De Rode Mieren"
Simterkraimt
WÊÉÊÊÊÊ^iWÊÉÊÊKL
Piet
klomp
op
en!
PANDA EN DE MEESTER-ETER
AVONTUREN VAN DONALD DUCK
RECHTER TIE
BRAMMETJE FOK
December
«Om verwlgverhaai
£en actuele Amerikaanse roman
door William Lederer en Eugene Burdick
SKY CREAM
r
té
WOENSDAG 30 NOVEMBER 1966
21
£%sÉfllll§l
Ik ben in de le sky
BOLS
P
MET HAGERTY BLIJFT
UW ZILVER SMETTELOOS GLANZEND
W. VOET ZONEN
20) De com
munisten hadden het gewoonlijk
voorzien op niet geziene leiders, be
lastinggaarders of woekeraars. En
Tien en Xinh waren allebei bijzon
der geliefd in het dorp. En toch was
het verkeerd te denken dat de com
munisten nooit fouten maakten, gro
ve fouten. Maar ze maakten die maar
zelden twee keer, dacht Coldstream
verbitterd. Hij had in Vietnam en in
China de lijken gezien van commu
nisten die twee keer dezelfde fout
hadden gemaakt gedood door de
hand van hun eigen leiders.
Coldstream kwam vroeg in de mid
dag in Boa Binh aan. Niemand kwam
hem verwelkomen. Toen Coldstream
de weg afliep die het dorp doorsneed,
waren de meeste mensen in hun
hutten. De mannen stonden binnen
de deuren met uitdrukkingloze ge
zichten, al kenden de meeste van hen
Coldstream al jaren.
Coldstream liep rechtstreeks op
de eerste hut toe. De man die in de
deur stond werd zo nu en dan door
de maatschappij als hulpkracht ge
bruikt.
Ze wisselden beleefde groeten,
maar het gezicht van de man zag
er niet tegemoetkomend uit.
„Wie is het nieuwe dorpshoofd?"
vroeg Coldstream.
„Er is geen nieuw dorpshoofd."
„Waarom niet?"
„Omdat het nieuwe hoofd evenzo
iterven zal als het oude
„Het is niet goed geen dorpshoofd
te hebben," zei Coldstream. „Straks
zullen de wetten geschonden worden
en er zal niemand zijn om de over
treders te straffen. Er zullen one
nigheden ontstaan over land en ei
gendommen, en niemand zal tussen
beiden kunnen komen om te zeggen
wat rechtvaardig is. Hebben de man
nen uit het noorden jullie zo'n angst
aangejaagd?"
„Nee, Bwang Swang," zei de man
verontwaardigd. „Wij zijn niet bang.
Als ze weer komen zullen we klaar
staan met onze wapens en dan zul
len we vechten. Er zal geen enkele
van onze jongemannen meer ont
voerd worden. Maar als we Bok tot
ons nieuwe dorpshoofd kiezen, dan
zijn we bang dat de vijand ook hem
op de een of andere manier doden en
zal. Niemand van ons wenst Bok ten
dode op te schrijven door hem dorps
hoofd te maken. Daar zijn we te bang
voor."
„Waar is Jan Ti?" vroeg Cold
stream.
„Die is in de tempel."
Toen Coldstream bij hem kwam,
was Jan Ti bezig de bloemen en
struiken met een scherp mes te
snoeien.
Coldstream noemde Jan Ti zacht
jes bij zijn naam. Jan Ti keerde zich
om alsof hij verrast was. Cold
stream wist dat die verrassing voor
gewend was- Iedereen in het dorp
wist natuurlijk onmiddellijk na zijn
aankomst al dat hij erwas.
„Jan Ti, ik heb gehoord, dat je
vrienden een bezoek aan Boa Binh
hebben gebracht.
„Mijn vrienden. Bwang Swang?"
antwoordde Jan Ti.
„Ik kende niemand van hen."
„Ik heb ook niet gezegd dat je één
van hen kende. Ik zei dat ze je vrien
den waren. Men kan vrienden hebben
die men nooit gezien heeft. Jij krijgt
bijvoorbeeld heel wat pamfletten en
beeldverhalen van je vrienden in Ha
noi, maar ik betwijfel of je een van
de afzenders ooit gezien hebt."
„De opvoedkundige lectuur is gratis
verkrijgbaar voor een ieder die die
hebben wil," zei Jan Ti voorzichtig.
„Het kan mij niets schelen waar die
vandaan komt. Als men monnik is,
is men verantwoordelijk voor de op
voeding van de mensen."
„Als monnik had je ook eens moe
ten denken aan Boeddha's eerste gro
te regel: Laat niemand ooit iets do
den dat lee'ft."
„Ik heb niemand gedood."
„Je hebt met de communisten ge
sproken voor ze hier kwamen," zei
Coldstream droog. „Je hebt hun ver
teld dat niemand zich vrijwillig zou
melden tenzij het dorpshoofd gedood
werd." Coldstream giste en peilde te
gelijk. „En je hebt je opdrachten ge
kregen van het boeddhistische Een
heidsfront. Jij weet dat en ik weet
dat. Ik weet ook wie het bevel tot
de organisatie ervan gegeven heeft."
„Ik heb niet gesproken met.
„Jan Ti, lieg niet tegen me. Ik heb
veel landen van Azië bereisd. Ik heb
vaak het communisme en zijn wijze
van optreden heel vaak van dichtbij
kunnen volgen. Ze zouden geen ge
weld tegen een gezien man hebben
gebruikt tenzij hun gezegd was dat
het de enige manier was om resul
taten te boeken. Ze zouden niet naar
een dorp komen als ze daar geen
vertegenwoordiger hadden."
„Alles wat ik gezegd heb was..."
Jan Ti zweeg opeens. Er kwam iets
van angst op zijn gezicht. Toen kre
gen zijn ogen die vreemde raadsel
achtige blik die Coldstream al zo vaak
gezien had op de gezichten van Azia
ten als ze ondervraagd werden. Het
was een vorm van zelfverdediging,
een terugtrekken in zichzelf.
Coldstreams proefneming was ge
slaagd. Hij stak zijn hand uit en
wreef zachtjes een plooi van Jan Ti's
kleed tussen zijn duim en wijsvinger.
Hij zei: „Jan Ti, je bent een dienaar
van de communisten. Of je commu
nist bent doet niet terzake. Maar er
is nog iets anders. Je hebt de ver
kiezing van een dorpshoofd belem
merd". Coldstream sprak langzaam
en met nadruk- „Maar daar ga je
Je roept vanmiddag een vergadering
nu verandering in brengen. Je roept
vanmiddag een vergadering bijeen
en dringt erop aan dat er een dorps
hoofd gekozen wordt."
„Dat is mijn verantwoordelijkheid
niet," zei Jan Ti, terwijl hij lang
zaam zijn hoofd afwendde. „En de
uwe ook niet."
„Het is jouw recht en je zult zeggen
dat je persoonlijk instaat voor de vei
ligheid van het nieuwe dorpshoofd."
Jan Ti lachte en deed een stap ach
teruit. Zijn ogen hadden de starende
blik verloren. Hij schudde zijn hoofd.
„Hoe kan ik de veiligheid van het
dorpshoofd waarborgen?"
„Omdat ik iemand in dit dorp op
dracht zal geven je te doden als het
nieuwe hoofd iets overkomt of zel'fs
als hij uit het dorp wordt wegge
voerd", zie Coldstream. „Je kunt je
vrienden vertellen dat als het nieuwe
dorpshoofd ook maar een haar ge
krenkt wordt, jij sterven zult en daar
sta ik voor in."
(Wordt vervolgd.)
ADVERTENTIE
Eerste deel.
OP Z'N ZACHTE gymschoenen
huppelt Piet over het dak.
„Trala loe loe", zingt hij zacht.
Het is ook fijn om cadeautjes in
de schoorstenen te mogen gooien.
En in deze huurt wonen allemaal
aardige kinderen. Goed, ze zijn wel
eens ondeugendhoor Dat is ge
rust niet zo erg. Als de kinderen
maar niet stout zijn en ongehoor
zaam. Want daar heeft Sint Nico-
laas een hekel aan.
„Ik zouden vanavond ook wel
schoen willen klaar zetten", mop
pert Piet.
„Zou het mogen van Sint Klaasje?"
„Wat loop je te mopperen, Piet",
zegt Sint Nicolaas.
De goede Sint is ook maar op
het dak geklommen. Er moeten zo
veel pakjes rondgebracht worden
„Ik willen óók schoen neer zet
ten". Piet kijkt verdrietig naar de
Sint.
„Pieten mogen dat nooit eens".
„Je bent nog maar een heel klein
Pietje", lacht Sint Nicolaas.
„Nou, vooruit Als je erg lief bent
geweest. Engoed je best doet".
„Ja Sint Klaasje. Ik allemaal
doen zal".
Sint Nicolaas gaat even op een
schoorsteen zitten om wat uit te
rusten.
„Ga jij maar verder Piet", zucht
de Sint.
„Je weet, welke schoorsteen je
moet hebben. Ik rust hier wat uit".
„Tralala loeloe". Zingend huppelt
het knechtje over de daken. Op
zijn rug draagt hij de zware zak
met speelgoed.
Piet gooit overal de pakjes naar
binnen waar ze moeten zijn. Soms
kijkt hij even op een lijstje. Dat
heeft de Sint al keurig voor hem
gemaakt. Stel je voor, dat een kind
eens het verkeerde pakje zou krij
gen!
Wacht eens.
Daar ziet Piet een fijne, grote
schoorsteen. Met een vaartje
rrrrrrrrtzakt hij er door
ssssjjjhhhhtnaar beneden.
Het is gezellig in de kamer. Er
tikt een hele grote klok. Tik-tak-
tik-tak.
Voor de ramen hangen gebloem
de gordijnen.
En voor de kachel staan hou
ten schoenen. Twee houten schoe
nen van twee lieve kinderen.
In de ene zit wat hooi en in de
andere een worteltje. Dat is voor
het paard.
„Aardig hoor", knikt Piet.
„Die houten klompdingen zijn
ook leuk. Heb je in Spanje niet".
Piet lacht eens.
„Echt Hollandse houten klomp
schoenen. Zou zou Tralala
loe loe". Vlug trekt Piet zijn gymp
jes uit en de klompen aan.
Ze zitten wel een beetje raar. Ze
zitten een beetje nauw.
Even een paar stappen doen.
KLOS KLOS KLOS.
O, wat maakt dat een lawaai!
Piet schrikt ervan.
Oeilala. Daar gaat een deur in
het huis open. En niemand mag de
Pieterknecht zien
Met een vaartje wil Piet weg
rennen
(Morgen het tweede deel)
Weet je wat ik in mijn schoentje
bij de kachel heb gedaan?
Een verlanglijstje voor St. Nicolaas
waar ik alles op heb staan.
Alles wat ik graag wil hebben
voor m'n broertje en voor mij
Pappie heeft het opgeschreven
't is nu al een hele rij
Eerst een pop met echte haren,
dan een roze suikerbeest,
want eindelijk heb ik een after*
dinner likeur ontdekt voor man
nen, zo droog en robuust als een
ferme whisky. Het is dan ook
de beroemde niet-zoete whisky
likeur die
heet. Bovendien heb ik voor
f 13.75 per fles de keus uit nóg
vier andere Bols likeuren in
deze serie: Bernardine(Liqueur
Monastique) en Bolsherwhisk
(Cherry Whisky Likeur) en
Moccafé (Coffee Liqueur) en
Oragnac (Fine a l'Orange/Cura-
qao Brandy). Alle in hoogst
nobele flessen en tot de rand
gevuld met kieslikeurige Bols
kwaliteit!
ook een trommel met twee stokken
daarmee speelt kleine broer het
meest.
'k Wou ook graag een springtouw
hebben
en een mooie nieuwe tol.
'k Zou misschien nóg wel wat
weten,
maar toen was het briefje vol.
Xandra Bos (10 jaar),
Duitslandlaan SO,
Haarlem.
ADVERTENTIE
(ZONDER NOEMENSWAARDIG ONDERHOUD)
TIJDELIJK GRATIS: HAGERTY ZILVERDOEK
Cwlnkelwaarde f 4,95) bl] aanschaf van grote,
zuinige flacon Hagerty Tarnish Preventive. Een
glansrijke besparing op twee voortreffelijke
producten, die - In combinatie gebruikt -
zllverpoetsen tot een ouderwets begrip maken en
uw zilver smetteloos glanzend houden.,'
JARENLANG!
Vraag uw juwelier
ANEGANG 13-15 - GROTE HOUTSTRAAT 165
44. Joris keek zoekend om zich heen, of hij ook een
spoor van Hapwap kon vinden. „Ik moet me wel sterk
vergissen als het jongske zich niet aan de overzijde
ran deze straat bevindt/" prevelde hij tenslotte, een
gat in de muur ontdekkend. „Het kleutertje is zich weer
eens te buiten gegaan aan baksteen! Hij vermoeit zijn
verzorger en opvoeder wel, dat dient gezegd Met
die woorden stak hij over en. begaf zich naar het gat.
Hij was niet de enige die naar de kleine zocht. Panda
was haastig naar de stad gehold, en daar trof hij al
spoedig een straat aan waarvan de kinderhoofdjes bij
tussenpozen waren opgegeten. „Ik moet hem gauw te
rugvinden!" mompelde hij. „Anders maakt zijn moe
der een wroegel van me en dat lijkt me helemaal
niet leuk!" Zorgvuldig het spoor volgend, naderde hij
een straathoek. Nu trof het toeval dat aan de andere
kant daarvan Jollipop hetzelfde deed. „Wij zouden een
uitmuntende detective zijn geweest!" prevelde de be
diende, met een vergrootglas de weggegeten stenen be
kijkend. „Als dat tenminste bij onze stand had gepast!
Zelfs de geringste kleinigheden ontgaan ons niet! Op
deze manier!" Doch op dat moment kwam hij met
Panda in botsing.
DIE Giocrr
Y/AS IETS.
*TE SEEED^
opyrtfffit apem mundl
11. „U begrijpt wat er gebeurd is", zegt
commandant Fang tot de Rechter. „Soe
is op de gewone tijd naar zijn kamer
gegaan, heeft alleen zijn helm op tafel
gegooid en is ingedut.Op dit moment
wordt er geklopt. Twee officieren komen
binnen en maken een buiging. „Dit is ko
lonel Shih Lang die de moord ontdekte",
zegt Fang, terwijl hij de rechtse officier
aanwijst. Het is een breedgeschouderde
man met lange aapachtige armen, een
doorgroefd gezicht en een korte ring
baard. „Hij is onze expert op het gebied
van stormlopen en muren beklimmen",
vervolgde de commandant. „Hij kan zijn
voeten gebruiken alsof het handen zijn.
En dit", de commandant wijst op de an
dere officier, die een lang gezicht heeft
met knevels en puntbaard, en die de punt-
helm en korte maliënkolder draagt van
de militaire politie, „dit is kolonel Mow.
Hij is het hoofd van onze militaire in
lichtingendienst en heeft het onderzoek ge
leid". Rechter Tie en de kolonel buigen
naar elkaar. De Rechter bedenkt dat deze
officier hem niet sympathiek is, er ligt
een spottende, hoogmoedige uitdrukking
op zijn gezicht. „Rechter Tie heeft zich
bereid verklaard de moord op Soe nog eens
van alle kanten te bezien", zegt comman
dant Fang. „Zijn grote ervaring op dit
gebied kan ons stellig van pas komen."
691. Roeiboot? Roeibootriep kapitein
Costa Plenta wordend. „Hoe durf je mijn
dure jacht een roeiboot te noemen? Weet
je wel dat ik een gouden badkuip aan
boord heb, en dat er warm en koud stro
mend water is?"
„Een schip is niet om te baden, maar
om te varen", zei Brammet je fel. „Een
jacht kan heel duur zijn, maar lui op de
kiel en sloom in het roer. Maar neem
nu eens mijn goede schip Kokanje....
Nu was het zijn beurt om zijn schip
aan te wijzen. En meteen barstte kapi
tein Costa Plenta in een honende schater
lach los.
„Is dat jouw schip? En durf jij nog
mee te praten? Als mijn jacht een roei
boot is, wat is dat ding dair dan wel niet?
Een speelgoedkanootje!"
Dat was de druppel, die de emmer van
Brams gramschap deed overlopen. Hij
kon niet toestaan, dat iemand de Kokanje
waarmee hij zoveel avonturen had mee
gemaakt, beledigde. De lefkapitein was
inmiddels uit de rol touw bevrijd en zon
der iets uit te leggen greep Bram de dure
zeeman bij de kraag om hem mee naar
buiten te trekken.
Richting Kokanjel