DE NIEUWE MAN IN DEN BOSCH M' „Dienstbaar van dag tot dag'' is de wapenspreuk van mgr. Biuyssen 14 ZATERDAG 26 NOVEMBER 1966 Erbij (Van een medewerker) ■ONSEIGNEUR drs. Johannes Wilhelmus Maria Bluyssen is onlangs geïnstalleerd als bisschop van 's-Hertogenbosch. De jongste (40 jaar) leider van een groot aantal Nederlandse rooms-katholieken is gegaan zoals velen voor hem: statig in kostbare ge waden naar het hoofdaltaar van de Sint Janbasiliek. Gekleed in purper, de bisschoppelijke kleur en getooid met een mijter, een staf en een grote purperen bis schopsring. Met de waardigheid van een vorst. Maar in het dagelijks leven duidt alleen de grote ring op zijn ambt. Mgr. Bluyssen prefereert een zwart colbertkos tuum boven de met gouddraad bestikte kazuifels en houdt meer1 van de kinderstemmen voor het raam van zijn simpele werkkamer dan van de kathedrale stilte in de gotische kerk. Hij verwelkomt zijn bezoekers zon der veel plichtplegingen en met een kop koffie. Het gesprek heeft plaats in een weinig kostbaar ingerichte kamer. Alleen de scharlakenrode stoelen, het monu mentale bureau en de boekenkast zonder boeken ver raden welke kunstschatten zich in het bisschoppelijk paleis moeten bevinden. Hij stelt er nauwelijks prijs op, hoewel hij het mooi vindt. Mgr. Bluyssen is een prakti- cus. De theoretische theologie is voor hem belangrijk, voor zover deze dienstbaar is aan de praktijk van het geloof. Centrale gedachte Twee stromen Spanje Enclave Geboorteregeling Vrouw in ambt Celibaat Kruis en zwaard Oorlogsmisdadigers v Mgr. Bluyssen Politiek Van 't Reve 321 n 'W' Nochtans apprecieert hij in de kerke lijke vernieuwing ook de aspecten, die niet veel anders dan een theoretische waarde kunnen hebben. Daarvan ge tuigen sommige antwoorden in het interview, dat wij met hem hadden. Mgr. Bluyssen, Jan voor zijn studie vrienden, absorbeert elke vraag lang durig en begint plotseling te antwoor den, omstandig en voorzichtig. In de loop van het gesprek gaat hij steeds gemakkelijker zitten achter de antieke ronde tafel, waarop behalve koffie- kommen, pakjes sigaretten en asbak ken staan. Bij de eerste vraag zijn ze leeg maar de sigaret is op voor we aan de tweede vraag toe zijn. Hij heeft het antwoord zorgvuldig geformuleerd. De rooms-katholieke kerk werkt al jaren aan een goede verstandhouding tussen de geloofsgemeenschappen. Waarom is, om die gedachte te be krachtigen, Rome nog steeds geen lid van de Wereldraad van Kerken? Mgr. Bluyssen: Ik heb van bevoegde zijde horen zeggen, dat de reden daar van zowel bij de Wereldraad als bij de katholieke kerk ligt. Het is niet alleen onwil van de katholieke kerk, maar de Wereldraad is er een beetje huiverig voor. Want numeriek (450 miljoen) wordt het katholieke element overheersend.- En daar komt bij, dat ook die orthodoxe kerken in de richting van de katholieke kerk moeten worden gezien. Ze hebben de zelfde kerkstructuur. En ze zijn ook groot in aantal. De toetreding zou daarom voor de oecumene misschien helemaal niet goed zijn. De samen werking met de Wereldraad van Ker ken is de laatste jaren overigens wel sterk gegroeid. Persoonlijk vraag ik me daarom af of het zo'n ramp is, dat de katholieke kerk nog steeds geen lid is van de Wereldraad. Vanuit de Wereldraad wordt steeds contact op genomen met de rooms-hatholieke kerk als het over bepaalde belangrijke zaken gaat. Zodoende is het wezenlijke toch bereikt. Het heeft dus niets te maken met die „centrale" gedachte in de rooms- katholieke kerk? Mgr. Bluyssen: Niet meer, geloof ik. Maar die gedachte leeft nog wel? Mgr. Bluyssen: Ja, die leeft nog. zeker in bepaalde kringen. Maar je kunt toch niet zeggen, dat dit de over heersende gedachte is in de katholieke wereld. In welke kringen overheerst die „centrale" gedachte? Mgr. Bluyssen: Die zal zeker heel sterk zijn in „Romeinse" kringen. Om dat dit de enige kring is, waar men redeneert: „De katholieke kerk is de veiligste kerk en de enige kerk waar men op de juiste wijze onderdak is. Wij hebben de waarheid". Maar geluk kig is, dank zij de vernieuwing, het begrip waarheid aan de orde geweest en zijn we ons ervan bewust gewor den, dat je die waarheid nooit alleen kunt hebben. Dat is dus een zekere relativering van de eigen opvattingen omtrent de geloofswaarden. Mgr. Bluyssen: Dat is een relati vering wat betreft het kénnen van de waarheid, in subjectieve zin dus. In hoeverre kunnen wij de waarheid een beetje ongelukkig woord vind ik het hebben of kennen, is de belang rijke vraag, die wij ons moeten stellen. Uiteindelijk zijn we allemaal mensen en die zij feilbaar. Door dit bewustzijn van die beperkt heid en die subjectiviteit groeit waar schijnlijk een betere verstandhouding in het oecumenische samenspel? Mgr. Bluyssen: Dat is zeer belang rijk voor de onderlinge verstandhou ding, want men kan wel zeggen, dat we allebei in de kerk van Christus staan, maar met defecten (loopt naar de telefoon). Die relativering wordt door iets ge dragen. Is dat het nieuwe levenspa troon van vooral na de tweede wereldoorlog? Mgr. Bluyssen: Ik heb er nooit zo over nagedacht, hoe die relativering is voortgekomen uit het nieuwe levens patroon. Ik geloof dat het een ontdek king is, die door de tijdsomstandig heden wordt bevorderd en dat het tegelijkertijd een correctie is op een eenzijdige ontwikkeling. Bent u een voorstander van de eigen verantwoordelijkheid in het kiezen van de vorm, waarin iemand zijn geloof wil beleven? Mgr. Bluyssen: Ik ben niet alleen een voorstander, ik vind het ook nood zakelijk, dat ieder naar eigen verant woordelijkheid zijn geloof kiest en be leeft. En dat impliceert een erkenning van de andere, ook extreme genootschap pen? Mgr. Bluyssen: Ja, ik kan dat niet anders zien. In de katholieke kerk zijn tegen woordig twee stromingen, die we voor het gemak noordelijk en zuidelijk katholicisme kunnen noemen. Bestaan er tussen die twee groepen conflicten? Mgr. Bluyssen: Ja, die zijn er. Dit zijn twee totaal tegengestelde opvat tingen en richtingen. Op het concilie hebben die richtingen heel fel gebotst. Maar in de conciliedocumenten is de gewetensvrijheid van de individuele mens vastgelegd. En dat is, geloof ik, het standpunt van de katholieke kerk. Weliswaar gestimuleerd door de pro gressieve katholieken, maar met mede werking van verreweg de meeste con cilievaders. Hoe staat u tegenover de zienswijze van de Spaanse kerkelijke leiders? Mgr. Bluyssen: Ik vind het moeilijk om over Spanje te oordelen. De situa tie daar is sterk politiek verweven doordat de katholieke godsdienst de staatsgodsdienst is. Maar mijn ervaring van het concilie is, dat het Spaanse episcopaat zeer geschakeerd is. Alle mogelijke meningen heersen binnen die Spaanse kerk. Er is in elk geval een sterke ontwikkeling in Spanje, dat is duidelijk. Maar omdat het zo sterk politiek verweven is, wordt het zo moeilijk te weten, wat men als kerk eigenlijk wil en niet wil. Maar waar vandaan komen de „ab solute" impulsen, van de kerk of uit de politiek? Mgr. Bluyssen: Ik weet het niet. Spanje is voor mij een vreemde we reld. Kan de katholieke kerk de voort brengselen van de b-wetenschappen (bijvoorbeeld kunstmatig leven maken, leven voorkomen, leven vernietigen of leven onmogelijk maken) veroordelen? Mgr. Bluyssen: De katholieke kerk heeft om te beginnen een christelijke boodschap en dat is de verdediging van het menswaardige leven. Hét be vorderen van de rust, de liefde en de vrede. Een atoombom past daar moei lijk in, welke andere bom trouwens wel? Wij weten geen raad met die dingen en we zijn er niet gelukkig mee, dat ze bestaan. Neemt de paus stelling tegen deze zaken? Mgr. Bluyssen: De paus bevordert in zijn uitspraken heel sterk de ont wapening. Maar ik geloof, dat de meeste mensen het er wel over eens zijn, dat we naar de ontwapening toe moeten. De leiders van de volken heb ben de plicht om die wapens te ver nietigen, maar we weten ook wel, dat dit ergens weer irreëel is. Daarmee red je de wereld nog niet. Kan de paus bemiddelen tussen twee machtsblokken? Mgr. Bluyssen: Ik weet niet of de paus dat kan, maar als hij het zou kunnen', moet hij het doen. Is het mogelijk, dat de paus zijn in vloed gebruikt in de zijns inziens fou tieve zaken in de Westerse politiek? Mgr. Bluyssen: Ik geloof, dat het bij heel veel mensen indruk maakt, als de paus op bepaalde foutieve dingen wijst. Zeker bij katholieken, maar ik geloof toch ook in niet katholieke kringen. In communistische kringen weet ik het niet. Vindt u het gemakkelijker te werken in een rooms-katholieke enclave als Brabant, dan bijvoorbeeld in het bis dom Rotterdam? Mgr. Bluyssen: Ik weet niet precies hoe men werken moet in het bisdom Rotterdam. Maar de over het algemeen rooms-katholieke sfeer in Brabant heeft ook zijn remmende factoren. Om dat het milieu meer homogeen is, ligt de toetsing aan het protestantisme niet zo voor de hand. Er zijn hier grote groepen mensen, die nog nooit een pro testant hebben gezien. En waar blijf je dan met de oecumene? -KJ.' <.4V> Vindt u het toestaan van de eigen verantwoordelijkheid ten aanzien van de geboortenregeling in de nieuwe cate chismus niet wat prematuur, r.u de paus heeft gezegd, dat de katholieken zich voorlopig moeten houden aan de oude gedragsregels? Mgr. Bluyssen: De catechismus oriënteert zich allereerst op schema dertien van het concilie, waar voorop wordt gesteld, dat de gehuwden hun eigen verantwoordelijkheid hebben. De paus heeft echter gezegd: de oude regels gelden nog, zolang die nieuwe er niet zijn. Naar die nieuwe wordt gezocht. Maar we zitten in een im passe wat betreft de regels. Die zijn nu niet duidelijk. De katholieke kerk heeft het ouwe lijk tot sacrament verheven. Dit impli ceerde, dat echtscheiding niet kan wor den toegestaan. Past dit verood nu, in onze moderne levensvisie? Mgr. Bluyssen: Waarom zou het er 'niet in passen? Volgens het burgerlijk wetboek is scheiding mogelijk, terwijl mensen, die toevallig „voor de kerk" zijn ge trouwd, eeuwig de last van een onvol komen huwelijk moeten dragen. Mgr. Bluyssen: En dat is een beetje te star, bedoelt u? Ja.'de kerk is op dit terrein *heel streng. Ze hééft zich altijd gevoeld als de verdedigster van de onontbindbaarheid en de heiligheid van het huwelijk, en heeft daaraan consequent, de eeuwen door vastge houden. Nu de waarde van de indivi duele mens naar voren komt, gaat men de moeilijkheden toch wel zien. Als het wezen van het huwelijk ontbreekt, de liefdesverhouding, kan men inderdaad maar beter uit elkaar gaan. Maar het huwelijk moet, ook al voor de kin deren, tot het uiterste worden gehand haafd. Wat zijn volgens u de wezenlijke moeilijkheden, die de paus ervan weerhouden een categorische uitspraak te doen ten aanzien van de apticoncep- tionalia? Mgr. Bluyssen: Het is duidelijk, dat de paus in een heel grote impasse zit. En wij, Nederlanders, moeten er reke ning mee houden, dat de katholieke kerk een wereldkerk is en geen Neder landse kerk. Voor ons ligt de situatie overigens vrij simpel. Maar in die wereldkerk blijken heel grote groepen mensen te leven, die in dit opzicht an ders denken dan wij. Een andere kwestie, die daarin meespeelt is de vraag of de uitspraken van de kerk in het verleden ongeldig worden of niet. Pius XI en Pius XII hebben wel degelijk een definitieve uitspraak wil- loen doen. De ontwikkeling is intussen verder gegaan, er zijn middelen be kend, die er twintig jaar geleden niet waren en ik geloof dat je dit er alle maal in moet verdisconteren. Ik kan me voorstellen, dat de paus het een groot probleem vindt voor die mensen, voor wie het een probleem is. Hij zit nu duidelijk alles tegen eikaar af te wegen en wil de mentaliteit laten rijpen bij die groepen, waar de moei lijkheden liggen. Ik ben persoonlijk heel gelukkig met uitstel, want dat laat inderdaad de zaak verder rijpen. Intussen zitten we er op te wachten, maar een helemaal mensen zitten er niet meer op te wachten zij vinden het niet belangrijk meer (lacht). De paus heeft overigens beloofd een uit spraak te doen en dat moet hij dus. Maar ik weet niet in welke richting hij denkt. Wees er in elk geval van over tuigd, dat die uitspraak moeilijk is, want elke uitspraak is tegenwoordig moeilijk. Hoe denkt u over de vrouw in het priesterambt? Mgr. Bluyssen: Die vraag néel erg moeilijk komt steeds sterker op. Maar de zaak ligt voor mij zo gecom pliceerd, dat ik het niet weet. Het kan evengoed zijn, dat dit het eindpunt is van een kerkelijke gelijkschakeling tussen man en vrouw, er zijn echter ook theologische overwegingen, die de weegschaal naar de andere kant zou den kunnen doen doorslaan. Maar ze moeten er wel op werken. Kan volgens u het priestercelibaat worden afgeschaft in de progressief- katholieke landen, terwijl deze status gehandhaafd blijft in de conservatieve landen? Mgr. Bluyssen: Nee. In Italië is het probleem even groot. Zal het tekort aan priesters minder groot zijn, als de celibataire status niet langer verplicht is? Mgr. Biuyssen: Dat geloof ik wel. Er zijn nu nogal wat studenten, die het niet aandurven. Maar ik verwacht van de verruiming van de celibaats- gedachte geen wonderen. Hoever mag het kruis in het zwaard integreren? Mgr. Bluyssen: (zwijgt). Is het niet voor de hand liggend dat de Nederlandse krijgsmachtaalmoeze niers trouwens ook wel predikanten met hun hele last aan militaire hiër archie vertegenwoordigers worden van een Westerse ideologie? Mgr. Bluyssen: Als een aalmoezenier uit christelijke overtuiging critiek gaat leveren op de zaken, die het leger eigen zijn, dan mag hij het niet alleen, maar dan moet hij het. Al komt hij dan in strijd met de hiërarchie, waar hij zelf in zit. Hij heeft de plicht om te protesteren, maar wel op een gezonde manier eerst intern en als dat geen succes heeft pas extern. In Oostenrijk, een overwegend katholiek land, schijnen, aldus Simon Wiesenthal, de nazi's, die de dood van drie miljoen joden op hun geweten hebben, een zekere justitiële protectie te genieten. Kan de katholieke kerk stappen ondernemen om de misdadi gers een adequate straf niet te laten ontlopen? Mgr. Bluyssen: De kerk kan natuur lijk niet gaan zeggen: Dat is een oor logsmisdadiger, en dat en dat (wijst met zijn vingers in de leegte). Die zaak is ter competentie van de Oosten rijkse justitie en als er invloed moet worden uitgeoefend, is dat geen taak van Rome, maar van de rooms-katho lieke kerk in Oostenrijk. Maar we heb ben wel een christelijke opdracht in dezen en dat is het bestrijden en ver oordelen van dergelijke onmenselijke dingen. Waarom heeft de paus nog geen stel ling genomen tegen het groeiend neo- nazisme in Duitsland en vooral in Beieren, dat net als Oostenrijk voor namelijk katholiek is? Mgr. Bluyssen: Dat zal ook ver schrikkelijk moeilijk zijn, want wie be wijst, dat het zo is? De mensen, die daarmee geconfron teerd worden. En door de groei van het nationalisme (NPD) in Hessen en Beieren is het bewijs, dacht ik, toch ook wel geleverd. Mgr. Bluyssen: Nu kun je ook nog de vraag stellen of een veroordeling enig positief effect heeft. Ik geloof, dat de kerk niet te gauw iets moet veroordelen want dat is alleen maar een negatieve daad. Ik geloof, dat dat het allerlaatste zou moeten zijn. Het stimuleren van de christenen in Duits land om niet toe te geven aan der gelijke dwalingen lijkt mij veel be langrijker. Voor bepaalde mensen kan een uitspraak wel een aanwijzing zijn waardoor ze redeneren: „Hé, zit daar zo'n gevaar?", maar voor de rest stoot het de zaak uiteen. De kerk heeft alles veroordeeld, wat er veroordeeld moest worden en daar zijn we ook nier alle maal even gelukkig mee. Hebben de confessionele partijen volgens u nog wel bestaansrecht? Mgr. Bluyssen: Dat is moeilijk. Ik zit wat dat betreft te weinig in de echte politiek om te kunnen oordelen. Ik wacht graag de uitspraak af van de bekwame katholieke politici. In feite is een K.V.P. een maatschappe lijke belangengroepering, want het is een politieke partij. Maar waarom is het een katholieke politieke nartij? Omdat men als katholiek meent, ten minste heeft gemeend, om samen te moeten werken en een katholieke in spiratie in de politiek te brengen. U stemt wellicht K.V.P. Als deze (confessionele) partijvorm zou zijn op geheven, naar welke politieke groe pering gaat dan uw voorkeur uit? Mgr. Bluyssen: Daar zou ik eens heel goed over moeten nadenken, want dat weet ik zo niet (lacht). Als de K.V.P. wegvalt alle andere trou wens ook dan krijg je een heel andere politieke constellatie, die naar mijn gevoel veel duidelijker zou zijn. En wellicht is de keuze dan helemaal niet zo moeilijk als ze nu lijkt. Welk boek gaat u lezen, als u weer tijd heeft? Mgr. Bluyssen: Ik heb een hele sta pel liggen en ik weet niet welk ik daar het eerst uit zal halen. „De kerk van morgen" heb ik nog niet gelezen en „De kerk van de toekomst" neb ik pas gekregen en de „Stad van God", maar er liggen ook romans bij. Kent u Van 't Reve? Mgr. Bluyssen: Ja zeker. Wat denkt u van zijn godsbeelden? Mgr. Bluyssen: Het zijn mijn gods beelden niet, maar de boeken van Van 't Reve kan ik erg goed waarderen al zijn ze hier en daar wel schokkend voor bepaalde mensen. Ik vind ze heel eerlijk en inspirerend geschreven. Je proeft er een puur godsdienstig mens in die je iets positiefs wil meegeven. Maar die godsbeelden blijven ergens toch vreemd voor mij. Wat denkt u van het proces, dat tegen hem is gevoerd? Mgr. Bluyssen: Ik ben helemaal geen voorstander van dit proces. Ik vind het jammer, dat hierover is geproce deerd. Van 't Reve tast en zoekt naar een voor hem authentieke godsbe leving. Dat hij dit voor sommige men sen op een wat minder prettige wijze doet, moesten we hern maar vergeven. Zoudt u ook televisiepraatjes willen houden, net als mgr. Bekkers? Mgr. Bluyssen: Ik zou het alleen willen, als zou blijken, dat het net zo als van mgr. Bekkers, goed zou zijn. Dan zou ik het beschouwen als een opdracht. Maar ja, mgr. Bekkers had daarvoor een aparte gave en die moet je wel hebben. Welke mensen hebben u in uw werk bijzonder geïnspireerd? Mgr. Bluyssen: Er zijn genoeg men sen, aan wie je je af en toe optrekt en daarbij zijn in elk geval mensen uit mijn naaste omgeving. De bekendsten zijn geloof ik, paus Joannes XXIII en natuurlijk mgr. Bekkers. Heeft u een bepaalde levensregel? Mgr. Bluyssen: Die ben ik aan het zoeken. Ik zit nu in een heel andere positie dan toen mgr. Bekkers nog in ■leven was. Het werk is veel uitge breider en de verantwoordelijkheid is groter. Ik geloof, dat het voor mij nu de kunst is om het leven in eigen handen te houden en te voorkomen, dat ik word geleefd. Ik moet proberen altijd ruimte te houden voor rust en meditatie. Een goede dagorde zit er niet in, dat weet ik al lang, maar ik streef naar een goede weekorde. En een wapenspreuk? Mgr. Bluyssen: Mgr. Bekkers had als wapenspreuk: De liefde als wapen. Ik heb als spreuk: Dienstbaar van dag tot dag. Die sluit, dacht ik, heel nauw aan op de wapenspreuk van Bekkers. v\~ WSKS358 :>X ■vw-vs-jv Het leven van de bijbelse profeet I waarin de tien plaatjes de tien mo- I gelegd geven de tien plaatjes de hele I een originele houtsnede van Flip van l Amsterdam tekent voor de tekst: Jo- I De uitgever is Galerie Graphil te lena is verbeeld in een vouw boekje ten van de vis voorstellen. Geheel uit- vis weer. Het boekje is gemaakt naar der Burgt. Ds. W. van Boeijen uit na... ik... ik... Ikgod is anders. I sterdam.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1966 | | pagina 14