De lammetjes van Lammerduyn EEN SINTERKLAASVERHAAL VOOR DE KLEINTJES DOOR MAPS VALK We maken een „oude" koekplank Madeleine's vlooien I Madeleine wagner heeft U kunt er uw eigen speculaas in bakken 15 ZATERDAG 26 NOVEMBER 1966 Erbij ÉS!»: Stomme piano, ideaal voor flatbewoners "1 een verzameling van hon derdenvijftig vlooien, waar mee zij optreedt op de kermissen in Frankrijk. Zij voedt ze persoon lijk en voelt daar niets van. De grootste zorg van dit Vlaamse meisje, dat in het Belgische Hamm werd geboren, is dat er geen vlooien verloren gaan en dat er dus een voldoend aantal overblijft, dat niet te lui is om de gebruikelijke voorstellingen te geven in de ker mistent van haar vader, die pas gestorven is en begraven werd op het kerkhof van Nancy, waar zo vele kermisreizigers hun laatste rustplaats hebben gevonden. J. c. J. van Doveren >5 IN DE STAD stond een oud huis. Je kon je eigenlijk niet voorstellen hoe oud het was. Vier opa's samen waren 'misschien zo oud als dat ene huis, maar mogelijk was het huis nog ouder Het was bovendien een sterk huis, anders was het natuurlijk al in elkaar gezakt en had het niet meer rechtop gestaan zonder iets te mankeren. En het was een mooi huis, vonden de men sen. Het was gebouwd van kleine, rode stenen waarvan geen twee dezelfde kleur hadden, zodat het er nooit saai uitzag. Een hoge blauwstenen stoep leidde naar eer brede voordeur, met een koperen brievenbus en een grote, koperen belleknop, die als goud blon ken in de zon. En recht boven de deur prijkte een gevelsteen, een enorme, grijze steen, waarin drie lammetjes gebeeldhouwd waren. Ze stonden tegen elkaar aangedrukt alsof ze zich aan eikaars vachten wilden warmen, ofwel misschien bang waren voor iets wat ze in de verte zagen, dat niet meer op de gevelsteen voorkwam. De beeldhouwer, heel vroeger, had krulletjes in hun vacht gesneden. Wel honderd krullen had ieder lam. Nu zag je er nauwelijks meer iets van. Er was in al die tijd zoveel stof en vuil over de gevelsteen gegaan. Het had zich vastgezet in de krulletjes, er was vocht op gekomen en schimmel op gegroeid en langzamerhand had een gore, grauwe laag de gekrulde vacht jes verstopt. Wel spoelden regen en sneeuw er weer vuil af en de glazenwasser streek, nadat hij de ramen gedaan had ook gewoonlijk met zijn spons een paar keer over de lammetjes heen, maar dat was bij lange na niet voldoende. Er bleef altijd mèer vuil achter dan er weg gewassen werd. En zodoende wer den de lammetjes steeds viezer. Je kon nog net zien, dat het lammetjes waren, dat ze lammetjessnuiten eri lammetjes lijfjes hadden, maar wie-weet wist je dat eigenlijk doordat het huis „Lam merduyn" heette. Want dat stond ge grift in de onderzijde van de gevel steen in grote, diepe letters. Wel wa ren de groeven van die letters ook vol stof en vuil geraakt, de letters waren net zo min meer duidelijk zichtbaar, maar altijd had iedereen geweten, dat het huis „Lammerduyn" heette. Nie mand noemde ooit het huisnummer, ieder sprak van „Lammerduyn". Zodat je uit de letters begreep, dat er Lam merduyn moest staan en dat de drie beesten in de gevelsteen lammetjes voorstelden. Omdat toch iedereen dit wist maakte niemand zich zorgen over die lam metjes. Niemand vroeg zich af waar die krullen van hun vachten gebleven waren, het hinderde niemand, dat ze met het jaar grauwer en meer goor werden. Wie zag het eigenlijk nog? IN HET HUIS Lammerduyn woonde een oude dame. Zij woonde er heel al leen, in heel het huis, maar eenzaam was ze er niet, want de buurkinderen van beide kanten kwamen er altijd spelen. Ze liepen in en uit alsof ze er woonden. Overdag stond de deur altijd op een kier open, zodat je er maar tegen hoefde te duwen om binnen te komen. Op een keer zetten alle buur kinderen van Lammerduyn hun schoen voor Sinterklaas in Lammerduyn. Thuis mocht het niet, die keer. Hun vaders en moeders zeiden: „Niet elke avond je schoen zetten, dat lijkt bede len." Maar daar wist mevrouw van Lammerduyn niets van. Toen de kinde ren 's avonds na het eten bij haar binnen liepen om een verhaaltjes te horen vroegen ze alsof er niets aan de hand was: „Mogen we onze schoen hier zetten?" „Dat mag" knikte mevrouw van Lammerduyn. Ze zette allen hun schoen rond de grote, zwarte potkachel van mevrouw van Lammerduyn, waar op een ketel water stond te stomen. Zo mooi ze konden zongen ze alle tege lijk hun Sinterklaasliedjes. Mevrouw van Lammerduyn zei: „Sinterklaas moet wel denken, dat hier de kleuter school is en dat ik de juf ben". Daar lachten ze allen hartelijk om, waarna ze op één schoen terug gingen naar huis. Erg was dat niet, omdat ze immers, links en rechts van Lam merduyn, maar één deur verder moes ten. Intussen had Zwarte Piet boven op de daken duidelijk hun zingen ge hoord. Het verwonderde hem, want het huis Lammerduyn kwam niet op zijn lijst van huizen voor. Hoe hij ook zocht in de rij adressen, hij vond het ner gens aangegeven Wel stonden de buren- huizen er in. Daar had hij trouwens al eens iets in de schoenen gebracht, want daar woonden kinderen. Zwarte Piet keek door de schoorsteen van de burenhuizen. Geen klaar gezette schoen was er te bekennen. Hij liep naar de schoorsteen van Lammerduyn. Daar zag hij beneden rond de potkachel een rij schoenen waar hij van schrok. Bijna kreeg mevrouw van Lammer duyn gelijk, bijna vroeg Zwarte Piet zich af of hij boven een kleuterschool beland was. Maar wat hij verder zag was een gewone kamer en geen klas met veel stoeltjes en tafeltjes en een schoolbord. Lammerduyn was dus een gewoon huis. Maar wat moest Zwarte Piet beginnen? Het huis Lammerduyn stond niet op zijn lijst, terwijl er toch zoveel schoenen klaar stonden. Hij zocht om zich heen naar Sinterklaas om raad te vragen, maar Sinterklaas was in geen velden of wegen te zien. Een heel eind uit de buurt was hij mei de jongste Piet bezig, die voor het eerst mee was op de daken. ZWARTE PIET besloot alleen op onderzoek uit te gaan. Hij gleed van de dakpannen af, de dakgoot in. Daaronder was een zolderraam en vlak daarboven stak een hijsbalk naar voren. Die hijsbalk vond Zwarte Piet een fijn ding. hij kon het niet laten er een paar kunsten op te maken. Eerst liet hij zich er schrijlings op zakken. Daarna trok hij zijn benen onder zich en richtte zich vanuit die stand omhoog tot hij op zijn tenen stond. Toen 'rok hij één been op, zodat hij op één voet stond, sprong ineens op het andere en met een salto, als ;n een circus, dook hij en zwaaide aan zijn armen onder aan de hijsbalk om er weer bovenop te springen. „Ziezo," zei Zwarte Piet in zichzelf. ,dat was weer eens een mooi kunst stukje. Jammer, dat de kinderen mij nooit zo kunnen zien." Maar hij moest nu eenmaal in het donker werken om dat het allemaal een verrassing moest blijven. Vanaf de hijsbalk slingerde hij zich als een aap naar de regenpijp, die langs de muur liep en vandaar gleed hij vliegensylug naar beneden tot de eerste verdieping. Voor alle ramen van deren kregen iets in hun schoenen van hem en werden schoon gewassen door hun moeder, maar om die drie stenen lammetjes bekommerde zich niemand. Wie-weet, dacht Zwarte Piet, hoe mooi ze waren als ze eens echt schoon ge maakt werden. Een kind ziet er ook al tijd liever uit als hij schoon is dan wan neer hij vuil blijft. In de zak, die Zwar te Piet boven op het dak had achter gelaten, zaten een poppebezem en een poppeveger en, voor een kinderwinkel tje, een poppepakje zeeppoeder en een poppebusje schuurmiddel. En er moest nog een strandemmertje bij zijn ook. wist Zwarte Piet. Zo vlug hij kon klauterde hij weer Lammerduyn hingen dikke overgordij nen dichtgetrokken, die geen kiertje open lieten. Niemand kon van buitenaf ook maar iets binnen zien. Daarom leg de Zwarte Piet zijn oor maar hier en daar eens tegen een venster in de hoop een of ander geluid op te vangen. Maar ook dat leverde geen enkel resultaat. Het was overal doodstil. Geen kind droomde hardop, geen onrustige jon gen woelde, zelfs geen babystemmetje huilde. Het leek wel, alsof alleen me vrouw Van Lammerduyn in het hele huis sliep, rustig zoals grote mensen slapen. En toch stonden er om de pot kachel al die kinderschoenen. Terwijl Zwarte Piet daarover peins de viel zijn blik op de gevelsteen met de drie lammetjes, die door het helde re maanlicht werden beschenen. Ach, wat vond Zwarte Piet die lammetjes lief, zoals ze zich tegen elkaar aandruk ten met hun mollige lijfjes, maar wat zagen ze er vies uit. Omdat Zwarte Piet van vlakbij op de gevelsteen kon kijken zag hij pas goed hoe stof en vuil en het vocht en de schimmel zich hadden opgehoopt op de stenen vach ten, langs de omtrekken van hun snoet jes, over hun poten en overal waar stof en vuil maar vast blijft zitten. Zwarte Piet kreeg medelijden met de lammetjes van Lammerduyn. Kin- naar het dak omhoog, haalde de spul len uit de zak en gleed weer naar be neden tot bij de gevelsteen. Op de ven sterbank zette hij zijn gerei neer. Even dacht hij na waar hij schoon water van daan moest halen, maar hij herinner de zich, dat in de tuin van Lammer duyn een regenton stond. In een oog wenk was hij weer naar boven geklau terd, over het dak aan de andere kant naar beneden en vulde zijn emmertje daar met regenwater uit de regenton. Het water was helder en schoon, het blonk in het maanlicht. Daarop toog Zwarte Piet aan het werk. Hij strooide zeepoeder in het emmer tje met water, doopte het bezempje er in en ging aan het schrobben. Hij schrobde op en neer over de gevel steen en heen en weer en het schuim kroop over de lammetjes heen en bor relde en bruiste en droop van hen af. Daarna nam Zwarte Piet het vegertje en de schuurpoeder en vervolgens op nieuw zeepsop. En hij borstelde maar, van links naar rechts en van boven naar bene den en schuin over alles heen. in alle richtingen en hij nam op het laatst elk stukje apart onder handen zodat er geen kleinigheid werd overgeslagen. En steeds verschenen er meer krullen in de vachten van de lammetjes. Ge rimpelde, gekrulde vachten als van echte lammetjes kwamen onder het vuil vandaan en gekruld kraaghaar rond hun nekken en bovenaan de poten, als korte pofbroeken. En ze hadden gladde oortjes, die naar beneden hin gen en dikke staarten, die tegen hun kuiten bengelden. En zelfs de letters van Lammerduyn werden als nieuw, diep gegrift en duidelijk, letter voor letter te lezen zonder-één vergissing. WAT WAS Zwarte Piet trots op zijn werk. Nog helemaal voldaan kiom hij voorgoed terug op het dak, maar intussen was Sinterklaas gena derd. Het verwonderde hem Zwarte Piet op het huis Lammerduyn te vin den, waar immers geen kinderen woon den. Bovendien had hij Zwarte Piet al een hele straat verder verwacht. Wat had Zwarte Piet al die tijd uitgevoerd, vroeg Sinterklaas hem bars. Zwarte Piet wees naar de gevelsteen, verlegen want ineens begreep hij, dat het zijn werk was kinderschoenen te vullen en wortels en brood voor het paard te verzamelen. Met gevelstenen had hij niets te maken. Nu ja, zei Sinterklaas, de lammetjes waren wel heel mooi geworden en me vrouw van Lammerduyn, die altijd zo lief was voor de buurkinderen, had dit ook wel verdiend, want zelf was ze te oud om op een ladder te klimmen en de gevelsteen schoon te boenen en gla zenwassers deden het net zomin goed. Om de verloren tijd in te halen kwam het jongste Pietje nu goed van pas. Doe kon Zwarte Piet de verdere nacht mooi helpen, zodat alle kinderen die het verdienden toch iets in hun schoen zouden vinden bij het wakker worden. Daar hoorden niet de buur kinderen van Lammerduyn bij, want die hadden hun schoen niet mogen zet ten. En bedelen blijft bedelen, of ze dat nu thuis deden of bij de potkachel van het huis Lammerduyn. Dat hun schoenen leeg gebleven wa ren verbaasde hun dus niets. Maar dat de lammetjes ineens blank en schoon waren, inplaats van goor en groen en grauw, zoals de vorige avond en altijd, was een grote verrassing. Een verras sing van Zwarte Piet natuurlijk, want alleen hij werkt 's nachts hoog op een huis. En ze waren blij voor mevrouw van Lammerduyn, die nu een gevel steen had zo mooi als niemand hem ooit had gezien en blij voor de lamme tjes, want het is ook voor stenen lam metjes prettig eens verzorgd te wor den. Op het Ball State College in Mun- cie, in de Amerikaanse staat In diana krijgen de leerlingen klassi kaal muziekonderwijs op elektroni sche piano's. Het voordeel is, dat zij elkaar niet hinderen bij het spel, want het geluid dat deze piano s voortbrengen is alleen voor de jon gen of het meisje achter het .toet senbord hoorbaar, als de lerares tenminste de hoofdschakelaar op „oortelefoon" zet. Zo kan iedere leerling een vingeroefening of mu ziekstuk in zijn eigen tempo spelen zonder gestoord te worden door zijn of haar medeleerlingen. Na tuurlijk kan men ook op luidspre ker-volume omschakelen als dat no dig is. Dat gebeurt echter alleen als de vorderingen van een klas zo danig zijn, dat men een stukje ge zamenlijk en „synchroon" kan uit voeren, in quatre-vingts-mains, zo gezegd. De school heeft thans twaalf elektronische piano's in gebruik, maar er kunnen tot 24 exemplaren op één „master unit" aangesloten worden. De piano's zelf zijn van on geveer gelijke constructie als de elektronische orgeltjes die door combo's en amusementsorkestjes gebruikt worden. Deze variant pro duceert echter een zuivere piano klank en kan daarom ook de nor male piano of mignonvlengél ver vangen, terwijl zij bovendien onge veer de helft goedkoper is dan een conventioneel instrument. Een bij komend voordeel: de elektronische piano is opvouwbpar en neemt d.us weinig ruimte in. Ideaal voor klein- behuisden. Misschien krijgt Pietje van de buren boven er óók een. We hopen het maar Planlc met proef vorm DE OUDHOLLANDSE (maar ook buitenlandse) koekplanken zijn tegen woordig weer in de mode, maar wat vroeger een normaal gebruiksvoorwerp in de keuken was, is nu een sieraad voor de woning geworden. Op zichzelf is de koekplank een dood gewoon hulpmiddel om in een snel tempo een groot aantal gelijke koek- of taai-taaifiguren te vormen en elke bak-, ker had er dan ook een groot aantal van in voorraad. Het aardige is na tuurlijk, dat de oude vormen een stuk cultuurgeschiedenis vertellen over kle ding, gebruiken en eetgewoonten. HET MAKEN van de plank was vroeger natuurlijk een stuk routine werk, dat een handige schrijnwerker in zijn vrije uren als bijverdienste deed. Echte beeldhouwers vond men er niet onder, vandaar dan ook vaak de primitieve vormen van mensen en din gen, die later als koek op tafel kwa men en waaruit men de bedoelde voor stelling maar nauwelijks kon opmaken. Dat we ook nu nog de koekplank zelf kunnen steken is wel bekend. Om u op weg te helpen geven we hierbij een voorbeeld van zulk een home-ma de plank. Het zachte lindehout werd als ma teriaal gekozen. De „echte" planken waren dikwijls van beuke-, iepe- of zelfs notehout, ze moesten dan ook lang dienst kunnen doen. AAN GEREEDSCHAP hebben we een paar vermetgutsen nodig, dat zijn ronde beitels, waarvan het schuine on dereind (de vouw) aan de buitenkant zit. Dit laatste is belangrijk, andere gut sen zijn voor dit werk onbruikbaar. Smalle gutsen zijn voor 4,- te koop. Eerst tekenen we op het hout het mo delletje dat we willen maken, in dit geval dus een mannetje. Wie een beet je tekenen kan maakt natuurlijk een eigen vorm: een schip, een dier, een gebruiksvoorwerp. Nadat we het mannetje op het hout hebben overgebracht, gaan we langs de lijn van de tekening werkend, hout „wegscheppen" met de guts. Zie voor gutsen ook: „Handenarbeid als Vrije tijdsbesteding". Uitg. Strengholt Am sterdam. We kunnen dit doen tot we een zekere diepte hebben bereikt. Hoe diep? Dat kunt u beoordelen door in DE DIERTJES van Madeleine trek ken wagentjes, een kanon, begraven een soortgenoot of geven een ballet, waarbij zij gekleed zijn in keurige rok jes. Het is niet meer te achterhalen wie het eerst op het idee is gekomen vlooien te dresseren- Dat doet er ook weinig toe. Zeker is, dat het publiek altijd grote belangstelling heeft gehad voor deze mini-attractie op de kermis. De vlooientheaters van Parijs uit de zeventiende eeuw waren beroemd. Er is een trick bekend, die destijds groot opzien baarde: het vurende kanon-van- zilver, dat door vlooien werd getrok ken. Men beweert, dat de kleine dier tjes zich van de knal niets aantrokken. Soortgenoten hadden geleerd zich voort te bewegen als steigerende paarden, dus op de achterpoten. Hun evenwicht bewaarden zij met behulp van een klein stokje in de voorpoten. Deze vlooien maakten deel uit van een op tocht, waarvan het pièce de resistance bestond uit een rijtuigje, dat door acht vlooien werd getrokken. Zij waren met gouden kettinkjes aan de calèche vast gemaakt. Op de bok zat een vlo met een zweepje. Koekplank met kleimodel het uitgegutste deel een stukje klei te wrijven (boetseerwas gaat ook). Als we dit er dan weer uithalen (eerst wat laten indrogen), zien we precies wat we bereikt hebben. In het begin en dergelijke aanbrengen. Ook er reke- de details als knopen, vingers, kraag niet te diep werken, later kunnen we ning mee houden, dat bij een gezicht de neus het meest vooruitsteekt en dus het diepst gestoken kan worden. Bij het steken vooral niet „om-een-hoekje steken". We moeten immers de klei. en later het deeg, er gemakkelijk kun nen uitlichten. Een koekplank kan natuurlijk als wandversiering dienst doen, maar we kunnen er ook een koek mee vormen, die we dan in de oven bakken Daar om geven we hieronder hel recept voor speculaas zoals we dat vonden in „Kookboek voor Iedereen", uitgave A. W. Bruna en Zn. Utrecht. Samenstel ling H. A. Schilp 2.95 Zwarte Beer tjes), namelijk recept no. 689: IN 1834 vertoonde Cucchiani in Pa rijs een troep vlooien, die als militai ren waren aangekleed. De diertjes sliepen in dertig bedjes. Elke morgen was er om tien uur reveille. De „sol daten" werden door een verzorger ge- toiletteerd, die daarvoor een soort plumeau hanteerde. Daarna togen de vlooien aan het werk: zij duelleerden en voerden allerlei oefeningen uit, waarin de militaire drill van die dagen onmiskenbaar was terug te vinden. Ook zorgden zij voor vrediger tafereel tjes: het maken van een dansje of het putten van emmertjes water On der de vlooien bevonden zich naast ware kunstenaars, zoals draadlopers, eerzame en hardwerkende „ambachts lieden", die de kost verdienden met het in beweging houden van molen tjes en het trekken van een bootje door smalle vaarwaters. Men neme: 250 gram bloem, 75 gram boter, 125 gram basterdsuiker, rfc 1 dl melk, 5 gr. speculaaskruiden (100 gram gepelde gehakte amandelen). Kneed van de ingrediënten een soepel deeg. Bestuif de speculaasplank meo aardappelmeel en druk het deeg stevig in de figuurtjes van de plank. Snijd met een scherp mes het overtollige deeg. Bestuif de speculaasplank met plank en leg ze op een dun beboterd bakblik. Bak ze in een warme oven in 15 minuten lichtbruin en gaar. Neem ze van het bakblik en laat ze platlig gend koud worden. En dan smakelijk eten! OOK HET vlooientheater is een dure zaak geworden, want mensenvlooien blijken zeldzaam geworden als gevolg van het toenemend besef voor hy giëne. Stofzuigers en chemische schoon maakmiddelen vormen een ernstige bedreiging voor dé vlo-in-vrijheid. Eige naars van vlooientheaters moeten der halve zuinig zijn op hun menagerie, de diertjes goed verzorgen, een reser ve kweken en ervoor waken, dat er geen diertjes vandoor gaan, zeker geen „grote artiesten". Vlooien beschikken naar verhouding over een ongelofelijke kracht. Zo'n diertje kan voorwerpen trekken of til len die tachtigmaal zo zwaar zijn als de vlo zelf. In bijna alle landen vindt men nog vlooientheaters. Het zijn ietwat geheimzinnige, stille tentjes, waarin een aantal nieuwsgierigen zich rond een helverlichte tafel verdringen, dikwijls met een loep voor het oog om de verrichtingen van de vlooien gade te slaan. Vlooiendressuur een wonder lijk beroep, dat vroegei niet zonder gevaar was. Oude kronieken verhalen i enminste, dat vlooientemmers als ieksen de brandstapel werden opge stuurd. Je moet wel over veel geduld beschikken, want hoe leer je een vlo het springen af? Met behulp van een fijn draadje om het slanke lijfje van de vlo en verder met een bijna einde loos geduld.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1966 | | pagina 15