H \A Voor de employé is het autootje dikwijls een statussymbool mm f De bestedingen in het Europa van de Zes (II) 17 Étó1 ZATERDAG 5 NOVEMBER 196 6 Erbij PMjBfcli- 3? *swe 'Mf* N 4 y|§ Monden vullen Minimumgroep H. C. DE AERDENHOUTSE CINEAST Albert Brosens heeft in opdracht van de Organisatie ter Verbetering van de Binnenvisserij een kleurenfilm gemaakt over de viskwekerij in Valkenswaard die de pootkarpers voor de sportvissers produceert. Het is een boeiende documentaire over een interessant bedrijf geworden, die geen hengelaar en geen filmer zou moeten verzuimen. De bruiloft van de ENGELEN is, volgens de sport vissers, de oudste, gezondste en meest-democratische vorm V -V - De herfstafvissing. De groeivijvers zijn afgelaten, de vis verzamelt zich m de aanvoersloot. :;-v Het transport naar de bewaarvgvers. van openlucht-recreatie. Het is een prima medicijn tegen de manager ziekte van de groot-industrieel, de platvoeten van de brievenbesteller en de spataderen van de tramcon ducteur. De Batavieren visten reeds voor hun plezier. En aan de waterkant is'iedereen gelijk, onge acht zijn titels, graden en bank saldo. Men zou eraan kunnen toe voegen dat hengelen óók de ple zierigste vorm van ontspanning is voor de niet-sportvissers. Want geen ander buitenvermaak pleegt zo geluidloos te verlopen. DIT LAND is er een van plassen, vaarten en sloten in ongekende aan tallen. Maar in de-zomer en herfst vindt men geen stukje water of het is geflankeerd door roerloze, zwijgende vissertjes. Zij vormen als het ware een deel van het landschap, net als de knotwilgen en de grazende koeien. Alleen al daarom kan niemand be zwaar tegen hen hebben. Want met zijn vijfhonderdduizenden tezamen produceren zij minder lawaai dan één enkele sportwagen of anderhalve brommer. Een sympathiek ras. MAAR OOK een ras dat het niet makkelijk heeft. Goed, er is waterkant genoeg in dit land om iedereen een „stekkie" te garanderen. Doch op de meeste stekjes botert het niet zo best meer. Steeds meer industrieën lozen steeds giftiger afvalstoffen in de bin nenwateren en de vissterfte neemt na venant van jaar tot jaar toe. Geluk kig dus maar dat overheid, broodvis sers en hengelaarsbonden de handen ineengeslagen hebben anders lag de hele binnenvisserij in Nederland nu al lang plat. Met name de O VB (organi satie ter verbetering van de binnenvis serij) heeft heilzaam werk gedaan. Uit de boedel van het voormalige Rijks- pootvisfonds werd in 1952 de kwekerij in Valkenswaard overgenomen, wel ke in die tijd zo'n 20 ton pootkar- per per jaar produceerde, waarmee echter slechts de helft van de behoef ten der sportvisserij gedekt werd. On der het beheer van de OVB heeft de viskwekerij Valkenswaard zich sinds 1956 ontwikkeld tot een modern, ratio neel bedrijf met een gemiddelde pro- duktie van 70 ton karper per jaar. Ook dat is nog niet geheel toéreikend voor het legioen der 500.000 sportvis sers, maar inmiddels is in 1964 een nieuwe viskwekerij in Oost-Flevo land in gebruik genomen die, naar men hoopt, het manco aan sportvis binnen enkele jaren zal kunnen ophef fen. NU IS ZO'N viskwekerij allerminst een simpele zaak, doch integendeel De oogst der meerzomerige „sportrijpe" karpers. Het karperbroed wordt uit de paarvgvers geschept. een bijzonder arbeidsintensief bedrijf juist omdat het tere eindprodukt de prille pootvis jarenlang voortduren de zorg vraagt. Dat hebben wij kun nen zien in de kleurenfilm die Brosens Filmproductie uit Aerdenhout in de kwekerij te Valkenswaard gemaakt heeft en die vorige week zaterdag in het RAI-congrescentrum in pre mière gegaan is voor een klein ge zelschap sportvisserij bestuurders en persmensen. Een film die de cineast Albert Brosens vijf jaar hard werken gekost heeft, maar die dan ook gezien mag worden (en gezien zal worden, want deze instructieve film gaat bin nenkort op tournee langs vele henge laarsorganisaties in Nederland). Dit is overigens nog slechts een begin, want er staan nog meer films van de heer Brosens op stapel over het werk van de OVB: een nuttig stuk visuele voor lichting dat de hengelaar een duide lijk beeld geeft van wat er nu pre cies met zijn verplichte bijdrage voor de visstandverbetering gebeurt. EN DAT is geen kleinigheid. In Valkenswaard worden de pootvispro- ducenten tt- een klein aantal streng geselecteerde karpervaders en -moe ders maandenlang in de watten ge legd om zo rond de eerste warme dag in mei in perfecte conditie de bruids nacht te kunnen vieren in de paai vij vers: verdiepte stukjes grasland die met voorverwarmd water gevuld wor den om de meest-ideale condities voor de paring te scheppen. Als alles pre cies naar wens van de echtelieden is vindt in de ochtendschemering de bruiloft plaats en worden de be vruchte eitjes zo'n 200.000 per kilo lichaamsgewicht van de karperbruid! op de grasstengels afgezet. Cineast Brosens heeft vele malen en urenlang achtereen als een soort van visse- voyeur deze paaivijvers afgespeurd door de zoeker van zijn 16 mm-film- camera, liggend in het natte gras, om dat moment suprème te vereeuwigen. Maar het loonde de moeite. Zijn film toont in een reeks fraaie close-ups alle fazen van de karperbruiloft haarscherp en natuurgetrouw: een huzarenstukje dat vóór hem geen vissenfilmer ooit tot een goed einde bracht. Na de paaiing begint de zorg voor het jongbroed. Een deel der eitjes komt uit en ontwikkelt zich tot minikarper- tjes. Als deze één cm. lang zijn, be- tmtmnnnnfinnrifinnnnnnmnnnnnnnnninnnnrTri"-""--" ARBEIDERS kunnen zich op financieel gebied min der permitteren dan employés en ambtenaren, zo zagen wij in ons vorig artikel*). In het algemeen verdienen zij aanmerkelijk minder en dit drukt natuurlijk een duidelijk stempel op hun bestedingspatroon. Maar ook al verdienen zij evenveel als ambtenaren en employés dan nog zijn er duidelijke verschillen in de besteding van hun inkomen. Overigensde verschillen wijzen er niet op, dat „de werkster" eerder haar vakantie op Mallorca zal doorbrengen dan het gemiddelde ambtenaarsgezin. Dergelijke klachten zijn in hun al gemeenheid ongegrond. zien van de uitgaven voor voeding en kleding. De arbeiders geven hieraan aanmerkelijk meer uit dan de emplo yés en ambtenaren. Voor andere, meer luxe uitgaven blijft dan natuur lijk minder geld over. Aan de andere kant zijn er uitgaven- verschillen, die niet zijn terug te voe- HET BUDGETONDERZOEK, dat namens het Bureau voor de Statistiek der Europese Gemeenschappen in ons land door het Centraal Bureau voor de Statistiek in de jaren 1963 tot 1965 is ingesteld, is ook op dit punt heel leerzaam. Dit uitvoerige en nauwkeu rige onderzoek maakt niet alleen dui delijk, welke bestedingsverschillen er zijn bij verschillende inkomens, maar ook welke verschillen er zijn tussen de verschillende beroepsgroepen bij gelijk inkomen. Wij beperken ons ook ditmaal tot de arbeiders enerzijds en de employés en ambtenaren anderzijds. Twee cate gorieën van beide beroepsgroepen wor den in het onderzoek afzonderlijk beschouwd, namelijk de arbeiders en employés met jaarlijkse bestedings mogelijkheden van 900010.000 en 14.00015.000. Het gaat hier om de brutobestedingen, dus inclusief de wet telijke bijdragen voor sociale verzeke- ring en belasting. Natuurlijk zou het prettig zijn, ook arbeidersgroepen met een inkomen minder dan 9000 per jaar bij de vergelijking te betrekken, maar het voor de arbeiders trieste en voor de employés en ambtenaren verheugen de verschijnsel doet zich voor, dat er in de onderzochte periode eenvoudig weg te weinig employés en ambtena ren met een inkomen van minder dan 9000 waren om een verantwoorde vergelijking met arbeiders uit de lage re inkomensgroepen mogelijk te ma ken Uit het onderzoek wordt in de eer ste plaats heel duidelijk, dat employés en ambtenaren op jongere leeftijd tot bepaalde inkomens komen dan arbei ders. De gemiddelde leeftijd van de employés en ambtenaren met een in komen tussen 9000 - 10.000 is drie jaar lager dan die van de arbeiders. Bij de hoogste vermelde inkomens groep is het verschil zelfs vijf jaar. Het behoeft niet te verbazen, dat men, als men jonger is, in het algemeen minder kinderen heeft te onderhouden. Ook dat blijkt uit het onderzoek. De arbeiders moeten met hetzelfde inko men meer monden vullen dan de em ployés en de ambtenaren. Het spreekt vanzelf, dat dit van grote invloed kan zijn op de welvaartssituatie in het ge zin. Een groot deel van de bestedings verschillen is ongetwijfeld op dit ver schil in gezinsgrootte terug te voeren. Dit geldt natuurlijk vooral ten aan ren op verschillen in gezinsgrootte: arbeiders blijken in het algemeen meer televisietoestellen en wasmachines te bezitten dan employés en ambtenaren. Auto's, ijskasten en telefoons bezitten zij echter in aanzienlijk mindere mate. Hier gaat ongetwijfeld het verschijn sel van statussymbolen meespreken. Voor employés en ambtenaren is het hebben van een televisietoestel geen statussymbool. Het bezitten van een auto, een ijskast of een telefoon is dat dikwijls wel.. Ook kan niet worden ontkend, dat employés en ambtenaren minder bij de dag leven en meer aan de verre toe komst denken dan arbeiders. Dit blijkt uit o.a. het 'feit, dat de eerste groep een aanmerkelijk hoger bedrag uitgeeft aan privéverzekeringen dan de tweede. De conclusie aan het eind van dit ar tikel kan gelijk zijn aan die van het eerste: arbeiders hebben minder fi nanciële armslag dan employés en ambtenaren. Hun gezinnen zijn in het algemeen dan ook groter, de leeftijd van de kinderen zal wel wat hoger lig gen, kortom, een deel van de wel vaartsstijging die hun op latere leef tijd ten deel valt moet worden besteed aan de opvoeding van de kinderen, ter wijl employés en ambtenaren dit deel kunnen besteden voor minder noodza kelijke uitgaven. Men kan zich afvra gen of dit een bevredigende toestand Tenslotte nog enige gegevens over de onderzochte groep met het laagste welvaartspeil, de arbeiders met een inkomen van minder dan 6000. De gemiddelde leeftijd van de gezinshoof den was 47 jaar, de gemiddelde duur van het huwelijk op het tijdstip van onderzoek 19,2 jaar, de gemiddelde ge- zingsgrootte 2,7 personen, het gemid delde aantal kinderen jonger dan 17 jaar 0,7. In 27,8 percent van de woningen was een badkamer en-of douche In 33,4 percent van de onderzochte ge zinnen was een motor, scooter of bromfiets, in 7,3 percent een auto, in Eenzomerige edelschubkarpers. gint het moeizaam karwei van het overzetten in de groei vijvers, waar de jonge vissen de hele zomer blijven. Natuurlijk gaat veel jongbroed in de ze kleutertijd teloor of het valt ten of fer aan zijn natuurlijke belagers als watervogels e.d. Wanneer er in de vrije natuur van alle eieren die één vissenpaar gedurende zfjn leven produ ceert en dat zijn er bij de karper miljarden! uiteindelijk twee nako melingen overleven, dan kan men zeg gen: de stand is niet achteruitgegaan en tevreden zijn. In de viskwekerij echter moet dat „geboorte-overschot" veel groter zijn, anders loont de zaak alle kosten en moeite niet. Vandaar dan ook dat het jongbroed in Valkens waard vertroeteld en bewaakt wordt als bij u thuis de baby, totdat aan het einde van hun tweede of derde levensjaar de dan circa drie onj zware karpertjes klaar zijn om „ge oogst", en naar de afnemers getrans porteerd te worden. Die afnemers zijn de grote en kleine hengelaarsverenigin gen overal in Nederland en het trans port geschiedt over de weg, in spe ciaal ontworpen tankauto's met gecom pliceerde zuurstof- en anti-shock voorzieningen. Dat is, in grote trekken, de lange weg van ei tot sportvis. Maar het is niet alles. Door selecties en rassen- kruisingen streeft men er in de vis kwekerij ook naar, het „karakter" van de pootvis zodanig te beïnvloeden dat er eigenschappen naar voren komen die het hart des sportvissers bekoren: vitaliteit bijvoorbeeld, en vechtlust opdat de karper zich niet als een slap peling zal laten inpalmen wanneer hij aas en haak geslikt heeft. Op dit gebied moet overigens nog veel geëxperimenteerd worden, want de wetenschap der sportvisveredeling staat eigenlijk nog in de kinderschoe nen. Ook in dat opzicht wordt in Val kenswaard en voorts in de nieuwe OVB-kwekerij in Oost-Flevoland baan brekend werk verricht. Recente expe rimenten met oa. de Chinese graskar per (plantenetend) en de ook uit Chi na geïmporteerde zilverkarper (die van algen leeft) schijnen in dit ver band weidse toekomstperspectieven te openen, evenals trouwens de proefne mingen met ruisvoorns, meun en winde: drie veelbelovende kandidaten voor de opwindendste vorm van sportvisserij: die met de kunstvlieg en de vliegen- lijn welke volgens de kenners op één lijn staat met de forellenvisserij in de (buitenlandse) bergbeken. Een hoopvol vooruitzicht dus voor al le hengelvrienden en vriendinnen. Een aansporing tevens, om de bijzonder interessante karperfilm van de heer Brosen en de OVB (met smeuiïg com mentaar van weer-of-geen-weerprofeet Bert Garthof) te gaan zien zodra de kans zich voordoet. Een passend be sluit van het seizoen 1966 voor ieder wie de sportvisserij ter harte gaat! 41,6 percent een televisietoestel, in 58,4 percent een wasmachine, in 10,4 percent een ijskast en in 2,3 percent een telefoon. Van het totale verbruik was bijna de helft, namelijk 45,9 percent be stemd voor voedsel, en 1,09 voor kle ding. Aan huur, verwarming en ver lichting diende niet minder dan 21,8 te worden besteed. De meubelen vergden 7,19 percent. Voor de overige uitgaven bleef dan nog slechts 16 percent over, tegen 23 percent bij de arbeiders rond 9500 en 27 percent bij de employés en ambtenaren in de inkomensklasse tussen 9000 en 10.000. ERBIJ van zaterdag 29 oktober I.I

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1966 | | pagina 17