STUIVEND 'v
DOOR POEDERSNEEUW
De witte bergen
lokken weer!
Wekelijks toegevoegd aan alle edities van
Haarlems Dagblad/Oprechte Haarlemsche Courant
en JJtnuider Courant
HET WONDER VAN EEN
WINTERSPORTVAKANTIE
DE LUCHT is strakblauw en de zon
doet de sneeuw op de berghellingen
fonkelen, als we uit de trein stappen.
Een bedrijvige kruier laadt onze ba
gage op zijn slee, informeert naar ons
hotel en gaat op weg.
Niemand verbaast zich over die
zon, die blauwe hemel, die prikke-
lend-frisse lucht en de knisperende
sneeuw onder onze voeten. We heb
ben het gevoel dat het zo hóórt
vorige jaren is het immers net zo ge
weest?
EIGENLIJK IS het heel eenvou
dig, vindt Karl Falkner. Je roept
een paar vriendjes, geeft ze een
schop in handen en wijst aan in wel
ke hoek van de tuin je de spring-
schans wilt hebben. Zij dragen
sneeuw aan en jij bouwt. Het kost
een paar middagen, maar dan ben
je klaar voor een hele tijd. En dan
ga je trainen.
Natuurlijk willen die vriendjes
ook springen. Laat ze. Je houdt
zelf toch a\tijd een voorsprong,
want de nieuwe springschans staat
toch in jouw tuin. Een verder oefen
je natuurlijk in de bergen.
De skikampioenen van straks we
ten het wel. En u weet het nu ook.
Gewoon een springschans bouwen
en oefenen, veel oefenen.
Toch zijn in Oostenrijk 's winters
niet alle tuintjes in privé skiterrei
nen herschapen. Want niet iedereen
houdt van skiën. Je kunt de voor-
vrolijker, dat het je wérkelijk lukt om
alle kuilen en bobbels in het sneeuw
dek verend op te vangen.
Op een middag, vlak voor we weer
naar ons hotel zullen gaan, komt Uli
met een aanlokkelijk plan. Hij belooft
ons voor de volgende dag poeder-
sneeuw hoog bovenin de bergen. „Maar
dan moeten jullie er vroeg voor op
staan en brood meenemen", decreteert
hij. Dat beloven we graag.
Hebben bergbewoners èr een fijne
neus voor of zijn de weersverwach
tingen in de Alpen zo betrouwbaar
De volgende morgen wandelen we door
twee decimeter versgevallen sneeuw
naar de bushalte middenin het dorp. De
hemel is helder, de zon schijnt al op
de torenspits. Onze verwachtingen
zijn hooggespannen. Als hier zo'n fijn
pak sneeuw gevallen is, hoe zal het
er dan „daarboven" uitzien? Vol onge
duld kijken we uit naar de bus die ons
naar de kleine stad zal brengen, tien
kilometer verderop. Eenmaal daar
moeten we opnieuw wachten, nu op de
lift, die juist halverwege is.
Tenslotte stappen we in. Vlug, want
de lift blijft maar enkele ogenblik
ken beneden. Haastig toegeschoten
personeel ontfermt zich over onze
ski's. Nauwelijks is de laatste man
binnen, of de grote cabine trekt al
weer op- Straten, tuinen en daken zak
ken snel onder ons weg.
BOVEN kijken we met knipperende
ogen rond: we moeten even wennen
aan zoveel zon en zoveel sneeuw.
Prachtig is het uitzicht op het geberg
te rondom. Iets van de ruigheid van
de bergen in de verte is verborgen
onder het sneeuwdek: diepe kloven
zijn nu niet meer dan flauwe plooien,
maar de gekartelde toppen tekenen
zich besneeuwd nog ééns zo duidelijk
af tegen het diepe blauw van de lucht.
Te voet volgen we onze skileraar
naar een plateau, waar hij ons de
ski's laat onderbinden. En dan achter
hem aan, de een na de ander, dwars
door de verse sneeuw, in Stemmbogen
en Stemmschwung, al naar de ge
steldheid van het terrein en onze eigen
vaardigheid. Maar probeer liever geen
Stemmschwung waar Uli een Stemm
bogen prefereert, want dan duikel je
zó in de dikke laag sneeuw-van-de-af-
gelopen-nacht!
Onderaan de lift vinden we elkaar
weer terug. „Herrlich, geil!" zegt Uli
etappes brengen we 's middags in prak
tijk wat we 's morgens onder toezicht
van Uli hebben geoefend, en we dur
ven aanzienlijk meer dan in het begin.
keur geven aan rodelen bijvoor
beeld. Zoals Franzi Neumüller mij
dat heeft uitgelegd.
„Als je met ski's naar boven
gaat", aldus Franzi, „moet je eerst
klimmen en daarna staan. Neem
je de slee, dan moet je ook wel
klimmen, maar daarna kun je ten
minste gaan zitten.
Het is een argument. En Franzi
trekt zich tot op vandaag niets aan
van zijn plagende broers. Hij laat
de skisport voor wat ze is. Maar
véél aanhang heeft hij niet. De
meeste kinderen die in de bergen
geboren zijn skiën graag. Achterop
de ski's van hun vader krijgen ze
de smaak beet. En al gauw staan
ze op hun eigen ski's, zoals de Hol
landse kinderen op schaatsen.
De eerste keer dat ze een echte
helling nemen blijft „Vati" mis
schien in de buurt. Zo zag ik de
vorige winter een vader die zijn
kleine dochter nog een beetje in het
oog hield en die, zelf skiënd zon
der stokken, haar bij de al te steile
stukken even oppakte, nog steeds
skiënd de moeilijke helling traver
seerde en haar dan weer haar gang
liet gaan. Ze leren vlug. Na een paar
jaar kunnen ze het opnemen tegen
ons, skiërs-zonder-bergen.
Wat doet het ertoe? Ons plezier in
de skisport wordt er niet minder
om. En dat van de buitenlandse be-
ginnélingetjes in de kinderskiklas
sen evenmin!
WE MOETEN nu oppassen, dat we
onze techniek en ons uithoudingsver
mogen niet gaan overschatten. Skiën
heeft nog altijd de naam tamelijk veel
risico met zich mee te brengen. Maar
voor skiën in skischoolverband geldt
dat zeker niet. Zolang je de aanwijzin
gen van je skileraar opvolgt tenminste.
Je moet bijvoorbeeld niet tegen de
draad ingaan door in een poging tot
wachten. Tenslotte is hij er nu nog,
waar of niet!
De volgende morgen vroeg wuiven
we hem uit. En een paar dagen later
is het ónze beurt om afscheid te ne
men. We treuren niet zo diep als
Antonio we zijn ny eenmaal Hol
landers. Maar ons „auf Wiederseh'n"
is op zijn minst even gemeend als zijn
herhaald „au revoir".
WANT EEN wintervakantie in de
sneeuw laat altijd iets van heimwee na.
En dat verdwijnt pas.als je wéér
uitstapt op zo'n klein bergstationnetje!