Trafalgar Square „dorpsplein" van een metropolis WENER HOUDT VAN HELDENPLATZ EUROPA'S MOOISTE PLEINEN Schoonheid en historie op Place de la Concorde BRUSSELSE MARKT EÉN DECOR „Als op het Leidseplem ROME'S KAPITOOL EEN OASE r C-/V »Jr ÉÈk h VRIJDAG 4 NOVEMBER 196 6 31 IÉn (Van onze correspondent) LONDEN. Londens indrukwekkendste, architectonisch bedenkelijke, maar elke avond, wanneer men het lelijke niet ziet, in feestelijk licht badende plein, is Trafalgar Square, aan gelegd als nationaal monument ter herinnering aan Nelsons befaamde zeeslag. Ondanks zijn reusachtige afmetingen 115 bij 85 meter is in deze metropolis van 12 miljoen in woners Trafalgar Square werkelijk het „dorpsplein"! De ruim zestig meter hoge Nelson-zuil vervult de functie van de oude pomp. Het voetstuk met de vier enorme bronzen leeuwen dient als sprekerspodium voor elke grote politieke of andere demonstratie, inclusief de 1 mei-viering (uitslui tend op zondag), welke nergens anders mogen plaats vinden. Want hier kunnen zich zonder het verkeer te storen, dat als een carrousel zonder ophouden om het plein heen wentelt, 10.000 mensen verzamelen. Hier is ook het eindpunt van de anti-atoombom-paasmarsen. Voor de langharige jongens en de meisjes in zwart leer vormt het plein een natuurlijk ver zamelpunt. Maar het plein is het fcekendst door de massale zangkoren die er twee weken lang op decemberavonden hun prachtige kerstliederen laten klinken. Gezien het woelige verkeer rondom is het in de diepte gelegen middenstuk van het plein, dat uitsluitend voor voetgangers is bestemd, geen oase, maar wel een rustpunt in een stad, waar slenteren een onbekend begrip is. Hier voeren kinderen de bij duizenden ronddribbelende, koerende duiven. De banken tegen het gazon en de lage muurtjes zijn even als de luie stoelen in de parken onmisbaar in een stad zonder terrasjes. Het hoge bordes van het Nationale Schilderijen museum, waar men zich kan nestelen tussen de Griekse zui len, biedt een fascinerend uitzicht op het plein, waar altijd alles in beweging is. Op verkiezingsnachten heerst er een carnavalsstemming. Er gaan dan altijd een paar al te opgewonden lieden kopje onder in de bassins van de beide fonteinen! (Van onze correspondent) WENEN. De Wener houdt van zijn „Heldenplatz" omdat hij van hier een prachtig uitzicht heeft op de sil houetten van de voornaamste omrin gende gebouwen: de Rijkskanselarij, het Burgtheater, stadhuis, parlement en de twee musea. Het plein is enorm groot, wat wel bleek in 1938 toen hon derdduizenden Weners hier Hitier heb ben toegejuicht en toch was het plein niet vol. Het plein is ontstaan nadat Napoleon in 1809 de vestingwerken rondom de oude keizerlijke burcht had laten slo pen. Zodoende ontstond er een grote open ruimte .waaraan keizer Frans I de naam „Heldenplatz" heeft gegeven ter herinnering aan de helden uit de Oostenrijkse geschiedenis. Het midden wordt beheerst door twee kolossale ruiterstandbeelden die keizer Frans Jo sef liet plaatsen ter ere van de groot ste Oostenrijkse veldheren: prins Euge- nius van Savoye, de overwinnaar van de Turken, en aartshertog Karei die Napoleon met succes bestreed. Toen het oude keizerlijke paleis te klein was geworden liet keizer Frans Josef in 1881 aan de ene kant van het plein het nieuwe paleis (neue Hof- burg) optrekken. De bouw duurde meer dan 30 jaar. De keizer heeft dit paleis nooit bewoond. Tijdens de eer ste wereldoorlog diende het reeds als militair hospitaal en op het ogenblik zijn er unieke kunstcollecties onderge bracht alsmede de vergaderzalen voor Internationale Atoomcommissie van de Verenigde Naties. De „neue Hofburg" heeft de vorm van een halve ellips. In het midden vertoont het gebouw een vooruitsprin gend gedeelte met vier pilaren. Daar tussen ligt het balkon, vanwaar Hitier in 1938 de „Anschluss" van Oosten rijk bij Duitsland afkondigde. Maar langs dit plein is in 1916 ook de lijk stoet getrokken met het stoffelijk over schot van keizer Frans Josef en in 1934 kort voordat hij werd ver moord heeft Dollfuss hier een op roep gedaan aan het Oostenrijkse volk om zich tegen het nazi-gevaar te ver zetten. (van onze correspondent) BRUSSEL De Grote Markt te Brussel is ongeveer rechthoekig. Zij meet 110 bij 70 meter en is omzoomd met vier en twintig oude huizen, waar van er zes achter één prachtige acht tiende eeuwse gevel schuil gaan: een stadhuis en een museum. Die gevels zijn afkomstig uit de tijd van de Vlaam se Barok; zij dragen gevelstenen met jaartallen, die variëren van 1650 tot 1750. De zandsteen en de hardsteen zijn gebeeldhouwd en verguld; er zijn pilaren en pilonen, balkons en beelden, festoenen en lantarens tegen aange bracht. Het stadhuis en het broodhuis zijn gotisch, al zijn ook zij in latei- eeuwen gerestaureerd. Een groot deel van de huizen, die men de gildehuizen noemt, zijn trouwens in de vorige en deze eeuw tot de grond toe afgebroken en weer opgebouwd. Toch vormen de gevels een prachtig decor van het plein, dat in het centrum van de oude binnenstad ligt. Er komen zeven nauwe strateh op uit. Door vier ervan mag het verkeer de markt op, door drie kan het er weer af. Gevolg is een eeuwige carrousel van auto's en bussen. De markt is een centrum; men moet er wel door heen om van de ene wijk naar de ande re te komen. Er zijn trouwens nog een parkeerterrein, een bloemenmarkt 's zondags ook een vogelmarkt een bushalte en een taxistandplaats. Er zijn souvenirswinkels, een kelderthea tertje, een bank, een uitgeversmaat schappij, een antiquair, die tijdens de oorlog drie jaar Mauthausen heeft over leefd, restaurants, mosselkelders, ca- fé's, bars, een brouwerijmuseum en een juwelier. Tot laat in het seizoen zitten de men sen op de terrassen en men heeft nog nooit een ogenblik van de nog lichte dag gekend zonder dat er in een hoek wel iemand stond te fotograferen, 's Avonds gaan de straatlantarens aan en de daarop gemonteerde schijnwer- pertjes belichten de gevels. Dan is de markt precies een toneeldecor. (Van een correspondent) ROME Niet het Sint Pietersplein, dat de toerist beslist niet zal over slaan, maar de Piazza di Campidoglio opzij van het dominerende monument van Victor Emmanuel II en het Forum Romanum, is ongetwijfeld en onbe twist het mooiste plein van Rome. Hier, op de heiligste van de zeven heuvelen waarop de *tad is gebouwd, heeft Michelangelo drie paleizen ont worpen en ook de wondermooie ster vormige tekening van het plein is van zijn hand. Tegenover de glooiende trap (Gradinata) die uitziet op het drukke stadsgewoel beneden, staat aan de achterkant van het plein het Kapitool, zetel van het stadsbestuur. Links op de foto, tegen de Ara Caeli- kerk met zijn trap van 124 treden en de beroemde Bambino, is het Kapito- lijns museum, daartegenover het pa leis der Conservatoren. Midden op het plein troont het bronzen standbeeld van keizer Marcus Aurelius. Met ach ter het Kapitool het Forum Roma- num, waar de grijze oudheid in brok ken steen voortleeft, is de Piazza di Campidoglio een oase van rust, van intieme en verstilde schoonheid. (Van onze correspondent) PARIJS. Het plein van Parijs? Geen Parijzenaar, die lang hoeft na te denken om de naam Concorde uit te gillen. Allereerst al omdat hem op de schoolbanken is bijgebracht, dat in Parijs 's werelds ruimste plein is ge legen ten onrechte naar betweters beweren, want het Rode Plein in Mos kou schijnt Concorde's vierentachtig duizend vierkante meters nog met een paar zakdoekjes te slaan. Vervolgens omdat architect Gabriel die tussen 1748 en 1753 het plein ontwierp een meesterstuk heeft afgeleverd: de vor stelijke wijdheid van de Champs Ely- sées aan de ene kant, de gracieuse Seinebrug links, de Rue Royale met uitzicht op de Madeleine rechts en om het plein met een natuurlijk zet stuk af te schutten het geboomte van de Tuilerieën in de rug. Het is een evenwicht, dat met lineaal en passer tot op onderdelen van een cen timeter is uitgekiend, want het topje van de Are de Triomphe aan het ein de van de Champs Elysées en de obe lisk van Ramses II met zijn hoogte van tweeëntwintig meter en nog een tweede Egyptisch monument, dat in de Tuilerieën staat opgesteld, liggen haarfijn en naaldscherp in eikaars verlengde. Maar afgezien nog van dit record in oppervlakte en mathematische schoon heidskwaliteiten is de Concorde ook en bovenal een lapje historische grond. Sedert in 1763 Lodewijk XIV bij de in wijding ook nog zijn koninklijke naam aan het plein geschonken had, dat toen door zijn beeltenis als ruiterfiguur werd gedomineerd, werden op deze plaats veelal in bloed bijna alle hoofdstukken geschreven die te zamen twee eeuwen aan Frankrijks geschiede nis zouden bijdragen. Nog geen dertig jaar na die doopplechtigheid werd de naam al gewijzigd in Place de la Ré- volution en werden de stenen rood ge kleurd met het bloed van de kleinzoon en diens vrouw Marie-Antoinette en Lodewijk van de oorspronkelijke naamgever. De guillotine die in die dagen het Parijse volk zijn periodieke griezel emoties verschafte, waarvoor het van daag in de bioscoop zwaar moet beta len, had een vast plaatsje bij de hek ken van de Tuilerieën gevonden. Daar werden welgeteld dertienhonderdvier endertig hoofden van evenzovele rom pen gescheiden. Het Directoire veran derde die tweede naam in Place de la Concorde (Plein der Eendracht). In 1830 werd deze naam definitief. Het plein levert het decor voor na tionale en historische evenementen. Sinds het einde van de Eerste Wereld oorlog eindigen alle militaire parades op de Place de la Concorde. Generaal Charles de Gaulle maakte in 1945 op de Place de la Concorde zijn legenda rische rentree in de Franse hoofdstad: een tafereel, dat te zien is in de film Brandt Parijs?", die zo juist ook in Nederland in roulatie is gekomen. (Van onze correspondent) AMSTERDAM „Als op het Leidse- plein de lichtjes weer branden gaan", was een liedje dat aan het einde van de oorlog op ieders lippen lag. Het Leidseplein is voor de Amsterdammers, de provincie en zelfs voor de buiten landse toerist een feestelijk stukje de cor van de hoofdstad, waarachter het uitgaansleven van de stad schuil gaat. Heel Nederland verlangde er naar, dat de lichtjes weer gingen branden. En zij gingen branden, fees telijker en kleuriger dan ooit. Sindsdien heeft het Leidseplein, dat eigenlijk geen plein is, maar een kruising van wegen, alle Amsterdam se pleinen verdrongen. Overdag vin den duizenden hun weg naar het druk ste café van de stad. Américain, naar de terrassen van dit etablissement en van café Moderne, naar Eylders en Reijnders om een pilsje te pikken of zomaar wat rond te slenteren, te neu zen bij het boekenstalletje bij de Schouwburg of bij „Kootje" een brood je te eten. Maar 's avonds als de lichtjes bran den, dan is het Leidseplein het werke lijk middelpunt van Amsterdam: de culturelen zoeken hun weg naar de Stadsschouwburg, het De La Marthea- ter en het Lureleitheater, de minder- culturelen vinden de bioscopen en de cafés, de a-culturelen duiken in de nachtclubs en nog duisterder gelegen heden, de fijnproevers eten in de Boerderij of in „Het swarte Schaep" of in chalet Suisse, de beatjeugd ver dwijnt in de Luckystar, de homofielen treffen elkaar in de COC-sociëteit, de nieuwsgierigen komen gnuiven bij het travesti-cabaret „Madame Ar thur", meneer Gruyters verkondigt zijn politieke idealen aan de bar van zijn Bamboobar, de kunstenaars ver zamelen zich in de Kring, de studen ten in Lido, de provo's met. hun pam fletten op de hoek van de Leidsestraat en de meisjes van-je-weet-wel op de andere hoeken. Dan bruist het leven tot diep in de nacht. Maar op één plaats brandt geen licht. Daar heerst diepe stilte: het huis van bewaring. Lang zal het niet meer duren. Hotelmagnaat Bou- wes heeft de plannen klaarliggen om ook deze donkere hoek van het plein in het feest te betrekken. Hij wil er een hotel bouwen, compleet met bam en nachtclubs.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1966 | | pagina 31