9MNË
m l
„DRU"-BEKUMMER SCHRIDDEL
VERTELT OVER ZIJN REDDING
ZATERDAG 1 OKTOBER 1 966 Erbij 15
111^
fgïf
- 1
■HMMvr
i
'm
Zo ging het vroegereen van de eerste beklimmingen van de Mont Blanc.
Een groep klimmers valt de Dru
aan. Terwijl de voorste man al uit
het beeld is verdwenen, hangt de
middelste aan een haak, steunend
op de „stijgbeugels". Rechts onder
laat de derde man een wakend oog
gaan over het ingewikkelde samen
stel van touwen.
Dreigend onweer
Grapje
m
Edelweiss
Vijftig man
Rekeningen
Het Mont Blanc-massief
o<:
A
X-'
BERGSPORT IS MOEILIJK
AAN BANDEN TE LEGGEN
HET BOVENSTAANDE natuur
lijk alleen voor de bergbeklimmers
van de hoogste bekwaamheid. De
alpinisten, die het met wat minder
capaciteiten (of minder ambities)
moeten stellen zijn er tevreden
mee mooie tochten te maken over
routes, die voordien al betreden
zijn. Niet, dat zij als bergwande
laars de paden volgen, neen, zy
zullen graag de middelen van de
techniek gebruiken, en zullen er
naar streven desnoods grote moei
lijkheden te overwinnen. Maar het
streven de overwinning in uiterst
moeilyke omstandigheden te be
halen is hun vreemd.
Dat de hoogte lang niet alles zegt
over de moeilijkheid blijkt wel hieruit
dat de Mont Blanc (4810 meter) be
paald niet als een moeilijke berg geldt.
Als men wat ervaring heeft, een goe
de gids neemt en over voldoende uit
houdingsvermogen beschikt, zal men
de Mont Blanc eerder beklimmen dan
bijvoorbeeld de toch lagere Dru.
Maar toch zijn er dit seizoen zeer
velen gesneuveld op de Mont Blanc.
Niet door het niet aan kunnen van al-
pinistische moeilijkheden, maar voor
namelijk door het verkeerd taxeren
van het weer, door te groot optimisme.
Mentale eigenschappen spelen nu een
maal een grote rol in de bergsport.
Maar geen bergongeval heeft deze zo
mer meer de aandacht getrokken dan
de redding van twee mannen op de Dru.
Een moeilijke top in het Mont Blanc-
massief. Een „kluif" voor iedere al
pinist, zeker langs de moeilijkste rou
te. Maar in elk geval een dodelijke
dreiging als het weer niet betrouw
baar is. Weinig bergen staan zo bekend
om het grote gevaar dat men er bij
een weersomslag loopt. Onweer in de
bergen, het staat bekend als een der
grootste gevaren. Over geen berg wor
den meer verhalen met het onweer als
onderwerp verteld als juist over de
Dru
In het ziekenhuis van Chamonix spra
ken we onlangs met Hermann Schriddel
één van de twee mannen die vier
nachten honderd meter onder de top
van de Dru hebben vastgezeten. Hij
heeft geluk gehad, zijn bevroren rech
tervoet zal gauw genezen, maar even
goed had hij dood kunnen zijn. Ter
wijl hij vertelt, breekt buiten het nood
weer los.
„Hoor je dat lawaai?" zegt hij.
Heinz Ramisch en ik zaten er mid
denin. De vonken sloegen om ons heen
in de bergwand. Afschuwelijk. We za
ten gehurkt op een platform van één
bij twee meter. Bijna honderd meter
recht omhoog de top van de Dru. ze
venhonderd meter onder ons de veilige
gletscher. Het ging sneeuwen. De tem
peratuur daalde tot een paar graden
onder nul. De wand werd spekglad. We
kropen onder ons bivakzeil. We voel
den ons gevangenen".
De dertigjarige monteur uit Karls
ruhe had al tochten rond Chamonix ge
maakt om te wennen aan de omstan
digheden in dit terrein. Het was een
paar dagen mooi weer geweest, en
daarom besloten Heinz en hij de moei
lijke west-wand van de Aiguille-du-Dru
te beklimmen.
„We wilden via de top langs de mak
kelijke noordwand naar beneden. De
eerste uren verliep alles volgens plan.
Toen brak de hel los. Een gierende
sneeuwstorm rukte ons bijna van de
wand. Het noodweer hield even plotse
ling op als het gekomen was, maar
we durfden ons niet te verroeren, om
dat er ieder ogenblik een nieuwe uit
barsting kon komen".
De mannen besloten op hulp te wach
ten. Het S.O.S. in de bergen is: zes
tekens per minuut, met een lamp, een
spiegel, een zakdoek, of fluiten op je
vingers. Drie tekens per minuut is het
antwoord. „We seinden met onze ano
raks, maar de drie tekens kwamen niet.
Het lange wachten begon. De nachten
waren het ergst. Steeds weer kwam dat
verschrikkelijke noodweer terug. We
aten sneeuw om ons noodrantsoen zo
veel mogelijk te sparen. We maakten
grapjes: „het enige wat er nog ontbreekt
is een goed glas bier".
„De vijfde dag hoorden de mannen
stemmen. „Het leek wel of ze uit het
paradijs kwamen. Ze zaten zevenhon
derd meter lager. Zes man, onder lei
ding van René Desmaison, een gids
uit Chamonix en de Amerikaan Gary
Hemming. Ze brulden: „alles okay
boven? We komen eraan! Een paar
uur later waren ze bij ons. Heinz had
nog wat noten over. Gary maakte
daarover nog een grapje. Hij zei: je
ziet maar weer dat die Duitsers ge
voel voor organisatie hebben. Als het
Fransen waren geweest, hadden ze hun
rantsoen de eerste dag al opgemaakt".
Hermann en Heinz werden veilig van
de bergwand geplukt, maar één van
de redders verloor het leven. De jon
ge Wolfgang Eggle stikte in het touw
dat hem met zijn makkers verbond.
Daarom is het verhaal van deze red
ding wereldnieuws geworden. De berg-
j- jsgj
De Duitse alpinist Hermann
Schriddel
sport werkt sterk op de verbeelding
van het publiek. De bergbeklimmer die
de top haalt, is een held. Maar als hij
faalt, valt hij diep.
Hermann Schriddel gaat gebukt on
der het feit dat iedereen hem de schuld
geeft van Eggles dood. „De mensen
begrijpen het verkeerd. We kenden
elkaar allemaal. Wolfgang en ik waren
vrienden. Iedereen kent elkaar in dit
kleine kringetje. Er heerste een grote
kameraadschap. Wat ons is overko-
ZONDAG zijn bij de beklimming
van de 3.824 meter hoge top
van de Chardonnet in het Mont-
blancmassief twee alpinisten ver
ongelukt. Vijfhonderd meter vielen de
beide mannen, een zekere dood te
gemoet. De Aiguille de Chardonnet is
niet eens zo verschrikkelijk hoog. In
het Mont-Blancmassief zijn ettelijke
vierduizenders, die ver boven deze
berg van 3.824 meter uitsteken. Maar
de moeilijkheid van een berg zit nu
eenmaal niet alleen in de hoogte. Hoge
bergen zijn over het algemeen niet
meer zo „in" bij alpinisten. Zij zoeken
naar desnoods lage bergen, die be
paalde technische problemen opleve
ren. Het eindeloze klimmen langs
enorme wanden heeft wel iets van zijn
bekoring verloren sinds de tijd dat zij
door velen zijn bedwongen. Vandaar
de pogingen in de winter, en dan
tegenwoordig liefst nog alleen.
men, had ook met een van de anderen
kunnen gebeuren en dan waren wij de
redders geweest".
Door dit ongeluk komt het gesprek
over de gevaren van de bergsport
weer op gang. De meeste ongelukken
gebeuren tijdens doodgewone bergtoch
ten. Onervaren wandelaars die net
iets te ver gaan oni edelweiss te pluk
ken. Toeristen die helemaal niet aan
het moeilijke klimwerk toekomen,
maar hoogstens wat klauteren, en dan
onverhoeds door één verkeerde bewe
ging hun evenwicht verliezen.
Het is een taak voor de reisbureaus
om deze mensen, die jaarlijjcs met
bussen tegelijk in de alpen worden aan
gevoerd en vaak nog nooit een berg
hebben gezien, van tevoren op de ge
varen te wijzen.
Het ongeluk met de twee Duitsers
echter speelde zich af tussen specialis
ten. Een wereldje apart tussen hemel
en aarde. Risico's zijn daar haast on
vermijdelijk. Schriddel en Ramisch
waren uitstekende klimmers, alleen
waren zij nog te weinig vertrouwd met
de verraderlijke weesomstandigheden
in het Mont Blancgebied.
Toch spreekt iedereen er schande
van: steeds meer mensen komen om
in de bergen, waar gaat dat heen? Nu
gaat het ook nog het leven van red
ders kosten. In de Franse en Zwitser
se pers gaan stemmen op om aan de
bergsport paal en perk te stellen. Er
zou een wet moeten komen die oner
varen mensen tegenhoudt om op eigen
houtje te gaan klimmen. Maar is zo'n
wet wel mogelijk?
Jean Franco, directeur van de na
tionale school voor de skisport en het
alpinisme, haalt zijn schouders op. Hij
is een autoriteit in de Franse berg
sportwereld. „Allemaal gepraat van
mensen die er geen verstand van heb
ben. De bergsport kun je onmogelijk
langs wettelijke weg aan banden leg
gen. Om te beginnen zou je voor iede
re bergtop een paar duizend politie
mannen nodig hebben. Door dit soort
sensationele reddingsverhalen wordt
het beeld scheef getrokken. De laatste
jaren is het aantal doden in de Franse
Alpen wel gestegen. Maar heus niet
onrustbarend. Gemiddeld tweehonderd
per jaar in Frankrijk.
De beste manier om dodelijke onge
lukken te vermijden is een zo efficiënt
mogelijk reddingssysteem. In die rich
ting moeten we het zoeken. Een red
ding kan nog veel sneller en beter dan
het nu gebeurt. Er zijn ook mensen
die aandringen op een systeem dat
gidsen vrijwaart van hachelijke en
kostbare reddingsacties. Onmogelijk.
Een goede gids kun je toch nooit te
genhouden als er iemand in nood zit".
Een te traag op gang gekomen red
dingsactie is er ook de oorzaak van
geweest dat het ongeluk met de twee
Duitsers zo'n wereldsensatie is ge
worden.
Het reddingswerk in de Franse Al
pen circuleert tussen vier groepen: de
school van Jean Franco, de club des
guides (vereniging van ongeveer hon
derd gidsen in Chamonix), de gendar
merie en de Ecole des Hautes Montag-
nes een semi-militaire organisatie).
Iedere groep neemt veertien dagen
voor zijn rekening. Tijdens dit ongeluk
was de militaire school aan de beurt.
Onder leiding van kapitein Gramont
werden ruim vijftig militairen ingezet.
Stuk voor stuk getrainde mannen in
de bergen, maar geen klimspecialisten,
zoals de gidsen of de mannen van
Jean Franco. Daarom wilde kapitein
Gramont de slachtoffers langs de
noordwand en via de top bereiken. De
makkelijkste route, die de Duitsers
zelf voor de terugtocht hadden be
waard. Dit kostte echter teveel tijd.
De in allerijl geformerde ploeg van
Hemming (Desmaison voegde zich
daar later bij) koos daarom dezelfde
weg die Schriddel en Ramisch waren
gegaan. Deze ploeg won de reddings
race.
Jean Franco zegt het zelf niet, maar
kenners beweren dat als het zijn beurt
was geweest de Duitsers in twee dagen
gered zouden geweest, door een paar
man en nog voor de kranten of tele
visie er lucht van hadden gekregen. De
rel is nu zover uitgelopen, dat Desmai
son, die zonder medeweten van zijn
collega's naar boven ging, uit de vereni
ging is gezet. Hij zit nu in Parijs en
neemt wraak door zijn verhaal en
eigen foto's duur te verkopen aan het
weekblad Paris Match, dat graag be
taalt voor deze sensatie.
In de Franse bergen blijft alles voor
lopig zoals het is. Er staan geen ver
ordeningen, geen wetten op stapel. Ook
de Zwitserse autoriteilen hebben nog
geen stappen ondernomen. Alleen in het
kanton Bern is het verboden om in een
bepaalde periode de noordwand van "de
Eiger te beklimmen.
Hermann Petrig, verantwoordelijk
voor een deel van het reddingswerk
in Zwitserland, snijdt de financiële
kant van het probleem aan. Hij zegt:
„Als we mensen veilig naar beneden
halen, krijgen we bedankjes, maar
geld zien we bijna nooit. Wij hebben
de afgelopen maand twintig keer moe
ten ingrijpen, maar er is nog geen
franc betaald. We hebben nog reke
ningen open staan tot bijna twintig
duizend francs. Als de verzekeringen
of de ouders de reddingskosten niet
betalen doen de alpinistenclubs het
wel in hun plaats, maar dat kan wel
tot Kerstmis duren".
De redding van Hermann Schridder
en Heinz Ramisch heeft buitensporig
veel geld gekost: ongeveer 30.000 gul
den. Wie zal dat betalen?
Ramisch heeft geen geld. Hij ia
student en al weer terug in Duitsland.
Schriddel zegt: „Ik ben automatisch
verzekerd omdat ik lid van een alpen
club ben. Het geld komt er heus wel."
Charmonix wacht maar af.