KERNFYSICA IN DE
HUISKAMER
Kathinka's
bleek niet voldoende
BLOOT
SLOEG
DOOD...
Sport en Camera
Bezeten van televisie
KRO-REGISSEUR FRED ROMBOUTS:
„Vakkenis - dus doodgewoon weten wat je doet -
dat is ook in dit metier het belangrijkste"
14
yy
ZATERDAG 29 OKTOBER 1966
Erbij
Fotomodel
Amateurs gacm hun krachten meten
met tv-filmers en sportfotografen
„HET IS EEN prettige jongen
om mee te werken. Heel beschei
den". Dat zegt KRO-regisseur Fred
Rombouts over de beroemde
Vlaamse televisiepresentator die
afgelopen zomer zo'n furore heeft
gemaakt in Knokke: Jan Theys.
In het winterseizoen begin
nend vrijdag 11 november brengt
de KRO in totaal zes amusements
programma's op het scherm, die
door Jan Theys zullen worden ge
presenteerd. Het worden sterk ge
varieerde programma's, waarbij er
voor iedereen iets leuks in zit.
Vaste medewerkers zijn Jan Blaa-
ser, Huub Martron en Albert Mol.
„Theys belde me op, begint Rom
bouts. Weet je wat we doen? zei
hij, we noemen het „rubriek". Ru
briek? zei ik. Je begrijpt me niet,
zei hij. Ik bedoel Rue Brique:
Steenstraat, op z'n Frans. Ieder
draagt toch zijn steentje bij tot dit
programma? „Ik noem dat maar
even om de man te typeren. Spits,
geestig maar tegelijkertijd rustig
en zonder omhaal of kouwe
drukte".
in ons leven wel een heel belang
rijke rol speelt.
CARRIÈRE MAKEN in de kleinkunst
vergde vroeger een moeizame, jarenlange
strijd om de gunst van het publiek. Nu
kan men via één tv-optreden de top van
de Olympus de Hit Parade bereiken.
Weliswaar is het succes meestal maar
tijdelijk, maar wie het handig „speelt" kan
een massa geld verdienen. Talent hebben
de meeste (jonge) beeldbuisidolen vaak
niet of nauwelijks, maar dat is blijkbaar
ook geen vereiste. Hoofdzaak is dat men
zich een „image" aanmeet om op te vallen.
Iets heel „persoonlijks" dat de massa pakt.
Lange haren (niet meer voldoende), bi
zarre kleren of een aangeleerd maniertje.
Kathinka Buys, hier aan het woord, maak
te haar tv-debuut in een uitzonderlijk dé
colleté. Het bleek niet genoeg. Kathinka's
roem, geruggesteund door een paar plaat
jes, liet zich wachten. Maar als zij de kans
krijgt, wil ze het graag nog eens proberen,
wellicht in een nog blotere jurk. Voorlopig
echter gaat zjj weer zingen in Spanje en
mediteren over een succesformule. Ze is
tenslotte nog heel jong en mooi.
(Van een medewerker)
ALS ZEVENTIENJARIGE werd ze het zwarte
schaap van een keurige Kralingse familie door van huis
weg te lopen. Aldus begint in de meeste verhalen de
legendevorming rond Josephina Katinka Buys. „Hoe
komen ze erbij?", zegt ze. Toen ze na vijf jaar Spanje
in Nederland terug kwam, werd ze steeds in gezel
schap van een oudere vrouw gesignaleerd en droeg ze
een gouden ring aan haar rechter wijsvinger. De arties
tenwereld roddelde. „Omdat ze niets anders van me
wisten", zegt ze. In maart van dit jaar sloeg ze in de
Nederlandse huiskamers in als een bom door bij Wil
lem Duys „voor de vuist weg" een decolleté te tonen
dat voor de kijker ongekende horizonten opende. De re
acties varieerden van bloemenhuldes tot „hele nare
brieven". En allemaal anoniem, dat vond ik het ergste".
ZE IS nu weer naar Spanje. Medio
oktober vloog ze terug van Schiphol
naar Barcelona. Wanneer ze terug
komt weet ze niet. Er is een plaatje
op de persen en op de valreep heeft
ze nog een plaatopname gemaakt en
in Bussum een liedje gezongen voor
het programma Moefgaga. De laatste
avond in Holland vertelde ze ons haar
verhaal. Snel pratend, met korte zin
nen; er is een teleurstelling die weg
gedrongen moet worden.
„Geboortedatum?" dertien septem
ber drieenveertig. Een maagd, ja.
Toen ik zestien was, had ik het diplo
ma MMS. Ik wilde paardrijden, manne
quin worden, zangeres worden, naar
de toneelschool. Ik wilde een heleboel
dingen, het mocht niet. Ze werd niet
serieus genomen thuis. Het gaat wel
over zeiden ze. „Maar het ging niet
over. Ik moest lerares Duits worden.
Mijn MO heb ik op één examen na,
zonde eigenlijk! Maar toen ik voor
praktijk in Duitsland was, ging ik als
secretaresse geld verdienen om paard
te kunnen rijden en een mannequin
cursus te volgen. Ik ging met vakan
tie naar Spanje. Ik viel er van een
rots en werd zo erg gewond dat ik
het niet naar huis durfde schrijven.
Sindsdien ben ik er gebleven."
„BIJ EEN FAMILIE in Barcelona
knapte ik op. Terwijl ik de kinderen
les gaf in Frans en Engels, leerde ik
zelf Spaans. Ik werd er een paar keer
gevraagd als fotomodel. Voor glazen,
meubelen, tandpasta. Elke microfoon
die ik zag, pakte ik om wat te zin
gen. Toen ik eens „je t'attends" had
gezongen, kwam er iemand die zei
dat hij agent was. Ik geloofde die
knaap niet, maar hij liet zijn kaartje
zien. Later ben ik met hem op sjouw
gegaan. Je zoekt dan een serie lied
jes uit het repertoire van een uitge
versmaatschappij, die koop je. Je ma
nager zorgt voor een pianist. Op 5
mei 1964 werd ik in Madrid gelan
ceerd."
„Ik zong op liefdadigheidsfeesten, in
nightclubs en ga zo maar door. Een
nightclub is daar heel wat anders dan
hier. Hier krijg je het amusement er
zo'n beetje bij en moet je als zangeres
vaak animeren. Daar gaan de men
sen speciaal naar een nightclub om
iemand te horen zingen. Ik was wat je
noemt een „attractie", met tussen de
liedjes een soort conférence. Duizend
tot tweeduizend peseta's per avond. Ik
had beetje bij beetje overgeschakeld
op Spaans. Mijn succes? Dat heb ik ge
loof ik in de eerste plaats te danken
aan de publiciteit. En omdat ik een
noordelijk type ben, met blond lang
haar. En ook omdat ik leuk Spaans
zong, met een accent".
„Ik heb altijd zelfstandig willen
zijn, doen wat ik zelf wou. Thuis von
den ze het niet leuk dat ik weg was. Ik
was nog zo kinderlijk. Eigenlijk ben
ik nog steeds 'n kind de mannen zijn
slecht zeiden ze. Ik ben heel vaak
verliefd geweest, en meestal ook heel
kort. Nog nooit op een Hollandse man,
realiseer ik me plotseling. Nee, ik ge
loof niet dat mijn ouders content wa
ren. En dat zijn ze nog niet. Het zijn
zakenmensen en bovendien van een
ahdere generatie. Ze kunnen het ar
tiestenleven niet begrijpen. Maar ze
doen hun best. Uit Spanje heb ik hun
eens een bandje met een paar lied
jes gestuurd. Er is nog nooit iemand
in de familie geweest die zong".
Mijn agent „nam" mij op een enor
me manier. Ik had niet zoveel besef
van geld. Ik heb toen met hem gebro
ken en ben met twee, drie andere
agenten gaan werken. Een heleboel
deed ik ook zelf. Maar ik had gehoopt
in Spanje te triomferen en dat lukte
niet zo best. Van festivals bij voor
beeld was ik uitgesloten omdat ik Hol
landse was. Toen ben ik, na contact
via kennissen met Willem Duys, naar
Holland gekomen. Maar dat ging ook
niet zo best door de verkeerde image
na die t.v.-uitzending."
„In Spanje zou ik waarschijnlijk niet
in zo'n décolleté voor de t.v. zijn ge
komen, maar daar is dan ook censuur.
Duys was enthousiast en de regisseur
had geen tijd om te kijken. Er waren
veel leuke reacties en veel nare.
Iemand schreef: wat was het leuk. Wat
durfde je veel! Een ander: juffrouw,
gaat u maar weer terug naar Spanje.
Blote juffrouwen lusten wij niet op de
beeldbuis. En een hele nare: „Mis
schien maakt u kans in een derde
rangs café op de Zeedijk". Ik heb ieder
een die niet anoniem schreef, geant
woord. Ook de man die schreef dat
mijn hoofd leeg was. Ik heb geschre
ven dat hij dan maar eens moest ko
men praten. Dat heeft hij gedaan. We
hebben een hele gezellige middag ge
had."
„Het plan was dat direct na die tv
mijn eerste plaatje uit zou komen.
Maar dat kwam pas vier maanden la
ter, in augustus. „Land van de zon"
en „Bij jou". Ik ben er achteraf niet
zo blij mee. De opname was niet zo
goed en de tekst was even gauw bij
elkaar geflanst. Ik had geen tijd gehad
om een Nederland repertoire op te
bouwen. Bovendien zong ik blijkbaar
vals in het Hollands. Langzamerhand
ben ik op gaan treden. In Arnhem bij
een Spaans orkest. Daarna op avonden
van personeelsverenigingen bijvoor
beeld. Nu, vandaag, heb ik mijn twee
de plaatje opgenomen. Het is veel beter
dan het eerste. Met „Ik ben een heks"
een geweldig gek liedje, en „De grote
tovenaar". En de tv-opname, die ge
loof ik eind oktober wordt uitgezonden.
Het plaatje moet ook eind oktober uit
komen. Ja, ook weer bij de maat
schappij van Duys. Nu ga ik in een
hotel in Barcelona zingen. Ik heb er
ook een tv-show en een eigen radio
programma op een van de vijf sta
tions".
(Van onze correspondent)
DEN HAAG Sappige verhaal
tjes. daar hebben ze geen behoefte
aan bij Teleac. Het gaat deze om
roepleden om harde feiten en cijfers
afgewisseld met educatieve filmbeel
den, die slechts dienen ter illu
stratie van het gesprokene. Vandaar,
dat Teleac geen „mooie plaatjes"
maakt en door veel kijkers met „oei
wat heb ik een slaap" van het
scherm wordt gedraaid. Teleac,
noemt de mensen, die wel interesse
tonen dan ook geen kijkers, maar
cursisten. En het is voor de man
nen in het studiootje achter de t.h.
in Delft plezierig, dat het aantal
cursisten per les groeit, natuurlijk
afhankelijk van het onderwerp.
VORIGE MAAND is Teleac ge
start met drie nieuwe onderwerpen:
de melkveehouderij, geprogram
meerde instructie (16 lessen) en
kernfysica. De laatstgenoemde cur
sus begon op 27 september op Neder
land I.
Het niveau, dat voor deze cur
sus vereist wordt is niet zo vrese
lijk populair. HBS-b of daarmee ge
lijkstaand is, wel het minimum om
de stof te kunnen bevatten.
Programmaleider De Werth ver
telt ons waarom deze cursus be
langrijk is: „De conventionle ener
gievoorziening in de wereld wordt
steeds moeilijker. Steenkool wordt
moeilijker bereikbaar en daardoor
duurder, aardgas is er maar voor
zo'n dertig a veertig jaar de ge
leerden weten het zelf niet al te
best en met olie is het idem dito.
De energievoorziening van de
toekomst komt uit kernsplitsing,
maar dat is zo'n ingewikkelde zaak,
dat „zelfs" de volksvertegenwoordi
gers er geen kijk op hebben zij
raadplegen technici wat het gevaar
inhoudt, dat kerndeskundigen het
land gaan regeren. Deze gedachte
ligt ten grondslag aan onze cursus
kernfysica."
DE CURSUSSEN worden uiter
aard geschreven door vakdeskundi
gen. Maar voor ze door de „beeld-
buismeester" worden uitgesproken,
gaan ze bij de televisiemannen door
de schrijfmachine en bij een van de
instellingen voor schriftelijk onder
wijs door de educatieve mangel.
Op die manier zijn de teksten zowel
wetenschappelijk, onderwijstech
nisch als taalkundig verantwoord.
Verder worden er voor de cursus
sen bezoeken gebracht aan allerlei
instellingen en instanties, die iets
zinnigs over de stof kunnen vertel
len.
VOOR DE CURSUS Kernfysica is
men bij voorbeeld onder meer op
bezoek geweest bij de kernreactors
in Petten, Dodewaard, Delft en
Wageningen. Ook heeft de regis
seur van dat programma, D. Vet
ter met commentator S. H. Ellens
een bezoek gebracht aan de nu
cleaire tentoonstelling in Bazel. Dat
is allemaal nodig om een stel
„teleaccerige plaatjes en praat
jes" te brengen na de show van
Willeke Alberti, die wel meer suc
ces heeft, maar toch met minder
interesse wordt bekeken.
techniek, maar ik hou bijvoorbeeld
van het timbre van Eartha Kitt. En
van de liedjes van Adamo. Die komen
nog uit zijn hart, bij Aznavour niet
„Ik ga terug naar mijn flatje in
Barcelona. Naar mijn twee hazewin
den, Rebecca en Catinca. Ik ben blij
dat ik Holland verlaten kan omdat ik
helemaal niet tegen de kou kan. Ik
leef hier op neusdruppels en keelta-
bletten. Ik heb hier in die vijf maan
den de gekste dingen gedaan. Nee, dat
moet je niet opschrijven. Dat ik zoe
ven gezegd heb laat ze maar denken
wat ze willen bedoel ik. Maar ik ge
loof dat je het jezelf makkelijker
maakt als je de mensen niet voor het
hoofd stoot. Ze roddelen toch wel over
je.
„Wanneer ik weer in Holland kom,
weet ik niet. Waarschijnlijk als mijn
plaatje uit is. En of ik in Holland of
Spanje zal blijven weet ik helemaal
nog niet. Ik geloof dat ik mijn leven
lang niet zal weten wat ik precies
wil".
VERUIT DE POPULAIRSTE
televisie-uitzendingen zijn versla
gen en „flitsen" van sportwedstrij
den. Voetbalreportages, maar
ook zwemwedstrijden, gymnastiek-
interlands, roeien en paardensport
verheugen zich in een buitenge
wone kijkdichtheid, die door geen
ander programma geëvenaard
wordt. Dat feit, gevoegd bij het
massale zondagsbezoek aan de
sportvelden en zalen, rechtvaardigt
de conclusie dat het sportgebeuren
Fred Rombouts had precies een uur
voor een gesprek met ons. Hij sprak
over televisie, over mensen, zichzelf,
kijkers, zijn idealen en Toon Hermans.
En onder het spreken was hij ook tel
kens een beetje alle mensen over wie
het ging. Er steekt duidelijk iets van
een acteur in hem. Hij is dan ook
eigenlijk bij de televisie geraakt als
executant vóór de camera en niet als
regisseur erachter. „Dat heeft voor
deel, hoor. Als ik nu zit te regisseren,
dan voel ik precies wat die artiest daar,
die iets voor het camera-oog staat weg
te geven, meemaakt. Ik heb eigenlijk
van alles gedaan. Toen ik eenmaal ge
grepen was door het medium televisie
en er dankzij Jos van de Valk in te
recht ■qvas gekomen nog in de pio
nierstijd, voor geen geld had ik die
willen missen begon ik als program
ma-assistent. Dat betekende in de prak
tijk dat ik van alles deed, tot en met
scripten. Ik heb ook eens achter de
camera gestaan. Nou dat is verdraaid
moeilijk zeg. De cameraman zei tegen
me: pik dat wandje maar eens en glij
er langs naar die deur. Je denkt dat
je zo wel effen zal doen, maar oh, wat
is dat een toer! Ik maakte er niks
van .Ik bedoel maar: je hebt het eens
in je vingers gehad en dan besef je
beter wat je doet als regisseur."
FRED ROMBOUTS is in 1925 in
Rotterdam kun je dat niet hóren?)
geboren. Als kind wilde hij al naar
„het theater". Hij ging naar de hbs
en meteen daarna in de journalistiek
als verslaggever bij de Maasbode en
later als redacteur-opmaker. Daardoor
kwam het dat hij de advertentie, die
alles aan het rollen bracht, op zijn Kop
zag staan. Die was van Toon Her
mans die een auditie uitschreef. Ik ben
erheen gegaan als verslaggever, met
in mijn achterhoofd het idee: de vol
gende keer ga ik er zelf wat zingen.
Wie weet
HET HEEFT allemaal geresulteerd
in twee seizoenen lang bij Hermans op
het toneel staan. „Wat ik daar allemaal
van geleerd heb kan ik niet in één
adem opnoemen. Het is zo'n enorme
artiest, zo'n enorme vakman. En dat
laatste, daar ben ik het belang van
gaan inzien: het vak.
Gewoon maar het vak kennen. Van
uit dat oogpunt ga ik nu ook als regis
seur te werk. Ik beschouw het als een
vak, precies zo als dat van journalist,
bakker of slager. Ik werk voor de kij
kers. Ik schotel ze iets voor, amuse
ment, dat betekent een artiest, zeg een
zanger. Dan ga ik na: wat is die man?
Wat heeft die man nodig? Dan gééf ik
die man dat (veel licht, weinig licht,
ik noem maar wat op) zodat hij zo
goed mogelijk „overkomt." Maar en
dat is ook weer het vak ik kan nóg
zoveel ingewikkelds doen met „rijers"
of weet ik wat, als daar vóór de came
ra niet iemand staat waar de mensen
van houden, dan wordt het toch nooit
wat. Een goed artiest blijf je zien on
danks een slechte regie. Maar een
slechte artiest wordt geen haar beter
door weet ik wat voor kunstgrepen van
de regisseur. En voor mij als regisseur
geldt altijd in de eerste plaats wat zet
ik ervoor, en pas in de tweede plaats:
hoé."
„WAT IK ook van groot belang
vind bij televisie: op welke dag zit
je? De vrijdag en de zaterdag leggen
op de programmamakers heel andere
verplichtingen dan bijvoorbeld de dins
dag. Wat zegt een man op vrijdagavond
tegen zijn vrouw? „Nou, hèhè de week
zit er weer op, Marie! Morgen lekker
vissen, m'n hengeltje al klaar staan,
heb je nog iets in huis gehaald voor
vanavond? Dan gaan we gezellig kij
ken". Die mensen willen zich laten
amuseren op zo'n avond. Ons pro
gramma moet dan in die sfeer liggen".
'T IS ZO'N machtig medium, hè' Ik
ben overtuigd dat de kijkgewoonten
van het publiek steeds beter gaan wor
den. Ze zullen meer selectief worden
en niet meer hele avonden achterover-
gezakt in hun stoel zitten kijken. Die
aardigheid gaat er op den duur van af.
Televisie moet gedoseerd worden. Je
moet van tevoren uitpikken wat je wel
en wat je niet wilt zien. Zo doe ik
het zelf, zo leer ik het mijn kinderen
(een dochter van 6 en een zoon van
3.) En het fabeltje van het vermin
derend theaterbezoek. Het verméérdert
erdoor! Mensen die nooit naar de
schouwburg gaan, zien dank zij de tele
visie stukken die ze nooit gezien zou
den hebben. En wat zeggen ze dan:
„Mien, nou moeten we toch eens écht
gaan kijken
ER WORDT ook enorm druk gefoto
grafeerd en gesmalfilmd in Neder
land. Maar merkwaardig genoeg zijn
er slechts zeer weinigen onder de hon
derdduizenden sport- en fotovrienden
die deze beide hobby's combineren.
Men ziet wel eens iemand kennelijk
een amateur, vanaf de tribune of langs
de lijn een plaatje „schieten", maar
dat is hoge uitzondering. Klaarblijke
lijk laat het gros der camerabezitters
het toestel thuis als zij naar de sport
gaan kijken.
NATUURLIJK: er is een handicap.
Men mag zich, zeker in de hogere
sportregionen, als amateur niet vrije
lijk rond het veld bewegen dat is
alleen aan houders van fotoperskaar
ten voorbehouden. En op de tribunes
zit men meestal te ver weg om goede
foto's te kunnen maken. Bovendien
hindert men daar al gauw de andere
bezoekers, zodat er van geconcen
treerd fotograferen of filmen meestal
maar weinig terechtkomt.
Om amateurfilmers en -fotografen
in de gelegenheid te stellen tot het
verslaan van sportwedstrijden heeft de
Stichting ter bevordering van de ama
teurfotografie nu in samenwerking
met de Nederlandse Sportfederatie, de
Ned. Vereniging van Fotojournalisten
en de omroepzuilen nu onder het mot
to „Sport en Camera" een nieuwe ac
tie opgezet, die op 1 november van
stapel loopt.
Het is de bedoeling, aan circa 10.000
amateurs een „camera-paspoort" uit
te reiken, waarmee men toegang
krijgt tot bepaalde sportwedstrijden.
De houders van zo'n paspoort krijgen,
al naar gelang de omstandigheden dit
toestaan, zoveel mogelijk faciliteiten
om zich vrij te bewegen: een ideale
kans dus om boeiende actiefoto's c.q.
filmshots te maken.
WIE KRIJGT nu zo'n camera-pas
poort? Elke amateur kan meedingen.
Voorwaarde is dat hij eerst een prijs
vraag oplost, die in de radio- en t.v.-
gidsen gepubliceerd wordt. Hierbij
moet een derde regel toevoegen an een
rijmpje. Een jury zal de inzendingen
beoordelen. Men verwacht, op zijn
minst, een 100.000 inzendingen. Tien
percent daarvan zal met een camera
paspoort gehonoreerd worden.
OF DE scheidsrechters het met de
te verwachten invasie van fotografen
en filmers in hun sportstrijdperken
eens zijn ,is een andere kwestie. Maar
het is in elk geval een actie die wel
bijval zal vinden bij het filmend en
fotograferend publiek, dat aldus een
unieke kans krijgt om wat meer actie
en „sportdramatiek" ter vereeuwigen:
twee onderwerpen die in de amateur
praktijk bepaald niet voor het opschep
pen liggen.
OP 31 DECEMBER zal de Stichting
ter bevordering van de amateurfoto
grafie de actie „Sport en Camera" af
sluiten met een nationale foto-, dia-
en filmwedstrijd om fraaie prijzen. De
winnaars zullen o.a. reizen naar be
langrijke buitenlandse sportgebeurte
nissen als Eurocup-wedstrijden aange
boden krijgen. Nadere bijzonderheden
over de wedstrijd volgen later. De Ne
derlandse sportfederatie zal uit de in
zendingen voor de prijsvraag een ten
toonstelling samenstellen.
„Of ik er rijk mee wil worden? Nee,
geld doet me niets. Ik smijt er mee,
ik heb nooit geld. Ik wil gewoon goed
gaan zingen. Zangeressen als Strei
sand en Valente bewonder ik om hun
techniek, maar ik hou bijvoorbeeld