en 't is weer tijd voor Staatssecretaris De Meijer in Tilburg: „Automatisering gaat in ons land in een te laag tempo" PANDA EN DE MEESTER*ETER RECHTER TIE AVONTUREN VAN DONALD DUCK KRAMMETJE FOK steek eens een North State op en ontdek hoe goed een sigaret kan smaken Directiewisseling bij de Grontmij 7, 6 Om vervolgverhaal 9 MAANDAG 31 OKTOBER 1966 Een oorspronkelijke Nederlandse roman door Willy Corsari $ïk iütof# Geen verschillen gaooT pent? (152) Maar ditmaal zal zij het spel niet winnen. Ik hoop, dat zij het zal we ten als ik ben overleden en zich God weet illusies zal maken over een er fenis voor dat kind, voor haar, ik hoop, dat zij zal begrijpen dat ik het heb belet. Die nacht ligt zij, door de wijn licht bedwelmd, in de vreemde slaap, die alleen een deel van geest en li chaam bevangt en waarin een wa kend deel weet van de dromen dat het dromen zijn. Zij is in haar droom weer een kind en schuilt met Char les en Tasso weg in hun hol van bla deren en het wakende deel van haar geest wenst, dat zij voor altijd daar zal blijven, veilig voor alles wat nog moet komen. Maar een stormwind steekt op en doet het dichte blader dak op haar neerzinken als een zwa re last, die dreigt haar te verstik ken. Zij worstelt om zich te bevrij den en staat in het park, in het maanlicht, dat tussen zwarte wolken schijnt, die stormen langs de hemel, terwijl de wind raast door de bomen. Zij roept om Charles, om Tasso, zij rent door het park zoekende en roe pende, maar haar stem verwaait in het geweld van de storm en het wa kende deel van haar geest waar schuwt: Kijk niet. Maar zij kijkt, wetende: Charles is verdronken. Maar het is niet Charles, die zij ziet. Het is een vrouw, die drijft op het zwarte water, heel stil, heel bleek, een dode vrouw en zij is die vrouw. De schok van ontzetting vaart door haar borst als een messteek en zij ontwaakt in het donker van haar ka mer waarin nog de storm lijkt te ra zen, en de pijn is werkelijk en ook de beklemming, alsof zware blade ren drukken op haar borst als ste nen. Het duurt lang, voordat zij rus tiger wordt en de pijn wegebt en nog langer, eer zij het waagt zich op te richten om het lampje bij haar bed aan te steken. He1 jaagt de spook beelden weg, te kijken naar de ver trouwde omgeving. Zij weet, dat de slaap niet meer zal komen en wenst het ook niet. Zij moet niet meer zo dromen. Deze droom heeft opeens het vage besef van de nabije dood reëel gemaakt, meer dan alle woor den van doktoren konden doen. Zij dwingt haar gedachten naar al ledaagse, nuchtere dingen, naar wat zal gebeuren, over enige uren. Zij zal het contract tekenen en dat zal haar bevrijden van de vrees, die in haar vreet als een onrustig beest. Dan zal zij weggaan. Ergens rustig afwach ten, tot het niet te warm meer zal zijn in Spanje oï Portugal. Ja, Portu gal. Het lijkt een andere wereld, om dat zij de taal niet zal kennen en niets, van wat om haar heen is, her inneringen kan oproepen. Daar zal zij rust hebben. VIERDE HOOFDSTUK ,,Als u hier wilt tekenen," zegt de notaris. Charlotte tekent zonder aarzelen. Maar Alex zit, zijn vulpen tussen de vingers, een tijd te staren op het con tract, tot hij voelt, hoe verwonderd die beiden hem aankijken. Dan tekent ook hij. Charles Charlotte Als zij buiten komen, is Charlotte opgewekt en spraakzaam. Zij vertelt van haar plan, om eerst ergens rus tig te gaan zitten wachten tot de zo mer voorbij is en dan naar Portugal te gaan. „Misschien vind ik daar een hotel of pension, dat is beter dan een huis. Een huis is altijd bezit." Hij luisterd niet. In zijn hoofd draai en de gedachten rond, die hem van nacht uit de slaap hebben gehouden. Hij voelt ze bijna als stoffelijke din gen, pijnlijk stotend en stekend acht zijn voorhoofd. „Rijd jij maar," zegt Charlotte. Zij heeft zich deze morgen niet goed gevoeld en de herinnering aan haar flauwte, de vorige dag, maakt haar onzeker. Zij wil hem ook een genoe gen doen Zijn nerveuze spanning van morgen kon zij begrijpen, maar nu had zij een teken van vreugde ver wacht. Hij rijdt voorzichtig, maar zijn ge dachten blijven rondwentelen. Van morgen is hij naar boven gegaan, be sloten met haar te spreken. Hij had zichzelf verwenst, dat die brief ver scheurd was. Het plaatste hem in een nog beroerder daglicht. Maar hoe dan ook, dit kón zo niet, hij was gek geweest om te zwijgen, gisteren. Toch heeft hij ook vanmorgen gezwegen. Zij maakte een opmerking, die hem schokte. Ze zei: „Je bent zo bleek. Zie je toch te gen de verantwoording op? Toen hij dat ontkende, op wat korte toon, had zij verontschuldigend gezegd: „Ja, het is gek, dat ik je altijd nog zie als iemand, die heel jong is." Die woorden wekten een lange reeks van gedachten in hem op- Het is waar, hij is niet jong meer, al ziet hij er jong uit. Hij heeft dat niet beseft, niet willen aanvaarden, tot op dit ogenblik. Het versterkt opeens de benauwende vrees, voor wat er zal ge beuren als hij haar de waarheid ver telt. Ze kan boos worden en hem zelfs ontslaan. Maar ook in het beste geval betekent het, dat hij zo verder zal moeten, altijd in een onderge schikte positie. Hij heeft geen geld ge noeg om zich zelfstandig te maken, sparen ligt hem niet, en er is ook een weerzin in hem tegen de gedach te aan een leven van zorgen. Haar opmerking over naar buiten gaan, heeft even de hoop in hem op gewekt, dat alles nog op eenvoudige wijze in orde kan komen. In elk geval zal het dan op een afstand ge beuren, zonder scène met haar. Na tuurlijk zal Dutil nog eens schrijven. Maar zijn eerste brief kan zijn weg geraakt. Ja dat zou dan een oplossing zijn: Op dat ogenblik zegt zij: „Ik laat alleen jou mijn adres achter, Lex. Jij kunt de post opsturen." Hij denkt: als er een brief komt van Dutil, zal die door mijn handen gaan. Ik kan hem sturen of achter houden. Natuurlijk zal ik hem sturen. (Wordt vervolgd.) ADVERTENTIE NORTH I Luister naar B't Is weer tijd voor North State", met de Dutch Swing College Band o.l.v. Peter Schilperoort via Radio Veronica za. 11.15 en 18.45 u, zo. 10.30 en 18.45 u. Men behoeft zich in Nederland eigenlijk niet teveel zorgen te maken over een te snel tempo van invoering van de automatisering. Veeleer is er reden tot een zekere ongerustheid over het relatief trage tempo daar van, waardoor ons land achter kan geraken temidden van de allerwegen in de geïndustrialiseerde landen voortgaande economische ontwikke ling. Zou dit inderdaad het geval zign, dan zou dit op den duur veel ernstiger gevolgen kunnen hebben voor onze werkgelegenheid, dan het snel door voeren van automatisering nu, in een tijd waarin wij landelijk nog deel hebben aan de economische groei. Staatssecretaris dr. J. F. G. M. de Meijer van Sociale Zaken en Volks gezondheid verklaarde dit zaterdags» middag in een rede op de kaderdag van het NVV in Tilburg. Als omstandigheden in ons nadeel noemde de staatssecretaris het bestaan van vele kleine ondernemingen en een betrekkelijk geringe mogelijkheid tot om vangrijke diepte-investeringen, die voor automatisering van produktieprocessen CO P. t! ART EN TOONDER nodig zijn. Hier staan als voordelen te genover onze geografische gunstige lig ging en de „know how" van manage ment en werknemers in Nederland. Automatisering dient, wanneer wij ons rekenschap geven van de sociale conse quenties, te worden behandeld als een onderdeel van de veel meer omvattende technologische ontwikkeling. In een perio de van economische groei en van verde re maatschappelijke ontwikkeling behoeft automatisering niet te leiden tot werk loosheid. Door deze verschuiving, maar ook door de opschuiving naar boven van de arbeidsposities moeten de werkne mers, in de toekomst waarschijnlijk meermalen in hun leven, van arbeids taak veranderen, aldus enige conclusies van de staatssecretaris, die er verder op wees, dat om dit goed te kunnen ver werken algemeen vormend onderwijs noodzakelijk is. Behalve veranderingen in de arbeids posities treden, aldus dr. De Meijer, ook wijzigingen op in de structuur van de bedrijven na automatisering. Speciaal dacht hij hierbij aan de noodzaak van „door-rationaliseren". De na automatise ring nodig wordende herconstructurering van taken biedt naar zijn mening een gunstige gelegenheid om te trachten, de taakinhoud voor de werknemers zinvoller te maken. In het algemeen, zo stelde de be windsman verder, zal er sprake zijn van een democratisering van de arbeidsver houdingen: in geautomatiseerde bedrijven verdwijnt het verschil tussen handarbei ders en beambten. In ieder geval wordt een democratischer vorm van werkover leg nodig. Niet duidelijk achtte dr. De Meijer, of dit ook tot een grotere be hoefte aan uitbreiding van de bevoegd heid van ondernemingsraden zal leiden. Bij het in goede banen leiden van de au tomatisering hebben zowel de overheid als het bedrijfsleven en de vakbeweging een belangrijke taak, zo besloot de staatssecretaris. Wegens het bereiken van de pensioenge rechtigde leeftijd zal ir. J. M. J. Hanraets, president-directeur van de Grontmij N.V., grondverbetering- en ontginningmaat schappij te De Bilt, per 1 januari 1967 zijn Junctie neerleggen. Per gelijke datum is ir. J. J. Westerhof benoemd tot voorzitter van de directie. Op de buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders op 10 november zal worden voorgesteld om drs. A. P. Th. van Pol te Amsterdam in de directie op te ne men. Eveneens zal op deze aandeelhou dersvergadering worden voorgesteld om ir J. M. J. Hanraets tot commissaris te be noemen. 18. Joris Goedbloed keek onthutst naar de baby, ter wijl hij onbemerkt trachtte om een veilige afstand te bewaren. „Dit is Hapwap!" stelde Panda voor. „Hap- wap, geef oom Joris eens een handje!" „Blurb!" sprak de kleine naderbijkomend. „Brawwww!" Ha-ha!" lach te Joris gemaakt. „Ehhm! Ehhij kan be ter wat wegblijven van me zo'n jongske wordt zo licht angstig voor een vreemde, bedoel ik!" „Je hebt gelijk!" zei Panda onder de indruk. „Tjonge heb je soms verstand van kleine kinderen?" „Ach sprak de ander bescheiden, een geletterde als ik.Ge moet weten, baaske, dat ik de inhoud van uw boekenkast in m'n broekzak steek bij wijze van spreken natuurlijk!" Hij wees achteloos op het meu belstuk om zijn woorden te onderstrepen, en verslikte zich toen in de rook van zijn sigaretje. Bij wijze van spreken, natuurlijk.herhaalde hij ver wezen, terwijl hij naar de lege planken staarde. „Hm. ik vraag mij af of Hapwap daar iets meer van af weet.... Wellicht is dit een geval van Claustro Ve- nietibus, zoals dat in medische kringen wordt ge noemd. Merkwaardig!" B25Bi2iti2jSS4lSiSai±££ IS DAT HET MEIS3E- DAT MET 06 WILDE TROUWEKJ AKJ3E OA! MAAR IIC MOET HAAR fl \NieT, HOOKfj -gL EEN LEUIC J *-7 MEISOE J —-2 y DM DAT f HET 15 TOCH "ZE WIL ME GEEN KUSDE SEVEN 44. „U verwachtte een bezoeker, dat staat vast," zegt Rechter Tie als me vrouw Meng blijft zwijgen. „U wilt hem beschermen en dus bent u mede plichtig aan de moord op uw man". Me vrouw Meng schrikt hevig van deze woor den. „Nee, edelachtbare, nee, nee!" roept ze uit. „Mijn broer heeft niets met Meng's dood te maken, dat weet ik ze ker!" „Aha", zegt Rechter Tie, „we ko men al wat verder. Het was dus Shih Ming, die u verwachtte. Ik weet dat hij vroeger op uw zak teerde. Toen hij vo rige week terugkwam, viel het hem na tuurlijk erg tegen dat u getrouwd was en zelf niets meer verdiende. Wat wilde hij van u?" „Hij vroeg geld, edelacht bare, maar ik kon hem niets geven", antwoordt ze. „Toen is hij naar mijn man gegaan en.„En er volgde een hevige ruzie", vult de Rechter aan. „Dat wist ik dl. Is uw broer sindsdien nog teruggeweest?" „Nog één keer, edel achtbare. Hij heeft opnieuw ruzie gekre gen met mijn man, maar onze hulp had hij niet meer nodig, zei hij. Hij liet een paar zilverstukken zien en hij beweer de dat hij over een paar dagen rijk zou zijn". „U vertelt me nog steeds niet al les", zegt Rechter Tie bars. „Hoe dacht hij dan rijk te worden en waarom had hij afgesproken om vanavond bij u langs te komen?" Mevrouw Meng valt op haar knieën en zegt met bevende stem: „Heus, edelachtbare, ik heb u alles verteld wat ik weet". 665. Het was ongelooflijk, zo geruisloos als de Eiermannen zich wisten te bewe gen. Zelfs Bram, die op zee honderd me ter ver een speld in het water kon horen vallen, werd volkomen door hun komst verrast. Met grote, bolle ogen keken de Eiermannetjes de zeeman aan. Door de eigenaardige vorm van hun snavel leek het, alsof zij voortdurend lachten. Maar hun ogen lachten niet mee. Er werd geen woord gesproken. Maar het was niet no dig, dat iemand iets zei om Bram te la ten beseffen, dat hij in gevaar verkeerde. In zo'n geval ging hij maar liever tot de aanval over, eer de anderen op die ge dachte kwamen. Door geen enkele bewe ging verraadde hij zijn bedoelingen.en zijn vuist schoot uit, alsof er een sterke veer was losgelaten. Maar hij raakte nie mand. Doodkalm deed de aangevallen Eierman een stapje terzijde, juist voordat Bram toestootte. en de slag miste hem een decimeter. Opnieuw sloeg Bram tot en opnieuw bleek de Eierman de aan val voorzien te hebben. Eindelijk drong het tot Bram door, dat deze vreemde wezens zijn gedachten konden lezen. Alles wat hij deed, zou mislukken doordat de Eiermannen al gewaarschuwd waren nog voordat Bram in actie was gekomen. Toch wilde Bram het nog niet opgeven.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1966 | | pagina 6