TWEE „GEZICHTEN" IN HET MODEVAK
VE0UW
Carrières
vóór en
achter
de camera
Hop...
in de
après-
ski
hansop
TERUG IN HET VERLEDEN
TANJA TRIJBELS
mannequin
SACHA VAN DORSSEN
fotografe
Kathinka
Latinoy:
ZATERDAG 12 NOVEMBER 1966
W Erbij
Tanja trijbels „staat
alles". Sinds september
1958 is Tanje Nederlands
meest geëngageerde free-lance
mannequin. Zij draagt een chin
chilla-jasje van 19.000, maar
met evenveel zwier een simpel
namiddagjurkje van een paar
tientjes. Zij steelt bij Dick Holt-
haus de show in een zwart flu
welen broekpak, maar de dag
tevoren is ster-mannequin Tanja
Trijbels in een goudgeel en
semble een „deftige mevrouw"
bij Max Heymans. Knalrode vi-
nylj assen draagt ze op foto's in
tijdschriften, maar ook chique
avondjurken van Dior, paarse
minijurkjes, cocktailjaponnen
van zilverlamé, ski-jacks van
goudbrokaat, of met duizenden
pailletten geborduurde feest-
jurkjes.
EEN SKI-VAKANTIE vereist meer dan alleen een
ski-uitrusting. De après-ski-kleding is minstens even
belangrijk om ten volle van een wintersportvakantie
te genieten. Behalve de lange huisrokken heeft men
nu ook een soort tricot hansop op de markt gebracht.
De pakken bestaan uit een trui met bijpassende
maillot in de meest exotische tinten. Het ontwerp is
van Leonard uit Parijs en ook, après tout, uitstekend
thuis te dragen om ontspannen te lezen, televisie te
kijken, of om zo maar niks te doen.
HET BEKIJKEN van een modereportage is voor de meeste
vrouwen een ontspannende bezigheid. Voor degenen die
de reportage maken beslist niet! Talloze ontwerpers,
mannequins en fotografen zijn voortdurend bezig om ons -
via hun reportages - op de hoogte te houden van de laatste
ontwikkelingen op het uitgebreide modegebied. En het is vaak
niet eens een kwestie van „de laatste ontwikkelingen". In het
begin van de lente concentreert men zich al op de wintermode
en in de winter liggen de modellen voor de zomer van het jaar
daarop al op de tekentafels gereed.
Twee Nederlandse vrouwen die „in 't vak" zitten weten
erover mee te praten. Tanja Trijbels staat dagelijks vóór de
camera's. Fotografe Sacha van Dorssen er achter. Het gezicht
van Tanja is bij iedereen, die over mode leest, bekend. Het
gezicht van Sacha is onbekend. Haar „gezicht" wordt gëvormd
door de foto's die ze maakt voor verschillende vooraanstaande
buitenlandse tijdschriften.
TANJA draagt het allemaal, op
shows van Nederlandse en Parijse
ontwerpers, of voor de camera's
van de modefotografen. In kranten
en tijdschriften verschijnen foto's
van Tanja met de regelmaat van
de klok. Tien jaar verschijnt ze nu
al in de modewereld, met of zon
der pruik, met een krullerig of
strak kapsel, met vlecht of chignon,
maar altijd uiterlijk onverstoorbaar.
Toch is ze niet zo onverstoorbaar.
Zo werd het haar in Parijs te veel.
Het modehuis Dior contracteerde
haar als mannequin, maar vlak
voor de show begon werd Tanja
zo zenuwachtig dat zij eigenlijk het
liefst wilde wegrennen. Daarna
heeft zij een aanlokkelijke manne-
BB
quin-carrière in Parijs gelaten voor
wat het was. Zij showt alleen zo nu
en dan eens voor Duitse couturiers.
TANJA TRIJBELS, kwam op
haar negentiende jaar in het mo
devak, zij maakte als mannequin
haar entree bij een Amsterdamse
confectiefabriek. Zij bleef er niet
lang. Heymans en Dick Holthaus
ontdekten haar. Ook hoedenontwer-
pers weten dat Tanja alles staat.
Gérard Brussé bijvoorbeeld, weet
dat zijn hoofddeksel „De bonbon
doos", een creatie van oranje door
zichtig plastic, eigenlijk alleen
Tanja zal staan. Holthaus kan voor
al Tanja in cocktailjaponnen van
zwarte voile presenteren.
MAAR DE nu 29-jarige Tanja
laat zich door de mooiste Neder
landse haute couture en de creaties
uit Parijs niet al te veel impone
ren.
Thuis draagt zij het liefst een
lange broek en een coltrui en als zij
wat tijd over heeft maakt zij haar
kleren zelf.
EEN PAAR jaar geleden begon
zij in Amsterdam een eigen bou
tique. Het werd een mislukking. Zij
wilde het ontwerpen en verkopen
met haar mannequin-beroep combi
neren, en dat bleek onmogelijk. „Je
kunt nu eenmaal niet bij Ernst Jan
Beeuwkes showen en tegelijkertijd
een mevrouw te woord staan die
iets wil kopen".
ZIJ KOMT wel af en toe als gast
vrouw in het Spaanse restaurant.
El Patio, in Den Haag waar haar
verloofde Charles Limburg de scep
ter zwaait. Dan kan zij zich tegoed
doen aan allerlei heerlijkheden,
want zij hoeft zich aan geen enkel
dieet te houden. Zij vindt het zelfs
een probleem om geen maaltijd over
te slaan, „Want op het plankier
verlies je ponden".
ER ZIJN IN PARIJS een
aantal Nederlandse jonge-
mensen, die bezig zijn
zich een internationale toekomst
op te bouwen. Op allerlei gebied
vinden we ze: er zijn Neder
landse schilders, beeldhouwers,
schrijvers, ontwerpers, fotogra
fen, musici, dansers en nog veel
meer. Een van deze mensen is
de vijfentwintigjarige fotografe
Sacha van Dorssen. Zij werkt al
sinds twee jaar als mq4efotq-
grafe bij het tijdschrift ,',Elfe",
een tijdschrift dat op het ge
bied van de mode in en buiten
Frankrijk de toon aangeeft. Wie
dan ook als fotograaf bij „El le"
werkt, behoort zeker tot de
allerbeste modefotografen van
Frankrijk. Voor Sacha geen ge
ringe positie.
SACHA, een knap meisje haalt
haar schouders op, als men vraagt
hoe ze fotografe werd. „Eigenlijk
wel zo'n beetje van zelf", zegt ze.
„Twee jaar geleden ben ik naar
Parijs gekomen. Ik moest van de
kunstacademie in Breda, waar ik
drie jaar op had gezeten, stage lo
pen. Ik had niet zo'n zin om dat
in Nederland te doen, want ik ge
loof dat daar veel minder kansen
zijn, dus ben ik naar Parijs ge
gaan. In Parijs heb ik de namen
van alle bekende fotografen en pu
bliciteitsbureaus opgezocht en die
ben ik toen met wat kiekjes uit
m'n academietijd afgegaan". De
tweede dag schoot Sacha al in de
roos en werd zij bij „Elle" aange
nomen. „Het was in het begin wel
nog alleen maar toekijken, ik was
aangenomen als assistente, maar ik
was nog vreselijk onhandig, ik kon
eigenlijk niets".
Binnen een jaar was zij geen as
sistente meer, maar modefotografe.
Eerst kreeg zij af en toe werk,
langzamerhand ging het beter. Nu
heeft zij bijna te veel te doen. Als
men het Franse tijdschrift „Elle"
openslaat, zal men zeker bij som
mige van de modefoto's met kleine
lettertjes Sacha zien staan. Boven
dien werkt ze sinds een half jaar
ook nog voor „Harpers Bazaar"
het bekende Engelse modetijd
schrift. „Ja", zegt Sacha, „Ik heb
met Engeland gewacht tot het in
Parijs goed ging. Nu wil ik volgend
jaar misschien Amerika eens pro
beren. Maar daar moet je goed op
voorbereid zijn, anders heeft het
geen zin. Trouwens te veel tegelijk
doen lijkt me helemaal niet fijn, dan
moet je te hard werken en wordt
je werk een soort routine. Het is
voor mij noodzakelijk dat ik altijd
zin in mijn werk blijf houden. Het
lijkt me vreselijk dingen te doen
waar ik niet achter sta. Aan recla
me-fotografie bijvoorbeeld heb ik
een vreselijke hekel. Alles gaat
volgens een maquette en je moet
precies doen wat de klanten, die
meestal een hele bekrompen men
taliteit hebben, zeggen. Van je
eigen creativiteit blijft op zo'n ma
nier niet veel meer over".
HET FIJNST vindt Sacha het
werken voor tijdschriften en dat
doet ze dan ook uitsluitend. Haar
favoriete onderwerpen om te foto
graferen zijn kinderen en mannen.
„Kinderen vind ik het fijnst want
die zijn nog zo spontaan en onge
remd en daardoor kun je enige din
gen met ze doen, met mannequins
gaat dat ook wel maar daar duurt
het veel langer bij. En met man
nen te werken is voor mij als
vrouw een hele gekke gewaarwor
ding omdat de rollen meestal om
gedraaid zijn, mannelijke fotogra
fen en vrouwelijke modellen. Het
leuke van mannen vind ik dat ze
zo lekker onverschillig zijn. Ze hoe
ven eigenlijk helemaal niet te po
seren en je kunt mannenmode veel
meer reportageachtig opnemen".
HET MEEST werkt Sacha ech
ter, zoals elke modefotograaf, met
vrouwelijke fotomodellen, die ze
via de verschillende modelagency's
betrekt. Zelf zou ze ook wel model
kunnen zijn, ze heeft precies het
zelfde lange, slanke figuur als de
meisjes in de modetijdschriften. „O
nee," zegt Sacha beslist, „Als vak
zou ik dat nooit willen doen. Voor
een keertje lijkt het me wel leuk,
maar het zou me op den duur geen
bevrediging geven. Ik wil nu een
maal alles zelf doen en het lijkt me
heel vervelend de raadgevingen
van een andere fotograaf op te moe
ten volgen. Bovendien vind ik het
afschuwelijk om gefotografeerd te
worden, ik heb een ontzettende
angst voor fototoestellen". Van die
angst is echter niets te merken als
Sacha achter de camera staat.
IK VERLANG terug naar het
verleden. Terug naar de zorgeloos
heid van vroegere jaren, een zorge
loosheid, die ik nooit meer vinden kan.
Het was goed om jong te zijn, en rijk.
en idealen te hebben voor later. Dat
van al die idealen alleen mislukkingen
zouden overblijven, wist je toen im
mers niet.
Je verlangde naar later, naar groot
zijn, beroemd, naar het doen van gro
te dingen, naar liefde, vrienden, succes
hebben en geld verdienen. Wat kwam
er meer van terecht dan een moei
zaam gesappel? Waar zijn vriendschap,
liefde als je geen geld meer hebt?
Je weet wat je waard bent nog al
tijd en dat je iets goeds zou preste
ren als je de kans maar eens kreeg.
Ja, dat is het: als je de kans maar
kreeg. Maar die krijg je niet eerst
niet omdat je jong bent en eerlijk,
later niet meer omdat je ouder wordt
en zo dwaas bent nog steeds en on
danks alles even eerlijk te zijn. En an
deren krijgen de opdrachten en hakken
de beelden uit het marmer en worden
voor de televisie geïnterviewd. Dat is
geen reclame, weet je. Dan niet. O nee.
Zelf knoei je wat met goedkope klei en
je bakt beeldjes en pullen en allerlei
kitsch omdat die nog het best ver
koopbaar is, en door de winkeliers
hoewel schandelijk goedkoop nog
wel geaccepteerd wordt. En terwijl je
goede, grote ideeën in je hoofd ver
schimmelen, krijg je inmiddels de
naam een klungelige prutser te zijn,
tot niets beters in staat. Omdat je
eten moet. Een kunstenaar moet niet
hoeven eten. O, nogmaals het enthou
siasme en de verwachtingen te ken
nen! Welstand en geluk of althans
hoop! Ze zeggen, dat tijd een vorm van
denken is en niet iets dat meedogen
loos en vernietigend voortschrijdt. Is
dat waar? Kan dat waar zijn? Ik heb
mij erin vastgebeten. Als het zo is, dan
moet het mogelijk zijn mijzelf terug te
denken, wèg te denken in dat wat
„voorbij" wordt genoemd, maar dat
dan ergens nog is, ergens.Ik m.oet
dus denken, sterk, sterk denken, den
ken met heel mijn wezen, nel zolang
tot het mij lukt en ik in het verleden
ben teruggekeerd. Maar zou ik dan
nog weten wat ik nu weet? Dat moet
ik afwachten.
WAS IK maar groot, volwassen en
sterk! Dan zou ik mij losmaken uit dit
muffe, domme milieu van geld uitge
ven en luieren en vakken leren, die je
volkomen nutteloos toeschijnen voor je
verder bestaan op aarde. Dan zou ik
vrij zijn van de vrienden, die mij zoe
ken omdat ik het er goed van nemen
kan, en ook vrij van de meisjes, de
domme, die mij nalopen. Later, oh,
later wil ik het brood verdienen mei
mijn eigen handen en de sterke beel
den hakken uit het blanke marmer. Een
groot beeldhouwer zal ik zijn, die lie
ver honger zal lijden dan zich verlagen
tot het maken van schandelijke prullen
terwille van het grote publiek. Ik zal
mijn baard laten staan en fluwelen jas
jes dragen. Ik zal vrij zijn van conven
tie en van sleur en ik zal succes heb
ben, want ik heb talent en ik kan wer
ken. Ik zal ook vrij zijn van de luima-
kende macht van het geld en zorgeloos
zal ik voortleven. Alles zal bij mij
gaan om het werk. Daar geloof ik in:
in werk en in goedheid, in eerlijkheid
en in vriendschap en in liefde als
men zich maar van de hele rompslomp
bevrijden kan. Mijn werk is eerlijk en
ik ben eerlijk en dus moeten wij sa
men slagen, mijn werk en ik. Dat is
immers niet meer dan natuurlijk. Het
schone zichtbaar maken en het goede en
het ware uitbeelden, dat zal het doel
van mijn leven zijn. Vrienden zullen
zich om mij heen verzamelen en ik
zal de vele kansen weten te benutten,
die het leven ongetwijfeld biedt.
Wat is nu nog het schoolleven voor
een jongeman als ik? Wat kunnen wij
oudere scholieren, mannen al, nog op
steken, wat, waar wij iets aan hebben
voor het leven, zoals wij dat zullen
verkiezen? Ze hebben mij geleerd, dat
tijd een vorm van denken is. Als dat
waar is, dan moet ik de jaren, die nog
komen kunnen wegdenken, eroverheen
denken tien, twintig, dertig jaren,
die nog onbelangrijk zijn. Ik moet den
ken, sterk, sterk denken met heel mijn
wezen, net zo lang tot het mij lukt.
Grote dingen doen. Zelf geld verdie
nen. Succes hebben. Beroemd zijn. La
ter. Later.
Ik verlang terug naar het verleden,
ik.Alleen.aan de toekomst
heeft men geen herinnering.