Charles
en
Charlotte
r
TE WEINIG (HOGE) NOOD
VOORZIENINGEN IN CITY
ECHTER TIE
PANDA EN DE MEESTERTTER
KRAMMETJE FOK
POLLE, PELLI EN PINGO
r
TRIUMPH DEALER
IN DE
GREEP x
VAN Efy
DE GRIEP?
Ons vervolgverhaal
t
Oudste vlaggenboek
ter wereld
„U-commissie
vindt 9 toiletten
genoeg
WITTE KRUIS
WOENSDAG 12 OKTOBER 1966
h
Een oorspronkelijke
Nederlandse roman
door Willy Corsari
Hand van Boeddha
TOERISTEN KLACHT OVER AMSTERDAM:
HARRY OOMEN
Afwerking IJ tunnel
Stadsherstel
17
poeders helpen
u eruit!
(136)
„Ja, zei Charlotte. Misschien had
hij gelijk. Misschien zou Marjolein
weer worden als vroeger, nu zij had,
wat zij wenste, Chris en het kind
voor zich en het soort leven, waar
in zij zich thuis voelde. Zij merkte
wel, bij volgende bezoeken, dat Chris
alleen nog omging met kennissen
van Marjo, die spraken over voet
bal en over film en de vrouwen over
haar huishouden, kleren, de kinderen.
Tussen hen had Marjo het hoogste
woord, zij was het best gekleed, zij
was keurig op haar huishoudentje en
een trotse moeder, zij was middel
punt, het was Charlotte, die er nu
bij zat en zweeg.
Een jaar later zei Simon tegen
haar:
„Ik heb Chris opgezocht, toen ik
laatst in Rotterdam was. Hij gaat er
niet op vooruit. Ik begrijp niet, dat
jij dit hebt toegestaan."
Ze zei mat: „Als ik had geweigerd,
zou het een ondraaglijke toestand zijn
geworden. Marjolein voelde ziel) hier
niet prettig."
„En hij doet wat zij wil."
Ze haalde even de schouders op.
„Hoe is ook weer het gezegde?
Men moet liggen op het bed, dat men
zich zelf gespreid heeft, of zoiets."
„Ik begrijp je niet," zei hij hoofd
schuddend. „Waar is je fighting spi
rit? Het gaat hier om je enig kind.
En uiteindelijk ook om de kleine Erik.
Hij groeit op in dat milieu
Ze viel hem in de rede:
„Simon, mijn vader was een rent
meester en de familie van mijn moe
der vond het verschrikkelijk, toen ze
met hem trouwde. Maar ze waren
erg gelukkig. Tenminstelater
hadden ze veel verdriet over mijn
broertje.maar hoe dan ook
het was een goed huwelijk- En als
Chris en Marjolein maar gelukkig
zijn, kan het me niet schelen wat hij
doet, al was het putjes scheppen."
„Heel mooi," zei hij wat spottend.
„Maar de waarheid is, dat jij niet op
kan tegen die schoondochter van je
en dat verbaast me."
Haar ogen keken hem aan met een
vreemde uitdrukking, als van iemand,
die kijkt zonder te zien.
„Hij zou hier ongelukkig zijn gewor
den. 'Nu heeft hij een kans gelukkig
te zijn, hij is dol op het kind en hij
kon er niet tegen tussen twee vuren
te zitten."
Simon zei langzaam:
„Ik dacht, dat je geloofde in die lie
ve maniertjes van Marjo
Ze glimlachte:
„Dat deed ik ook. Ik ben soms erg
naïef, Simon. Ik moet er met mijn
neus op worden gedrukt en dat is ge
beurd. Ik kreeg eerst een briefkaart,
dat ze zondag bij kennissen waren.
Het is maar, dat je niet voor niets
komt, schreef Chris. Maar ik had al
gevoeld, dat ik minder moest komen.
Ik moest eens voor zaken in Rotter
dam zijn en liep even binnen en Mar
jolein zei:
„Bent u het, midden in de week?
Le ton fait la musique. Ze zette wel
een kopje koffie, maar dat éne mo
ment, toen ze me zag, wist ik het
eindelijk. Marjo houdt niet meer van
me. Ik geloof zelfs, dat ze een hekel
aan me heeft gekregen en ik begrijp
niet waarom."
Ze dacht aan dat ogenblik en hoe
zij had willen omkeren en weggaan
en toch was gebleven, om even bij
het kind te zijn. Daarna bleef zij eni
ge weken weg en toen zij weer op
bezoek ging, nam zij niet alleen iets
mee voor Erik, maar ook een ge
schenk voor Marjolein. Dat deed zij
daarna altijd. Marjolein was dan uit
bundig lief en nam haar niet dade
lijk het kind weer af onder een of an
der voorwendsel.
Maar dat alles vertelde zij niet aan
Simon. Zij schaamde zich te zeer, dat
zij het recht, om haar kleinzoontje te
zien, moest kopen met geschenken
en het zwijgend aanvaarden van het
vernederende gevoel, alleen te wor
den geduld.
Een enkele maal voelde zij de
oude drift opwellen, maar zij be
dwong die met geweld. Neen, zij
mocht niet haar geduld verliezen,
mocht niet heftig worden en boos. Zij
moest voorzichtig zijn. Zij nam het
kind niet meer op schoot, kuste het
bijna nooit meer, keek er alleen naar,
met een hongerend verlangen. En als
Marjolein onvriendelijk was,, dacht
zij: geduld. Chris is als zijn vader.
Tóch. Ook bij hem valt alles weg, om
dat éne. Marjolein beheerst met met
de enige troef die zij bezit, en dat is
een sterke troef: haar bed. Maar dat
duurt niet. Misschien enige jaren. Zij
zweeg, glimlachte, verdroeg alle kren
kingen, bracht cadeautjes mee.
Marjolein voelde soms iets in de
vrouw, die zo onaandoenlijk leek als
zij onvriendelijk was, als zij krenken
de dingen zei, dat haar bang maakte.
Opeens smolt dan haar gevoel van
boosaardige voldoening weg in de
oude vrees en zij vroeg zich a'f, wat
de andere verborg achter die koele
ogen met hun vreemde schittering
soms, achter dat glimlachje, achter
het geduld, waarmee zij alles ver
droeg.
Eens zei ze tegen Chris:
„Je moeder doet me denken aan
een spin.
Hij haalde alleen de schouders op.
Hij was het moe om met haar te
redetwisten, hij gaf haar liever gelijk,
dan die scènes te beleven, als zij lag
te gillen op bed, trappel.end met haar
benen. Hij wilde dat niet, ook om het
kind. Hij wilde vrede. En als zijn
moeder dan geen vrede kon houden
met Marjolein, haar altijd weer
kwetste en opwond, moest ze maar
wegblijven.
Toen hij haar ontmoette, was hij
koel en teruggetrokken. God weet,
dacht zij, wat Marjo hem wijsmaakt.
Zij had lange tijd in slapeloze nach-
liggen denken en denken hoe iemand
toch zozeer kon veranderen. Nu dacht
zij: ze is niet veranderd, ze was al
tijd zo. Ik houd van mensen en dan
zie ik ze. zoals ik me verbeeld, dat
ze zijn. Er was iets spookachtigs in
de gedachte, dat de lieve, tedere Mar
jolein, die haar zo innig kon omhel
zen, die haar troostte, als Chris koel
en onvriendelijk was, nooit had be
staan dan in haar verbeelding. Mar
jolein had nooit van haar gehouden,
alleen graag geprofiteerd van haar.
(Wordt vervolgd.)
In de Sovjet-republiek Tadjikistan,
grenzend aan Afghanistan, hebben
Russische archeologen de resten van
een boeddhistenklooster blootgelegd
dat uit de zevende eeuw dateert. De
belangrijkste vondst was een liggend
Boeddhabeeld van elf meter lengte,
waarvan men hier een der enorme
handen ziet. De gigantische stenen reus
stamt waarschijnlijk uit de periode-
Tokharistan, het legendarische konink
rijk van de Tokhars en is de grootste
Boeddha-afbeelding, die ooit gevonden
werd. Het beeld zal na restauratie naar
de Ermitage-galerij in Leningrad
worden vervoerd.
BIJ DE ANTIQUAIR en uitgever S. Em-
mering in Amsterdam is een facsimile
druk verschenen van een uniek manu
script: het tot dusver oudste vlaggenboek
ter wereld onder de titel „Flags of the
world 1669-1670". De man achter deze
uitgave is de heer KI. Sierksma, voor
zitter van de Stichting voor banistiek en
heraldiek in Muiderberg. Hij heeft na
vier jaar intensief speuren de 125 in het
oorspronkelijk geschrift minutieus gete
kende en geschilderde vlaggen kunnen
identificeren. Het boek dat speciaal be
doeld is voor wetenschappelijk gebruik,
verschijnt in een oplage van 1000 exem
plaren. Het werd in moderne offsetdruk
volledig in kleur op het oorspronkelijk
formaat gereproduceerd.
De heer Sierksma vertelde ons dat
vlaggenkunde (banistiek) een hulpweten
schap is voor verschillende andere tak
ken van wetenschap, zoals politieke (het
streven naar zelfstandigheid van volke
ren wordt bijvoorbeeld ingeluid door het
ontwerpen van eennationale vlag), so
ciologie (folklore! en kunsthistorie: ook
voor de datering van oude schilderijen
kan men houvast vinden aan de daarop
voorkomende vlaggen.
De vrouw van de heer Sierksma, heeft
onlangs nog op de zolder van een mu
seum in Leiden een vlag gevonden van
de Spaanse vloot uit de tijd van Philips
II, de „Armada". De moeilijkheid bij
de vlaggenstudie is, dat exemplaren uit
het verleden vaak verloren zijn gegaan.
Een houvast voor de onderzoekers bie
den de vlaggenkaarten die in het verle
den werden gemaakt om het aan scheeps
bemanningen mogelijk te maken, vriend
en vijand te onderscheiden. De heer
Sierksma meent ook de vermoedelijke
maker van het geschrift te hebben ont
dekt, n.l. de Noordhollander Van Aide
made.
AMSTERDAM Misschien ligt het aan
het „republikeinse" karakter van de stad,
maar Amsterdam heeft slechts een zeer
gering aantal openbare gelegenheden
waar ook de koning te voet gaat. Dit is
een gemis dat vooral door toeristen ge
voeld wordt. In het zojuist verschenen
jaarverslag 1965 van de VVV wordt daar
om in dit verband een flinke noodkreet
geslaakt. Talloze toeristen hebben hun sa
nitaire wensen al naar voren gebracht,
in brieven en op enquêteformulieren, zo
wordt in het verslag geschreven. De VVV
dringt dan ook aan op meer openbare
toiletten. Tenslotte zijn het aantal toeris
ten een kleine miljoen dat de stad
jaarlijks bezoekt en de wensen die zij op
tafel leggen niet met een schouderopha
len af te doen.
Welgeteld zijn er hier negen openbare
ADVERTENTIE
voor Haarlem en omstreken
AUTOBEDRIJF
LANGE MOLENSTRAAT 12 - TEL. 19000
toiletten, waarvan er één alleen 's zomers
geopend is. Daarnaast zijn er honderdvijf
tig urinoirs. Zij hebben behalve de aan
dacht van de gebruikers ook die van de
gemeente. Er is zelfs een instituut in de
wandeling „urinoir-commissie" benoemd,
dat zich met deze problemen bezighoudt.
Deze commissie stelt zich echter op het
standpunt dat het huidige aantal meer
dan voldoende is.
HET EINDE van de bouw van de IJ
tunnel begint in zicht te komen. Eind
1968 hoopt men zover te zijn dat de eer
ste automobilisten van de tunnel gebruik
kunnen maken. Dat is dan dertien jaar
na het begin van de werkzaamheden, die
wegens geldgebrek enige jaren stil heb
ben gelegen en in 1961 werden hervat.
De bouw is nu zo ongeveer in het sta
dium gekomen dat begonnen kan worden
met de afwerking van de tunnelbuis.
Hierbij worden onder meer een aantal
ventilatoren aangebracht die per uur 2.
miljoen kubieke meter verse lucht in de
tunnel kunnen blazen.
Een voor het behoud van het oude Am
sterdam zeer nuttige instelling, de Am
sterdamse „Maatschappij voor Stadsher
stel", bestaat tien jaar. Evenals de ver
enigingen „Diogenes" en „Hendrick de
Keyser" houdt zij zich bezig met het aan
kopen, restaureren en geschikt maken
voor moderne woning van panden in de
binnenstad. Tot nu toe heeft de maat
schappij 32 huizen gerestaureerd. Aan
twaalf wordt nog gewerkt. Vooral in de
omgeving van de Wester kerk heeft zi;
gezorgd voor het behoud van een aantal
fraaie gevels.
Het is een oer-oude geschiedenis, maar
toch blijft ze altijd nieuw; dat het alle
maal zo gauw gaat; dat er al dode bla
ren vallen; dat het al weer oktober is en
dan weer sinterkaasrijmpjes en ballen in
de kerstboom en oudejaarskusjes.en
dan gaan we weer, over de eerste cro-
cussen zeuren dat het voorjaar niet vèr
meer kan zijn en of we een mooie of een
drijfnatte zomer zullen krijgen en dan
dooie blaren en klaasversjes en ballen in
e boom en die éne fles sjampanje per
jaar en zo zou ik kunnen blijven dóórza-
niken tot volgende week, maar dat zou
een beetje eentonig worden, precies zo
eentonig als de crocussen, de bollen, de
Keukenhof en wat voor zomer die van
1968 wel zal worden.
Daarom is het toch wel een plezierig
vooruitzicht dat wij een nieuwe Tweede
Kamer gaan kiezen met alle spanning en
gevolgen van dien. Dat geeft noggefus af
wisseling.
Het wordt een spannende geschiedenis.
Daarxmn kunnen wij in ieder geval ver
zekerd zijn, en wat daarna komt ongetwij
feld ook, want de kans bestaat dat wij de
oersterke mannen-aan-de-top zullen
kwijtraken en kunt u uw leven voorstel
len zonder Biesheuvel? Toch moet u zich
nu reeds op dat lege gevoel voorbereiden.
Het kan natuurlijk meevallen; voorlopig
moet u niet bij de pakken gaan neerzitten
met de gedachte dat u de heer Vondeling
kwijtraakt en dat de heer De Jong u niet
meer verdedigen zal tegen de zevenhon
derd miljoen Chinezen, die wraak komen
nemen op wat wij hun lassers heb
ben aangedaan. Zolang er leven is, is er
hoop en in ieder geval zit er toch al een
troost in de zekerheid dat de heer Luns
blijft. Hij behoefde er nooit voor te wor
stelen om boven te blijven en dat zal
ook ditmaal niet het geval zijn.
Misschien vindt u dit alles een weinig
vooroarig maar dat is het toch niet. Moest
u maar eens kunnen kijken in de bure
len van de partijen. Daar zijn ze al lang
bezig voor mei. Daar hebben ze in hun
denkwereld. Sinterklaas en de kerstman
al lang voorbijgestreefd. Daar liggen de
plannen om u en mij en ons allen tezamen
in hun schuitje te krijgen al geruime tijd
gereed. Er komen nu reeds heel slimme
dingetjes te voorschijn. Druppelsgewijs
nog maar, doch de goede verstaander
heeft aan een half woord genoeg.
Nog even wachten en dan gaan de bo-
dy-builders voor de beeldhouwers aan
het werk, verschijnt Toxopeus als ge
spierde atleet, Cals als wereldkampioen
gewichtheffen; Smallenbroek als de grote
coureur; Schmelzer als een fijn, licht le
nig hoogspringertje.
Het gaat allemaal zo gauw.
De winkeliers hebben de taai-taai en
de klokjes al in huis.
En de koekoek roept zijn éénzang vóór
u het weet.
Eliat
ADVERTENTIE
m - PR
2. Nadat de oude dame „Nimbus!" had geroepen te
gen de duistere hemel, maakte ze enkele bewegingen
met haar staf en sprak: „Daal neer, o bliksemschicht!
Breng de wandelaar in zicht, zodat ik bijstand vind,
in de zorgen om mijn kind!" De rest van haar woor
den ging verloren in een rommelende donderlclap, ver
gezeld van een bliksemflits, die kwam en precies ach
ter Panda neersloeg. „Hoei!" riep die geschrokken.
Au! Wat een misselijke streek! Alsof het al niet erg
genoeg is dat ik ben verdwaald!" Hij keek zenuwachtig
om zich heen, of hij ook ergens een spüor van bewo
ning kon vinden en zodoende viel zijn oog op een
geheimzinnig lichtschijnsel achter hem. „De bl-blik-
sem!" stotterde Panda geschokt. „Hij volgt me. H-
help!" Hij zette het op een lopen, zo snel zijn voeten
hem dragen konden maar de elektrische ontlading
volgde hem op de hielen en dreef hem knetterend in
een bepaalde richting
28. Tsjiao Tai neemt de herberg nog
eens op. Als de houthakker niet gefanta
seerd heeft, moeten de zes rovers hier
ontbeten hebben. Het nogal verwaarloos
de gebouw ziet er niet naar uit, ie zou
denken dat er in maanden geen sterveling
een voet over de drempel heeft gezet.
Tsjiao Tai leidt zijn paard naar de in
gang en bonst met zijn rijzweep op de
deur. Hij wacht even en bonst dan op-
nieuw. Van binnen klinkt een wat klage
lijke stem die zegt: „We zijn gesloien. In
dit seizoen zijn we niet op gasten bere
kend". „Dat zal ik zelf wel onderzoeken"
buldert Tsjiao Tai. „Doe open. Ik ben
van het gerechtHet duurt nog even,
maar dan wordt na veel gemorrel de
deur ontgrendeld. „Ik vraag verschoning,
edele heer, maar zo vroeg op de dag
verwachtte ik niemand" zegt de oude, ge
bogen herbergier. Tsjiao Tai begint ho
nend te lachen. „Ik koop niets voor die
praatjes" zegt hij, „een paar uur gele
den heb je hier wel degelijk bezoekers ge
had. Waarom ben je zo bang om mij bin
nen te laten? Je hebt zeker een slecht
geweten?" De herbergier begint zenuw
achtig te stotteren: „We doen haast geen
zaken meer, edele heer" zegt hij. „Ik
bezweer u dat er vanmorgen niemand ge
weest is. Vroeger liep hier dichtbij een
grote weg naar het nabuur district, maar
die xoordt haast nooit meer gebruikt".
Tsjiao Tai begint nu echt genoeg te krij
gen van deze koppige herbergier, die de
deur nog steeds half dicht houdt.
NOU WAS IK JUIST
BUI
NU VOEL iK ME WEER OPMIJN
6EMAK, - IK 6A DIRECT VISSEN!
HE, 2EER08,
NEEM MIJ MEE
IN JE 800T
EN DE PAPE6AAI KNIPT
ZAKKEN WEER OPEN
WAT HEF
ACH, LIEF SCHILDPADJE, WAT
FIJN, DAT JE MIJN PIJP WEER
TERU68REN6T
2230-1
649. „Het probleem", zei Bram ernstig,
„is niet eenvoudig. We zouden natuur-
I lijk kunnen volstaan met baron Schamp
schot te overvallen en de doedelzak af te
nemen. Maar daarmee zou de vrede niet
hersteld zijn. De baron heeft de narig
heid, dat hij de enige Schot is, die niet
van doedelzakmuziek houdt. Als het
enigszins kan zou ik ervoor willen zorgen,
dat hij er wél van gaat houden en dat
de vrede onder de brave burgers her
steld wordt."
„Tja, het is natuurlijk vervelend, als
die Schotten zo verdeeld zijn," sprak
Kar o.
Schotjesgeestkrast Tutu.en dat
bracht Bram eensklaps op een idee.
„Geest.Schotse geest.dat is het".
Hij griste een laken van een bed. „Jon
gens, help me even. Wij samen wor
den. het zwevende kasteelspook..1