DRIEK WART EEUW ANSICHTKAAR TEN
Bekvechten om de vrouw in de Bundesrepubliek
21
t:
RUIME KEUS
ACTUALITEIT
ZATERDAG 1 OKTOBER 1966
Erbij
wAA,, a„.
1 f y» i»f
Él fc UJU l
(Van onze correspondent)
ROTTERDAM Het hele jaar door liggen ze klaar,
bij duizenden. Ergens in een vergeten hoekje van een
winkel, in vakken of in speciaal geconstrueerde draai
molens. Iedereen heeft er wel eens een geschreven,
iedereen heeft er wel eens een ontvangen. Daarmee be
ginnen we als klein kind tijdens het eerste klasse
uitstapje op de lagere school, bibberig geadresseerd
aan oma en opa. Daarmee eindigen we als oma en opa,
net zo bibberig, geadresseerd aan onze kleinkinderen.
Voordat we oma of opa zijn, hebben we er alles op ge
schreven. Van de „hart. gr." tot de geheimtaal met de
lange rij kruisjes waardoor niemand zich laat mislei
den en alles daartussen. Op een paar hoogtepunten na:
geboorte, huwelijk en overlijden. Die komen als rok-
kostuums op een galapremière in de geijkte mengel
moes van clichés en voornaamheid tot ons. Maar verder
wordt die mededeling geregeerd door de bonte wereld
van de ansichtkaart. Onderschat die wereld niet.
-A v
•- ;s
DE „ANSICHT" zeg maar prentbriefkaart heeft de leeftijd der ster
ken bereikt. In en rond 1891 moeten, zover men weet, de eerste verluchte
briefkaarten geboren zyn, vaak nog met de hand beschilderd of getekend.
Later werden die kunstwerkjes goeddeels kitsch, maar onmiskenbaar is de
ansichtkaart een cultuurhistorisch monument van de eerste grootte en een be
langrijk communicatiemiddel bovendien. Dat is zij eigenlijk nog steeds, on
danks de moderne massamedia als radio en t.v. Altijd, zeggen de deskundigen,
zal men elkaar prentbriefkaarten sturen als blijken van toewijding, liefde of
genegenheid. Ook als die „Groeten uit X" eens per postraket verzonden zullen
worden.
Uit de serie antieke fietsen.
VAN DE BRIEFKAART (geboren
in Oostenrijk op 1 oktober 1869) tot
de prentbriefkaart was slechts één
stap. 1891 geldt als het geboortejaar
van de ansicht, waar precies haar
wieg stond is niet bekend. Drie jaar
later was zij al gemeengoed gewor
den in vele Europese landen, zelfs
in kleuren: Duitse lithokaarten in
meerkleurendruk overstroomden
o.a. de Britse markt; de prijs voor
de consument bedroeg één penny.
Onmiddellijk ontstond er een enor
me prentbriefkaartenrage die haar
hoogtepunt bereikte in het jaar
1904, toen alleen de posterijen van
Groot-Brittannië al een slordige
zestien miljoen ansichten per week
te verwerken kregen. Bovendien
werden er tientallen miljoenen ge
kocht voor en door verzamelaars
en bijna elk huisgezin had zijn ei
gen albums met favoriete motie
ven. De meeste landen hadden een
of meer tijdschriften die geheel op
deze verzamelwoede gericht waren,
terwijl duizenden kunstschilders,
fotografen en grafici aan de nieuwe
mode een dikke boterham verdien
den. De eerste wereldoorlog maak
te een einde aan deze ansicht-
kaartenhysterie, maar nog altijd
vormt de prentbriefkaartencircula
tie een groot deel van de omzet
ten van PTT en de drukwerkuit
gevers.
De komische zijn de ergste
Stiefbeen en zoon:
destijds een
topper.
'*v
Qua omvang niet: de gebroeders Span-
jersberg in de Rotterdamse Hoog
straat, verreweg de grootste produ
cent en importeur in Nederland, ver
handelt zo'n 35 miljoen kaarten per
jaar. Qua diversiteit niet: van Fred
Flintstone tot Russische kruisers, van
wijlen monseigneur Bekkers tot de
Euromast, het vredespaleis of de
Dom, ze staan allemaal op de an
sichtkaart.
WIE AAN ansichtkaarten denkt,
denkt meestal aan „stadsgezichten".
Mollige baby
als Eros:
gemoderniseerde
versie.
Dat is waarschijnlijk ook de oudste
vorm en voor zover momenteel niet
de belangrijkste, dan toch in elk ge
val de meest stabiele. Van de 150 tot
200 Rotterdamse stadsgezichten die in
omloop zijn bijvoorbeeld, worden er
elk jaar 25.000 gedrukt. Soms is zo'n
kaart nog binnen het seizoen uitver
kocht en moet snel worden bijge
drukt. Op dezelfde manier gaan er
duizenden naar Den Haag, naar Am
sterdam, naar Tiel met „groeten uit
de Betuwe", Otterloo („groeten van
de Veluwe") en de campings. Hoek
van Holland zet er per seizoen 20.000
om. Dit onderdeel van de collectie
blijft vrij constant, al zal de foto van
„monsieur Jacques" pas kunnen wor-
,den gemaakt gis het trottoir rond hem
niet is opengebroken en het perk ach
ter hem bloeit, al zal de serie Gro
ningen een keer vernieuwd moeten
worden omdat het gemeentebestuur
de tram uit het stadsbeeld verbant en
op trolleybussen overgaat en al zal in
de gaten moeten worden gehouden of
een stad een „verkoopbaar" punt rij
ker wordt zoals De Doelen in Rotter
dam. Een bijkomstigheid is nog dat
de welvaart de vraag steeds meer
richt op gekleurde kaarten en de
zwart-wit kaarten langzamerhand uit
de produktie verdwijnen.
MAAR DE BONTE wereld van de
ansicht is veel groter. Smaken ver
schillen immers, en smaken verande
ren. Daar zijn poezen, honden, paar
den en apen, al of niet aangekleed of
met hoedje op. Daar zijn zomaar ge
zichtjes van bolle blozende baby's
oï blote kleuters die met pijl, boog en
pijlkoker als amor poseren. Of kleu
ters die met Tiroler pakjes aan op een
bank met de armen om elkaar gesla
gen tegen de achtergrond van de al
pentoppen de volwassenen na zitten
te doen. Er zijn scènes opgezet met
poppen, zomaar een jongen en een
meisje, of series als „les amoureux
eélèbres". Denk niet dat Gabrielle
d'Estrée er in deze serie bij zit als op
het curieuze erotische schilderij in het
Louvre waarmee een anonymus haar
voor eeuwig beroemd maakte. Het is
een keurige pop van Peynet.
EN DAN de boertjes en boerinnetjes.
Typisch Nederlands, zult u zeggen.
Maar als u verder kijkt en er toeval
lig de naam „Frankie" onder vindt,
dan heeft u toch echt te maken met
een Spanjaard die in Duitsland voor
de grote firma Kruger werkt.
„Frankie" is een van de weinige
toptekenaors in de ansichtenwereld.
Hij tekent Hollandse boertjes voor
Holland, Spaanse danseressen voor
Spanje, Lederhosendragers voor Duits
land en Zwitserland en ga zo maar
door. Waarom we onze eigen boer
tjes niet tekenen? Omdat ansichten
tekenen een vak apart is dat weini
gen verstaan. Het is bijna een kunst
apart om op anderhalve vierkante de
cimeter een beetje artisticiteit te bewa
ren en toch een maximum aan pu
bliek te bereiken.
RUIME KEUZE ook voor de ondefi
nieerbare, onpeilbare leeftijdsgroepen
tussen vijftien en vijfentwintig jaar.
Scènes van jeugdland. Wielrennende
jongens in de tour der Verenigde Na
ties. Willekeurige scènes uit niet nader
aangeduide voetbalwedstrijden. Uit
Parijs een serie modieuze tekeningen
van meiSjeSkdppen getiteld „char
mes". Uit Duitsland felgekleurde ro
mantische foto's van (ringloos, dus
verliefde) stelletjes met parelwitte
glimlach, zeer in trek in de Neder
landse dorpen. Eveneens uit Duitsland
frivole alleenstaande jongedames in
bikini temidden van scheepvaartattri
buten als stuurwiel, visnet en kabels;
zeer geliefd in zeemanswijken maar
moeilijk te accepteren voor minder
ruimdenkende winkeliers. Uit België
een (goedlopende) gekleurde serie met
scènes van een tienerpartijtje waar de
gezelligheid duimendik op ligt. Men
verwacht op de achterkant een recla
mekreet van een drankproducent „on
the rocks", maar op het plaatje zijn
alle flessenetiketten zorgvuldig weg
gedraaid. Enzovoorts.
Enkele series zijn minder voor „har
telijke groeten" gemaakt dan voor de
albums van verzamelaars. De kunst-
kaarten, van Klee tot Van Eycks Ma
donna van Lucca, vallen daaronder.
De momenteel zeer populaire oude
automobielen, waarbij een Franse se
rie ook de eerste fietsmodellen onder
brengt. De oorlogsschepen, met op de
achterkant gegevens omtrent water
verplaatsing, lengte, snelheid en volle
dige bewapening. Maar er is ook een
categorie waarmee op absoluut elke
koper wordt gemikt: de „komische".
aanse serie „Leve de vakantie": een
automobilist veroorzaakt een ketting
botsing wanneer hij plotseling remt
omdat de rok opwaait van een meisje
dat langs de kant van de weg zit. Een
uit, de serie „voetbalspelregels": twee
stoere voetballers zetten een schouder
aan weerskanten van een nogal zielig
uitgevallen tegenstander. Onderschrift:
„Het is verboden een tegenstander in
de „sandwich" te nemen. (Ook al heb
je honger)".
HET INTERESSANTST evenwel is
het genre waartoe ook behoren wat in
het vak „badnimfen" heten, herken-
.baar aap hun onmetelijk dikke achter
sten. De kaarten komen uit Italië,
Frankrijk, België en Duitsland maar
het klassieke voorbeeld is toch wel de
Engelse Bamforth-serie. De kaarten
gaan naar de grote badplaatsen en
andere kermisachtige vakantieplaat
sen. Valkenburg vestigt records; in
Noordwijk en Katwijk zijn ze bijna
niet te krijgen.
99
DE HUMOR op ansicht heeft een
nadeel ten opzichte van de overige an
sichten. Het plaatje moet hier immers
niet alleen door een miljoenenpubliek
aardig worden gevonden: het miljoe
nenpubliek moet ook de inhoud van de
grap (al of niet met woorden aange
duid) kunnen begrijpen. Dat komt de
fijnzinnigheid niet tengoede.
De serie grappen op het militaire
leven bijvoorbeeld is bovendien slor
dig getekend. Maar via Cadi of Wel
zijnszorg vinden de kaarten altijd wel
hun weg. Een voorbeeld uit de Itali-
IN EEN boeiend essay over Donald
McGill, een van de Engelse topteke-
naars van het genre, begint George
Orwell te stellen hoe vulgair en ob
sceen de meeste van deze kaarten zijn
(soms zelfs zo dat Nederland ze nooit
te zien krijgt). Toch, verzucht hij,
moeten we blij zijn met het genre,
omdat deze vulgariteit opzet is. be
doeld als uitlaatklep voor de lange ja
ren dat we in de morele pas lopen.
Terloops noteert Orwell een paar con
venties van het genre: een huwelijk
is volgens deze kaarten nooit gelukkig
(maar over echtscheiding wordt niet
gerept). De man probeert altijd vrou
wen te verleiden en zit thuis onder de
plak; de vrouw is altijd uit op een hu
welijk en verandert na de huwelijksvol
trekking op slag in een bazig onappe
tijtelijk wezen.
Enkele illustraties uit Italië: terwijl
de vrouw des huizes de deur uitstapt
om op reis te gaan, knoopt de man
onzichtbaar voor haar, het schort op
de rug van het dienstmeisje los. Bij
schrift: „Haast u naar de trein, wij
willen nu wel samen zijn". Uit België:
een man komt de kamer binnen en
kijkt tegen het gespannen achterwerk
aan van een dienstmeisje dat de vloer
ligt de dweilen. Achter de deur staat
zijn vrouw met een mattenklopper. Bij
schrift: „wat een heerlijk vooruit
zicht". Uit Duitsland: een kameroli
fant van een vrouw staat in zee, met
in haar hand een hengel waarvan de
haak in de broek van een spartelend
klein mannetje is geslagen. Bijschrift:
„Zo leer je zwemmen". Uit Engeland
ZEVENTIG PERCENT van de
Westduitsers vindt het allesbe
halve normaal dat vrouwen een
beroep uitoefenen, zo heeft een
onlangs in de Bondsrepubliek ge
houden enquête uitgewezen. Welis
waar is men het er algemeen mee
eens dat meisjes na het verlaten
van de schoolbanken zich met zin
volle activiteiten bezighouden, des
noods „zelfs" een baantje kiezen.
Maar de vrouw die in haar werk
carrière wil maken wordt nog al
tijd met een scheef en wantrouwig
oog bekeken. Huwelijk en moeder
schap, aldus de genoemde „zeven
tig percent", vormen de ware be
stemming van de vrouw.
NU ZIJN ER ook bij onze oosterbu
ren vele wetten en voorschriften die
de gelijkgerechtigheid der seksen ga
randeren, maar dit is voor vele be
houdende Duitsers nog altijd „graue
Theorie". Een feit is dat een vrouw
zich veel gemakkelijker maatschappe
lijk aanzien verwerft door het huwe
lijk dan door successen in het beroeps
leven. Om niet voor „onvrouwelijk" te
worden aangezien doen vele jonge
alle in handel en bedrijf werkende
mensen tot het „zwakke geslacht" (in
de industrie beloopt het percentage
vrouwen van de 9,5 miljoen werkne
mers 31,4) maar toch heerst er onder
de werkende vrouwen nog steeds die
„typisch vrouwelijke" angst voor de
hogere, aan critiek onderhevige posi
ties. Wie zien daarover ernstige zor-
jong pleegt te trouwen, minder kinde
ren krijgt dan voorgaande generaties,
en gemiddeld 73 jaar oud wordt: zo
dat haar in het algemeen tijd genoeg
overblijft om buitenshuis een taak te
vervullen, lees: een baantje te zoeken.
Met name als de binding van de zorg
voor de prille kleuters vervalt, de kin
deren naar school gaan of, later, de
vrouwen niet eens moeite, hun talen
ten tot ontplooiing te brengen of het
in hun werk tegen de manlijke con
currentie op te nemen. Bestaande
vooroordelen en een onjuiste voorstel
ling van zaken over de positie van de
werkende vrouw hebben bovendien tot
gevolg, dat tal van nieuwe arbeids- en
promotiekansen in de industrie onbe
kend en ongebruikt gelaten worden.
WEL behoort reeds 37,3 percent van
gen maken dat zijn de georganiseerde
Westduitse werkgevers. Hunnerzijds is
er nu een omvangrijke brochure uitge
geven vol met nuttige suggesties en
adviezen aan bedrijfsdirecties en per
soneelschefs, om jonge medewerksters
in hun bedrijven aan te moedigen,
naar verantwoordelijker, leidinggeven
de posities te streven.
DE BROCHURE wijst er met name
op, dat het meisje tegenwoordig zeer
maatschappij binnentreden, zal mne-
der-de-vrouw zich kunnen gaan bezig
houden met een beroep dat des te
beter betalen zal, naarmate zij zich in
een vroeger stadium meer kennis en
ervaring van een vak of beroep heeft
verworven.
Terwijl de ondernemers op die ma
nier proberen, als een soort commer
ciële rattenvangers van Hameln vrou
wen van alle leeftijden te „strikken"
voor een meer of minder verantwoor
delijk baantje, werken andere bedrij
ven (met name die, welke consumptie
artikelen produceren) dit alles weer
tegen, met name door in hun vaak
zeer suggestieve reclamecampagnes
het oude „ideaal" van de vrouw-hoort-
in-haar-gezin" weer centraal te stel
len. Een reclame, die er alleen maar
toe bijdraagt dat het werkende (of
werkwillige) meisje een betrekking als
een ietwat vernederende tijdvulling be
schouwt en zich zo gauw mogelijk in
het huwelijk zal storten om de bègeer-
de status van echtgenote te verwer
ven.
DIT „GEVECHT om de vrouw" is
trouwens niet alleen een conjunctuur
verschijnsel; het heeft ook sociale en
medische repercussies. De geestelijke
ontwikkeling van de vrouw wordt ge
remd. Het onbehaaglijke gevoel van
nutteloosheid, dat vele jonge en al wat
oudere moeders (en grootmoeders) be
kruipt als zij op den duur aan hun
gezinsplichten niet voldoende meer heb
ben, werkt volgens artsen en psycho
logen neurotische storingen, depressies
en zelfs wanhoopsdaden in de hand.
tenslotte: aan een winderig strand zit
een jongetje tegen het enorme achter
werk van een vrouw te wenken naar
een man. Bijschrift (in drie talen):
„Kom pa.hier is geen wind".
ZO CONSTANT en tijdeloos dit gen
re „humoristische" kaarten is (som
mige kaarten gaan al tientallen jaren
mee), zo aan mode onderhevig is een
ander deel van de ansichtenproduktie.
Je moet feeling voor actualiteit heb
ben, menen de gebroeders (B. M. en
D. A.) Spanjersberg die een produk
tie van miljoenen kaarten op hun
naam hebben staan.
Hun grootvader, die in I860 de ba
sis legde voor dit unieke bedrijf moest
al zorgen dat hij zakken vol knikkers
en stapels tollen in voorraad had wan
neer de knikker- of tollentijd aanbrak.
Pas aan het eind van de vorige eeuw
kwam de ansichtkaart ter wereld.
Maar al in 1911 lanceerde de oude
heer Spanjersberg direct na de ramp
van de „Titanic" duizenden ansichten
van het schip. Die vlogen de deur uit.
Zo moest je ook aanvoelen wanneer
de rage in filmsterkaarten zou gaan
lonen en die van beatbandjes begon.
Shirley Temple en Romy („Sissy")
Schneider waren op een gegeven mo
ment definitief „uit". James Bond
doet het nog wel, maar de sterren
van „My Fair Lady" en „Sound of
Music" waren weer een fiasco. Je
moet weten dat je geen kaarten van
Bahamontes meer bij hoeft te druk
ken wanneer hij niet meer in de Tour
de France meerijdt. Je moet in sep
tember de beurzen langs om kerst
en nieuwjaarskaarten te kiezen die je
in april 1967 aan de winkeliers kan slij
ten en die in december 1967 in de
smaak van het publiek moeten vallen.
Het was een gok om bijvoorbeeld op
een gegeven moment 300 nieuwe stads
gezichten van oud-Rotterdam uit te
brengen, maar het was een schot in de
roos: de nostalgie zorgde voor een
omzet van een miljoen van deze kaar
ten. „Je moet ook weten welke tele
visieserie zo populair wordt dat er
vraag naar ansichten komt. Stiefbeen,
Flipper, Bonanza en de Flintstones, ze
zijn er allemaal. Je moet nu al lang
werken voor kaarten met prinses Mar
griet, al zullen de officiële foto's pas
vlak vóór het huwelijk komen. Je moet
Feijenoord benaderen wanneer die
club door de Europacupwedstrijden ex
tra populair is. Maar Feijenoord vroeg
teveel royalties en kwam dus niet op
de ansicht
ZO KWAM onlangs, naast Nancy Si
natra en andere tieneridolen, ook een
bisschop in de ansichtenmolens, mgr.
Bekkers, wiens overlijden vooral in
het zuiden des lands een enorme vraag
naar diens portret tengevolge had. Een
der heren Spanjersberg: „Ik vind het
eigenlijk onsympathiek om van iemand
zijn dood.weet u wel. Maar je ge
rieft de mensen toch óók weer. Er
waren toen alleen kleurenfoto's van
monseigneur Bekkers te krijgen voor
f 18.50 per stuk. Dat was voor de ge
wone mensen te duur en dus.
De rage om foto's van monseigneur
Bekkers is al weer voorbij. Er wach
ten weer nieuwe objecten. „Batman"
bijvoorbeeld, hoewel er nog geen enkel
avontuur van deze populaire Ameri
kaanse vleermuisman op het Neder
landse beeldscherm te zien geweest.
Maar voor het copyright van de kaar
ten is al lang onderhandeld.
Batman zal binnenkort ook in Neder
land tot de bonte wereld van de ansicht
behoren. Een wereld die, wanneer men
het nuchter bekijkt, een wonderlijke
afspiegeling blijkt te zijn van ons da
gelijkse leven, onze dagdromen en
libido's.