PANDA EN DE MEESTER ««ETER
De Rode Mieren"
Belangrijke scheidsmuur tussen rooms
en oudkatholieken door Rome geslecht
Twee aartsbisschoppen
samen aan één altaar
RECHTER TIE
RAMMETJE FOK
AVONTUREN VAN DONALD DUCK
Ons vervolgverhaal
Een actuele Amerikaanse roman
DINSDAG 8 NOVEMBER 1966
17
door William Lederer en Eugene Burdick
Brief kardinaal Bea
Begin nieuwe tocht
Reformatie
Kort nieuws
COT MORTEN TOONOER
NU (SA IK. HEERL'JK
6^HOftVMElEND
UITRUSTEN.
ZO'NJ ANTIEk
STOEL HE0
IK ME ALTUD
SEWENST^
kom wijn in, dan kunnen we eens rustig
praten." Snel stelt de Rechter een reeks
vragen. Hebben ze de vorige avond na
middernacht nog verdachte personen op
straat gezien in de Wilgenwijk? Hebben
ze iemand gezien die in de richting ging
van dichter Mengs landhuis? Hebben ze
misschien iets gehoord van de pogingen
om gestolen goud aan de man te bren
gen? Al gauw blijkt dat de bedelaars
niets kunnen vertellen. Omstreeks mid
dernacht zijn ze opgehouden met bedelen
en de moord op Meng is later in de
nacht gepleegd. Maar Rechter Tie doet
alsof hij grote waarde hecht aan hun ant
woorden en alsof hij nu genoeg bewijzen
heeft om de moordenaar te arresteren.
Intussen heeft Tsjiao Tai in de voorhof
drie stevige gerechtsdienaars uitgezocht.
„Luister, mannen," zegt hij. „Direkt ko
men er vier bedelaars naar buiten die
met de Rechter hebben gepraat. We moe
ten ze volgen en iedereen arresteren die
probeert om ze uit te horen." De dienaars
volgen Tsjiao Tai en stellen zich verdekt
op bij de uitgang van het gerechtsgebouw.
i)
HOOFDSTUK I
Een pad door de rimboe
Tuc, de communist uit Sarkhan,
liep op een sukkeldrafje door de
rimboe met niets anders aan dan een
vuil kort broekje. Hij had honger,
maar hij vond het een prettig ge
voel. Hij zou nog een uur met eten
wachten. In een bundeltje, dat hij
op zijn schouder droeg had hij een
nethemd, een paar sandalen, boeken
met politieke spotprenten, een kaar
tentas, vijf godsdienstige pamfletten
en een klein vermogen aan Sarkha-
nese roepies. Tuc was zo mager.
dat zijn voornaamste spieren zich
sterk aftekenden tegen zijn huid; de
aderen lagen duidelijk gezwollen op
zijn kuiten en armen. Voor een uit
Malakka afkomstige Sarkhanees was
hij middelmatig van lengte;, ongeveer
één meter zestig. Zijn zwarte haar
was kortgeknipt. Zijn vingers droe
gen tientalle littekens. Twee vingers
van zijn rechterhand ontbraken; die
was hij kwijtgeraakt toen hij zeven
tien was en een eigengemaakte hand
granaat in zijn vuist was ontploft.
Een kameraad had zijn hand verbon
den. Tuc had daarop iemand anders
om een granaat gevraagd en die met
grote nauwkeurigheid naar een troe
peneenheid van Tsjang gegooid. Tucs
gezicht had meestal een kalme uit
drukking en verraadde nooit iets.
Zijn ondergeschikten meden hem zo
lang ze niet ontboden werden. Als
ze bij hem vandaan gingen, voelden
ze zich uitgeput en gespannen. Zijn
korte bevelen leken onmogelijk, maar
ze moesten uitgevoerd worden. Op
de een of andere manier gebeurde
dat gewoonlijk ook.
Al werd het pad overschaduwd
door een gewelf van planten, het was
toch heet en vochtig, en de middag
hitte drukte zwaar. Tuc was er trots
op, dat hij met zijn vijfenveertig jaar
even snel door de rimboe kon lopen
als de jongste recruut uit het Volks
leger. Hij stelde met voldoening vast
dat er vrijwel geen zweetdruppels
op zijn magere lichaam te zien wa
ren. Zweet was het kenmerk van de
beginneling, van de verwekelijkte
stadsmens. Mensen, die lang in de
rimboe verbleven ervoeren dat hun
lichamen geleidelijk aan hoe langer
hoe minder zweetten. Water was niet
gemakkelijk te krijgen.
Hij dacht even terug aan de ver
gadering van het Uitvoerend comité,
gisteren gehouden in het Metropool
Hotel in Hanoi. Toen de vergadering
afgelopen was, had Ho Tsji Minh
hem gelukgewenst met zijn werk in
Sarkhan.
„Je hebt hier nu al negen lange
jaren gevochten en bent al tien jaar
bezig de bevrijding van Sarkhan in
de juiste banen te leiden. Zoals men
aan Tsjoe En Lai denkt als de
gewezen boekhandelaar, die China be
vrijd heeft zo zal men aan jou
denken als aan de visverwerker die
Sarkhan heeft bevrijd."
Dat was wel een buitengewone lof
tuiting geweest, die uitgesproken was
ir. tegenwoordigheid van communisti
sche leiders uit negen naties, die te
zamen meer dan de halve bevolking
der wereld vertegenwoordigden. De
lof was gekomen uit de mond van
de oudste communist in Zuidoost-
Azië. Ho Tsji Minh hoefde zich niet
te bedienen van trucs of ceremoniële
plechtigheden om als leider onder
kend te worden. Hij droeg geen on
derscheidingstekenen op zijn eenvou
dige uniform. Al sprak hij langzaam
en nauwelijks hoorbaar, toch luister
de iedereen ademloos naar wat de
schrale 'man te zeggen had. Ho Tsji
Minh, de premier van Noord-Vietnam
was zo vol vrede als een heilige uit
vroeger dagen, traag in zijn
lichaamsbewegingen, maar zijn zwar
te ogen fonkelden van energie, en
zijn dunne baard was de baard van
een klassieke Aziatische grootvader.
Toen was de vergadering gesloten.
De man uit Sarkhan was door een
klein vliegtuig naar een dorpje dicht
bij de Sarkhanese grens gebracht.
Hij had een paar uur geslapen, toen
was hij de rimboe ingetrokken. Hij
overdacht de bijeenkomst in Hanoi
nog eens, terwijl hij het oude pad
volgde, dat dwars door de dichtbe
groeide rimboe gehakt was. Alle lei
ders met uitzondering van de Rus
sische vertegenwoordiger, die was
blijven zwijgen hadden met zijn
plan ten opzichte van Sarkhan inge
stemd. Ze waren er bovendien mee
akkoord gegaan, dat de aanval on
middellijk ingezet zou worden.
Hij sprong over een boomstronk
en hield even stil om zich te oriën
teren. Zonder precies te kunnen uit
leggen hoe hij 't aanvoelde, stelde
hij vast dat hij even voorbij de Sar
khanese grens moest zijn. Hij trok
al zolang door de rimboe, dat hij al
tijd onbewust de plaats waar hij zich
bevond bepaalde naar de stand van
de zon, bomen die hem bekend voor
kwamen en de snelheid waarmee hij
zich verplaatste. Hij was te vaak ge
tuige geweest van het onheil dat een
man een groep trof als ze - al was
het maar een paar seconden het
gevoel voor richting verloren. Hij
wist waar hij was en hij wist waar
hij heenging. De plek waar de drie
paden samenkwamen, lag nog maar
anderhalve kilometer verder. Hij had
zijn drie kameraden opgedragen hem
daar om één uur te ontmoeten. Het
was nu twee minuten over half een.
Hij ging het pad af en het kreupel
hout in. Zijn ogen namen de bomen
van onder tot boven scherp op. Bin
nen enkele minuten had hij twee
knollen, drie eieren ter grootte van
een golfbal en een handvol mieren
verzameld die zich zat gegeten had
den aan honing en daardoor half ver
doofd waren.
Tuc ging aan de rand van het pad
zitten, zodat hij naar beide richtingen
kon uitkijken en at langzaam, zon
der iets te proeven. Hij had de vori
ge avond in het Metropool Hotel een
heerlijk maal gehad, een echt Azia
tisch maal, waaraan de vogelnestjes
soep uit Soekow niet ontbroken had.
Tuc glimlachte bij de gedachte hoe
het hotel veranderd was, sinds de
Fransen verdreven waren. Vroeger
werden er geen Aziaten in toegelaten.
(Wordt vervolgd.)
(Van onze redacteur geestelijk leven)
Bisschoppen, priesters en Klooster
lingen van de rooms-katholieke kerk
hoeven bij hun wijding voortaan geen
verklaring meer te tekenen, dat zij de
vijf stellingen uit het werk „Augusti-
nus" van Jansenius en honderd en een
stellingen uit het boek van Pasnuier
Quesnel „Le Nouveau Testament en
francais avec des déflections morales"
veroordelen. Deze eis heeft in 1702
geleid tot het schisma in de rooms-
katholieke kerk, toen de Utrechtse
aartsbisschop Petrus Codde de ge
noemde stellingen niet wilde ver
werpen.
Hij werd afgezet en toen later een
nieuwe aartsbisschop werd gekozen, Cor-
nelis Steenoven, werd deze door Rome in
de ban gedaan, omdat het Vaticaan geen
toestemming tot de wijding had gegeven.
Het schisma werd compleet toen in 1853
in Nederland de roomskatholieke hiërar
chie werd hersteld. Voortaan waren er
in Utrecht twee aartsbisschoppen en in
Haarlem twee bisschoppen, respectieve
lijk rooms-katholiek en oud-katholiek.
Het neerhalen van de barricade tussen
rooms-katholiek en oud-katholiek werd
gisteren bekend gemaakt in de oud-ka
tholieke kathedraal van Sint Gertrudis in
Utrecht. Daar vond een historische ont
moeting plaats tussen kardinaal Alfrink
en de oud-katholieke aartsbisschop Rin
kel. Had de kardinaal onlangs al een
groot gebaar gemaakt door bij de recep
tie ter ere van de vijfenzeventigste ver
jaardag van mgr. Rinkel te verschijnen,
nu gold het een officieel kerkelijk samen
zijn.
Van rooms-katholieke zijde waren in
deze dienst verder aanwezig de bisschop
pen Zwartkruis van Haarlem, Jansen
van Rotterdam en Nierman van Gronin
gen, van oud-katholieke zijde de bis
schoppen Van der Oord van Haarlem en
Jans van Deventer.
Op het altaar hadden verder plaatsge
nomen de Duitse oud-katholieke bisschop
pen J. Brinkhues, J. J. Demmel en
O. Steinwuchs, de Zwitserse oud-katho
lieke bisschop dr. U. Küry en de Russi-
sche-orthodoxe bisschop Dionissios uit
Rotterdam. Verder onder meer de archi
mandriet Sokolovski uit Moskou, twee
vertegenwoordigers van de aartsbisschop
van Canterbury en twee vertegenwoordi
gers van de oecumenische raad van ker
ken.
Nadat de oud-katholieke hoogleraar
prof. M. Kok een historische schets had
gegeven las de rooms-katholieke prof. dr.
J. A. G. Tans een verklaring voor van
de werkgroep, die sinds twee jaar bezig
is de toenadering tussen de rooms-katho
lieke kerk en de oud-katholieke kerk voor
te bereiden. In deze verklaring wordt
aangedrongen op het laten vervallen van
de eis, die we in de aanhef hebben ge
noemd.
Mgr. Nierman las daarna als gedele
geerde van het secretariaat ter bevorde
ring van de eenheid der christenen een
brief van kardinaal Bea voor. Deze zegt
in de brief de verklaring van de ge
spreksgroep aan de paus te hebben voor
gelegd. Deze heeft de verklaring door de
congregatie voor de geloofsleer en door
het secretariaat voor de eenheid der
christenen laten bestuderen
Hoewel de eis tot verwerping van de
genoemde stellingen, vervat in een on
dertekening van het „Formulier van
Alexander VII" en van de „Constitutie
Unigenitus van Clemens XI", in een
vroegere periode als voorwaarde heeft
gegolden, acht het Vaticaan deze voor
waarde nu niet meer nodig. In de brief
van kardinaal Bea wordt erop gewezen
dat in de genoemde vroegere periode de
huidige opvatting en methode van de dia
loog nog niet werden toegepast. „Wij
hopen dat daarmee onzerzijds de situatie
geschapen is voor een gesprek over de
vragen, die de beide kerken gescheiden
hebben en nog gescheiden houden", al
dus kardinaal Bea.
Kardinaal Alfrink sprak na de voorle
zing van de documenten zijn vreugde uit
over de nieuw ontstane situatie, die het
mogelijk maakte dat hij mgr. Rinkel nu
officieel kont ontmoeten. „Deze bijeen
komst is het begin van een nieuwe tocht"
zei de kardinaal, „en het is een veel
belovend teken dat beide kerken dit ge
zamenlijk vieren. Alle gesprekken hebben
echter weinig zin als niet de beide ge
loofsgemeenschappen er in worden be
trokken".
Mgr. Rinkel uitte er zijn vreugde over
dat een sinds twee-en-een halve eeuw on
overkomelijke hindernis nu is geslecht.
„De weg is nu vrij voör een openhartig
gesprek".
Toen de hoogwaardigheidsbekleders na
een plechtig Te Deum de kerk hadden
verlaten, op hun tocht vergezeld door een
hartelijk applaus, dat tenslotte het karak
ter van een ovatie aannam, maakten en
kele leden van de gespreksgroep op een
persconferentie duidelijk, dat men het
gebeuren in de Sint Gertrudiskerk voor
eerst vooral negatief moet zien. Het be
langrijkste is dat er een obstakel is weg
genomen. De twee boeken, waarom het
gaat, zijn aan een ban onttrokken. Het kan
ook moeilijk anders, want het werk van
Jansenius, die de klemtoon meer op ge
nade dan vrije wil legde, wordt nu toch
geheel anders gewaardeerd, en ook de
critiek op het boek van Quesnel heeft nu
weinig grond, zeker niet als men bedenkt
dat Quesnel nooit de kans heeft gehad zich
bij de paus te verdedigen. Hierbij speel
den politieke overwegingen bij het Vati
caan een grote rol, juist zoals bij het
Nederlandse schisma de tegenstelling tus
sen „wereldheren" en Jezuïeten een ach
tergrond heeft gevormd. Eén van de
stellingen van Quesnel, die zijn veroor
deeld, luidt: het is voor een christen nut
tig de bijbel te lezen!
Links aartsbisschip Rinkel, rechts
kardinaal Alfrink.
Na het negatieve zal nu het positieve
moeten volgen. Voorname punten voor
het gesprek zijn nu de pauselijke onfeil
baarheid, Maria's onbevlekte ontvangenis
en tenhemelopneming en de sacramentele
gemeenschap. Hierbij is ook de verhou
ding tot de andere oud-katholieke kerken
van belang, die grotendeels zijn gesticht
ten gevolge van verzet tegen de onfeil
baarheid.
Prof. Fiolet (r.-k.) sprak als zijn me
ning uit dan het gebeuren van gister
avond onmiddellijke consequenties zal heb
ben ten opzichte van de reformatie. Het
is na het concilie wel duidelijk, dat de
rooms-katholieke kerk hfèseft, dat men niet
meer kerk van Jezus Christus kan zijn
zonder de andere. „Deze toenadering tot
de oud-katholieken, waarmee wij ons ver
bonden voelen, is misschien de eerste
stap", zei hij. „De r.-k. kerk is oecume
nisch laat begonnen maar nu is ze mis
schien wel het ferventst bezig. We willen
de niet gehonoreerde protesten en waar
den au sérieux nemen".
Prof. Tans deelde verder mee dat niet
alleen de oud-katholieken maar ook de
protestanten volledig deel zullen nemen
aan het beraad in het pastoraal concilie
van de rooms-katholieke kerk, dat over
drie weken begint, niet alleen als waarne
mer maar ook als meesprekend lid. Ook
in de uit zeven personen bestaande con-
cielieraad zal een vertegenwoordiger van
de reformatorische kerken zitting heb
ben.
De Utrechtse politierechter heeft een
20-jarige dragline-machinist uit Soest ver
oordeeld tot een voorwaardelijke gevan
genisstraf van drie weken en een boete
van 250,- omdat hij met zijn graafma
chine een gasbuis had kapotgetrokken.
Er ontstond daardoor een explosie in een
huis waarbij een vrouw licht gewond werd
en veel schade werd aangericht.
25. Joris bepeinsde zijn droevig lot vol aandacht, ge
zeten op de stoep voor het Handelshuis Vogelenzang.
van een der steunpilaren van het Handelshuis, en het
valt te begrijpen dat Joris daar van schrok. „Niet
51. Tsjiao Tai verlaat het vertrek om
in opdracht van Rechter Tie diegene te
arresteren die de bedelaars wil uithoren
na hun vertrek uit het gerechtsgebouw.
De bedelaars maken intussen korte met
ten met het maal, dat ze in verbluffend
tempo naar binnen werken. Als de tafel
leeg is, zegt de woordvoerder van het
viertal: „Nu zult u ons wel de kop la
ten afhakken, Edelachtbare, maar in elk
geval was het een goed galgemaal."
„Er zal jullie geen haar worden ge
krenkt," zegt Rechter Tie, „schenk een
„Het enige wat ik nog heb op deze wereld is mijn
sigarettepijpje en de kleuter Hapwap!" prevelde hij.
„De een brengt mij wellicht een karige duit op en de
ander ei, ei wellicht kan ik het deugnietje te
gelde maken! Waar is hij? Hij keek zoekend om zich
heen, totdat zijn blik op het kleine ventje viel. Die
had juist de mond geopend om eens lekker te proeven
doen!" kreet hij, op de kleine afspringend. „Laat af!
Anders krijg je voor het broekje!" Maar zijn dreige
ment kwam te laat. Hapwap had een stuk uit het
metselwerk gebeten en kauwde daar nu smakelijk op.
Het bouwsel was daar echter niet op berekend, en
al spoedig raakte het trottoir met zijn beide gebruikers
geheel bedolven onder het neerstortend puin
672. Van het begin af aan had Karo alle
gebeurtenissen meegemaakt. Hij had ge
hoord, dat de Eiermannen gedachten kon
den lezen en hij had de vergeefse poginge
van Bram en Tutu met angst en beven
gevolgd.
„Het is hopeloos", dacht hij. „Wat we
ook verzinnen.die Eiermannen weten
altijd vooruit, wat we van plan zijn. Daar
door kunnen we niets ondernemen. Ik ben
woedend. Ik zou zo'n Eierman wel een
kluit aarde naar zijn hoofd willen gooien".
Hij voegde de daad bij het woord, maar
hij verwachtte niets anders dan dat de
Eierman tijdie terzijde zou springen.
Wonderlijk genoeg echter was zijn worp
raak! En toen hij het daarna met een
(klein) steentje bij een andere Eierman
probeerde, trof hij opnieuw doel!
„Maar..maar..maar dat betekent,
dat ze mijn gedachten niet kunnen horen"
dacht Karo en hij sprong meteen op vier
poten. Hoe dit mogelijk was interesseerde
hem verder niet, hij was er aan gewend,
dat niemand raden kon wat er in een kat
omging.
Veel belangrijker vond hij, dat hij eens
klaps een leeggegeten'pompoen zag, want
die bolle vorm gaf hem een geweldig idee!
Wall Riniivy l'rD'lurlkil'H
nr!il IhyliN lii-rrvi'tl