De Rode Mieren" Staatssecretaris De Meijer bezorgd over eisen vakbonden „Ondernemersklimaat mag zeker niet verslechteren" DavitamonIO Elke dag. PANDA EN DE MEESTER*ETER AVONTUREN VAN DONALD DUCK Voor de kenner een begrip voor u een openbaring Heerlen uit bestuur van Vascomij. RECHTER TIE RAMMETJE FOK 1 IE i - jpiRÜ Alle vliegers in een algemene bond Een actuele Amerikaanse roman door William Lederer en Eugene Burdick 1 415.- DINSDAG 15 NOVEMBER 1966 13 Ons vervolgverhaal Pensioneringen 2 Achtste plaats Geen angst onbegrensde fotografische mogelijkheden EXAKTA EXA lib v.a. v.a. 280.- EXA la v.a. 165.- 'Kift en cüuvi (Uf uw fyt*6*utdel*cvi Stelende onderwijzer voor de rechter 7) „Tad," vroeg Coldstream einde lijk, „hoe denk jij over Brown?" McCauley gaf geen antwoord. Hij zat rechtop en onbeweeglijk in de jeep. De regen spatte naar binnen en maakte hem nat. Buiten de jeep zwiepte de regen in lange grijze golven die de palmen deed buigen en het zachte gras van het Konings<- plein deed golven. „Er klopt iets niet," vervolgde Coldstream. „Het klopt precies," zei McCauley scherp. „Het klopt allemaal keurig. Brown is weer een van de gelegen- heidsdiplomaatjes die een paar pret tige jaren doorbrengen in een land dat ze niet begrijpen. Maar toch is hij een behoorlijke vent. die zijn best doet en denkt dat hij het er goed afbrengt. Hij gaat straks naar huis terug met een rij medailles, een uitgebreid foto-album en een zil veren servies van de koning. En hij zal een heleboel narigheid achterla ten." „Ik zie nog geen narigheid," zei Coldstream. McCauley verdrietig. „Ed, jij weet heel goed dat het een georgani seerd opstootje was. Het doet er niets toe dat het niet omvangrijk was; je kon je hierin niet vergissen. Een troepje jongens, dat aanvankelijk dacht dat het als grap bedoeld was. Toen werden ze opeens tot daden aangezet en ze waren verlegen en in de war. Ze bemerkten plotseling, dat ze aan het schreeuwen waren, dat er mariniers de hoek omkwamen en dat ze bezig waren de Amerikaanse vlag te vertrappen. Het komt er niet op aan, welke vlag of welke mari niers, Ed." McCauley zweeg even. Toen keerde hij zijn gezicht naar Coldstream. „Je weet heel goed wat ik bedoel." Een grote wijnrank werd losge rukt en slingerde als een prachtige groene veer over de weg. De enige Sarkhanezen op straat waren riksjakoelies en bami-verko pers. Ze droegen geweldig grote hoeden en schoudermantels van riet- Maar ze hadden verder niets wat hen kon beschermen tegen de kille vlagen van de zuidwest moesson. De riksjakoelies waren boeren, die naar de stad gekomen waren en geen ander werk konden vinden. Na een paar jaar hadden ze knobbelige rode spataderen op hun gespierde benen, en velen van hen leden aan tuberculose en ondervoeding. De stad trok hen, maar ze stierven er jong. Het waren rustige mensen die zuinig waren op elke gram energie en gelijk standbeelden stonden tot de nadering van een mogelijk vracht je hem lawaaierig en opgewonden maakte. „Ik weet dat het het oude liedje is," zei McCauley en hij tikte eens op de dikke envelop die hij onder zijn arm geklemd hield. „Ed, jij hebt me die rommel gestuurd om te onderzoeken. Pamfletten, verzoek schriften, vlugschriften, aanplakbiljet ten, oproepen voor bijeenkomsten. Zijn zij uit alle delen van het land gekomen?" Ze waren nu in de wijk, die langs de rivier lag, en passeerden de grote werven van de Bandor Maatschap pij; Coldstream matigde de vaart van zijn jeep. „Ik heb geprobeerd er een zo overzichtelijk mogelijke verzameling van te maken. Mijn mensen hebben ze zelfs in de berg dorpen aangetroffen. Het is alle maal iets van de afgelopen paar maanden. Daarom zou ik zo graag jouw oordeel willen horen." „De man, die de pamfletten ge schreven heeft, heeft uitstekend on derzoekingswerk verricht op het ge bied van de levenshouding, de gods dienst en het politieke verleden van Sarkhan. Alles is gedrukt op hetzelf de goedkope papier en op dezelfde pers. Het letterteken voor „volk" heeft onderaan overal dezelfde klei ne afwijking. Maar het werk is doel treffend gedaan. Het voornaamste onderwerp behandelt uiterst be kwaam zaken die Sarkhanezen bijna vergeten zijn. „Bijna vergeten?" „Deze propaganda is uitgewerkt door iemand die het oude 'feodale stelsel van Sarkhan volkomen kent en die dat wil moderniseren en op nieuw invoeren, maar dan op mar- xistisch-leninistische basis zonder ook maar één keer de uitdrukking marxisme te bezigen." McCauley rekte zich uit en geeuwde. „Het is een gemene, maar in zekere zin, prachtige propaganda." „Zou je kunnen uitvinden wie die dingen geschreven heeft? Waar ze gedrukt zijn? Wie ze verspreid heeft? „Ja. Alles wat ik nodig heb is een behoorlijk vergrootglas en een pagi na drukwerk in Sarkhan." „Van elke drukpers in Sarkhan?" „Van elke." Ze reden over de kronkelende weg langs de rivier, de Tirriwongi. Zij was hier breed, omdat een paar ki lometer noordelijker de machtige Sekong erin uitmondde. Toen ze bij het visserijbedrijf van Coldstream aankwamen parkeerde hij daar zijn jeep. Tientallen Sarkha nezen waren bezig vis schoon te ma ken en te wegen om gedroogd en klaargemaakt te worden voor ver zending naar het binnenland. Een magere, bijna uitgeteerde man, die twee vingers van zijn ene hand miste, had het toezicht bij het lossen- Achter hem lag een stapel draaggordels, sproeiers en glimmen de messen en bewogen zich gele mannetjes in met bloed bespatte kle ren. Coldstream wuifde en de opzichter kwam het terrein overlopen met lange stappen, hield voor Coldstream stil en groette hem opgewekt. „Hoe gaan de zaken, Tuc?" vroeg Coldstream. „Best, chef," zei de man. Hij keek McCauley aan en knikte groe tend. Het was niet de eerste keer dat de professror op het bedrijf kwam. „Heb je vorige maand een pretti ge vakantie gehad?" Tuc zat tot aan zijn ellebogen on der de schubben en hij stond eraan te peuteren terwijl hij naar de twee mannen keek en daarna achterom naar de arbeiders. (Wordt vervolgd.) De staatssecretaris van Sociale Zaken en Volksgezondheid, dr. J. F. G. M. de Meijer, is niet het oog op de werkgelegenheid bezorgd over de ongenuanceerde, eenzijdig toege lichte eisen, die men de laatste tijd in Nederland in toenemende mate hoort met betrekking tot de hervorming van de ondernemingsstructuur, nivel lering van de inkomens en rigoureuze verhoging van de successierechten. Hij vreest, dat men daarmee onder nemersinitiatieven bepaald niet sti muleert en dat men er met name buitenlandse bedrijven die over vesti gingen in ons land denken, mee af schrikt. Hij acht het voor de toekom stige werkgelegenheid van groot be lang dat het ondernemersklimaat in Nederland niet verslechtert. Tijdens een informeel gesprek met en kele journalisten voegde de staatssecreta ris hieraan toe dat speculatiewinstbelas ting het beursklimaat wel eens zou kun nen aantasten. Een jaar geleden waren er al 55 Nederlandse bedrijven die hun uitbreidingen over de grens vestigden en deze ontwikkeling gaat door. Het ondernemersinitiatief is de motor en de scheppende kracht voor de werkgele genheid, aldus dr De Meijer, die zijn uitlatingen over de successierechten toe lichtte met de opmerking dat uit bezit ondernemersinitiatieven voortkomen. Hij voegde hieraan toe, dat zijn standpunt zowel in werkgevers- als in werkne merskring instemming heeft ontmoet. Van half november 1965 tot half no vember 1966 zijn in Nederland bij be- drijfsreorganisaties van betekenis in to taal 10.618 mensen werkloos geworden. Dit cijfer heeft betrekking op 184 bedrij ven, waarvan er 75 tot volledige sluiting overgingen. De mijnen, 4.000 a 5.000 ont- ADVERTENTIE 31. Joris zette er flink de pas in, toem hij Jollipop ontwaarde. Hij klemde zijn sigarettenpijpje tussen de kiezen en Hapwap op de arm en draafde de straat af. „Blijf staan, onverlaat!" riep de bediende, toen hij de ander om een hoek zag verdwijnen. „Ik heb je door! Je wilt het arme Hapwapje ontvoeren en een losgeld vragen! Maar je zal niet ver komen!" Maar Joris kwam verder dan hij wel dacht. Want toen de huis knecht de straathoek rondde, was de vluchteling in geen velden of wegen meer te bekennen. „Waar is de schurk?" vroeg Jollipop zich af, terwijl hij zoekend rond keek. „De vermetele is toch niet in de lucht op gelost? En kleine Hapwapje. Ach, ach wat vreselijk dat hij nu wordt rondgehost, in plaats van voorzichtig in een zacht verende kinderwagen te worden rondge reden. Als om zijn woorden te onderstrepen, kwam op dat moment een dame uit een nabijgelegen winkel gestapt, vol tedere zorg een kinderwagen voortdu wend. HET INKOMEN VAN ONZE LEVENS Ml DDE- J LEN CONCERNS/ REKENT U OE NAT I ONI ALE SCHULP ©'J, -r ELKAAR 2 J w—-r- Wall Dianey traduction» World Right* Re»«r»ed 2,321,672 ram 471/5 21 411,3X1 9,7W?Ol 7.76<f,?C2 5.017. Oil 5,027,092 3,461.0 94 3y*/,OQ 4 6>,302,9\ fc,302,?tl 7,o52./tfi 03X41( °'I321 5*2,000<8 7*9, ZZI.OO Z032Mei 9.0H, 027 zoo/, 321 5.5^2oo0,fl3 W*«2Z/,o£| «8780 23 88.780,23 slagen, zijn daar niet bij inbegrepen. Bo vendien is in veel bedrijven sprake ge weest van „een stille afvloeiing" door middel van vervroegde pensioneringen en dergelijke, waarbij de opengevallen plaat sen niet opnieuw werden bezet. De ont slagen zijn gevallen ia vrijwel alle secto ren van het bedrijfsleven, maar de aan tallen zijn het grootste in de textiel-, de bouwnijverheid en de dienstensector (be ambten). Het is een feit, dat Nederland qua wel vaart (inkomen per hoofd van de bevol king) niet bovenaan staat in de wereld. Dr. de Meijer haalde in dit verband een publicatie aan uit „The Economist", waaruit blijkt dat Nederland in 1965 slechts de achtste plaats innam na de Verenigde Staten, Frankrijk, Zweden, Canada, West Duitsland, Noorwegen en Groot-Brittan- nië. Als „verontschuldiging" hiervoor kan men aanvoeren dat ons land relatief een groot aantal ouderen en een nog groter aantal jongeren telt, terwijl hier ook be trekkelijk weinig vrouwen aan het produk- tieproces deelnemen. De lasten van vele gemeenschapsvoorzieningen drukken dus op een relatief kleine beroepsbevolking. Op de vraag wat er nu in de huidige economische situatie moet gebeuren, ant woordde dr De Meijer „het hoofd koel houden". Angst kan namelijk als psycho logische factor het proces van een neer gaande conjunctuur versnellen. Verder zal volgens hem door samenwerking tus sen de verschillende arbeidsbureaus nog meer moeten worden gedaan aan het be middelen voor werknemers die een nieu we functie zoeken. Voor het scheppen van aanvullende werkgelegenheid staat op de lijstbegro- ting een richtbedrag van 30 miljoen gul den. Hoewel de staatssecretaris nog wacht op een advies van de SER, is hij al begonnen met het moderniseren van de „werkverschaffing". Het spit- en graaf- De metaalindustrie is toch niet zo'n sterke bedrijfssector als men vaak ge looft. Staatssecretaris dr. De Meijer heeft uitgezocht in welke bedrijfstak ken sinds vorig jaar de meeste werk nemers zijn ontslagen, hoeveel dat er zijn en hoeveel bedrijven voorgoed de deuren moesten sluiten. Zijn staatje luidt: 51 metaalbedrijven ontsloegen 3000 man, 16 bedrijven sloten (rekent men Demka en Werkspoor mee dan zijn 5000 man ontslagen); 15 textielbedrijven ontsloegen 2268 man, 4 bedrijven sloten; 21 bouwbedrijven ontsloegen 1616 man, 5 sluitingen (Vasco nog niet meegerekend) 18 voedingsbedrijven ontsloegen 912 man; 10 sluitingen; 13 kledingbedrijven ontsloegen 645 man, 11 sluitingen; 21 houtbedrijven ontsloegen 493 man, 9 sluitingen; 10 lederbedrijven ontsloegen 344 man, 8 sluitingen; 5 chemische bedrijven ontsloegen 216 man, 2 sluitingen; 2 grafische bedrijven ontsloegen 152 man, geen sluitingen. werk wordt vervangen door meer geme chaniseerde arbeid, waarbij men zich richt op onderhoudswerkzaamheden (waaraan men bij een gespannen ar beidsmarkt dikwijls niet toekomt) de bouw van parkeergarages en -terreinen, van speelplaatsen en dergelijke. (Zie ver der de pagina economie). ADVERTENTIE Imp.: Firma Dr. K. Heynderickx-Hugo de Grootstraat 9-Den Haag De gemeente Heerlen zal zich in de persoon van burgemeester F. Gijzeis te rugtrekken uit het stichtingsbestuur van het administratiekantoor Vascomij. Het bestuur kwam gisteren tot deze beslissing op grond van de overweging, dat de ge meente Heerlen niet als volkomen onge ïnteresseerd kan worden beschouwd in de affaire Vascomij. De reconstructie van het stichtingsbestuur gaat nog verder, want maandag werd ook besloten dat de vertegenwoordigers van de zogenaamde grote credituren inclusief dr. S. van der Voort, de man die Vascomij indertijd een aanzienlijke lening verstrekte, uit zullen treden. De moeilijkheden met Vascomij hebben tot op heden niet die golf van ontslagen bij Vasco-ondernemers met zich meege bracht die aanvankelijk werd gevreesd. Gebleken is namelijk dat vooral het aan tal meldingen van werkloze personeels leden sterk onder het verwacht aantal van 300 is gebleven. Tot maandagmiddag twee uur meldden zich, verspreid over zeven arbeidsbureaus in de oostelijke mijn streek, slechts 55 ontslagen arbeiders van onderaannemers of toeleveringsbedrij ven. In de registers van het bureau te Heerlen staan 35 van hen ingeschreven, „een zeer gunstige ontwikkeling, die we eigenlijk niet hadden verwacht", zo zei gisteren de directeur van het Heerlende arbeidsbureau, de heer J. Boonen. Het ziet er naar uit, dat de Vereniging van KLM-vliegers (VKV) door middel van een statutenwijziging zal veranderen in een Algemene Nederlandse bond van vliegers, waarbij zich dus ook de piloten van andere maatschappijen, zoals b.v. Schreiner, Martin's Air Charter, Trans- avia, de Antilliaanse en de Surinaamse luchtvaartmaatschappij, zullen kunnen aansluiten, kortom alle verkeersvliegers met eert geldig Nederlands brevet. (Van onze correspondent) DEN HAAG. Een voormalige onderwij zer uit Leiden heeft gisteren ter zitting van de Haagse politierechter bekend dat hij vijf jaar lang aan de lopende band heeft gestolen. Hij liep tegen de lamp doordat hij in Amsterdam op de diefstal van een paar tijdschriften werd betrapt. In zijn huis vond de politie een verbijs terende voorraad uiteenlopende artikelen, die door de onderwijzer in de loop van vijf jaar bij elkaar waren gestolen. Wellicht afgezien van een taperecorder waren het allemaal artikelen waaraan de man persoonlijk niets had, tenzij hij een winkeltje had willen beginnen in schooi en schrijfbenodigdheden. Men vond onge veer vijftienhonderd schoolschriften, der tien pakken schrijfpapier, vijf gros pu naises, vijf dozen kleurpotloden, 25 poppe- kastpoppen, een potloodslijpmachientje en nog allerlei andere zaken, welke de man helemaal niet kon gebruiken, maar die hij had meegenomen uit onderwijsinstel lingen, waaraan hij verbonden was ge weest. 57. Rechter Tie is met de gearres teerde apotheker Yuan Kai en Tsjiao Tai naar de gewelven gegaan, waar me vrouw Meng in een kerker is opgesloten. „Mevrouw Meng, een ogenblik heb ik u ervan verdacht dat u medeplichtig was aan de moord op uw man", zegt Rechter Tie. „Ik vraag verontschuldiging. In elk geval heb ik de man meegebracht die uw plaats in het cachot zal innemen, de aptheker Yuan Kai. Vertelt u me nu al lereerst dit: had uw broer een stervor mig litteken op zijn rechterdijbeen?" „Ja, edelachtbare", zegt mevrouw Meng zacht. „Toen hij tien was is hij uit een boom gevallen. Sindsdien heeft hij dat lit teken". „Dan moet u zich voorbereiden op een grote schok, mevrouw Meng", ver volgt de Rechter. „Uw broer is dood. Vermoord door dezelfde misdadiger die uw man heeft vermoord, Yuan Kai!" Rechter Tie zwijgt even en vervolgt dan: „Ik begrijp dat u uw broer wilde be schermen. Dat heeft nu geen zin meer, dus vertelt u mij alles". Mevrouw Meng snikt zacht. Tenslotte beheerst ze zich en zegt met schorre stem: „Shih Ming was slecht van aard, maar hij was mijn broer. Hij snoefde dat hij binnenkort goud zou hebben en dat hij bevriend was met een belangrijk apotheker. Mijn man heeft zijn conclusies getrokken en Yuan Kai willen waarschuwen. Dat betekende zijn dood.Op dit moment begrijpt Yuan Kai dat zijn spel uit is. Hij springt plotseling op, de vlucht nemen is nog zijn enige kans. ia'*/fF-Ir M»''Vi 678. Het werk aan de huisjes, waar de Eiermannen een keertje alléén met hun gedachten hoopten te zijn, vorderde ge staag. En de dag kwam, dat de laatste deurtjes werden bevestigd en de huisjes in gebruik konden worden genomen. De koning was er een beetje ontroerd van, wat voor een Eierman een grote bijzonderheid was. „Vrienden", zei hij plechtig, „het ogen blik, waarnaar wij jaren hebben gesnakt, is aangebroken. Zolang ik leef heb ik naar jullie gedachten moeten luisteren, of ik wilde of niet. Ik zal niet zeggen, dat er slechte gedachten bij waren. Er waren zelfs hele mooie en verheven ge dachten bij. Maar het is toch ook wel eens prettig om niet te weten, wat een ander denkt. En dat kan nu in deze huisjes, waar de gedachtengolven niet kunnen doordringen. Het is mij een eer om als eerste daar binnen te dringen. Ik heb gezegd." De Eiermannen juichten zachtjes. Ap plaudisseren konden ze alleen met hun voeten. „Sluit de deur," zei de koning, nadat hij een woninkje had betreden. „Einde lijk mag ik eens iets gaan denken, waar niemand wat mee te maken heeft."

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1966 | | pagina 13