„Kinderen prefereren straat boven de speelterreinen Harde werker Kiesinger bleef NSDAP trouw tot bittere einde Gerstenmaier trad terug en lonkt naar presidentschap Raadslid van Beilen volgt Adams als senator op Prinses Margriet stelde verloofde voor aan provinciaal bestuur Utrechtse plantsoenen-directeur: Zwager van HKoekoek heeft wellicht nooit aan politieke carrière gedacht MAANDAG 14 NOVEMBER 1966 6 Wel partijlid V oorpagina Kerkelijk nieuws Lankhorst en v. d. Spek lijstaanvoerders bij P.S.P. Anne Frank-conferentie Examens (Van onze correspondent) Dr Kurt Georg Kiesinger werd zes april 1904 als zoon van een bescheiden handelsman in Ebingen in het Schwaben land geboren. Hij bezocht een katholiek seminarie in Rottweil en studeerde ge schiedenis, filosofie en staatswetenschap pen. Kiesinger vestigde zich in Berlijn als advocaat aan het „Kammergericht" en bouwde een drukke praktijk als repe titor op. In 1933 werd hij lid van de NSDAP. Hij werd tijdens de tweede we reldoorlog „wetenschappelijk assistent medewerker" op het ministerie van Bui tenlandse Zaken van Von Ribbentrop. Het is deze periode in zijn leven, die Kiesinger de komende tijd nog veel zor gen zal baren. Hoewel het in de Bonds republiek gevreesde en in Oost-Berlijn uitgegeven „Braunbuch" niet over Kie singer rept, vreest men in Bonn, misschien niet ten onrechte, dat van de DDR een heftige verdachtmakingscampagne tegen de eventuele nieuwe kanselier wordt voorbereid. Zelf heeft Kiesinger de belangrijkste en hardnekkigst circulerende geruchten met een tegengesproken. Zo ontkent hij dat hij lid van de SS of SA is geweest, dat hij verbindingsman tussen minister Von Rib bentrop en minister van Propaganda Goebbels was, dat er foto-materiaal zou bestaan, waarop hij in nationaal-socialis tisch diplomatenuniform met Hitier en Mussolini staat afgebeeld, dat hij NS- Führungsoffizier bij de Wehrmacht zou zijn geweest, of dat hij als diplomaat onder bevel van Von Ribbentrop zou heb ben gestaan. In zijn verklaring stelt Kiesinger dat hij sinds de Röhmputsch van 1934 zich van het nationaal socialisme had afge wend en dat hij daarom geweigerd had in staatsdienst te treden of lid te worden van de nationaal-socialistische juristen broederbond. Als ambtenaar op het mi nisterie van Buitenlandse Zaken had hij op de afdeling voor „radio-politiek" al leen contact gehad op het vlak van de hoge ambtenaren. Hoe dit alles ook zij, zijn lidmaatschap van de NSDAP zegde Kiesinger niet op. In 1948 vestigde hij zich als advocaat in Tubbingen en twee jaar later werd hij ontdekt door de Zuidwürttembergse CDU. Hij drong snel door tot de eerste Bonds dag in Bonn en oogstte daar lauweren door zijn groot redenaarstalent en zijn scherpe standpunt. Hij was de parade-woordvoerder van de CDU op het terrein van de buitenland se politiek, waar hij zich briljant als een voorrechter voor de Europese eenheid opwierp. De gloedvolle manier waarop hij kanselier Adenauer secondeerde, bracht hem echter niet de evenredige dank van der Alte. Verschillende interes sante minister-posten gingen aan hem voorbij en tenslotte liet Kiesinger zich in 1958 tot minister-president van Baden- Württemberg verkiezen. Alle partijen stelden zich achter deze keus. Met grote energie zette hij zich aan zijn taak, de op twee na grootste deelstaat van de Bondsrepubliek te be sturen. Zijn retorische gave bespeelde hij nu bij de opening van fanfare-avonden en wijnbouwersfeesten, terwijl zijn aan zien in de loop der jaren steeg. Kiesin ger bleef de harde werker, die meer dan het mogelijke van zijn medewerkers eis te, hoewel hij zelf niet van regelmatige werkuren houdt en 's maandags meestal de gehele dag thuis te vinden is. Maar de problemen op administratief niveau laat hij liever aan anderen over, om na te denken over grotere vraagstukken, in het bijzonder op het gebied van de buiten landse politiek, waarop hij overigens tot voor kort niet veel kon aanvangen. Hij was innig tevreden bij feestelijke gelegenheden met zijn officiële plaats in het barokslot van Stuttgart tussen her tog Philip Albrecht von Württemberg en markgraaf Maximilian von Baden, en met de wetenschap dat koningin Elizabeth van Engeland tijdens haar bezoek aan de Bondsrepubliek vorig jaar, zich het vrolijkst aan zijn zijde had getoond. Als dromer over de macht en als auteur van een boek over dé Franse filosoof Alexis de Tocqueville kon hij over de vermoorde Amerikaanse president Kennedy die hij als laatste Duitse politicus voor diens dood sprak eens opmerken: „een man die net zo leefde als ik". Na de bondsdagverkiezingen van 1965 tijdens de uiterst moeizame kabinetsfor matie van kanselier Erhard, kwam de naam Kiesinger weer eens op de voorpa gina's. Onder druk van „gaullisten" als oud-kanselier Adenauer en oud-minister Strauss, die gesteund werden door bonds president Lübke, die de minister van Bui tenlandse Zaken persoonlijk haat, leek het erop of Schroder niet in de regering zou terugkeren. Als zijn opvolger werden Kiesinger en Bondsdag-president Gersten meier genoemd. „Kanselier Erhard wist dat hij beide mannen niet in zijn calculaties kon be trekken, als hij zijn eigen positie niet in gevaar wilde brengen. Ze waren namelijk alle twee al door hun volgelingen als „schaduw-kanselier-kandidaten" opge bouwd. Beiden kwamen uit Schwaben- land, en mochten elkaar wederkerig. Maar Kiesinger beging toen de fout on gevraagd te verklaren dat hij bereid was de leiding van het ministerie van Schro der over te nemen. Hiermee haalde hij zich de woede van president Lübke op de hals, die een voorkeur voor Gersten meier als minister van Buitenlandse Za ken had. De driehoek bondsdagpresident-minis ter-president zou ook in de ontwikkelin- hebben gespeeld. Gerstenmeier en Kiesin- hebben gespeeld. Gertemeier en Kiesin ger zouden elkaar hebben beloofd, dat die gene die het tot kanselier zou brengen, de ander krachtig zou steunen in zijn kan didatuur voor het presidentschap, wan neer deze functie in 1968 vrijkomt. Beiden zijn voor het hoogste ambt in de Bondsrepubliek geporteerd. En omdat de een katholiek, de ander evangelisch is, zou deze combinatie van kanselier en pre sident precies passen in t>et schema dat men in de verdeling van confessies op dit punt voor ideaal houdt. Zodra bekend werd dat Kiesinger af gelopen woensdag ie steun zou krijgen van de C.S.U-fractie van Franz josef Strauss en zijn benoeming tot kandidaat kanselier tot de grote mogelijkheden ging behoren, trok Gerstenmeier zich plotseling uit de strijd terug met het argument dat hij de benoeming van zijn „landgenoot" Kiesinger niet in de weg wilde staan. Ned. Herv. Kerk Beroepen te Valburg-Homoet I. Boot te Wijngaarden; te Renkum (vac. J. C. Hunnik) J. Voordouw te Giessen-Rijswijk. Bedankt voor Eist (U.) H. J. de Bie te Alblasserdam. Geref. Kerken Beroepen te Vlissingen (vac. A. Ver schoor) J. Baaijens te Leimuiden. Chr. Geref. Kerken Bedankt voor Mijdrecht B. Bijleveld te Bussum. (Van onze correspondent) BEILEN. Als de heer Jan de Groote te Beilen niet was getrouwd met de zuster van de heer H. Koekoek dan zou zijn stem wellicht naar de A.R. zijn gegaan. Hij is een recht zinnig man en sinds zeven jaar ouder* ling van de Nederlands Hervormde Gemeente. Hij is nooit op de voor grond getreden en heeft waarschijn lijk nooit aan een politieke carrière gedacht toen hy bij de oprichtiing lid werd van de boerenpartij. Maar sinds de jongste verkiezingen zit hij als enige BP-er in de gemeenteraad van Beilen. En nu is hij in de Eerste Kamer de opvolger van ex-boerense- nator Adams. Hij zal in de senaat geen aanstoot geven. Jan de Groote zegt niet veel, liefst he lemaal niets. Hij is 55 jaar en heeft drie kinderen: een 25-jarige zoon die op de boerderij werkt, een 23-jarige zoon, klaar voor onderwijzer, die in militaire dienst is, en een 20-jarige dochter die kraam verzorgster is in Assen. Hij trouwde 27 jaar geleden met de zuster van H. Koe koek en ging in een boerderij in Alteveer wonen. Elf jaar geleden kwam hij in de boerderij in Beilen, met pal voor de deur een mooi stukje staatsbos en in de verte het verkeer op de snelweg Assen-Hooge- veen. Daarachter weiland en in de schuur een vier jaar oude auto, die er als nieuw uitziet. Vindt hij het plezierig om ir. Adams op te volgen? „Als je al zo lang lid bent dan sta je ervoor. Je staat op de lijst. Toen ze het Adams onmogelijk maakten zat het erin. Als dat niet was gebeurd was er niks aan de hand geweest". Vindt hij het moeilijk om Adams op te volgen, gezien de omstandigheden van diens vertrek? Hij heeft er geen zwaar hoofd in. „Wat ze van een ander zeggen hoef ik niet voor mijn verantwoording te nemen. Laat ze mij maar rustig op mijn verleden nakijken. Eén ding is zeker! De Boerenpartij is nu gezuiverd, schoon, zonder smet of rimpel. Er is geen ande re partij die dat kan zeggen". Over zijn raadslidmaatschap zegt hij: „We zijn nog niet ingewerkt. Je weet al les direct niet. De Eerste Kamer is heel wat anders dan de raad. Het is weer wat hoger". Hij moet nu afgezien van commissievergaderingen éénmaal in de week naar Den Haag. Hij ziet daar geen probleem in voor zijn bedrijf. Zijn verwachting is dat de Boerenpartij zal groeien. Mevrouw De Groote-Koekoek vindt dat haar man al veel te veel heeft gezegd. Zij laat enkele malen nadrukke lijk weten dat het melktijd is, dat er ge werkt moet worden. In de gemeenteraad heeft de heer De Groote zich in de eerste vergadering uit gesproken tegen het voorstel om een bocht in een weg af te snijden. Hij vond de kosten te hoog. Maar verder heeft men in de raad nog niets van hem gehoord. En in Beilen hoort men geen kwaad woord over hem. Integendeel. Ten behoeve van het referendum onder de leden hebben partijbestuur en partij raad van de P.S.P. groslijsten opgesteld voor de kandidaatstelling voor de Tweede Kamerverkiezingen. Unaniem besloot men de leden te adviseren H. J. Lankhorst en A. G. v. d. Spek, respectievelijk voorzitter van de Tweede en Eerste Kamerfractie van de P.S.P., als lijstaanvoerders aan te wijzen. De uitslag van het referendum zal omstreeks 8 december bekend zijn. Een honderdenvijftigtal personen is in Frankfort bijeengekomen voor deelne ming aan de tweede Anne Frank-confe rentie. De eerste Nederlands-Duitse con ferentie van deze aard, uitgegaan van de Amsterdamse Anne Frank-stichting en een aantal West Duitse organisaties, werd in juni en Amsterdam gehouden Het hoofdthema van de tweede conferen tie in Frankfort is „De opvoeding van de jeugd in de democratie. Jongemensen uit Nederland en West- Duitsland zullen tezamen met opvoedkun digen en jeugleiders in werkgroepen over de doeleinden van opvoeding en vorming in de democratie van gedachten wisselen. In de nabije toekomst wil men derge lijke conferenties beleggen in Keulen, Hamburg, München en Parijs. NIJMEGEN. Doctoraal theologie pater J. E. Calis (Blaricum). Gepromoveerd tot doctor in de geneeskunde op proefschrift „Metingen van de huiddoorbloeding methodische en klinische ervaringen met het „heated thermocouple"-principe", W. J. B. M. van de Staak, geboren te Am sterdam. Promotor was prof. dr. J. W. H. Mali. AMSTERDAM (V.U.) Doctoraal theo logie D. G. J. Maizing met lof (Johannes burg, Zd.-Afrika). DELFT. Doctoraal werktuigkundig in genieur J. Siemons (De Bilt), C. Spaans, met lof (Krimpen a.d. IJssel). Doctoraal civiel-ingenieur R. Ballot (Heemstede), J. Berenbak (Rotterdam), C. L. van den Berg (Delft), N. P. van den Berg (Rot terdam), J P. van Berkum (Baam), T. J. Blok (Velsen-zuid), J. W. Boehmer (Brielle), J. P. Bouwmeester (Zwolle), M. H. Bremmer (Dordrecht), D. Bus (Santpoort), H. W. de Buijzer (Amster dam), J. C. Ie Clercq (Groesbeek), D. S. Doolaard (Rotterdam), D. M. Douwes Dekker; (Delft), R. E. Dozy (Amsterdam), H. J. F. M. van den Dungen (Uden), F. C. van Erp (Dubbeldam), J. J. den Haan (Bilthoven), A. H. de Hartog (Laren), E. Heere (IJmuiden), C. Hoogendoorn (Half weg), A. L. Korteweg (Wageningen) G. J. Kramer (Heemstede), W. J. Lieuw a Len (Delft), T. K. E. Meijer (Rotterdam), O. J. Muntinga (Delft), L. J. M. Nelissen, met lof (Haarlem), K A Ng-a-Tham, C. J. de Rijk (Delft), H. Rijkmans (Haarlem), I K. Schat (Delft), H. Smit (Oldenzaal), H. A. Stiphout (Nieuwendam), P. M. C. Tjepkema (Rotterdam), B. C. Troost (Am stelveen), K. Vegter (Delft), J. E. M. van Velsen (Haarlem), W. J. M. Voorn (Den Haag), R. H. van der Wateren (Haarlem), A. A. M. Wevers (Zevenberg), G. W. H. Zorn (Amstelveen) en R. J. van Zweden (Den Haag). .L, GRONINGEN. Doctoraal Frans mevr. R. M. Oudman-Fleurke (Groningen). Doc toraal psychologie B. C. Barendsen (Drachten). Kandidaats rechtsgeleerdheid H. Stuurman (Aerdenhout), J. M. Bal (Bloemendaal). Kandidaats soc. aardrijks kunde G. C. A. Wamelink (Driehuis). Arts le gedeelte mej. E. A. M. Stuifber gen (Haarlem). Doctoraal economische wetenschappen R. B. Bakker (Groningen). Zaterdagmiddag omstreeks half vier hebben prinses Margriet en haar ver loofde mr. Pieter van Vollenhoven een bezoek gebracht aan Haarlem, waar zij werden verwelkomd door de commissaris der koningin in Noord-Holland, mr. F. J. Kranenburg. Ten huize van de commissaris ontmoette het paar onder meer enkele leden van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland, burgemeester mr. G. van Hall van Amsterdam en burgemeester mr. O. P. F. M. Cremers van Haarlem. Het bezoek was bedoeld om mr. Van Vollenhoven aan de bestuurlijke OMtori- teiten van de provincie voor te stellen en droeg daardoor een informeel karak ter. Het was het laatste van de elf bezoeken die door het verloofde paar aan de provinciehoofdsteden zijn gebracht. I0VOTM ADVERTENTIE De kreet „Geef de jeugd de ruimte" is letterlijk genomen misleidend: de Jeugd gebruikt of misbruikt alle ruimten, toegestaan of niet, geschikt of ongeschikt. Dit heeft het hoofd van de afdeling plantsoenen van de dienst voor openbare werken in Utrecht, de heer J. P. van Alff, verklaard in een lezing op de vakbeurs „Tuin en park" in Utrecht. Hij voegde hieraan echter toe, dat het •pelen in de straat of op plaatsen waar dit niet is toegestaan, zal afnemen naar mate de verdeling, de keus, de variatie en de outillage van de werkelijke speel- gelegenheid groter zijn. Toch blijft de straat belangrijk. Bij een •teekproef in een redelijk van speelplaat- •en, zandbakken, speelterreinen en speel weiden voorziene nieuwe wijk bleek bij voorbeeld, dat maar dertig tot veertig per cent van de jongens en 22 tot 32 percent meisjes in de officiële speelgelegenheden te vinden is. De anderen verkiezen de •traat. Volgens de heer Van Alff zou het in ons- land nog onbekende jeugdrecreatieterrein, dat alles omvat op het gebied van sport en spel, eventueel gecombineerd met sport hal, instructiebad, jeugdleeszaal en jeugd honken, technisch gemakkelijk te verwe zenlijken zijn. Voorwaarde is dan echter, dat alle verenigingen, alle ambtenaren en •11* diensten van secretarie-afdelingen van hun eigen „belangenpodium" afstap pen. De heer Van Alff zei, dat het gege ven in feite al aanwezig is: de goed inge richte speeltuin, waar men ook vormen van clubwerk en gezamenlijke activiteiten kan vinden, en die voor de jeugd en vaak ook voor de ouders een ontmoe tingsplaats is geworden. De vraag, hoeveel een goede voorzie ning met speelgelegenheden kost, is moeilijk te beantwoorden. Aan de hand van een praktijkvoorbeeld kon de heer Van Alff echter wel berekenen wat er nodig is voor bijv. een wijk van onge veer 27.000 inwoners, een wijk, gebouwd in hoogbouw, flats en eengezinswoningen met gemiddeld 53 woningen per hectare woongebied. Hij kwam daarbij tot eenentwintig speeltuintjes van vierhonderd tot duizend vierkante meter (verhard en met enkele speelwerktuigen) dertig zandbakken (deels op de speelplaatsen) twee speel plaatsen van tweeduizend tot drieduizend vierkante meter (met zandbak, speelvij ver. rolschaatsbaan, basketbalveld, etc.) en één bouwspeeltuin. Daarbij komen dan nog de speelwei den, schoolwerktuigen, wijksportterreinen, buurt- en wijkparken met een oppervlak te van minstens 35 hectare. „Alleen met durf en visie kan hier iets tot stand ko men", aldus de heer Van Alff.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1966 | | pagina 6