offeren. Veel is er niet af. Hij valt er beslist John Lennon niet minder mee op. De grootste ver momming is zijn brilletje van een mo del zoals onze grootvaders droegen. Hij heeft daardoor iets van een dorps onderwijzer, die met de moderne haar mode wil meedoen, maar geen afstand heeft kunnen doen van zijn „frikken- bril". JOHN LENNON vertelt enthousiast over de film waarin hij op eigen houtje probeert de oorlog te winnen. In Mar- bella, aan de Spaanse Costa del Sol, zal een belangrijk deel van deze rol prent „Hoe ik de oorlog won" worden opgenomen. Zuid-Spanje is de laatste tijd voor Dij na alle grote filmmaat schappijen een aantrekkelijk decor. De lagere levensstandaard in Spanje drukt de hoge filmkosten. Bovendien is het weer vrijwel altijd goed voor op namen. Het Spaanse landschap biedt duizend-en-een variaties voor camera mensen. Duizenden figuranten zijn voor weinig geld bereid zich te laten uitdos sen als leden van een Engels bevrij dingsleger dan wel als Chinezen, Ro meinen of Mongolen. Hoe lang zal „sergeant".John Lennon van de andere Beatles gescheiden zijn? Hij weet het niet precies; acht weken, misschien vijftien. Waarom maakt hij een film zonder zijn vrienden' „Wij hebben alleen een contract om samen muziek te maken. In alle andere gevallen kunnen wij doen wat wij wil len. Maar ik mis ze wel." Er werd hem gevraagd hoeveel hij met deze film verdiende? Met een ver strooid gebaar antwoordde hij dat hij het niet weet. „Dat soort zaken interesseert me niet. Daar hebben mensen als wij managers voor". HET IS DUIDELIJK dat zijn mana ger, Brian Epstein, hem grondig op het hart heeft gedrukt uitspraken, zoals on langs in Amerika gedaan, achterwege te laten. De Spaanse tolk vertaalt de vragen van Spaanse verslaggevers, maar John Lennon denkt er ook niet aan door eventuele verdere uitlatingen nog meer stof in de wereld te doen opwaaien. Hij blijft met zijn antwoorden op de vlakt* en is alleen van plan van zijn film een succes te maken.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1966 | | pagina 14